cene afzonderlijke vermelding. Dat dit hier zeer wordt gewaardeerd bleek wel uit den bloemruiker, dien zij reeds bij haar optreden verwierf. Het niet talrijke publiek was ook blijkbaar zeer ingenomen met de uit voering en wij hopen dat, mogt het gezelschap van den heer Depay dezen winter hier nogmaals optreden, het publiek door grooter aantal meer in evenredigheid zijn zal met de waarde van het gezelschap. sbl ltd Blijkens het verslag van de aldeelingen der tweede kamer omtrent het wets-onlwerp houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten, verklaarden zeer vele leden deze voordrag! met groot genoegen te hebben ontvangen vooral ook in zoo ver daaruit bleekdat de regering thans zelve de nood zakelijkheid van algemeene maatregelen in het belang der volksgezondheid erkent en de zorg daarvoor dus niet uitsluitend aan de gemeentebesturen wil hebben overgelaten. Welligl zou de rijkswelgever kunnen stil zitten, wanneer alle gemeentebesturen doeltreffende maatregelen tot wering of stui ting van besmettelijke ziekten namen De ondervinding heeft echter geleerd, dal dit niet het geval is Tijdens de jongste pokkenepidemie waren er zelfs aanzienlijke gemeentendie tot stuiting van dal kwaad niet al deden wat zij vermogten. Hij het dreigen der cholera was aan eene wel als de tegen woordige dubbel behoefte. Intusschen scheen moeijelijk te ontkennen, dat de steller der memorie van toelichting zich illusie maakt door aan te nemen, dat door eene wet als de tegenwoordige de zorg voor de gezondheidsbelan gen der bevolking, bij art. 135 der gemeentewet aan de gemeentebesturen opgedragen, aan deze niet wordt ontnomen. Integendeel zal dit in aanmer kelijke mate hel geval zijn. en grijpt de wet dus in de autonomie der ge meenten. Komt zij tot stand, dan zullen, volgens de uitdrukkelijke bepa ling van art. 151 der gemeentewet, overeenstemmende met art. 142 der prov. wel. dadelijk de p-ovinciale en plaatselijke verordeningen vervallen, tot voorziening legen besmettelijke ziekten betrekkelijken de daarin ver vatte regels vervangen worden door de regels, hij de thans behandelde wet gesteld. In het oog der meeste leden was dit echter geen overwegend be zwaar. Wie hel doel wil moet niet voor de middelen terugdeinzen. De zorg voor de openbare gezondheid is meer dan een gemeente-belang: zij is een algemeen, een volksbelang. Met het oog echter op de reeds aangehaalde zinsnede der memorie van toelichting moest de vraag rijzen, wat, na het vaststellen uer wet, met opzigt tot het onderwerp der volksgezondheid, nog door den provincialen of gemeente-wetgever zal kunnen worden gere geld. Er heerschle daaromtrent cenig verschil van gevoelen. In eene afdee- iing werd beweerd, dal hel aan den provincialen en gemeente-wetgever overgelaten gebied nog zeer uitgestrekt was, daar deze bevoegd bieef tot liet geven van alle voorschriften betrekkelijk de gezondheidspolieie, die niet regtstreeks besmettelijke ziekten betreffen. In eene andere afdeeling meende men, dat er bepalingen in het ontwerp voorkwamen, die het zeer onzeker maakten, hoe ver die bevoegdheid nog ging. Bij de behandeling der artike len zou men op dit punt terugkomen. Naar het gevoelen van zeer vele leden is het wets-voorstel in zoo verre onvolledig, als daarin niet geen enkel woord van de quarantaine gesproken wordt. Dat dit onderwerp nieuwe wettelijke regeling behoeft, terwijl de verouderde voorschriften der publicatie van 1805 niet wel te handhaven zijn, is in 1864 door de groote meerderheid der tweede,kamer erkend. In eene der afdeelingen werd hel voorgedragen wets-ontwerp nog uit twee andere oogpunten onvolledig gekeurd. In de eerste plaats wees men daarbij op het rapport aan den koning van de commissie tot onderzoek van drink water, in verband niet de verspreiding van cholera, en op de daarbij, als bijlage XX gevoegde schets ecner wet lot regeling van het loezigt op het drinkwater en op de waterleidingen. Waarom, vroeg men, zou, daar toch het gebruik van slecht drinkwater algemeen geacht wordt tot verspreiding van cholera en typhus bij te dragende vaststelling van het thans behan deld wets-ontwerp niet te baat worden genomen om in dit opzigt aan de wenken der geneeskundige specialiteiten gevolg te geven? In de tweede p'.aals meende men in de bedoelde afdeeling, dat in de thans behandelde wet bepalingen omtrent hel toezigt op de woningenvooral ook der arbei dende klasse, op gebouwen van fabrieken, werkplaatsen, slagthuizen enz. niet mogten ontbreken. Met het oog op