op 8 September 1870 gewisseld. De inhoud van de eerste verklaring, door
den Engelschen gezant Harris, komt hierop neder. 11. M. de koningin van
Groot-Brittannie verklaart zich niet te zullen verzetten legen de sluiting van
eenig verdrag, waarbij het koninkrijk Atchin in betrekking niet Nederland
mogt worden gesteldvan gelijken aard als die waarin de Sultan van Siak
Sree Indrapoora bij het verdrag van 1 Februarij 1857 is getreden, indien
die uitbreiding van Nederlands invloed noodig mogt zijn ter vervulling van
de laak, die Z. M. de koning der Nederlanden bij het traelaat van 17 Maart
1824 op zich genomen heeft tot bescherming van den Europeschen handel
in genoemd koningrijk en onder de stellige mits, dat wanneer Atchin te
eeniger lijd onder de dependentie van de kroon der Nederlanden mogt
komen, de bepalingen van het tractaat van 8 Sept. 1870 op voorzegd
koningrijk van toepassing zullen worden. De Engelsche gezant was tegelij
kertijd gemagligd op te merken, dat bij geen twijfelt koestert of de Neder
landsche gcvolmagligden zullen erkennen de vriendschappelijke gezindheid,
waarop deze verklaring rust en dat zij, diartegenoiergelijke verzekerin
gen zullen aileggen, omtrent de uitlegging, die liet Nederlandsche gouver
nement geeft aan art. VII van de overeenkomst. De gezant spreekt verder
de hoop uit, dat de Nederlandsche gevolmagtigden geen bezwaar zullen
maken in hun antwoord in te stemmen met de verzekering, door onzen
minister van builenl. zaken, in den loop der besprekingen omtrent de over
eenkomst gegeven, dat hel de wensch is van het Nederlandsche gouverne
ment om ter gelegenheid van de aanstaande herziening van de (Indische)
tariefwet en van de bepalingen, die den kusthandel in Ned -Indie belieer-
scheneen stelsel van handelsvrijheid aan te nemenvan dien aard dat het
de betrekkingen tusschen het Nederlandsche grondgebied en Groot Briliannie
Benevens zijne koloniale bezittingen aanzienlijk kan uitbreiden en verge
makkelijken.
De tweede verklaring, die van de ministers van builenl. zaken en kolo
niën (Roest van Limburg en de Waal) zijn in den door den Engelschen ge
zant verlangden zin gesteld.
's GRAVENI1AGE, 6 Julij.
Tot notaris te Chaam, arrond. Breda, is benoemd de lieer A. C. J. van
Haleand.-notaris te Teteringen.
- Z. M. heeft goedgevonden tot ltn luit. te benoemen: bij het wapen der
infanterie, bij liet le reg.den 2'" luit. II. L. Nepper, van liet corps; bij
hel wapen der cavalerie, bij bet 2e reg. huzaren, de 2C lui It. W. E. A. Wup-
permann en jhr. W. F. H. van de Poll, van bel corps: bij hel wapen der
artillerie, bij het le reg. vesting-artillerie, den 2'" luit. H. Seret, van het
corps.
De minister van oorlog heeft goedgevonden:
Op hun verzoek op non-activiteit te stellen: in afwachting van nadere
beschikking, den onder-intendant 2' kl. O. J. de Ilaarl, belast met het loe-
zigt over de militaire administrative inrigtingen le Utrecht; de kapiteins A.
J. den Ester van den Brink, van hel le, en K. If. a Abbink, van het 3°,
den l'n luit. W. A. II. baron van Voorst van Lynden, van het 7e, alsmede
den majoor jhr. P. F. O. Sickiiighe, en den lc" luit. 11. W. van der Mey,
van het 8e reg. inf. en eindelijk den 2cn luit. A. D. baron van Verschuer,
van het 3e reg. vest. art. Voor den tijd van een jaar en zonder bezwaar
der schatkist den officier van gezondh. le kl. A. F. Bauduin, en zulks met
ingang van 1 Junij jl.als zijnde in Japansche militaire dienst, alsmede dbn
kapitein J. R. Steinmetz van het le reg. inf., mede met ingang van 1 Junijijl.
In active dienst te herstellen: bij het personeel van de geneeskundige
dienst der landmagt. den officier van gezondh. 3C kl. op non-activiteit 11. II.
van der Vegt.
Over te plaatsc-n: bij het 2C reg. inf., den lr" luit. L. Tissot van Palot,
van het 3C reg., onlangs tegen gemeld tijdstip eervol ontheven van zijne
detachering bij de kon. mil. akademie; bij het 4e reg inf., den i,n luit. P.
