BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 619 Ipril JS72, ft0. óOó. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEIDEN, 27 April. ÏWij achten het niet overbodig de aandacht der kiezers er op te ves- ligen dat bij de herstemming voor twee leden van den gemeenteraad, op jiugsdag aanst.zijnde den laalsten dag van de maand April, de stembus nog ten vier ure gesloten wordt. De voorloopige concessionarissen voor den aanleg van den spoorweg leiden—Utrecht rigten, blijkens eene in dit blad voorkomende aankondiging, nogmaals eene uitnoodiging tot het publiek, om deel te nemen indegeldlee- jing van twee millioen, ten behoeve van den aanleg van dien spoorweg. Reeds is voor eene som van ƒ1.700,000, hier te lande eh in het buitenland, ingeschreven, zoodat nog maar eene som van 300,000ontbreekt. Ofschoon eene som van drie tonnen gouds niet gering kan geacht wordenrijst toch je vraag op: zou het niet ten hoogste te bejammeren zijn, wanneer daarop moest afstuiten eene onderneming van zooveel gewigt voor Leiden en voor de geheele Rijnstreek, wanneer daardoor mislukte eene onderneming, die in je toekomst voor zoo vele gemeenten van het hoogste belang is, daar zij jich daardoor in directe gemeenschap met het Europesche spoorwegnet zul len zien gebragt Het antwoord kanbij ecnig nadenkenniet dan toestem mend zijn. Men mag daarom met vertrouwen verwachten, dat zoowel ge meentebesturen als particulieren de zaak nogmaals in ernstige overweging zullen nemenom hier te doen wat in hunne magt is en door vereenigde krachten het werk te doen gelukken. Wanneer nu niet krachtig de hand aan den ploeg wordt geslagennu niet alle neven-consideratien op zijde worden gezet, dan mag men hier wel alle illusion omtrent eene spoorweg-verbinding vaarwel zeggenwant beter plan als dat zal toch wel niet ontworpen wor den. en bij mislukking zal zeker wel niemand meer den moed hebben zich aan de spits te stellen. Moge dc volharding, waarvan de ondernemers in deze zaak blijk geven, met eenen goeden uitslag worden bekroond, en Lei den en de Rijnstreek door de volteekening der Rening zich in het vooruil- zigt mogen verblijden eenen weg te zullen verkrijgen, die in zoo vele opzigten tot haren bloei bevorderlijk kan zijn. -Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks 107 tot 114 volwassen personen en 45 lot 54 kinderen. - Door den bisschop van Haarlem zijn benoemd: tot kapellaan der St. Petras-parochie te Leiden, de heer J. F. G. Raede, en tot kapellaan der St. Joseph-parochie te 's Gravenhage, de heer P. C. Wijtenburg, kapellaan te Nieuwkoop. - Z. M. de koning heelt bij besluit van 23 April den heer P. W. Trous- selot, thce-liandelaar te Rotterdam, benoemd tot Hoogstdeszelfs hofleveran cier, met het regt tot het voeren van het koninklijk wapen. - Te Rotterdam heeft Zondag 11. de bij de Waalsche gemeente aldaar beroepen predikant A. G. van Hamel zijne intree-rede gehouden over Joh. IV: 11, na des morgens bevestigd te zijn geworden door d». Collins, die toi tekst gekozen had Mattli. XIII: 38. - Uit Rrielle meldt men aan de N. R. C.Ter aanvulling en gedeeltelijk ter verbetering van het berigt over de vier op de Maas verongelukte torpe- iistea diene het volgende: De twee geredde soldaten hadden zich vastge klampt aan het omgeslagen bootje en zouden een prooi van de golven ge verden zijn, zoo de kapitein van de sleepboot, J. Vroombout, niet nog bijtijds verschenen ware om de drenkelingen te redden. Aan de pogingen, door dezen kapitein met levensgevaar in het werk gesteldis het te danken dat er niet meer dan vier soldalen omgekomen zijn. Toen hij er twee ge red had, is hij met zeer veel moeite op een derden drenkeling afgegaan en bad hij het geluk ook dezen in zijn schuitje te brengen, maar de levens feesten waren den ongelukkige reeds ontvloden. - Op den 21sltD is in de buitengronden van Ameland gestrand het Engel- sche visscliersvaartuig the Little Nell, van Hull, gevoerd door schipper Stark. Dadelijk na de stranding is het schip vol water geslagen en in den frond