regten mogelijk acht, liet cijfer van 10 pCL, zoo al niet bereikt, dan toch genaderd zal worden. In plaats dus van verligling van last, zullen de Ne- derlandsche importeurs verzwaring ondervinden, en dat terwijl men hun een lot nu toe genoten voordeel ontneemt! Deze bedenking werd krachtig ondersteund door de leden, die zich tegen de hoofdstrekking van geheel het wets-ontwerp verklaarden. Zij vroegen of wel immer bij eene wetgevende vergadering een toltarief is behandeld, dat alleen den vreemdeling ontheft en begunstigt, terwijl het den ingezeten bezwaart. Vooral echter woog het bij eenige leden, die nog altijd het stelsel voorstonden, dat tusschen Neder land en zijne Indische bezittingen eenheid van tolgebied behoorde te be staan, zoodat de in- en uitvoer van en naar Nederland geheel vrij was. en alleen op goederen, uit den vreemde in Indië aangebragt, het Nederlandsch toltarief toegepast en van die goederen dus hei normaal invoerregt van 5 pCt. geheven wierd. Die eenheid van tolgebied was, volgens hen, het ware beginsel. Daartegen deed men van de zijde der meerderheid opmer ken. dat het daarbij voorgestane stelsel de strekking had om onder een anderen vorm de differentiële regten te handhaven. Het denkbeeld schijnt te zijn om aan de goederen, uil Nederland aangevoerd, volkomen vrijdom van regten t verzekeren; maar die vrijdom dan toch te beperken tot Ne derlandsch fabrikaat. Ook de afschaffing der lot nu toe beslaande differenliele uitvoerregten voor enkele lot gebruik buiten den Indischen Archipel bestemde artikelen werd door eenige leden zeer afgekeurd. Door die opheffing zou Nederland op den duur de stapelmarkt der voornaamste voortbrengselen van den Indi schen bodem verliezen, waardoor menige bron van welvaart, die thans nog welig vloeide, zou worden verstopt. Deeds dadelijk kon er gegronde vrees bestaan, dat bij de afschaffing van het differentiële regt onze suikermarkt zou verloopen. Het behoud dier markt is voor onze raffinaderijen, onze scheepvaart, onzen handel, de levendigheid van het binnenlandsch vervoer en ons verkeer met Duitschland van de grootste waarde. De meerderheid vereenigde zich niet met deze beschouwingen, maar was het integendeel met de regering eens, dal het betrekkelijk gering differentieel uilvoerregt op enkel; artikelen zich niet door het belang van den Nederlandschen han del genoegzaam laat verdedigen, en dat het hoog tijd wordt, pok wat deze soort van bescherming betreft, lot de goede beginselen van handelswetge ving terug te keeren. Diezelfde meerderheid echter kon het denkbeeld der regering geenszins beamen, om hij voortduring uitvoerregten van eenige der voornaamste voortbrengselen van Nederlandsch Indië te heffenen zelfs de suiker, die tot nu toe, voor zoover zij naar Nederland werd uitgevoerd, geheel vrij was. met een uitgaand regt van 0,30 per 100 kilogram te be lasten. Hel strijdt met alle goede beginselen van staathuishoudkunde enkele voortbrengselen van den grond of van de nijverheid door een uitgaand regt te treffenenkel en alleen om langs dien weg de schatkist te stijven. Naar het oordeel der meeste leden, die zich daarover uitlieten, heeft de regering wel gedaan van in het voorgestelde tarief, als maatstaf van het regt. voor de meeste artikelen de waarde aan te nemen, in plaats van de maat of het gewigt. 's GRAVENHAGE. 19 Maart. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer mr. P. P. van Rosse, minister van koloniën, tot het dragen der versierselen van grootkruis der orde genaamd Maha Sura Bhorn, hem door den eersten koning van Siam geschonken. Tot griffier bij het kanlongeregt te Nijkerk is benoemd de lieer mr. P. M. Beelaerts van Emmichoven, thans griffier bij het kantongeregj te Oldenzaal. Aan den heer J. W. Gerrebrandts is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als adjunct-commies bij de directie der Grootboeken van de Natio nale Schuld te Amsterdam. Aan den heer W. P. A. Ie Jeune is eervol ontslag verleend als boek houder en officier van justitie enz. voor de dienst der Ned. bezittingen ter Kuste van Guinea, zijnde hij tot andere functiën geroepen. - In de zitting van de tweede karner van gisteren had, na de behande ling van het