mei porceleiiien wijzerplaat en Romciiische cijfers, vermoedelijk gemerkt
n 199/313. De officier van justitie te Middelburg verzoekt opsporing, aan
houding en berigt.
's GRAVENHAGE, 9 Maart.
Tot adjunct-commissaris der loodsen te Willemsoord is benoemd J. C.
W. Ililmankantoorlooper bij liet loodswezen te Amsterdam.
De minister van financiën zal Donderdag aanst. geen gehoor verleenen.
Bij gelegenheid van de interpellatie van den heer Heemskerk Az. in de
zitting van de tweede kamer van Zaturdag, betreffende de vraag of de rege
ring voornemens was geweld te gebruiken tegen de Elminezen, als zij wei
geren moglen onder het Engelsche gezag over te gaan, heeft de minister van
buiten), zaken hoofdzakelijk geantwoord dat aan den kommandant van het
lregat Admiraal ran If'assennerhetwelk met bestemming naar de Kust
van Guinea uitgezeild is, instruction gegeven waren, in overleg met de Brit-
sche regering ontworpen, over de uilvoering der bepalingen van het trac-
taat. Hangende het overleg was het aan de regering minder verkieslijk
voorgekomen dit onderwerp in de kamer Ie bespreken, en om die reden
had hij het verzoek gedaan de interpellatie uit te stellen. Ofschoon nog pun
ten tot nader overleg overbleven, bestond nu tegen de beantwoording der
vraag betreffende het aangeduide punt, in verband met het daaromtrent
medegedeelde in het Engelsche parlement, niet meer in gelijke male bezwaar
als vroeger. De opgave van den inhoud der bedoelde instructiën op dit
oogenblik moest ontijdig worden geacht, en dit ter voorkoming van voor
barige ruchtbaarheid. Zonder hieromtrent in bijzonderheden te treden ver
klaarde hij echter gaarne dat de algemeene strekking dier bevelen was om,
in overeenstemming met het tusschen de bgide regeringen afgesprokenete
trachten de vreedzame en geleidelijke uitvoering door alle mogelijke middelen
te verzekeren. Even min als het de bedoeling der Engelsche regering was
haar protectoraat met geweld aan de Elminesche bevolking op te dringen,
even min was onze regering voornemens der bevolking tot het aanvaarden
daarvan te dwingen. Onjuist was de onderstelling dat voor Engeland ver
sterking van magt zou zijn gevraagd om de inlundsche bevolking over te
leveren; met dat land was overlegd, welke magt wederzijds ter Kuste zou
tegenwoordig zijn en was overeengekomen dat die in sterkte nagenoeg geljjk
moest zijn. De kennisgeving der ratificatie was 0111 al deze redenen eenigen
tijd uitgesteld gebleven. De minister gaf vervolgens nog eenige ophelderin
gen omtrent eene door hem in de eerste kamer afgelegde verklaring, waar
van de juistheid betwijfeld was, ten aanzien van gebeurtenissen die in het
Fantynsche rijk hadden plaats gehad met het doel, gelijk beweerd was, om
zich van hel Engelsche protectoraat te ontdoen; deze bewering was, gelijk
hij aantoonde, onjuist, daar die bewegingen, gelijk uit de daartoe betrek
kelijke stukken bleek, ontsproten waren uit een verkeerd begrip van het
geen Enzeland zelf had ondersteund, te weten de vestiging van ëen eigen
bestuur onder het protectoraat van dat land.
De minister van koloniën gaf op eene andere vraag van den heer Heems
kerk Az. te kennen, dat bij de regering geen bezwaar bestond om te zijner
tjjd een verslag aan de kamer omtrent de wijze, waarop uitvoering aan het
verdrag was gegevente doen toekomen. Voor de geschiedkundige volledig
heid zal alsdan bij dat verslag der overgave gevoegd worden eene opgave
van hetgeen in 186? en 1868 ter Kuste van Guinea is voorgevallen.
Bij de tweede kamer is ingediend het wels-outwerp tot bekrachtiging
eener overeenkomst met de Amsterdamsche kanaalmaatschappij. De slaat
waarborgt onvoorwaardelijk eene geldleening van 5% millioen, door de
maatschappij aan te gaan tegen eene rente van 4% pCt. met verpligting
tot aflossing vóór of op ultimo December 1880. in verband met de verze
kering der maatschappij om in al de behoeften der onderneming te voor
zien, totdat, reeds in den loop van 1874, de inmiddels drooggemaakte gron
den vruchten zullen afwerpenen onder verband dier gronden hypothecaire
obligatiën uitgegeven kunnen worden. De staat kan dien waarborg verlee
nen, omdat, ongerekend hel eventueel overschot der opbrengst van gron
den, beschikbaar zijn de 3 millioen ten name der gemeente Amsterdam op
het 4 pCts. grootboek ingeschreven en aan de onderneming toegekenden
de 3 millioen. door Amsterdam in 1807 en 1808 ten hehocve der onderne
ming aan den staat toegekend.