gestooten. De vijf opvarenden hebben zich met de scheepsboot gered, met achterlating van al hunne goederen, zonder dat sedert iets van het schip kon worden geborgen, dat, evenals de goederen der bemanning, ge heel verloren zal zijn. - Het prov. geregtshof in Overijssel heeft Gerrit Wentink, broodbakker, wonende te Hasseltthans te Zwolle in hechtenisverdacht van poging tot noord op zijne dienstmeid van Raalte. te dier zake buiten vervolging ge steld, met last tot zijne invrijheidstelling, op grond dat hij, tijdens hij de poging tot moord pleegde, in staat van krankzinnigheid verkeerde. Naar men verneemt, zal Wentink thans, op requisitoir"van den officier van jus titie, naar een krankzinnigengesticht worden overgebragt. i Te Deventer heeft zich bij eene huwelijksaangifte een zonderling ge- val voorgedaan. Zekere Jannetje zou in het huwelijk treden. De geboorte- acte, door haar ingeleverd, spreekt niet van een Jannetje, maar van een Jan, en zij staat daarin als man vermeld. Het huwelijk is voorloopig uitge steld totdat de niet-identiteit van gezegde jongedochter met den Jan van de geboorteactezal zijn bewezen. - In de veenkolonie Beets hebben dezer dagen onrustige tooneelen plaats fehad. Troepèn arbeiders, met stokken gewapend, gaan rond, om hun, die aog werken, dit te verbieden; indien zij niet werden gehoorzaamd, dan hadden er mishandelingen plaats. Op sommige punten ontstond er botsing ®et de policiewaarbij van weêrszijden bloedstorting plaats had. - Men meldt uit Leeuwarden: Naar men verneemt zal Z. M. dc koning, den 12den Mei a. s., bij Hoogtdeszelfs komst op Frieschen bodem, te Wol- sefa worden opgewacht niet alleen door het plaatselijk bestuur dier ge tale, maar tevens door Zr M' commissaris in deze provincie. Verder verneemt men, dat Z. M., bij Hoogstdeszelfs komst te Leeuwarden, door de dienstdoende schutterij zal worden ingehaald. De algemeene illuminatie, den 13den Mei a. s., tijdens het verblijf van Z. M.' den koning alhier te houden, belooft schitterend te zullen worden; althans, in alle streken der stad worden daartoe maatregelen genomenhier en daar zelfs van buitengewone beteekenis. Onder de gebouwen, die vooral zullen uitmuntenbelmoren voorzeker het stadhuisde waag en de hoofdwachtdie van gemeentewege, en het paleis van justitie, dat van wege de provincie zal worden verlicht. Naar men verneemt zal Z. M.behalve andere inrigtingen en gebouwen, ook de gevangenis alhier met een bezoek verecren. Het nieuw gebouwde gedeelte der gevangenis is nu althans onthuld, zoodat weder een schoon gebouw in Frieslands hoofdstad voor het oog is verrezen. Te Harlingen zal Z. M. o. a. de havenwerkente Franeker het krank zinnigen-gesticht in oogenschouw nemen; althans zoo wordt van daar ge meld. Te Beetsterzwaag zal op den dag van het verblijf van Z. M. aldaar een boschfeest met vuurwerk worden gehouden. Door heeren officieren van het 1« reg. infanterie is aan hun voormaligen chef, den thans gepensioneerden kolonel W. H. Maclaine, tot aandenken, een cadeau vereerdbestaande in een fraaije fauteuilbenevens een album voorzien van de handteekeuingen der gevers. De prijs der boter aan de waag alhier was: 1« soort ƒ51.50, 2' soort 45. Te Heerenveen is de sloomoliemolen de Hoop, van den heer Meinez, met al het daarin aanwezige, een prooi der vlammen geworden. Naar men verneemt heeft de gemeente-ontvanger van Tietjerksteradeel zich van het leven beroofd. Slechte toestand zijner zaken, vermoedt men, heeft aanleiding tot deze wanhopige daad gegeven. 's GRAVENHAGE, 27 April. Tot notaris te Bemmel is benoemd de heer J. Stolkcand.-notaris al- daarin de plaats van den heer C. E. Stolkaan wicnop zijn verzoek als zoodanig eervol ontslag is verleend. Z. M. heeft goedgevonden, behalve het reeds vermelde, nog op pen- l sioen te stellen den kapitein V. Buttinger, magazijnmeester der artillerie 2e kl. te Delfzijl, en te benoemen: bij den plaatselijken staf, tot kolonel, de luit.-kolonels C. C. Cox, directeur der p.yrotechnische school, tevens inspec teur der buskruidfabricatieen A. G. Visée, inspecteur der draagbare wa penen; tot Iuit.