reglement van orde. nog de interpellatie plaats van den heer van Zinuicq Bergmann, wegens ongelukken, op den parallelweg langs den spoorweg 's BoschVught. De heer Bergmann schelste de gevaren welke door dezen weg ontstaanzoodat het scheen dat in Noordbrabant menschen cn paarden meer aan gevaar blootgesteld zijn dan elders. Hij deelde mede wat over deze zaak in de gewisselde stukken van de begrooting was ver handeld, zoomede hetgeen de heer van der Does in deTeamer en de heer van Meeuwen in de eersle kamer hadden 'in het midden gebragt. De laatste vroeg bepaald het onderzoek dat de regering had toegezegd riet te laten doen dóór de ambtenaren van den waterstaat. Hij trad vervolgens in eene beschouwing van het jongste ongeluk, besprak de middelen van verbetering, o. a. het gebruik van den ouden weg, en vroeg aan de regering: zult gij iets doen, en wat, om verdere ongelukken te voorkomen? De minister van koloniën antwoordde namens den minister van binnenl. zaken dat hij niet kon beloven zoodanigen maatregel te nemen dat er nooit ongelukken zullen kunnen gebeuren. Die weg was niet de eenige parallel weg. De minister wees op de brug bij Zutphenop den weg van Amsterdam naar Haarlem, vlak langs de vaart, op een deel van den weg bij Delft, gaande deels digt bij de intree der stad. Hij wees op Duitschland, waar de spoorweg van Coblenz naar Dingen meestal vlak langs den Rijn naast den rijweg loopt. Hel was dus niet juist, als zouden in Noordbrabant èn men schen èn paarden meer aan gevaar blootgesteld zijn dan elders. Wat de voornemens der regering betrof, hij zou gevolg geven aan de adviezen van het gemeentebestuur van 's Bosch en van het provinciaalbestuur omop be kwame afstanden, seinen te plaatsen, waardoor de aankomende rijtuigen gewaarschuwd worden dat de trein in aanlogt is. lieden en morgen is in de afdeelingen van de tweede kamer aan de orde gesteld het onderzoek van verschillende wets-onlwerpen, waaronder die betreffende de nationale militie en het vestingstelsel. A. M. Renken, door het prov. gereglshof in Utrecht tot zes jaren tuchthuisstraf veroordeeld, wegens moedwilligen doodslag, gepleegd op haren man M. J. Jongenburger, is tegen dat arrest te vergeefs in cassatie geko men. De liooge raad heeft bij arrest van lieden het door de veroordeelde ingestelde beroep verworpen. If. Frankhuyzen en Slokkel Jr. en Sr. uil Leiden, die den I8dcn Jan. jl. door het prov. geregtshof in Zuidholland, de eerste en tweede tot 7 jaren correctionele gevangenisstraf en de laatste tot 6 jaren tuchthuisstraf zijn veroordeeldhebben zich van deze veroordeeling in cassatie voorzien. Dit be roep werd in de zitting van den hoogen raad van beden o. a. behandeld. Zooals men zich zal herinneren werden deze reqniranlen schuldig verklaard aan diefstallen van lood en palingfuiken, door hen gezamenlijk en in ver- eeniging in de omstreken van Leiden gepleegd. Er waren evenwel geene gronden aangegeven waarop de voorziening in cassatie berustte. Advocaat- generaal mr. Polis concludeerde tot verwerping van het beroep. De uitspraak is bepaald op 2 April. -- De raad van bestuur der akademie van beeldende kunsten alhier heeft, ingevolge daartoe strekkende verzoekenbesloten een afzonderlijken cursus op te rigten voor vrouwelijke leerlingen boven de 12 jaar. Deze klasse, welke geheel is afgescheiden van die der jongens, zal bij voldoende deelne ming aanvangen op 18 April e. k. In de cavalerie-kazerne kregen Zaturdag avond eenige huzaren t. ist. Een hunner, geruimen tijd het doelwit der uittartingen van zijn kameraden geweest zijnde, werd ten slotte door een hunner met een mes gedreigd. Dit willende ontnemen, of wel zich willende verweren, was daarvan bet gevolg dat de bedreigende persoon een messteek in de linkerborst kreeg, waardoor hjj op de plaats dood bleef. Re onwillekeurige bedrijver van het feit is wan hopend, doch natuurlijk in arrest gesteld. (D.) HU 1T K N LA A iJSU IIL IIKI1IG-T li A Si SSL. A is. LONDEN. 