CODE!
87*2.
DONDERDAG 27 J UN I J.
V. 150.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. ƒ3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.50
's jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentién is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
Advertentie!) voor DuitschlandOostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door HAASENSTEIN VOGLER, Expeditie-Kantoor van Advertentiën te
HomburgLubtek Frankfort a. M.Berlijn, Leipzig, Dresden, Bres/au, Keulen, Stuttgart, WeenenPraag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne
(meter) en vijf honderd reventig stre-
STADS-BERICHTEN.
SCiriTTTEJtTJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen le weten, dat de alpha-
bctische naamlijst van alle personen, die, overeenkomstig de wet van deil 11
April 1827, aan de loting voor de Schutterij moeten deel nemen, Ier inzage van de
belanghebbenden zal liggen ter secretarie dezer gemeente, van den 21 tot den
28 Juni aanst. (de Zondag uitgezonderd), van des voormiddags 10 tot 's namiddags te
1 uur, en dat de loting zal plaats hebben in een der localen van bet Raadhuis, en wel
op Zaterdag den 29 Juni 1872, 1s voormiddags te negen uren.
Wordende zijwelke na de laatst voorgaande inschrijving zich binnen deze ge
meente met der woon hebben gevestigd, tot eene naloiing opgeroepen, mede
op Zaterdag den 29 Juni 1872, 1 s namiddags te één uur.
Zullende ieder ingeschrevene bij een billet worden opgeroepen, om tot de loting
ter voorschreven plaatse op te komen, op den dag en bet uur in deze kennisgeving
uitgedrukt; terwijl zij, die verhinderd mochten worden zeiven tot de loting
op te komen, zich door een gemachtigde kunnen doen vertegenwoordigenof
geen gemachtigde verschijnende, zal de loting geschieden door een der leden van de
Comimssie uit het Gemeentebestuur. Tevens worden de belanghebbenden ver
wittigd, dat hij de genoemde loting aanteekening zal worden gehouden van de re
denen tot vrijstelling, die de ingeschrevenen venneenen, krachtens het 3de art. der
wet, te kunnen aanvoeren: waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrij
stelling meenen Ie hebben, van helang isdoor personeele opkomst, of, hij volstrekte
beletselen, door hel zenden van een met hunne omstandigheden wel bekenden ge
machtigde, de loting niet te verzuimen.
En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat aan de navol
genden bij de wet regl op vrijstelling is toegekend, als:
1°. die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen tot den wapenhandel voor
het tegenwoordig oogenblik, of wel geheel, ongeschikt maken;
2°. die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el (meier) en vijf honde
pen (tnillimeiers);
3®. de geestelijken van alle gezindheden, zoo lang zij niet van stand veranderen;
4°. de professoren en lectoren aan de hoogescholen, aan deathenaea en deseininariën;
3®. de studenten in de godgeleerdheid
6°. die den rang van officier in dienst van den Staat te lande of ter zee hebben
bekleeden door eervol ontslag den dienst verlaten hebben of gepensionneerd
zijn, zoo lang zij niet in een gelijken of hongeren rang bij de Schutterijen
kunnen worden aangesteld
7°. die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontsla
gen in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in een
hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld
8®. die in militairen dienst ter zee of te lande zijn, waardoor alleen worden hc-doeld
zij, die na de inschrijving in militairen dienst zijn getreden, als rustende op
militairen, zoo lang zij in dienst zijn en dus niet voor ingezetenen eener be
paalde gemeente kunnen gehouden worden, de verplichting niet om zich le
doen inschrijven;
9®. den broeder van hem, die in persoon voor zich zeiven hij de Schutterij dient;
met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van
een ongelijk getal slechts de kleinste helft tot den dienst, zal worden opgeroepen
strekkende deze bepalingen zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om
welke reden ook. niet meer hij hunne ouders inwonen;
terwijl voorts, in tijd van vrede, van den actieven dienst tevens worden vrijge
steld (inet de liepaling nogthans, dat zij tot den werkelijken dienst dadelijk kun
nen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling ophouden, waarom
zij oj) de al gein eene en bijzondere rollen tevens geplaatst, doch bij de reserve zoo
lang in dienst gesteld worden);
10®. zij, die tot den dienst der nacht- of brandwachten, en tot dien der brandspui
ten, zijn aangesteld, zoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast
11®. lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personeele belasting wordt
betaald, waaronder echter niet zullen worden verstaan werk boden of zoodanige
bedienden, die Ier uitoefening van iemands beroep of bed i ij F zijn benoodigd; en
12®. zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armeri-geslichten opge
voed of onderhouden worden.