deze leemten gaf men in de be doelde afdeeling de regering in overweging, om. met terugneming van het tegenwoordig ontwerp, de zamenstelling eener algemeene wet op de gezond heidspolieie te beproeven. Ook in andere afdeelingen verhieven zich enkele stemmen voor het voorafgaan van zulk eene algemeene wet op de hygiëne Mogt de regering van meening zijn, dat daardoor, terwijl de cholera dan toch nog altijd in meerdere of mindere mate dreigt, te veel tijd zou verlo ren gaandan ware hier een dergelijke weg in te slaanals met opzigt tot de veepest is gevolgd; namelijk hel vaststellen eener gelegenhcidswel van tijdelijken aard, waarbij alleen het onvermijdelijk noodzakelijke wordt geregeld. 's GRAVENHAGE16 November. Door Z. M. zijn de hli. P. de Brtiyne, M. Tydeman en F. F. L. Pollen erkend respectivclijk als consul en als vice-consul van het Duitsche rijk, te Middelburg, Tiel en fcheveningen, en zulks op den voet van Nederlandsche onderdanen. -- Aan den lieer mr. C. F. F. Rinia van Nauta is, op zijn verzoek, eer vol ontslag verleend als kantonitgter te Bergum, en tot notaris te Ooster blokker is benoemd de liter H. W. D. Donker Curtius, cand.-notaris te Geertruidenberg. Tot lid van het munt-collegie, belast met de werkzaamheid van inspec teur-essayeur-generaal der muntis benoemd de heer jhr. m'. A. D. van Riemsdijk, thans a de-essayeur bij 's rijks munt. De luit. ter zee 2' kl. P. Crans is, op zijn verzoek, eervol uil de zee dienst ontslagen. Tot inspecteur van policie alhier is benoemd de heer D. L. L. Wolf- fenspergcr, tot dusver eerste klerk hij het hoofdcommissariaat. Z. K. II. prins Frederik is gisteren avond ten 8 ure uit Neuwied in de residentie teruggekeerd. i In de zitting van de tweede kamer van gisteren lokte het amendement van den heer Dumbar. om den post voor de gezantschappen met ƒ8000 (voor de missie te Rome uitgetrokken) te verminderen, uitvoerige beraadslagingen uit. De voorsteller lichtte het amendement toe In het vorige jaar had hij het teruggenomen, en als de kamer het nu niet aannam, zou hij er in be rusten; hij hield zich ook overtuigd dat. als in een anderen zin beslist wordt, de minister evenzeer in die uitspraak berusten zal. Spr. maakte er den minister geen griel van, dat de post andermaal op de begrooting is ge- bragtmaar hij geloofde toch waarlijk niet, dat een der Europcsche mogend heden hel zwaard trekken zal om de wereldlijke magt te herstellen van liet kerkelijk opperhoofd. Hij geloofde dat in een land als het onze een gezant schap bij zoodanig kerkelijk opperhoofd eene ongerijmdheid is. Hjj ging de redenen des ministers voor het behoud der missie na, als de neutraliteit, de mogelijkheid van conflicten en de gedragslijn van andere mogendheden. Hjj wederlcgde een en ander met de vermelding der gebeurtenissen en der ge dragslijn der andere mogendheden; hij zag juist in hel behoud der missie gevaar voor onze neutraliteit en voorzag daaruit botsing. De heer de Bie- berstein wierp een blik op de gebeurtenissen in Italië. Hij sprak, zeide hij, als oud soldaat en ridder der pausselijke orde. In onzen tijd worden geen regten van vorsten of volken meer geëerbiedigdmaar aan de revolutie over. geleverd. En nu vroeg hij, moet een kleine slaat als Nederland, die belani heeft bij regt en billijkheidnu zijn gezant terugroepen die steeds bij den Paus geaccrediteerd was, sedert de stichting van het koningrijk der Neder landen? Hij gelooide dit niet, hetgeen hij nader uiteenzette. De heer Cre- mers heeft het betreurd dat de minister dezen post weder op de begrootin» heeft gebragt. llij vroeg, met den heer van Lynden in het vorige jaar eischt het staatsbelang dal er diplomatieke betrekkingen lusschen het kabi net te 'sGravenhage en den Heiligen Stoel blijven bestaan? Hij antwoordde ontkennend. De minister heeft in de memorie van toelichting den post niet besprokenmaar in de memorie van beantwoording wèldoch op eene wijn die geheel onbegrijpelijk is. Spr. trad in eene analyse van dat antwoord, onder bijvoeging van zijne eigen opmerkingen ten betooge dal de omstan digheden sedert het vorige jaar zeer zijn veranderd. Immers toen heeft de heer van Lynden den post als een crediet beschouwd en in dien zelfden zin hebben zeer vele leden met hem gestemd. Nu echter is er geen sprake meer van een credietwcl. want de regering van Italië is overgebragt naai Rome en elke gedachte aan gewapende tusschcnkomst is nu verdwenen, heer de Bieberstein had gesproken als oud soldaat en ridder der pausselijke orde. Hij