M. van der Meer Mohr, van liet 7', en den 2'" luit. P. L. 11 Mansvelt, van
het 3e reg.; bij het 6C reg. inf., den 1" lui!.-administrateur van kleedihg
en wapening J. Wanjou, van liet balaillon mineurs en sappeurs; bij het
inslructie-balaillon, den 1™ luit. W. J. Harnis, van het le reg. inf.; bij liet
lc reg. vest. art., den 2"> luit. J. A. C. van Manen, van liet 2e reg. vest. art.
Te bestemmen om werkzaam te zijn bij de kon. mil. akademie, te reltc-
nen met 1° September 1872, den lrn luit. L. de Vlaming, van het reg. gre
nadiers en jagers, en den lcn Iuit.-adjudant M. 11 .1. Plantenga, van het
7' reg. inf., de le luitt. van het le reg. vest. art. J. C. Gaillard, thans ge
detacheerd bij de topographischc inrigting, en J. J. de Greve, thans gede
tacheerd bij de inspectie der draagbare wapenen, alsmede den 2"> luit. N. C.
Grotendorst, van het 2' reg. vest. art., zullende de beide eerstgenoemden en
beide laalstgemelden van 1° September a. s.en de derde genoemde van af
1" Februarij e. k. bij gezegde akademie worden gedetacheerd.
Weder bij het leger bier te lande in te deelen: bij het 7e reg. inf., den
]e" luit. T. C. van Nes, van het wapen der infanterie, gedetacheerd geweest
Bij het leger in Oost-Indië.
Te detacheren: bij het koloniaal werfdepot, den 2'" luit. K. J. E. van der
Putten, van het lf reg. inf.
Voorts is het den minister van oorlog aangenaamaan den kapitein F. II.
Usencr, van het 2e reg. vest. art., zijne bijzondere tevredenheid te beluigen
voor den betoonden ijver en de zaakkennis, waarmede bij de hem indertijd
opgedragen gewigtige taak van het leiden der werkzaamheden bij de fabri
catie van zwaar geschut in Zwedengedurende drie jarenbeeft vervuld.
Z. K. II prins Alexander, vergezeld van zijn gouverneur, den luit.-
kolonel jhr. Hooft, en van den aan den prins toegevoegden kapitein Beijer-
man, is heden morgen uit de residentie naar Frankfort vertrokken, om
verder naar Wurtemberg te reizenten einde bij het 25-jarig huwelijksfeest
van 1111. MM. den koning en de koningin, op 13 Julij aansl., tegenwoordig
te zi)n.
Z. K. 11. prins Hendrik vertrok lieden ochtend wederom
Soes'dijk.
In de zitting der tweede kamer van gisteren werd bij de behac, publ
van hel tractaat wegens den afstand der Ned. bezittingen ter Kis wel!
Guinea enz., die afstand door verschillende leden uit onderscheiden0og
punten bestreden. Naar sommigen meenden, moest Nederland, als kolveld
mogendheid, tot zulk eeuc daad, uit een polititiek oogpunt, niet zijn -win
gegaan dan om zeer overwegende redenen, welke met betrekking|lte i
onderhavig geval niet bestonden. En al mogt men tegen liet denkbeekiez
den afstand eener onzer overzeesche bezittingen op zich zelf niet g. V
zijn, zoo kon het toch in dit geval niet goedgekeurd worden, afcjjjj
omstandigheden onder welke het verdrag gesloten was, en bij de beien i
voorwaarden, niet te regtvaardigen. Verder werd in een ondcrzoek jneh
den van onderscheiden oogpunten, uit welke het bezit der Kust van i keiz
voor Nederland van wezenlijk belang was, of in bet vervolg zout -
worden. Handel en nijverheid en landbouw en andere belangen,dep
de gehechtheid der bevolking aldaar aan Nederland, konden als z7er
redenen gelden om op het behoud dier streken prijs te stellen, j. aan
Engeland gesloten tractaat omtrent de toepassing van dat van den h wil
bruarij 1858, tusschen het Nederlandsche gouvernement en den Sul -
Siak gesloten, ondervond mede van vele zijden bestrijding. De 0115 aan
indruk, welken die overeenkomst had gemaakt, was onder anderen 1 28
zaakt door de onzekerheid welke bestond omtrent de aanleidingR.
