staannaaiiwelijks kentzal alzoo meer aan liaar doel kunnen beantwoor
den, en. mogt het eens weer gebeuren, beter vertrouwd bij de gevangenis
sen kunnen op post staan.
- Men meldt uit 's Hertogenboch: Het water is bier weder tot een
onrustbarende hoogte gewassen; een gedeelte der gronden rondom deze stad
aan de zijde van den Dongen en Vugt zijn weder diep ondergeloopen; de
polderdijkendie dreigen overstroomd te wordenworden met kracht voor
zien en opgehoogd; honderden handen worden daartoe op dit oogenbltk
gebezigd. Het vooruitzigt voor landbouwer en grondeigenaar is ongunstig.
De tweede kamer heeft in de zitting van den \7iea Maart jl. besloten
aan den minister van oorlog inlichtingen te verzoeken omtrent vijf aan haar
gerigte adressen van de kamers van koophandel en fabrieken te 's Hertogen
bosch, Arnhem, Veghel, Groningen en Leeuwarden, houdende verzoek dat
bij de leveringen ten behoeve van liet rijk alle hevoorregling of monopoliën
zullen worden geweerd. Hieraan voldoende, acht de minister het noodig al
dadelijk te doen kennendat er nimmer een monopolie beeft bestaan ten
aanzien van leveringen ten behoeve van de corpsen van het leger; ieder
fabrikant of koopman, die goede waar legen redelijke prijzen levert, kon
vroeger, zoowel als tegenwoordig, tot de leveringen mededingen.
Aanleiding tot het indienen van het adres van de kamer van koophandel
te 's Hertogenbosch, waaraan de overige genoemden hunne adhaesie hebben
geschonkenheeft gegeven een lot die kamer gcrigt adres van de firma J.
de Itooy Jr. aldaar, daarbij bezwaren mcdedeelende, opzigtelijk de toen uit
geschreven herbesteding van schacots. met, zooals zij vermeende, de beper
kende bepaling «-dat alleen zij toegelaten zouden worden, die werkplaatsen i
hebbenw aar dergelijke voorwerpen vervaardigd worden." In verband met
de in de tweede kamer in de zitting van 24 December 1870, door den toen-
maiigen minister, verstrekte mededeelingenveronderstelde gemelde firma dat
door de voorgeschreven bepaling: "dat bij de mededinging alleen zouden
worden toegelaten zij. die bekend zijn als bezittende de vereischte be
kwaamheid en gegoedheid om het aangenomene naar belmoren te volbren
gen hare aanbiedingen bij de toewijzing der levering van schacots zouden
worden ter zijde gelegd, en dit niettegenstaande zij meende aan de gestelde
voorwaarde te voldoen. Aan den eischnopens bekwaamheid en gegoedheid der
mededingende gegadigden en hunne borgenwerd in navolging van de opvat
ting daaraan door de vereeniging van en voor Nederl. industriëlen, bij haar
tot de tweede kamer gerigl adres van 17 Dcc. 1870 gegeven, door de ver
melde firma, eene beleekenis gehecht, die daarin echter niet is gelegen. De
bewoording toch komt in de voorwaarden niet in dien zin voor, dat daaruit
moet worden verstaan, dat alleen gevestigde fabrikanten van de hier bedoelde
voorwerpen niogten worden toegelaten tot de inschrijvingmaar wel dat
de inschrijver moet kunnen aantoonen, dat hij bij riagte is de aan te nemen
levering naar eisch te volbrengenen hem alzoo de hocndanlgheden
moeten eigen zijn. welke de bekwaamheid geven om met het rijk over
eenkomsten te sluitendie regtsgeldig zijn. Het daaromtrent voorgeschre-
vene werd door de kamer van koophandel te Hertogenbosch bestreden. Zij
acht het ongerijmd en overbodig die ei«chen te stellen. Het departement
van oorlog daarentegen acht dit wel noodig.
's GRAVENHAGE, 28 April.
Z. M. heelt vergunning verleend aan den lieer A. J. L. M. Lux, refe
rendaris bij het dep. van justitie, president van den hoofdraad der ver
eeniging van den II. Vincentius van Faulo, te 'sllage, tot bet dragen der
versierselen van commandeur der orde van den II. Gregorius den Groote,
hem door den Paus geschonken.
Volgens telcgraphisch berigt uit St. Peterburg is Z. K. H. de prins van j
Oranje aldaar aangekomen. De keizer, dc grootvorst-troonopvolger en de
grootvorsten hebben Z. K. II. aan het station opgewacht.