En zullen dientengevolge, degenen, welke op vrijstelling, uit hoofde van eene der
bovengemelde redenenaanspraak mochten vermeenen te kunnen rnaken, zoowel als
zij, die zich inden dienst willen doen vervangen, de bewijzen, daartoe vereischt,
moeten overleggen en, in het laatste geval, de personen, met welke zij van nom-
iner willen verwisselen kenbaar rnaken aan de Commissie, op Maandag den
1 Juli aanslaande, des voormiddags tussclien 10 en 1 uur, op het RaadhuisIon einde
daarvan de noodige aanteekening te doen, voor zoo veel zulks hij de loting niet
mocht zijn geschied;zullende op de reclames, zoowel als over de goed- of afkeu
ring der personen, door welke men verlangt zich te doen vervangen, nader door de
Commissie van onderzoek uitspraak worden gedaan.
En wordt deze door aanplakking en d or plaatsing in de Lexdsche Courant
afgekondigd.
burgemeester en Wethouders voornoemd,
y. D. BRANDELEfl. Burgemeester.
bciDXN, 19 Juni 1872. E. KfST, Secretaris.
I
BIN N iv\ LAM)St;ilK BE RIG TEN.
LEIDEN, 26 Jung.
De Nederlandsche maatschappij tot bevordering der geneeskunst hield
heden alhier hare algemeene vergadering, in een der vertrekken van het
raadhuis, daartoe door het gemeentebestuur bereidwillig beschikbaar gesteld.
De voorzitter der maatschappij, prof. J. W. R. Tilauus, opende de vergadering
met eene toespraak tot de afgevaardigdenwaarna door den heer dr. J. P.
llcije het verslag omtrent den toestand en de verrigtingen der maatschappij
werd uitgebragt. De werkzaamheden der vergadering werden ditmaal vroeg
tijdig geëindigduithoofde de onthulling van het standbeeld van Bocrhaavc
ten één ure zou plaats hebben.
Het was een hoogst gelukkig besluit door de maatschappij in bare in
1867 gehouden vergadering genomen, om ter eere van Boerhaave een monu
ment op te rigten. Een monument voor den man die in de rij der groote
mannen, waarop ons vaderland roem draagt, de geneeskunde en aanverwante
vakken zoo waardiglijk vertegenwoordigt, van den man wiens leven onaf
gebroken aan de wetenschappen, aan het zoeken der waarheid, was gewijd;
van den man die op het gebied der natuur een licht ontstak, dat zijne glans
niet alleen over ons vaderland maar ook over Europa verspreidde, zoodat
landgenoot en vreemdeling wedijverden hem de hulde van dankbaarheid en
bewondering te brengen. Eene gelukkige gedachte was het dat monument
te doen verrijzen te Leiden, dat hem zoo lief geworden was, aan wier
hoogeschool zijn naam eenmaal een luister had bijgezetwaardoor
zij heinde en verre vermaard werd. Eene gelukkige gedachte mag het ook
genoemd worden dat monument op te rigten ter plaatse waar thans eene
'l'inrigling is gevestigd, die als het ware voor de hoogeschool een nieuw tjjd-
perk opent voor den bloei der wetenschap waaraan Boerhaave zjjn leven
wijdde.
