BUITEN LAN DSUUE BEMETEN. by tent herziening vau liel land behoort Ie worden bekrachtigd, dan nog staat bij den minister de overtuiging vast dat, feitelijk, (het werd straks door hem betoogd) aan de industrie geen noemenswaardig voordeel ontnomen zal worden. De strekking van hel geheele betoog dezer leden j zou er echter toe leiden om, in het belang der Nederlandsche nijverheid, verschil te blijven maken tusschen goederen van Nederlandschen en die van vreemden oorsprong. Zij schijnen voorbij te zien dat een uniform cijfer van zes per cent der waarde hunne bezwaren niet zou wegnemen. De vreemde industrie zou daarbij eene verlig ling van tien per cent. de Nederlandsche van slechts vier per cent ondervinden, .de vreemde industrie zou in dezelfde j evenredigheid worden begunstigd als volgens bet voorstel der regering, en j de verhouding der Nederlandsche nijverheid zou niet gunstiger worden. Het stelsel, door eenige leden voorgestaan, dat tusschen Nederland en Neder- landsch lndië eenheid van tolgebièd behoort te heslaan, zoodat de in- en uitvoer van en naar Nederland geheel vrij zou zijn en het Nederlandsch tol tarief zou worden toegepast op goederen uil den vreemde in lndië aange- bragt, mag de ondergetcekende niet aanprijzen. Ilij vcreenigt zich geheel met de bedenkingen tegen dat stelsel aangevoerd van de zijde der meerder heiden voegt daarbij alleen de herinnering dal het zeilde beginsel in 1865 in een amendement werd nedergelegd en met 49 tegen 3 stemmen verworpen. Is de toestand der Nederlandsche nijverheid zoodanig, dat de bescherming die zij nog in lndië geniet, met gerustheid kan worden opgeheven, de dif ferentiële uitvoerreglen vinden nog veel minder regtvaardigiog in den toe stand van den groothandel. Deze staat sterk genoeg tegenover de toekomst om het geringe differentiële uilvoerregt op de artikelen koffij, suiker, indigo en tin te kunnen ontberen. Men beweert wel dat door opheffing van die bescherming Nederland op den duur de stapelmarkt der voornaamste voort brengselen van den Indischen bodem zou verliezen. Maar de minister meent tegenover deze bewering de cijfers te mogen stellen, waaruit de gunstige verhouding blijkt tusschen den uitvoer van de bedoelde producten uit Java door particulieren naar Nederland en naar elders. Wal de suiker betreft, j mogen die cijfers zich, niettegenstaande de bescherming, in de laatste jaren in eene eenigzins dalende rigting bewegen, zij zijn dan toch niet onrust barend, ook al ware het juist dat in 1871 de verhouding niet meer dan 70 per cent heeft bedragenhetgeen door den ondergeteekende niet kan worden nagegaan, daar alle gegevens voor de berekening nog ontbreken. Pleit hel ook wel voor het doeltreffende van de bescherming, wanneer men ziet dat de uitvoer van suiker naar Nederland langzamerhand vermindert, ondanks het differentiële uitvoerregt? Men stelle daarnaast den uitvoer uit Java van eenige belangrijke, maar niet door differentieel regl gedrukte arti kelen. De Java-tabak komt geheel op de Nederlandsche markt; geen ënkel pond van dat product gaat reglstrceks naar Hamburg of Bremen, en toch wordt verreweg het grootste gedeelte van den Java-tabak uit -Nederland naar Pruissen verzonden. De uitvoer van Java-thee naar Nederland en naar vreemde landen is tot dusver vrij. Ook hier mist de Nederlandsche handel elk kunstmatig voorregt; evenwel wordt bijna alle Java-thee regtstreeks naar Nederland overgebragt. Van de 2,229,075 kilo's die in 1870 van Java werd uitgevoerd, waren 2,226,255 kilo's bestemd voor Nederland, 450 voor Engeland en het overige voor de buitenbezittingen. Is dit geen bewijs dat de bescherming van onzen handel geheel overbodig is, en dat onze markt van Indische stapelproduclen niet zoo afhankelijk is van het differentieel uitvoerregt als men wil beweren? Eene krachtige bescherming moge de uitwerking hebben, dat een niet beslaande handel en markt worden in het j leven geroepen, waar de elementen daarvoor aanwezig zijn; hel behoud van eene geringe en omioodige bescherming ten behoeve van een gevesligden handel en eene gevestigde markt heeft geen ander gevolg dan dat de handel op de bescherming gaat steunen, verzuimt zich op de hoogte te houden van de handelsbeweging op vreemde markten en het zoeken van nieuwe wegen j en debouches verleert. Zulk eene bescherming werkt haar eigen doel tegen en dooft den ondernemingsgeest uit. 