sluiten daarvan, liet verdrag moest strekken om een einde te mat< ont
de bij herhaling van Engelsche zijde ingediende vertoogen wegens li aan
den strijd onzer handelingen op Sumatra niet den inhoud van vroejt ren
gegane verbindtenissen. Wat van de meerdere of mindere waarde dit wa
ten ook zijn mogt, het beoogde doel zoude, naar geoordeeld wtr, pet
bereikt worden; terwijl met het verdrag inbreuk werd gemaakt opi din
ten, welke Nederland op Sumatra bezat en die vroeger van regerii; jnii
op nadrukkelijke wijze waren gehandhaafd. En mogt, in strijd mi prt
gere tractaien, met name dat van 1824, zijn gehandeld, hetgeen vai
ontkend werd, dan had men op andere wijze moeten handelen dam-
geschieddoor aanvullingsbepalingen vast te stellen. pe
Bij het aanvoeren dezer bezwaren wilde men niet geacht wori Zai
verwijt aan de tegenwoordige regering te doen. maar aan hen, diedi 0n
handelingen dezerzijds hadden gevoerd; doch de opmerking werd gtf dn
dal als de stukken, welke op herhaalden aandrang der kamer eindet'me
overlegd, vroeger waren medegedeeld, het onderzoek voor de kamer, tjji
keiijker, en de houding van dit ministerie, hetwelk gemeend had ste
stand der zaken aldus te moeten handelen, waardiger geweest zou z ZCi
I11 de zitting van heden zijn de beraadslagingen voortgezet. he
Uombach, Crcmer, Bredius en 's Jacob hebben de tractaten breedvoer de
dedigd; door den heer Iloffinann werden zij daarentegen bestreden, t de
Rombach bestreed de meening dat door den afstand het prestige Hl
Nedcrl. gezag verloren gaat. Onze vaderen hadden de kust genot, sti
slavenhandel le drijven; ware dit niet gelukt, dan hadden zij de Ki al!
laten. Wij hadden er handel en nijverheid gedrevenmaar ook 1! m
oorlogen en zware verliezen geleden. E11 wat had men er mede gen» D<
Niets, ook de beschaving bad er geen stap voorwaarts gedaan. Volg. pj
heer Cremers moest de tegenwoordige toestand van de Kust 011s van sé
doen blozen. Sedert jaren had hij gcwenscht dat Nederland verlost
van de heerschappij der Kust. Reeds 28 jaren geleden waren et
eerste kamer stemmen opgegaan 0111 onze bezittingen op de Kust rl
dragen. Die spreker was voor minnelijke schikking bij internatiom
schillen. Zijns inziens had Engeland op menig punt grievendie lt
doen gelden. Hier was de gelegenheid gegeven menig verschilpunt 11
eenige opoffering uit den weg te ruimen en menig gevaar, dat ziel e
voorgedaan of nog dreigt, af le wenden. Eene verwerping der In
zou bij Engeland achterdocht verwekken nopens onze bedoelingen e
onaangename stemming doen geboren worden, waardoor de geschil
plaats van opgeruimd, met verdubbelde kracht zouden herleven. 1
voortzetting.
c
Wij vernemen, meldt het D. r. 's Gr., dat onder de bruidsgeschj
aan 11. K. 11. prinses Maria aangeboden, er een voorkomt dat» j
eigenaardigheid vermelding verdient. Een der dames van de hol hos
namelijk, heeft daartoe een overigens prachtig opgemaakt vuursclien
vaardigd van paauwenvederendie zij reeds sedert geruimen tijd le
met dat doel op het huis de l'aauw had opgezameld.
»IITI-:.\LAM)SCIIK momiïTKN.
naar
E X E S, .V I».
LONDEN5 Julij.
De voordragt der regering tot verbetering van de inrigting der
magt is door het lagerhuis ten derden male gelezen en definitiefaanged
met eene meerderheid van 58 stemmen, namelijk 289 legen 231.
FRASKHIJK.
Het Journ. des T)éb. zegt omtrent den uitslag der verkiezingen!
Parijs is de uilkomst van dien aard dat de hoofdstad ditmaal gezeei
worden degelijke onderpanden van verknochtheid aan de zaak van ordeti
gegeven le hebben. Een ander voorkomen hebben de gedane keuzen
meeste departementeneen beoordeelaar van conservative rigting en in
moedige stemming zou schier geneigd zijn te zeggen dat thans dt
vincie, niet de hoofdstad, het verwijt van onbezonnenheid en roekelofr
verdient. Zeker is hel dat de republikeinschc candidaten bijna overal
departementen de meerderheid hebben verkregen; doch bel is nog niet
zeker, tot welke kleurschakering de gekozen republikeinen belmoren,
onder hen zijn die belmoren lol eene meer of min roode fractie. Intusa
is er een verblijdend feil, hetwelk bij de verkiezingen van 2 Julij in lie!
springt, namelijk dat de Bonapartistenpartij eene zwareeene volledige«1
laag heef! geleden. De Constitutioneel meent dat het niet zoo zeer I'