Omstreeks één ure verzamelde zich om en op het feestterrein eene talrijke
menigte, om getuige te zijn van de eenvoudige maar des te meer indrukwek
kende plegiigheid. Rondom de ruimte voor de genoodigden wapperden van
alle kanten vlaggen en wimpels, de geliefde nationale driekleur en oranje,
door de zwoele zomerlucht, terwijl achter het beeld, dat weldra van het
doek, dat het nog voor de oogen der nieuwsgierige menigte verborg, zou
worden ontdaan, alle kleuren der faculteiten waren aangebragt, in hel mid
den waarvan de groene kleur der medische faculteit zich verhief. Geurige
bloemen en gewassen omringden op smaakvolle wijze hel hekwerk en de
omrastering van hel beeldwaarachter van uil een muziektempel de aan-
wezigen weldra de eerste toonen te gemoet klonken, liet schoone zomer
weder, de vrolijke zonnestralen, die de talrijke menigte als het ware ver
welkomden bij het feest waarop een der grootste mannen der achttiende eeuw
eene blijvende hulde zou worden gebragtalles bragt er het zijne aan toe
om het geheel in een feestelijk waas te hullen.
Tot de genoodigden die het terrein langzamerhand vulden behoorden o, a.
de leden van het gemeentebestuur, curatoren en professoren der Leidsche
akademie en der Indische school, de leden van de regtbank en van de
kamer van koophandel, de chefs der militaire corpsen en der schutterijde
inspecteur van het geneeskundig staatstoczigt en van de geneeskundige mili
taire dienst der landmagt, de directeuren en conservatoren der musea en
verschillende akademische iurigtingen te dezer stede, de leden der maat
schappij lot bevordering der geneeskunst, hel bestuur van het pharmaceu-
tisch gezelschap «Concordia" en dat van het ziekenfonds «Boerhaave", als
mede verschillende hooge regeringspersonenwaaronder men opmerkte' de
heer mr. üullert, voorzitter der tweede kamer, de heer C. li. baron van
Rhenenlid der eerste kamer, en de heer mr. C. A. baron van Pallandl van
Wassenaarenz. enz.
De feestredenaarprof. dr. J. A. Boogaardbetrad nu het spreekgestoelte,
De spreker begon met te wijzen op het verledene, een in velerlei opzigt
groolsch verleden, liet Nederlandsche volk mogl met regtmatigen trols op
zijne geschiedenis terugzien. De roem echter in vroeger eeuwen door onze
voorvaderen behaaldlegde ons ook verpligtingen op. Alleen door ons
het erfgoed van vorige geslachten waardig te maken, konden wij aanspraak
maken op eene eervolle plaats onder de volken van Europa. Noblesse oblige!
Ook de stad Leiden had ruimschoots haar deel gehad in de gevaren en ram
pen van den strijd voor de onafhankelijkheid des lands en de stichting
barer hoogeschool stond in naauw verband daarmede. Het was daarom
geen wonder dat voorat die mannen, wier namen aan den luister der hooge
school verbonden zijn, hier hoog slaan aangeschreven. En onder die namen
was er naauwelijks één, die ons aan een meer roemrijk tijdperk uil de ge
schiedenis van Leidens hoogeschool herinnerdedan die van Herman Boer
haave, den man die in het begin der vorige eeuw de gemeenschappelijke
leermeester van het geneeskundig Europa werd gehceten. en die de leergie
rigen uit alle streken der beschaalde wereld in grooten getale herwaarts
deed stroomen. En toch voor velen was zijn naam, ja zeils in de stad
waar hij leefde en werkte, slechts een jjdele klank, en velen wisten de be-
lee.kf.nis van Boerhaave voor de wetenschappen, welke hjj beoefende, niette
waarderen. Dit was zeer natuurlijk. Er waren toch hier geene schitterende
wapenfeiten, geenc veroveringen, geene veldslagen m herinnering te hren»