Het nastukje "Le Joueui' de Fh'Ue'met muziek van d'Hervé, werd flink gespeelddoch was van weinig beteêkenis. 's GKAVENHAGE. 8 December. Aan den met verlof hier te lande teruggekeerden l'lcn luit. der infan terie bij liet leger in Ned.-ludië F. H. W. Fontein is, wegens ligchamelijke ongescbikibeid tot het hervatten van de dienst, eervol ontslag uit de mili taire dienst verleend. De luit. ter zee lc kl. 1'. J. Duinen, 1' officier op het transportschip Jaca, wordt op non-activiteit gesteld, en vervangen door den luit. ter zee J' kl. Jlir. J. A. lloëll Door den minister van financiën is bepaald dat de navolgende ambte naren bij de administratie der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen als volgt, te weten: de commies 3'1' kl. C. A. Nienkerk ten poslkantore te 's Gravenhage; de commies 3,le kl. N. A. C. Hiiilopen ten poslkantore te Goriuchem; de commies 3llc kl. C. van Gliert ten postkantore te Zutphen; de commies 3Je kl. A. N. Vellinga ten postkantore le Amsterdam; de surnu merair G. de Wit ten poslkantore te Meppel; de surnumerair O. B. F. Vos ten poslkantore le Zwolle. De minister van binnenl. zaken zal morgen geen gehoor verleenen. Dc leden van de eerste kamer zijn ter vergadering bijeengeroepen legen Donderdag 14 dezer, des avonds ten half acht ure. Credielwel voor üorlog. De minister van oorlog heeft den volgenden brief aan den voorzitter der tweede kamer gerigt: »ln verband met het door mij aan den koning ingediend verzoek om ont slag, heb ik de eer u boog edel geslr. hiernevens te doen toekomen eene nota van wijziging van het ontwerp van wet tot vaststelling van het Vlll,,e hoofdstuk der slaatsbegrooting voor liet dienstjaar 1872. De voorgestelde verminderingen bij de Illc afdeeling is hetgeen in het wetsontwerp als eene vermeerdering was uitgetrokken voor de nieuwe regeling der tractementen voor de kapiteins en ritmeesters." Daarop volgen de aangebragte wijzigingen in eenige artikelen, zoodat de begroot ii.g geheel gelijk wordt aan de loopende. De credielwel geldt voor (i maanden, of de helft van liet totaal der uitgaven, zijnde dat totaal I4.4HJ.01 a In de ziitiug van de tweede kamer van gisteren werd, geiijk reeds met een enkel woord werd vermeld, behandeld de conclusie van hel rap port der commissie tol onderzoek van het regeriiu-sverslag nopens tic mobi lisatie van een gedeelte van liet leger in 187'). strekkende om den minister van oorlog te verzoeken op de in liet rapport gedane vragen eenig antwoord te mogen ontvangen. De lieer Stieltjes, ais algemeen rapporteur, en de heer Storm van 'sGravesande, als voorzitter der commissie tol onderzoek, deden bel doel en de strekking van bel rapport nader uitkomen, toonden aan, dat de daarin voorkomende verwijlen de meeste vorige ministers en minder dezen minister van oorlog trollen de heer Storm protesteerde tegen de be wering van den minister, als zoude in dit verslag een toon. van kleinach- ting te vinden zijn, en noodigde den minister uil die uitdrukking terug te nemen. De heer van [lonten bragl een ongunstig oordeel uit over de wijze, waarop de regering aan bet vertrouw en der kamer in 1870 had beantwoord, lil het jaar 1870 Julij) werd bij liet uitbreken van den Fransch-Duitschen oorlog een credict aan de wetgevende magt aangevraagd om de militairen gedurende 3 maanden onder de wapenen le houden. In bet slot der memo rie van toelichting verklaarde de regering dat zij hoopte dat de termijn van 3 maanden voldoende zou ziju en de vertegenwoordiging wel overtuigd zou zijn dat die termijn verkort zou worden, als de omstandigheden dit eenig- zins toelieten. Bij de discussie over dat ontwerp verklaarde de minister dat de gehuwde miliciens slechts zoo kort mogelijk zouden worden ingelijfd. In het vertrouwen op die uitdrukkingen stond de kamer de gevraagde credie- ten toe. Spr. betoogde dat liet mobilisatie-verslag aantoont, dat die toezeg gingen niet zijn vervuld. Voorts betoogde bij dat zeer ten onregte de han delingen van de hoofden der gemeentebesturen en schutterijen in het verslag zijn verkleind; bij eindigde met dc vraag, welke waarde aan een verslag te hechten is. dat zich zoo ongunstig uitspreekt over handelingen der schut terij. geheel in strijd met de eigen dagorder des kojiings in 