Bij de in de zitting van heden in de tweede kamer plaats gehad heb
bende interpellatie van den lieer Mirandolle, heeft deze op den voorgrond
gesteld dat bij de nieuwe suikerregeling wel het belang der suiker-contrac
tanten, en deels ook dat van de schatkist, maar niet dat der bevolking is
in acht genomenja zelfs is miskend. Hij vroeg den minister van koloniën
mededeeüng aan de kamer te willen doen van het besluit van den gouver
neur-generaal betrekkelijk de uitvoering der suikerwet, onder bijvoeging van
al die stukken, welke tot volledige toelichting van dat besluit kunnen dienen.
De minister van koloniën weersprak de bewering dat liet belang der bevol
king niet zou behartigd zijn, daar het plantloon veel hooger is dan vroeger.
Hjj kon verzekeren dat algemeene verhooging van hel plantloon regel is ge
weest bij de uitvoering. Wat de overlegging der stukken betrof was hij op
dit oogenblik nog niet bij magte aan den wensch van den intcrpellant te
voldoen. Hij had die stukken zelf nog niet volledig ontvangen Eerst op
24 Febr. kwam de eerste bezending. De tijd die sedert verloopen is was
jiog niet lang genoeg om daarvan volledig kennis Ie kunnen nemen. Hij
bad echter reeds gezien dat de inlichtingen-niet volledig waren, omtrent
alle fabrieken waren nog geene behoorlijke opgaven gedaan. Als de stuk
ken volledig zijn zou hij die gaarne aan de kamer overleggen.
He tweede interpellatie—Mirandolle betrof de opium-pacht. Ook deswege
zal de minister velerlei stukken overleggen. Zoowel de heer Mirandolle als
de heeren Fransen van de Dutte, Nierstrasz en de minister keurden een
parig de regeling van d>u gouv.-generaal Mijer. gesanctioneerd door den
minister de Waal af, als nadeelig voor de schatkist en demoraliserend voor
de bevolking. De zaak moet veranderd w orden en hiermede was dq minister
hel ciais.
Voorts zjjn eenige kleine wets-ontwerpen en eonelusiën aangenomen en
besloten de gewijzigde militiewei niet voor 't reces in de sectiën te onder
zoeken en Donderdag het onlwerp-reglement van orde in openbare behan
deling- te nemen.
Ingekomen zijn: een wets-onlwerp tot bekrachtiging eener overeenkomst
van handel en scheepvaart tusschen Nederland en Spanje; een ontwerp tot
wijziging van hoofdstuk VIII der begrooting van 1872 (dep. vanoorlogj; en
inlichtingen van den minister van kolomen op het adres van J. J. van
Angelbeek.
Bij arrest van heden heeft de hooge raad (strafkamer) verworpen het
beroep in cassatie van den Leidschen schoenmaker W. Huberlus, die door
het provinciaal geregtshof in Zuidholland is veroordeeld tot eene maand ge
vangenisstraf. ter zake van diefstal bjj nacht in een bewoond huis.
Met het houden van een inspectie over het geheele garnizoen, is lieden
het plaatselijk kommandement aan den nieuw benoemden plaatselijken kom
mandant der residentiekolonel van Tltyll van Serooskerkenovergedragen.
Tui l T LANIKSCH K 15 Kill G T K N'
BELGIË.
in de kamer van vertegenwoordigers is gesproken over de bcleekenis van
het genomen besluit tot instandhouding der Belgische legatie bij den Paus;
dit besluit stond in het oog van sommigen gelijk met een protest tegen
Italië's eenheid. Dit gaf den ministers aanleiding te verklaren, dat het Bel
gische gouvernement geen oordeel over de in Italië bestaande orde van zaken
uit te brengen had, maar die als een feitelijk beslaande orde van zaken,
als een afgedaan feiterkennen en ontzien moest.
Wederom zijn er klagten opgegaan over de traagheid en weifeling der
Fransche overheden in het tegengaan der veepest. De regering heeft be
loofd die onder de aandacht van het Fransche gouvernement te zullen
brengen.