-kolonel en directeur der artillerie stapel- en constructie magazijnen, den majoor L. S. R. Sesseler, van het Ie reg. vesting-artillerie; tol majoor, den kapitein J. Stadnitski, magazijnmeester der art. 1' kl. te Nijmegen; tot magazijnmeester der art. 1« kl., den kapitein C. Ouwendijk, magazijnmeester der art. 2e kl. te Gorinchem; tot 2e" luit. magazijnmeester der art. 3e kl.te Delft, den wachtmeester J. H. van Aanholt, van het reg. veld-artiileriete Heusdenden sergeant C. de Kortvan hel 2e reg. vesting artillerie; te Delfzijl, den sergeant H. L. Horsman, van het le reg. vesting artillerie; tot magazijnmeester der art. le kl. te Bosch, den majoor J. F. W. M. P. Ninaber, laatstelijk magazijnmeester der art. le kl. te Nijmegen, thans op non-activiteit; bij het reg. veld-artillerie, tot len luit., de 2C luitt. T. van Os en jhr. W. A. Gevers üeynoot, beiden van het corps; bij het le reg. vesting-artillerie, lot majoor, den kapitein-adjudant J. H. Krelzer, van het 3e reg. vesting-artillerie; tot kapitein 3e kl., den lc° luit. J. J. Meijen. van het corps; bij het 2e reg. vesting-artillerie, tot majoor, den kapitein W. C. van Haeftenvan het corpstot len luit.den 2en luit. J. J. C. H. van Pelt, mede van het corps; bij het 3e reg. vesting-artillerie, tot luit.-kolonel den majoor J. H. Frankamp, van het corps; tot majoor, den kapitein J. A. baron Mulerl, mede van het corps; tot kapitein 3e kl.de le luitt. H. A. Perk, van het corpsen A. Veen Valck, van het lfreg. vesting-artillerie; bij het reg. rijdende artillerie, tot 1'" luit., den 2eo luit. C. M. E. van Lö- bensels, van het corps. De sergeant-majoor J. Mathijsen van het instructie-bataillon en de ser geant M. J. Langeveld van het reg. grenadiers en jagers zijn tot ordon- nancen bij Zr Ms hofhouding benoemd. De Luxemb. Zeit. meldt dat Z. K. H. prins Hendrik lijdende is aan eene longontsteking. De minister van financiën heeft bij zijne rede, in de zitting van de tweede kamer van gisteren, ter verdediging van de inkomsten-belasting de noodzakelijkheid betoogd van de hervorming van het belastingstelsel en van de versterking der financiële krachten van den staat. Rëeds vóór 25 jaren was men bedacht op hervorming der onevenredig drukkende lasten, zelfs zoo, dat de heer Schimmelpenninck vóór de grondwet van 1848 het den pligt der regering noemde, daartoe le geraken. Hij erkent volmondig, dat reeds veel in die rigting gedaan is, zoowel door de gemeentew et, de afschaf fing van vele accijusen enz., en hij verheugt zich, een belangrijk aandeel aan het tot stand brengen er van te hebben kunnen nemen. Hij betreurt het, dat men bij de afschaffing van de gemaalbelasting niet reeds de gele genheid heeft aangegrepeneen nieuw element in onze directe belastingen te brengen. De wanverhouding der kosten van het leven en de verdiensten is groot; de gaping lusschen de bezittende en niet-bezittende klassen is eveneens groot, zoo als de lieer van Houten heeft bewezen; er is dus een ziek element in de maatschappijdat voor haar geheel schadelijk is. In weerwil van alle afschaffing is de onevenredigheid lusschen directe en indi recte belastingen nog aanzienlijk, en steeds is de verbetering aangebragt aan de laatsten; de directe bleven ongerept. Toch zal men, indien ook daarin geene verbetering wordt gebragt, niet veel kunnen helpen. Aan meerdere accijnsheffing, als op tabak en koffijkan dus niet meer gedacht wordenallereerst moet er eene goede directe belasting zijn Eene tweede noodzakelijkheid voor deze wet ligt in de eischen der schatkist. Men schijnt- door een kleinen voorspoed le zijn verblind; de amortisatie was van een Indisch overschot van vroegere jarenwaaraan in de eerste tijden welligt geene behoefte beslaat; maar dat getuigt nog niet van den voorspoed onzer financiën. De oorzaak, waarom hij nu eens donker, dan weder rozekleurig onzen financiëlen toestand heeft voorgesteldligt hierindat hij in Septem-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 5