BUITENLANDSCIIE BEUIC.TEN. te Breda thans noodig maakt. Bovendien zoudendoor de inwilliging van bovenstaand verzoek, de belangen behartigd zijn geworden van die candi- daten, die èn het eindexamen der hoogerc burgerscholen èn het admissie- examen tot kadet wenschen al te leggen. Nu laat het zich voorzien dat, als een gevolg van het gelijktijdig plaats hebben dier beide examens, som mige candidate» slechts aan een dier examens zullen kunnen deelnemen. Uit Groningen meldt men dat de prijs van het vleesch aldaar tot eenc ongekende hoogte is gestegensoms is het in het geheel niet te verkrijgen. In Friesland moet het eveneens gesteld zijn. De landbouwers verkoopen dan ook hun vee voor ongehoorde prijzenen op het laatst van de markten gaat het vee soms met winsten van ƒ25 per stuk weder uit de handen van den éénen kooper in die van een anderen over. Dingsdag 11. had te Olie en Laak, Limburg, een treurig ongeluk plaats. Bij gelegenheid eener koperen bruiloft werden saluutschoten ter eere van het feestvierend paar gelost door zekeren Crotis, oud 25 jaren. Een er van kwam hem duur te staan, want het kanonnetje, dat te vol geladen was, sprong, en de verwondingen, welke de onvoorzigtige jongeling, die zich op hetzelfde oogenblik over het stuk boogdaardoor aan hoofd en aangezigt bekwam, waren van dien aard, dat hij een half uur later aan de gevolgen overleed. Ook nog twee andere personen werden bij dit'ongeval gekwetst, een zelfs gevaarlijk. s GRAVENHAGE, 4 Juuij. Door Z. M. is de heer von Giilich, minister-resident van het Duilsche rijk bij de republiek der Vcreenigde Staten van Venezuela, benoemd lot commandeur der orde van den Nederl. Leeuw. Tol regter iti de arrond.-rcglbank te Leeuwarden is benoemd de heer jhr. nr. C. .1. Speelman, thans griffier dier regibank. Door Z. M. zijn benoemd: tot ontvanger der registratie te Zwolle de lieer L. Roodenberg, thans inspecteur 2C kl. dier middelen; te Winschoten de heer W. C. Stroom, thans ontvanger te Eindhoven; te Schagen de heer ,T. de Graag, thans ontvanger te Enschedé; te Oldeberkoop de heer J. van der Laan, thans ontvanger te Sliedrecht. Z. K. 11 prins Frederik zal heden avond ten 8 ure met II. K. 11. prinses Marianne, die den prins heden morgen uit Voorburg is Ie gemoet gereisd, uit Neuwied alhier terugkeereii. De toestand waarin de heer mr. J. R. Thorbecke verkeert, is ongeluk kig van dien ernstigen aard dat Z. Exc. reeds sedert zes dagen geen enkel stuk heeft kunnen onderteekenen en alleen het loopende werk door den heer secretaris-generaal mr. 1'. F. llubrecht is afgedaan. Den afgeloopen nacht heeft de minister vrij kalm en rustig doorgebragt. Volgens de ver klaringen echter van de Leide doctoren, prof. Evers uit Leiden en Mess van Scheveningennemen zijne krachten allengs af en wordt hij voortdurend zwakker. De commissie ter examinering van hendie eene acte van békfvaam- lieid voor het middelbaar onderwijs wenschen te erlangen, heelt gisteren dergelijke acte uitgereikt: Voor wiskunde K. I. aan den heer J. de Korne, te Goes; Nederlandsche taal- en letterkunde aan den heer F. J. Heeris, te Utrecht; Hoogdnitsche taal- en letterkunde aan den heer F. M. Boehme, te Oosterbeek, en Fransche taal- en letterkunde aan deu heerA. A. C. Marchal, van St. Marie-aux-Mines (dep. du llaut-Rhin.) Twee acten voor boekhouden werden geweigerd. ENGELAND. LONDEN 3 Junij. In de Times wordt een bij de commissie tol leniging der noodlijden den door den hongersnood in Perzië van haren agent te Ispahan ontvangen telegram medegedeeld. Daarin wordt o. a. gezegd: "De hongersnood is erger dan ooit. Brood is niet te verkrijgen, in Julfa en Ispahan heerscht groote onrust. De onderstand aan de armen heelt verdubbeld moeten wordenzoo dat er in deze maand (Mei) 2000 zal zijn uitgegeven." In berigten uit New-York wordt