's GRaVENIUGE. 18 April. Aan den heer mr. P. M. Tulein Nolthenius is, op zijn verzoek, eervol outslog verleend als burgemeester der gemeente Apeldoorn. Tot notaris te Delfzijl is benoemd de heer J. C. Jentink. cand.-notaris te Groningen. Tot directeur van het postkantoor tc Oldenzaal is benoemd de lieer C. F. Roraeyn, thans surnumerair der posterijen, en tol directeur van het postkantoor te Vcendam de heer J. E. van Pellecom, thans geagreèerd klerk ten postkantore te Hilversum. De heer P. B. Valls is benoemd tot Ned. consul te Port Malton. Z. 'M. heeft goedgevonden bij het personeel der veterinaire dienst van het leger hier te lande tc benoemen: tot paardenarts 1< kl.den paarden arts 2' kl. E. II. A. 11. Boudcwijns. van gemeld personeel, en hem voor den tijd van 5 jaren te detacheren bij hel leger in Oost-Indië. Aan het ministerie van binnenl. zaken is heden andermaal herbesteed: liet aanplempen van hel midden-gedeelte van het openhavenfront te Amster dam, ten behoeve van den staatsspoorweg van Nieuwe Diep lot Amsterdam. Daarvoor waren thans drie inschrijvingsbilleltcn ingekomen. Minste inschrij- ver was de heer L. Kalis Kz. te Sliedrecht, voor ƒ1,847,000. Bij de aanbe steding op 8 Februarij bedroeg de minste inschrijving 1.645,000: terwijl by de eerste herbesteding op 14 Maart voor 1,347,500 het laagst was ingeschreven. Door de provinciale commissie voor het lager onderwijs zijn gisteren geëxamineerd: 2 onderwijzeressen in de gymnastiek, zijnde de dames I'. M.S. van 't Hooft en J. J. van der NVeyde. Voor het Hoogduitsch 9 onderwij zeressen, afgewezen 3, toegelaten 6; de dames S. C. L. van der Beek, E. J. Boulet, S. M. Brine. M. F. Brine, M. Grets'er en M. J. van l.essen. Voor de handwerken 16 onderwijzeressen, afgewezen 6, toegelaten 10: j voor handwerken van nut en smaak, de dames C. B. Barderwijk, A. Breed- i veldt Boer, K 11, Dijkgraaf!P. Groen, M. Groueman, G. H. J. Lamblet en F. L. Schieke. Voor handwerken van smaak, de dames M. A. kempers, A. G. S. van Krieken en J. Mook. In de algemeene vergadering van leden-aandeelhouders van het Kon. Zoöl. Bot. genootschap, gisteren avond gehouden, zijn de beraadslagingen voortgezet en ten einde gebragt over de voorstellen van het bestuur, lot hjjzigir.g van de statuten en hel reglement, in het belang van den finan- ciëlen toestand der inrigling. Al de voorstellen werden achtervolgens, meest bij acclamatie en verder met overgroote meerderheid van stemmen, aangenomen. Eergisteren avond ontstond alhier twist tusschen twee korporaals van bet reg. grenadiers en jagers, die zoo hoog liep, dat zij van hunne sabels ge bruik maakten. Het gevolg hiervan wasdat den korporaal v. D. een slag aan den pols werd toegebragt. die zoo hevig aankwam, dat de polsader werd doorgesneden. De ongelukkige is aan de gevolgen overleden. De da der bevindt zich in handen der justitie. EIV tï E E A IV IJ. LONDEN, 17 April. Onder de aanhangers der lory-parly wordt reeds veel beweging opgemerkt om bij de aanstaande verkiezingen in het strijdperk te treden. Een schoenmaker, Nicholls genaamd, wonende in Copland street te Londen, heeft, tijdens de afwezigheid zijner vrouw, 4 zijner kinderen, het oudste van 9 jaren en het jongste 14 maanden oud, en daarna zich zeiven door het toebrengen van wonden aan den hals om het leven gebragt. Men zegt, dat de ongelukkige gedurende de laatste weken aan vlagen van razernij leed. FRANKRIJK. In de permanente commissie van de nationale vergadering hebben de voorschriften van de Duilschc regering, ten aanzien der inwoners van Elzas- Lotharingen, die verkiezen moglen Franschen te blijven, aanleiding gegeven tot vele