nopens ds regterlijke organisatie, waarvan de stukken eerlang zullen wor
den rondgedeeld, werkelijk hierop neder: geen cassatie in burgerlijke zaken; I
appel van alle burgerlijke zaken bij den hoogen raad; appel in strafzaken
algemeen; hooger beroep in strafzaken aan sommige reglbanken opgedragen;
opheffing van al de hoven en van enkele reglbanken en kantongeregten
verbooging der bezoldigingen van de magistratuur; opheffing der emolu-
meuten van de kantonregters; uitbreiding van het getal leden bij den hoo
gen raad en in sommige regtbanken.
Bij de overweging in de afdeelingen der kamer van liet wets-onlwerp lot
het bestemmen van 10 milhoen voor amortisatie van schuld, verklaarden
zeer vele leden geen oordeel over den voorgestelden maatregel te kunnen
uitspreken, zoo lang men niet beter ingelicht was omtrent den toestand van
's lands geldmiddelen en het eigenlijk doel dezer voordragt. Men verkeerde
in groole onzekerheid of men hier te doen hebbe met oenen bloot tijdelij-
ken maatregel, dat is met inkoop van schuld, die spoedig door uitgifte van
nieuwe zal worden gevolgd, dan wel met amortisatie van blijvenden aard.
Nog veel grooter was de onzekerheiddie met opzigt tol later te doene
buitengewone uilgaven en liet tijdstip, waarop daarin moet worden voorzien
hecrscht. Hel scheen genoegzaam te blijken, dat zelfs indien de thans in
's rijks schatkist aanwezige geldsommen voor verre bet grootste deel niet
enkel kasgeld, maar ten volle beschikbaar zijn. de amortisatie van tien
miliioen spoedig zal moeten worden gevolgd door cene geldleening en dal
dus hier moeijelijk anders dan aan eene tijdelijke rentevermindering of liever
rentespeculatie kan worden gedacht. Ware dit het geval, dan zouden de
bedoelde leden zich legen het gedane voorstel moeten verklaren. Verschei
dene leden, ofschoon erkennende, dal aan de wetenschap der kamer omtrent
den wcrkclijkcn stand der geldmiddelen vooral ook in zoover die met de
Indische saldo's in verband staat, veel ontbreekt, meenden echter dat men
genoeg daarvan wist 0111 te kunnen aannemen, dat thans over 10 miliioen
te beschikken is, zonder dat eenige stoornis in den gang der zaken worde
gebragt. Aangenomen dat de 10 miliioen inderdaad beschikbaar zijn, rees
de vraag, of het in 's lands wezenlijk belang is, dal die tot aankoop en
emortisalie van schuld worden besleed. Bij het bespreken dier vraag open
baarde zich groot verschil van gevoelen. Verscheidene leden betoogden op
nieuw, dat zoodanige amortisatie naauwlijks iels anders uitwerkt dan eene
gedwongene rijzing van den koers der staatsschuldbrieven, waarvan zij,
wier gelden in die fondsen moeten worden belegd, de nadeelige gevolgen
ondervinden. Daartegen deed men echter opmerken, dat, vooral als de
amortisatie van blijvenden aard is, tegenover de bedoelde nadeelen zeer aan
merkelijke voordeden overstaan zelfs dan wanneer men de mindere uitga
ven door rentebesparing builen rekening laat. De schade;.. te lijden door hen
wier gelden in inschrijvingen op het grootboek worden belegdwordt vol
komen opgewogen door de w inst, die de zoodanigen genietenw ier inschrij
vingen moeten worden verkocht. Door verscheidene leden werd sterk aan-
gedrongen, om de 10 miliioen, de beschikbaarheid daarvan aangenomen, te
besteden voor verschillende werken van openbaar nut of het ondersteunen
van staatswege van hoogsL nuttige ondernemingen, welke zonder dien steun
niet tot stand kunnen komen. Weder andere leden gaven in bedenking
de 10 miliioen te besteden tot aflossing der schuld aan de Nederlandsche
handelmaatschappij. Eindelijk werd door sommige leden de vraag gedaan
waarom, als de regering 10 miliioen beschikbaar heeft, zij dat geld niet
bestemd heeft tot aanvulling van het bedrag, dat op de staatsbegrooting
voor 1871 nog ongedekt is en tot hel doen sluiten der staatsbegrooting
voor 1872.
's GRAVENUAGE, 18 December.
Aan den heer G. F. Gunning is eervol ontslag verleend als ijker der
maten en gewiglen.