EJfGELAA».
LONDEN, 10 Maart
Het lagerhuis heeft van de regering eene kaart des lands ontvangen,
strekkende om de voorgedragene reorganisatie der landmagt door middel van
localisatie aanschouwelijk voor te stellen; op die kaart is het vereenigd
koningrijk verdeeld in G6 militaire districten, welke districten ieder eene
brigade troepen zullen hebben, zamengesteld uil twee balaillons van het
staande leger, uil de militie van het distriet, en uit de corpsen vrijwilligers,
die in het district bestaan of zich er in het vervolg zouden vormen
De koningin heeft een gouden eerepenning en een jaargeld van 25
geschonken aan haren lijflakei, den bergschot John Brown, als beloonin;
voor zijn tegenwoordigheid van geest bij gelegenheid van de beleediging
door O'Connor haar aangedaan op 29 Februarij II.
FRAN It It IJ k.
In de zitting van de nationale vergadering van Zaturdag heeft, bij
gelegenheid eener interpellatie van den heer Guiraud over de aftreding van
den heer Pouyer-Querlier, die eigenlijk strekte om de weinige homogeniteit
van het ministerie te doen uitkomen, de laatstgenoemde het woord gevoerd
om de redenen aan te geven zijner altreding. Hij was in het ministerie
getreden om orde, regelmatigheid, den conservatieven geest in hel bestuur
te brengen, om strenge regelen van comptabiliteit in te voeren. Toen hij
minister werd, was de financiële toestand allerhagclielijkst. Er was maar
een millioen in de schatkist. En in welk een staat verkeert thans het
finantiewezenvergeleken bij toen? Orde en regelmaat heeft hij in het be
stuur teruggebragt. Eene zeer aanzienlijke leening is met het beste gevolg
gesloten. Een groot gedeelte van dc Duitsche bezetting heeft vóór den lijd
het Fransche grondgebied verlaten. Het vertrouwen is teruggekeerd. Daar
kwam nu het beruchte proces voor het hof tc Rouaanwaarhij hij als ge
tuige is verschenen. Hij heeft zich al oos tegen onregelmatigheden in bel
flnanciëel beheer verklaard. Maar er waren precedenten, die deze wettig
den; bovendien heeft hij de overtuiging, dat de heer Janvier de la Motte
geen stuiver onregtmatig heeft uitgegeven in het departement, dat onder
zijn bestuur stond. Hetgeen hij voor het hof van assises getuigd had, is
door de stenografen onjuist weergegeven. Hij heeft erkend, dal de door
Janvier de la Motte gepleegde onregelmatigheden den staat regt geven, om
de zaak op nieuw aanhangig te maken bij den raad van state en de reken
kamer: maar hij heelt tevens verklaard, dat die onregelmatigheden niet ra
dien aard warendal men den beklaagde voor het hof van assises kon
brengen; want aan fraudulense handelingen had hij zich niet schuldig ge
maakt. Dat was en is nog zijne overtuiging; en nu wil hij gevraagd heb
ben welke magt hem kon nopen anders tc getuigen, dan wal pligt f«
geweten hem voorschreven. De onregelmatigheden zelve heeft hij afge
keurd. En wie kon denken.-dat hel anders zou zijn, daar hij zelf aan if
commissie voor het budget had voorgesteld, de vergunning tot af- en over
schrijven uit de wet te schrappen? Reeds onder het keizerrijk was hijtegei
het bestaande systeem opgekomen.
De heer Casimir Périer erkende, dat liet systeem van al- en overschrijvfi
noodig was voor het gewestelijk bestuur; want de departementale rati
kwam slechts eens in het jaar. en wel voor zeer korten tijd bijeen. Maf
voor het uitgeven van fictieve mandaten was niet de minste veroiilschiilü-
ging bij te brengen. De minister van justitie had besloten tot vervolgd
toen hij de bewijsstukken had ontvangen. De minister zou z. i. in strjjl
hebben gehandeld met zijn pligt, indien hij daartoe niet was overgegaan.
De heer Bufaure. minister van justitie, verklaarde dat gedurende heijaar
dat de heer Pouyer-Quertier minister van financiën was, hij een zoo slipt
en regelmatig beheer mogelijk heeft gevoerd. Er was geen spoor te vindfl
van de toepassing eener slechte theorie. Hel kabinet had hem met leedwe
zen zieu vertrekken; want er bestond altijd de beste overeenstemming W'