1870, waarbij aan de schutterij, officieren, onderofficieren en manschappen de dank des koniugs werd betuigd. De lieer Fransen van de Pul te stelde als motie van orde voor de beraadslagingen te sluiten; hiervoor vond hij le meer aanlei ding, omdat in de conclusie inlichtingen waren gevraagd, na welker ont vangst dit onderwerp op nieuw behandeld zou kunnen worden. Tevens noodigde hij den heer Storm uil op de vervulling van het door liern gedaan verzoek aan den minister van oorlog niet aan tc dringen. De voorzitter der commissie tol onderzoek verklaarde aan die uitnoodiging niet te kun nen voldoen; de minister van oorlog voerde hierbij niet het woord. De motie van orde werd met ('3 tegen 5 stemmen aangenomen, en daarna de conclusie van het rapport der commissie zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Bij de daarop gevolgde behandeling van hoofdst. VIII der staatsbegrooling (dep. van oorlog), zeide de lieer Kappeyne van de Coppello, na de in den aanvang der zitting door den minister van oorlog afgelegde verklaring te hebben gehoord, bezwaar te hebben met dezen die begrooting te behan delen Daarover moest, zijns inziens, worden beraadslaagd met eenen nieuwen minister, die doordrongen van het besef der behoefte aan hervorming in ons krijgswezen, zich omtrent dc hoofdlijnen van liet defensiewezen melde overige leden tier regering grondig had verstaan, en nadat gebleken was dat diens denkbeelden hij tic meerderheid der kamer bijval vonden. Gezind eene credietwet aan te nemenvroeg hij of de minister van oorlog be reid was eene nota van wijzigingen in dien zin in te dienen, waarvoor hij, in geval van een toestemmend antwoord, hem den noodigen lijd wenschle te laten. De minister van oorlog oc gestelde vraag toestemmend beantwoord hebbende, stelde de lieer Kappeyne voor de behandeling van hoofdst. VIII lot na de afdoening van hoofdst. IX le virdagen. welke motie zonder hoofde lijke stemming werd aangenomen. De lieer van Znijlcn van Nyevell had het verlangen geuit hij de behandeling der te verwachten credietwet het ver- dedigingstelsel nader te hespreken, ten einde, na de aanneming der wet. niet in het onzekere omtrent de voornemens der regering dienaangaande te worden gelaten; later vroeg hij verlof om de regering betrekkelijk het be doelde onderwerp hij de aangeduide gelegenheid te interpelleren, welke ver gunning werd verleend. In de zitting der kamer van lieden was aan de orde hoofdstuk IX (kolo niën,! der sti alshegrooting. De geheele zitting was gewijd aan de algemeene Iser.r.id-.iannreii. De hh. Nierstrasz, YVinlgens en van Zinnietj Bergmann hebben te koloniale politiek o;> algemeen en cp financieel terrein bestreden. De heer van Sypisleyn heeft alleen de West-Indische toestanden besproken De hh. Gevers Deynoot en de Brtiyn Kops hebben eenige vragen aan den minister gedaan, afgescheiden van eenige politiek. Morgen voortzelling. In de eergisteren alhier gehouden 40,le algemeene vergadering der Vereeniging van en voor iXederlandsche industriëlen zijn als hevvindsleden herbenoemd de heeren: A. II. Eigeman, 11. L. Entlioven Lzn. en L. A. fi Harlogli. Er is besloten tot inzending van een adres aan de tweede kamer, om de aanneming der voorgedragen herziening van het tarief van in- en uitvoerregten in Nederl.-Indië te ontraden, omdat in dit tarief de onder scheiding der artikelen in grondstof, half en geheel fabricaat, geheel uit liet oog is verloren en het gewigt, de maat en tel niet als maatstaf zijn aangenomen. De aanhangige wels-voordragt, betredende de naamlooze ven nootschappen, gaf tot eene levendige gedaehlenwisseliiig aanleiding, die in de eerstvolgende vergadering zal worden voortgezet. Aan de ontwerpers en uitvoerders der Moerdijk-spoorwegbrug werd eene warme hulde gebragt en den aannemer geluk gewcnscht. dat hij zich niet had laten dringen om den termijn van oplevering le verdagen tot 31 December 1871. Tegen 1 Januarij e. k. zijn benoemd tot inspecteurs van policie 2e kl., binnen deze gemeente, dc hh. J. W. C. Strang, W. van Werven en W. van Hamel, de beide eerste uit 'sHage, de laatste uit Zutphen. LU JITLN LA N11SCUL 1} L TLN. BELGIË De heer Picard heeft zijne geloofsbrieven als gezant van Frankrijk den koning in eene plegtige audiëntie