Aan den kapitein der infanterie van het leger in Ned.-Indië W. F. K.
van Ilarrevelt is, op zijn verzoek, eervol ontslag uit de militaire dienst
verleend.
Z. M. de koning wordt, naar men verneemt, Woensdag 27 dezer van
het Loo in de residentie verwacht.
De ministers van financiën en van oorlog zullen Donderdag aanst. geen
gehoor verleeneu.
I11 de zitting van de eerste kamer van heden zijn verschillende ontwerpen
ingekomen, die naar de afdeelingen zijn verzonden. Voorts is mededeeling
gedaan omtrent de rapporteurs, die door de afdeelingen voor verschillende
ontwerpen zijn benoemd. Er is nog geen ontwerp aan de orde gesteld.
In de heden gehouden zitting van de tweede kamer is het voorstel van
de hb. Begram t. s.tot afwijking der regels van de gemeentewet nopens
de plaatselijke belastingen (eene belasting op het gedistilleerd) voor de ge
meente Gorinchem verworpen met 33 legen 29 stemmen. Daarna is de dis
cussie aangevangen over de wet lot af koopbaarstelling der tienden.
Nog voor het recès der 2de kamer en dus nog in deze week bestaat
het voornemen de amortisatie-wet bij die kamer te behandelen, na afloop
van de behandeling van bet ontwerp betreffende de afkoopbaarsteliing der
tienden.
De portefeuille van oorlog zal, naar wij vernemen, voorloopig lijdelijk
worden opgedragen aan een der overige ministers.
De heer Waldorp heeft de op hem uilgebra.tc benoeming als ingenieur
bij den aanleg der duinwaterleiding aangenomen. Dientengevolge hebben
burg. en weth. den gemeenteraad aangeboden: 1". een voorstel béirekkelijk
de verdere uitvoering van het besluit tot aanleg dier duinwaterleiding, als:
het aanstellen van bouw- en werktuigkundigenteekenaars-opzigters enz.
en 2". een tot het huren van een buis voor de bureaux van den genoem
den ingenieur.
Over deze voorstellen zal in de raadsvergadering op aanstaanden Dingsdag
beraadslaagd worden.
Het volgende leest men in eene Haagscbe correspondentie van het IJ bi.
Een vreemdeling in den Haag vroeg een paar dagen geleden aan een blond
jong rnensch naar eene gracht, de Nieuwe Uitleg genaamd. De blonde heer
legde het hem zoo goed mogelijk uit, maarden vreemdeling scheen het toch
niet helder. Toen zei de Hagenaar heel voorkomend, dat hij hem er bren
gen zou. Het tweetal wandelde al keuvelende voortlol eindelijk de blonde
heer den vreemdeling de straat en zelfs hel huis wees, dat hij zocht. De
zoekende bedankte den inwoner. Toen hij een paar huizen ver was, voegde
hem een straatjongen toe: «Ik kan ook wel zien, dat je 'n vreemde bent,
meneer!" Hoe dat? «Wel, anders zou-je den kroonprins wel beter
groeten!" 't Was de kroonprins, die zonder eenig vertoon, eenvoudig als
ecu gewoon burger, den vreemdeling den weg gewezen had. 't Voorval be-
teekent weinig als men wil, en toch verraadt het een eenvoud en welwil
lendheid die in een kroonprins wel gewaardeerd mogen worden.
ÜÜITKM-AXI)SC»K BKHIGTKN.
t ENGELAND.
LONDEN, 17 December.
De toestand van den prins van Wales neemt meer en meer een gttnsli-
gen keer. De lijder brengt thans kalme nachten door.
Door het comité van eene te houden bestaande vcreeniging lot be-
I scherming van wilde volksstammen is dezer dagen eene openbare vergade
ring gehouden, waarin gesproken is over den onlangs vermelden, op een
der Zuidzee-eilanden gepleegdcn moord op den bisschop Patleson. In die
bijeenkomst is de volgende motie aangenomen: «De vergadering geeft bare
innige smart te kennen over den moord van den bisschop Patteson, die zoo
buitengemeen nuttig werkzaam was tot bet bevorderen van de maatschap-
pelijke en godsdienstige veredeling der inboorlingen van Polynesië, en van
wien het blijkt dal hij bet slagtoffer geworden is van het schandelijke
stelen van mcnschen, hetwelk te lang reeds in de Stille Zuidzee is loc-'
gelaten."