aanmerkingen. De minister van binnenlandsche zaken deed echter opmerken dat het regt van eene regering om vreemdelingen van haar grond gebied te verwijderen, niet ontkend kon worden, en dat bij het traclapt van Frankfort dearop geene inbreuk kon worden gemaakt. Hij hoopte dat Pruissen van dat regt geen overdreven gebruik noch misbruik maken zou doch verklaarde van oordeel te zijn dat de Fransche regering in dezen niet langs den diplomatieken weg kon tusschen beide treden. Men kon toch aan een ander bewind de bevoegdheid niet betwisten, waarvan hel Fransche zoo het pas gaf zelf gebruik maakte, en die, zooals een der leden teregt had opgemerkt, in het Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk was erkend. Door den minister van buitenlandsche zaken is aan de kamer van koophandel te Rouaan het volgende schrijven gcrigt: De president der republiek heeft mij een request doen mededeelen door u tot hem gerigt, en waarin gij opkomt tegen de onvoldoende wijzigingen welke de regering zou beoogen in het handelslractaat met Engeland op het stuk der katoenen garens. De grondslagen der onderhandelingen met En geland zijn vastgesteld in gemeen overleg door de departementen van koop handel en van financien, en deze beide administratiën zijn overeengekomen dat er geene tariefsverhooging behoorde voorgesteld tc worden voor ka toenen garens van een lager nummer dan 60. Men is na rijp overleg tot de meening gekomen dat. daar de afscheiding van den Elzas en van Lotha ringen Frankrijk een groot gedeelte van zijne katoenspinnerijen heeft doen verliezen, het voor onze weverijen gevaarlijk was het tarief voor alle ka toenen garens te verhoogen. De minister van koophandel deed bovendien opmerken dat, zoo onze voorstellen tot verhooging van het regl op de ge mengde weefsels wierden aangenomendaarvan toch de verhooging van het regt op de daarin verwerkte katoenen garens een middellijk gevolg zou zijn. Deze overwegingen hebben de regering doen besluiten om voor liet tegen woordige geene wijziging te brengen in de voorstellen, door haar aan het Brilsche bewind gedaan, en wSl mij betreft, heb ik bij het opstellen der inslructicn aan onze onderhandelaars niets anders te doen gehad dan uit voering te geven aan de besluiten, door de betrokkene departementen in j gemeen overleg genomen. De minister van openbare werken heeft aan de prefecten eene circtt- laire gcrigt. waarin hij hen uitnoodigt den arbeid op de werven des Zondags en de feestdagen te verbieden. De Siècle keurt dit af, uithoofde de bepaling bij de tegenwoordige vrijheid van geweien niet kan toegepast worden, en de staat in gewetenszaken niet mag tusschen beiden komen. liet meerendeel der algemeene raden, wier zittingen thans gesloten zijn, heeft den vvensch geopenbaard de krijgsdienst verpliglend te maken en, voor zooveel dit mogelijk was, het Pruissische militaire stelsel op Frankrijk toe te passen. Even algemeen is de wensch naar het invoeren van het verpligte onderwijs, door velen tevens die van het kostelooze on derwijs te kennen gegeven; slechts zeer enkele raden zijn zoo ver gegaan op de invoering van hel zoogenoemde leeken-onderwijs aan te dringen. Dë prefect van het dep. der Douches du Rhöne heeft een besluit van den gemeenteraad van Marseille vernietigd, waarbij eene studiebeurs werd toegekend aan den zoon van den advocaat Crémieuxdie als hoofd der Marseillaansclie Commune ter dood veroordeeld en geëxecuteerd is. Deze vernietiging geschiedde omdat de raad bij zijn besluit het wettelijke voor schrift had voer hijg ezienvolgens hetwelk alleen aan de kinderen van hen, die hun vaderland trouw hadden gediendstudiebeurzen verleend ntogen worden. De hoogleeraar Dolbeau heeft Maandag zijne lessen heropend. De sin- „denlen hebben vooral hunnen naam op een register moeten leekenen, om toegelaten te worden. Dit werd door velen geweigerd. De hoogleeraar werd in de zaal met luiden by val begroet, en de rust gedurende de les is ?ee#

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2