vroeg, of hel niet beter ware te spreken als Nederlander en dra ger eener Nederlandsche orde; maar hoe dit zij, ook die spr. had gene argumenten aangevoerd, zoodat hij blijft volhouden, dal het staatsbelang bei behoud der missie niet eischt, ja dal het voor ons, die scheiding van kerk en slaat hebben aangenomeneene dwaasheid zou zijn. Met den val wereldlijke magt van den Paus, waren alle diplomatieke betrekkingen verval len. De heer van der Maescn kou niet ontveinzendat de voordragt van lid amendement op hem een onaangenamen indruk had gemaakt. Daaraan vu ren toch leedere quaesliën verbonden, die de gemoederen in beweging bren gen. Hij zette dit punt nader uileen en kwam lot dc slotsom dat door p heel Europa steeds is erkend dal de Paus, als hoofd van de r. k. kerk, kan zijn de onderdaan van eenige vreemde regering. Wij moesten ons nit! afscheiden van hetgeen ook andere staten doen of noodzakelijk oordeela Hij deed uitkomen dat het beginsel van scheiding lusschen kerk en slat! deze missie niet verhinderde, want dat dc gezant geen kerkelijke belangd heeft voor te slaan. Wat eene eventuele terugroeping betreft, eene derge lijke handeling van Nederland zou zijn eene manifestatie, waartoe een klein land als hel onze, zonder dringende noodzakelijkheid, niet moet besluite De heer Storm van 'sGravesande merkte op dat men hier spreekt alsSt- derlandsch afgevaardigde, onverschillig of men al ol niet vreemde of welkt ridderorden ook heeft. De vraag of de Paus al of niet met de wereld lijken magt bekleed is, kwam hem van niet veel belang voor, maar mf hel oog op het belang der zaak wenschl hij concilialoir te zijn. Ilij I schouwde de missie te Rome niet anders dan eene courtoisie en e bewijs van verdraagzaamheid, en daarom was hij tegen het amendement. De kamer heeft zich vereenigd met de conclusiën door dc commissie vol L dc verzoekschriften op verschillende adressen uitgebragt. Onder deze adrti sen bevond zich een van de Gebr. Abrahams, uitgevers der Middelburgs^ g;i Courant, niededeeling van bezwaren inhoudende over eene aansehrijvie ;(e| van den minister van financiën, waarhij is bepaald dat voor eene courte met bijvoegsel, ook al blijven beide te zamen in gewigt beneden de 3 grammenhet port van e'én cent moet worden betaald. Een voorstel ra g(1 den lieer Lenling, om dit adres aan den minister van financiën om inliet tingen te verzenden, werd met 42 tegen 19 stemmen verworpen. Het ailr: zal nu ter griffie worden nedcrgelegd. In den loop der zitting is ingekomen een wets-ontw erp lol regeling ik naamloozc vennootschappen. In de heden gehouden zitting zijn de beraadslagingen voortgezet. De 's Jacob, van der Does de Willebois. Bergmaan. Saaymans Vader, van Knji Ileydenryekvan ZuylenP.yls en tl. van Nispen spraken tegen de oplie® ft der missie; de lieer de Willebois deed in deze een beroep op de vredel» vendheid der vergadering en de welwillendheid der parlementaire meerite heid. De heer Jonckbloet was voor de opheffing. De bh. van Wassen® Catwyck en van Voorlhuysen waren iu beginsel voor de opheffing, ma» vroegen nadere inlichtingen van de regering. De eerste wilde den post,»1"1 hij werd toegestaan, overbrengen naar hel hoofdstuk Eerediensl, als ei uitgave lot bevordering van de belangen der eerediensl. Morgen zal 11111 minister van buitenlandsche zaken hel woord voeren. l'f - De wet van 20 .luiiij 1870 betreffende de buitenlandsche loterijen t "e waarbij dc wel van 1814 wordt afgeschaft en het verbod van de aankon! "i ging ter verspreiding van loten in die loterijen wordt opgeheven, verbid' in de artt. 1 en 5 vreemde loterijen aan te leggen of te collecteren!'0D cene boete, volgens de wet van 1814, van 100 zilveren dncatons. Een wil keiier te dezer slede stond heden voor de reglbank alhier leregt, beklant W van overtreding der artt. 1 en 5 van de wel van 1870, door K K. floste»3" premieloten te hebben gedebiteerd, dat bekl. bekende op naam van den b« e" lsenthal te Amsterdam te hebben gedaan. De snbst.-officier jh'. mr. de Joq requireerdc schuldigverklaring van bekl. aan overtreding van genoemde ad kelen der w et en veroordeeling tol eene geldboete van 350. Bekl. dn* zelf zijne verdediging voor, hij beriep zich op andere personen, die dezeli loten debiteerden en dan ook hadden moeten zijn vervolgd en meende l' Kin gst ia» ia?' tiiili {d)i tdia lias Bi lepa Hifi ji»? ia?' ssli ratti li;d itrs v: weii dl KI h tooi ir tout in kier iem teel filti Mil! ilei lOSS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2