William Anthony, de brandstichter, van wien bet bewezen is, dal hij,
om het zoogenaamde alarmgeld te verdienen, van April 1870 tot September
I 1871 in verschillende wijken van Londen niet minder dan 30 panden in
brand heeft gestoken, is veroordeeld tol i2-jarigen dwangarbeid.
Volgens beriglen uit Mexico van den llJ,n November won de beweging
legen den pas herkozen president Juarez meer en meer veld. De gehecle
slaat Oaxaca benevens drie andere van de staten, die het Mexicaansche
gemeencbest uitmaken, hadden zich verklaard voor den generaal Porfirio
Diaz, den mededinger van Juarez. De wettig bestaande regering had ook
met nijpend geldgebrek te worstelen. Berigten van 20 November luiden niet
gunstiger zooveel de gesteldheid van hel gemeencbest betreft: doch zij be
vatten uiteenloopende opgaven omtrent den gang der revolutionnaire bewe
ging; deze zou volgens sommigen veld winnen, volgens anderen achteruitgaan.
EHASI Si II IJ K.
Volgens het plan der regering, bij de nationale vergadering voorge
dragen, zou zij, in afwachting van de regelmatige vaststelling der onlangs
ingediende staatsbegrooting voor het jaar 1872, deze begrooting voorloopig
gedurende drie maanden, van 1 Januarij tot 30 Maart 1872, in uitvoering
kunnen brengen. Die credietwet is door de budget-commissie onaanne
melijk geacht, om reden dat het nog niet bekend is wat de voorgedragen
staatsbegrooting voor 1872 inhoudt, en nog veel minder, welke posten van
die begrooting zullen worden goedgekeurd, of wel gewijzigd of verworpen.
De commissie was van gevoelen dat als grondslag der credietwet moest
aangenomen worden de begrooting van 1871. De minister van financiën
liceft zich, na langdurig overleg, met deze zienswijze vcrcenigd.
Naar men verneemt heeft de heer Thiers in de commissie voor het
initiatief het woord gevoerd ten gunste van de overbrenging van den zetel
van het bewind naar Parijs. Geen gevaar bedreigde daar meer de nationale
vergadering. De maatregel zal de regering krachtiger maken en haar in het
oog van Europa verheden. Parijs moet weder worden wat bet was geweest.
De president beeft zich beroepen op de kalmte, die te Parijs op Aller
zielendag heerschle. Deze dag ging gewoonlijk met woelige manifestaties
gepaard. Dit jaar was er geen spoor van cene ongeregeldheid te zien. Men
heeft te Parijs geen nieuwe onlusten te vreezen. De partij der orde zou,
als hel noodig mogt zijn, als één man op slaan, zich op straat begeven
en het gouvernement, even als in 1848, steunen. De nationale vergadering
kon bovendien, eenmaal naar Parijs teruggekeerd, cene wet maken, die
waarborgen voor het behoud der rust geeft. Men mogt ook niet vergelen,
dat gansch Europa op Frankrijk het oog heeft gevestigd, en Pruissen vooral. 1
De minste bewegingen van Frankrijk slaat het gade. Blijft de nationale ver
gadering nu te Versailles, dan zal er gezegd wordenWelk vertrouwen
kunnen wij stellen in een bewind, dal zelf niet naar Parijs durft terugkee-
ren? De handel der hoofdstad gaal onder den tegenwoordigen toestand ge
bukt. Hij beklaagt zich bitter. De werklieden zijn thans wijs geworden.
Zij zoeken hun heil niet meer in nieuwe revoluliën. Zij verlangen enkel
eene verhooging van loon, en wenschen zich daaromtrent met de werkgevers
te verstaan. Hierin nu kan de terugkeer naar Parijs almede verbetering b
brengen, en de kamer beeft dus het middel in de hand, om de ontevreden- lj
beid der werkende klasse te doen ophouden. Het is niet goed haar te doen
gevoelen, dat men haar wantrouwt.
DÜITSCHLAN9.
Het wets-ontwerpbetreffende hel onderwijs, bij de kamer van afge- j*
vaardigden ingediend, bevat slechts twee artikelen. Het eerste strekt ter
bepaling dat alle openbare en particuliere instellingen van opvoeding en
onderwijs staan onder opzigt van den staat, en mitsdien alle met dit opzigt n
belaste overheden en ambtenaren handelen op last van den staat, liet tweede p
artikel bepaalt, dat de plaatselijke en districts-schoolopzieners worden be-
iroemd van staatswege; dat zij ieder oogenblik door den staat kunnen ont
slagen worden.