overhandigd. De afgevaardigden der Belgische kamers van koophandel en fabrieken hebben in eene nadere zamenkomst te Brussel besloten een parlementair on derzoek onder medewerking van industriëleu aangaande de leemten der staatsspoorwegdienst te vragen, en geregtclijke stappen tegen achteloosheid van spoorweg-beambten alsmede tegen onwillekeurige vertragingen in het vervoer le doen. ESGELA X O. LONDEN7 December. Er wordt door eenige particulieren moeite gedaan om eene verecnigin» op te rigten, die zich ten doel zal stellen de pogingen tot verbreiding va» liet republikeinsche beginsel in Engeland tegen te werken. Onder dc lieden, welke voor de oogen des publieks optreden als oprigters dier vereeniging, zijn nog geene mannen van naam of aanzien. De heer Dilke tracht nog op verschillende plaatsen zijne republikeinse!» redevoeringen tc houden, maar overal heeft er in die bijeenkomsten cc» zoodanig rumoer plaats dat hij niet aan liet woord kan komen. De prins van Wales neemt eenigzins in beterschap toe. De tentoonstelling van vee, welke jaarlijks in de voorstad Islinglo» gehouden wordt, is, niettegenstaande hel heerschen van liet mond- e» klaaawzeer. ook ditmaal doorgegaan, met liet gevolg, dat niet alleen velt veehouders hunne inzendingen hebben teruggehouden, maar dat de genoemd! ziekte, op den dag der opening, reeds verscheidene beesten heeft aangetast Berigten uit de Kaapstad van 29 October melden dat de gouverneur der Kaapkolonie werkelijk de diamantvelden tot Britsch grondgebied ver klaard en onder het bestuur van Britsche ambtenaren gesteld had. ITALIË Men schrijft uit Rome: Van regeringswege zal bij den senaat een ont werp van wet betrekkelijk de godsdienstige vercenigingen en kerkelijk! Iigchamen worden ingediend. Regeling van den voet, waarop de kerkelijk! vereenigingen dc regten van personen in den zin van liet burgerlijke rejl zullen kunnen uitoefenen en waarop zij vaste goederen zullen mogen bezit ten, is bij dc opening der wetgevende zitting in de troonrede aangekondigd; zij is voor het overige des rijks reeds vroeger, hij nog geldende wetsbepa lingen, geschied; thans moet zij voor Rome plaats hebben, zijnde liet eem hier te lande vrij algemeen erkende waarheid dat Rome de zetelplaats vai het opperhoofd der katholieke kerk, op dat stuk bezwaarlijk aan dezelfde regelen kan worden onderworpen als andere deelen des lands, als eene handelsstad bij voorbeeld. Bij het ontwerpen dier wet heeft de regeriu.' zich lot regel gesteld alles le ontzien en ongemoeid te laten wat onmisban voor liet Pausdom is en als een deel of aanhangsel van die instelling lx- schouwd kan worden. De regering begrijpt en erkent, dat de groole kloos terorden de Franciscanen en de Dominicanen hij voorbeeld, onmisbaarvo* de goede uitoefening van 's Pausen geestelijke magt zijnen zelfs geeft hi in beginsel toe. dat de godsdienstige genootschappen en vereenigingen eei natuurlijk, noodwendig uitvloeisel van elke godsdienst zijn. Inzonderheid die godsdienstige vereenigingen. welke krachtens verdragen of schikkingfl van internationalen aard bestaan, zullen door de regering worden ontzieo; zij wil niet verder gaan dan verandering brengen in den voel, waarop vasii goederen door die vereenigingen verkregen en bezeten wordenen het zal eene verandering zijn, waardoor de doode hand ophoudt ecu heielsel legen de bebouwing van den grond te zijn. De regeling dezer zaak zou zonder groote moeite kunnen lot stand ko men. ware er niet eene vereeniging, wier naam alleen reeds aan menigert schrik aanjaagt, dat is de orde der Jezuiten. Er zijn vele weldenken* lieden, die de Capucijners, de Kariluiizer monniken, zeifs de Dominican!) zouden willen gedoogen, maar die eiken Jeznit. omdat hij Jezuit is, schu wen en verfoeijen. Dat welen de Jezuiten; zij verwachten alzoo dat 8 hier te lande een storm tegen hen zal opsteken: en met het oog daarop hebben zij voorzorgmaatregelen voor hunne aardsche belangen genomen;» grooien getale hebben zij Rome verlaten; liet opperbestunr der orde. dal zijn de Palcr-generaal en zijn raad. is nog hier ter stede; of het hier onsf moeid zal kunnen blijven is dc vraag. »VITSCIILANB. Naar men uit den Elzas aan de Augsb. Zcit. meldt zou

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2