melding gemaakt van een nieuw voorstel door Amerika gedaant. w. om eene nieuwe Engelsch-Amerikaan- sche commissie tegen den aanstaanden winter bijeen te roepen, die een nieuw tractaat zou vaststellen, waarin Amerika's regt tol het eisclien van vergoeding wegens de indirecte schade in het midden gelaten wordt, met dien verstande dat liet daarop later zal kunnen terugkomen. Zulk een tractaat zou beschouwd worden als eene intrekking der eisclien wegens indirecte schade. FRANKRIJ R. Het Journ. off. bevat een besluit van den president, waarbij policie- maatregelen worden vastgesteld omtrent de gedeporteerden in eene ver sterkte plaats. Daarin wordt o. a. bepaald, dat de gedeporteerden de woon plaats moeten honden, welke hun door den gouverneur van destrafinrigting wordt aangewezen, dat zij, die niet door eigen arbeid of door eigen mid delen in hun onderhoud ktu ncn voorzienop kosten van den staat worden gevoed, op den voet der in de koloniën dienende militairen, en kleeding ontvangen. De gouverneur wordt verder bevoegd verklaard om aan gede porteerden, hetzij persoonlijk, hetzij in groepen of vereenigingen, terreinen binnen den omtrek der strafinrigting af te staan, tot wier bearbeiding zij zich zullen verbindenen om aan de gedeporteerden welke zulks moglen verlangen de uitoefening van een beroep of handwerk te vergunnen. De gouverneur der strafinrigting staat onder de bevelen van den minister van marine en koloniën, en doet, bij overtredingen der policie-voorschriften door de gedeporteerden, dc bepalingen van het militair strafwetboek toe passen. Bij de wet op dc leger-organisatie, voor zooverre die thans door de nationale vergadering is aangenomen, worden voor de dienst vrijgesteld, behalve zij die van eene te zwakke gezondheid zijn, de volgendecategoriën: 1". de oudste broeder eener familie van weezen; 2». de eenige of oudste zoon of kleinzoon eener weduwe of van eenen vader welke blind of 70 jaren oud is; 3°. de oudste van twee broeders welke aan dezelfde loting deel nemen, mits de jongste voor de dienst geschikt is; 4". hij wiens broeder in werkelijke dienst bij hel leger is; 5°. hij wiens broeder in werkelijke dienst is overleden, of uit de dienst is ontslagen ol gepasporteerd wegens wonden of ongemakkeu, te weeg gebragt door en in de dienst bij het leger of op de vloot. Artikel 23 der wet, bepalende dat aan de jongelieden welke zich wijden aan handel, landbouw of industrie een uitstel van inlijving kan worden verleend, mits de noodzakelijkheid daarvan in het belang van die werk zaamheden behoorlijk wordt gestaafd, gaf aanleiding lot een uitvoerig debat. Het artikel werd verdedigd door den heer Bethmont, welke er de billijkheid van deed uitkomen en er op wees dat het geenerlei inbreuk op het stelsel der wet kon maken, daar het geene ontheffing van de verpligting om te dienen maar een bloot uitstel van inlijving verleende. Hij achtte de bepa ling onvermijdelijk in het belang der kleine industrie met klein kapitaal gedreven, voor welke dc afwezigheid van den industrieel een onherstelbaar verlies zou zijneven als voor den slaat. Door een jaar uitstel der inlijving daarentegen gal men den betrokkene de gelegenheid om voor eenen ge- schiklcn plaatsvervanger in zijne werkzaamheden te zorgen; de nijverheid bleef ongerept en de staat was niet verstoken van de militaire dienst van den dienstpligtige. De heer Gambetta bestreed echter de bepaling. Alle andere vrijstellingen en gunstige bepalingen van hel wets-ontwerp waren in de beslaande wetten opgenomen en konden derhalve verdedigd worden, als middelen om den overgang van het oude stelsel der conscriptie tot het nieuwe der algemeene dienstpligtigheid gemakkelijk te maken, maar in het artikel 23 vond hij eene nieuwigheid. Die nieuwigheid werd alleen voor gesteld, omdat men eene