18 Maart. Volgens het Daily News had het hoofdbestuur der internationale te Londen aanstalten gemaakt om op den eersten verjaardag van de oprigting der Parijsche Commune, 18 Maart, eene feestelijke zamenkomst tot het her denken dier gebeurtenis te houden. Men heeft berekend, dat de poging tot het oplossen der Alabama-quaestie aan Engeland alleen nu reeds 18000 kost, grootendeels wegens telegram men en het verblijf der Brilsche gevolmagtigdeu te Washington, tijdens de onderhandelingeu over het tractaat. De gezant van Chili te Londen heeft in de dagbladen bekend gemaakt, dat het aan de vaartuigen van alle natiënop straf van inbeslagneming van schip en lading, verboden is, in de nabijheid der eilanden of zeekusten van Patagonië, aan de straat van Magellaanof die van Vuurland, voor anker te gaan of deze kusten te naderen. De aanleiding tot deze verordening is, dal eenige Britsche kooplieden, reeders of kapiteins van Brilsche koopvaar dijschepen voornemens zijn schepen naar de bedoelde eilanden of zeekusten te zenden, of die reeds gezonden hebben, met het doel om guano ofaadere daar aanwezige stoffen weg te nemen en te verschepen. F li A N K li IJ K. De heer Thiers heeft bij de behandeling van het budget in de| nationale vergadering het woord gevoerd, ter verdediging van de begrooling der uit gaven van het ministerie van financiën. Gelijk men weet beslaat er thans geen definitief hoofd voor dal ministerie. Wij hebbenzeide hij o. a.het vorige budget, het laatste van het keizerrijk, tot grondslag moeten nemen. Dal budget hebben wij ons voorgelegdcn daarin naauwgezel nagegaan waar iets te besparen zou zijn. Doch ik verklaar u met de hand op het hart wij zijn niet in staal geweest 50 milliocn te besparen, liet budget, hetwelk "wij thans in beraadslaging nemen, is niet ons budget; het lag voor ons als eene nalatenschap van het verledene, die wij niet konden weigeren te aan vaarden. Het lag voor ons, belast met eene ontzettend groole schuld; im mers de oorlog heeft ons ruim acht milliardeu gekost, de uilgaven van eiken aard en de krijgsschatting te zamen gerekend. Het is dus niet ons.werk wat wij hier aan u ter goedkeuring aanbevelen; het is het werk van den tijd, van de noodzakelijkheid, van eene harde noodzakelijkheid, maar die zonder ons toedoen ontstaan is. Er is evenwel op de begrooting van uitgaven een post die ons werk is, cn wij verlangen dat hij op onze rekening gesteld worde: het is eene verhooging der uitgaven voor het leger. Na de zware ongelukken ons wedervaren ten gevolge van het gebrek aan tijdige voorzorg, ten gevolge van het ontoereikende der uitgaven voor het leger, mogen wij i ons niet blootstellen aan hel gevaar van ons wederom te bevinden in dien I toestand, waarin voor de eerste maal aan onze vlag. aan onze legers, ik zeg j niet eene vernedering, want de Franschen hebben in den jongsten oorlog overal zoo gevochten als zij nooit vroeger gedaan haddenmaar de zwaarste, ooit door hen ondervonden schade toegebragt is. Die aanvrage acht ik mj lot eer: want er is vaderlandsliefde, er is moed noodig om van een reeds zoo zwaar belast land als .liet onze te komen vergen dat het zich nieuwe opofferingen oplegge met het doel om een leger, een degelijk leger te licb- ben. En dat geschiedt niet met het doei om oorfog te voerenhet is niet tot het uitwisschen der geleden nederlaag, niet voor de revancheeen onvoor- zigtig woord, onbedachtzaam uitgesproken, onbedachtzaam nedergeschreven door vele lieden ja, ik zég hier ten aanhoore van Europa, wat ik reeds aan al de vertegenwoordigers der mogendheden heb gezegdwij doen uitga ven voor hel leger, maar niet voor deu oorlog. Daarvoor verpand ik mjjn woord en het woord van Frankrijk. Van den 34c" tot den O11"1 Maart zijn door den krijgsraad weder 39J vonnissen in de zaak van den I'arijschen opstand geveld, en door de ref ters-commissarissen 36 in hel geding van dien opstand betrokken personen van verdere gereglelijke vervolging ontslagen. ITALIË. Een berigt uit Rome van 17 Maart meldt het volgende: Een praalwa gen met het borstbeeld van wijlen Mazzini rijdt op dit oogenblik door de hoofdstraten der stad naar het Capitoolbegeleid door al de politieke ver- eenigingen van liberale kleur; waar de stoet voorbij trekt steken rouvvba- nieren uit de vensters der woningen. Eene lallooze volksmenigte is op been; er is echter geen spoor van gisting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2