dergelijke bepaling in Pruissen aantrof, maar dit motief deed bij den spreker niets af, daar de sociale toestand van Pruissen hemelsbreed van dien van Frankrijk verschilde. Hij achtte het noodig dat men met vrijstellingen en ontheffingen van dienst zoo zuinig mogelijk was, en dat de geheel overbodige vrijstelling, welke in art. 23 werd voorgesteld, verworpen wierd. Bovendien vreesde hij van de voorgestelde beoordeeling der aanvragen om soortgelijke lijdelijke ontheffingen door de administratie, in stede van door den militairen kommandant, zoo als in Pruissen, een aantal misbruiken; vooral heti in Frankrijk inheemsche misbruik, dat de aanvragen zouden worden beoordeeldvoor den eenen toegestaan en voor den anderen afgewezen, met politieke bijbedoelingen. De stemming werd uitgesteld, ten einde nader te beraadslagen over een door den heer Brunei voorgesteld amendement, bepalende dat de bedoelde lijdelijke vrijstellingen alleen het gevolg zouden hebben, dat de betrokken dienstpligtige wierd overgebragl naar het contingent van het volgende jaar, en met de dienst- pligtigen van dat jaar in alles zou gelijk staan, het uitstel der inlijving zou met deze verandering geene verkorting van den diensttijd ten gevolge hebben. De commissie van enquête voor de capilulatiën heeft met het uitbren gen van een verslag omtrent de overgave van het lort van Vincennes hare werkzaamheden geëindigd. De commissie is tien maanden lang werkzaam geweest. De generaal Uhrichvoormalig kommandant van Straatsburgheeft een verdedigings-protest uitgegeven legen het oordeel der commissie in zake de overgave van Straatsburg. DU1TSCHLAND. Bij den bondsraad is ingekomen een staat der uitgaven voor het leger iu 1870 en 1871. Blijkens de daarin voorkomende opgaven beliepen de definitief verrekende kosten voor het mobile leger van den Noord-Duitschen bond tot uit. December 1871 ruim 291,562,000 tb. en de bij voorschot be taalde kosten ruim 04,049,000; te zamen ruim 355.611.000. Hierbij komen de uitgaven voor het immobile leger, die gedekt zullen worden uit het budget op voet van vrede. Naar men verneemt wordt er te Berlijn van eene invloedrijke zijde op aangedrongen, dat nog gedurende de tegenwoordige zitting van den rijksdag eene wet tegen de Jeznïien worde ingediend, in dien geest dat onvoor waardelijke afhankelijkheid van eenige buitenlandsche autoriteit het verlies van het Duilsche indigenaat na zich zou slepen. De Spen. Zeit. zegt vernomen te hebben dat nog in de tegenwoor dige zitting van den rijksdag een wets-ontwerp zal worden ingediend, waarbij de dictatuur in Elzas-Lotharingcn met één jaar en dus lot 1 Januarij 1873 verlengd wordt. Het overgeven van papieren, bij den heer von Kozmian gevonden, aan de Russische regering, wordt ten stelligste tegengesproken. Genoemde heer heeft al zijne papieren terug ontvangen. Nabij llirzenachin de Rijnprovincie, heeft weder een wolkbreuk plaats gehad. Een groot gedeelte van den spoorweg aldaar is met eene dikke laag aarde en zand overdekt. Te Salzing en Braubaeh hebben de wijnbergen zware schade geleden. OOÜT-INDI K. BATAVIA, 26 April. Blijkens het N. D. II hl geeft de gouverneur-generaal in vele opzigten blijken van groote werkzaamheid, zoowel wat betreft het afdoen van zaken die, zonder gegronde redeuen, buiten behandeling waren gelaten, als ook het bevorderen van materiële belangen. Z. E. heeft eene circulaire uitge vaardigd, waarin hij zegt te verlangen dat binnen drie maanden alle zaken, die langer dan een jaar onafgedaan moglen liggen, worden beëindigd en de daaronder voor de regering bestemde stukken hem worden aangeboden met de vcreischle voorstellenof wel eene opgave der redenenwaarom zij voor beschikking nog niet vatbaar zijn. Waar hij de blijken aantreft ol reden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2