In de zitting van de tweede kamer van gisteren heelt de heer de
Brauw zich onvoldaan verklaard over de door de regering afgelegde verkla- j
ringen. Hij miste daarin eene duidelijke opgave van bet regeringsplan, voor
welke mededeeüng hel oogenblik thans geschikt te achten was. Hij be-
treurde het dat het kabinet het onderwerp der verdedigbaarheid zóó op den j
voorgrond had gesteld, legen welk denkbeeld hij overwegende bezwaren
had; daarbij trad bij in eene beoordeeling der zienswijze door de regering
omtrent het onderwijs, den census, de financiën en het koloniaal bestuur
aan den dag gelegd. De heer dc lloo van Alderwerell verklaarde teleurge
steld te wezen door de inlichtingen van wege de regering verstrekt. Wat
hare voornemens betrekkelijk het verdedigingswezen betrof, had hij beden
kingen tegen dc wijze waarop deze aangelegenheid zou geregeld worden;
zijns inziens ware het noodig gêweest eerst met de regeling der levende
strijdkrachten aan te vangen, en daarna de vestingwet, waarvan de indie
ning nog onzeker was, te behandelen. Geneigd om het ministerie ook in
zijne militaire plannen te ondersteunen, twijfelde hij of dit door de wijze,
waarop ten aanzien van dit vraagstuk werd gehandeld, mogelijk werd ge
maakt. De beer Fransen van de Putte leverde eenige beschouwingen over
de verschillende denkbeeldendie in den loop der beraadslaging zoo over
liet binnenlandsch als over het koloniaal regeringsbeleidalsmede omtrent
de groote vraagstukken van den dag en gewigtige gebeurtenissen dezer tijden
waren in het midden gebragt, en toonde aan waarin hij te dezen opzigte
eene andere mcening was toegedaan. Met betrekking tot dit ministerie
zeide hij dal in dc erkenning der waarheid dat de oplreding van dit be
stuur de meest rationele oplossing was van het ontstane constitutionele ver
schil, hetwelk zonder zoodanige oplossing moeijclijkhedcn moest opleveren,
voor een groot deel gelegen lag de reilenwaarom door hem en vele anderen
steun aan de regering werd geschonken. Maar, daar hij op onderscheiden
punten bezwaren bad tegen hetgeen de regering ter behandeling zou aan- I
bieden, beval hij haar aan, om, aangezien zij op eene aaneengesloten meer
derheid van stemmen moe! kunnen rekenen het aan hare aanhangers niet
te moeijelijk te maken om hunne stem ten haren gunste uil te brengen.
In de zitting van heden zijn de beraadslagingen voortgezet. De hh. van Eek
van Nispen van Sevenaer en van Voorthuysende beide eersten uitvoerig,
hebben gerepliceerd op hetgeen door sommige leden en ook door de minis
ters legen hunne meeningen was in het midden gebragt, en de door hen
aangevoerde redenen verduidelijkt. Slechts enkele nieuwe sprekers voerden
het woord. De heer Insingcr behandelde de vraag ol deze regering in staat
is dc materiele belangen des lands te bevorderen, welke materiele belangen
en de materiele welvaart de grondslagen der hedendaagschc maatschappij
uitmaken. De regering moest daarin zoo veel mogelijk passief zijn en alleen
tusschcu beiden treden, als de particuliere krachten te kort schieten. Maar
wat de regering vooral in het oog moet houden, was. dat zij zich ont-
houde, om openbare werken te belemmeren, of door te hooge eischen te
stellen, den particulieren ondernemingsgeest te fnuiken. Morgen dupliek
der ministers.
iujri:LAMsi111; iii-;111c.TI-;,N
EKtiELAID.
LONDEN27 April.
De processie van de werklieden in lucifers, die dezer dagen door de
policie werd uiteengedreven, bestond, naar men nader verneemt, ongeveer uit
10000 personen, waaronder eene menigte meisjes van 13 tot 20 jaren. De
optogt ging vrij geregeld; er hadden geene baldadigheden plaats. Tweemaal
wilde de policiemagt den optogt tegenhouden, maar zij werd op zijde ge
drongen. Op de nieuwe Thames-kade nam echter de policie eene meer door
tastende houding aan. Van weerszijden vielen slagen; één agent werd ge
wond, een andere bijna in de rivier geworpen. Ten slotte bleef echter de
policie meester van het terrein. Desniettemin gelukte het toch nog aan een
bende van ongeveer 3000, de Westminster Hall binnen te dringen, uit welke
zij, niet dan met moeite, door een sterke afdeeling policie verdreven werd.
Algemeen klaagt men dat in deze de policie wat ruw is te werk gegaan.
FRAK KR IJ K.
In eene mededeeling van den heer Thiers aan de prefecten, zegt deze
dat er nabij Bagneux hevig is gevochten. De opstandelingen, vernomen
hebbende dat in Bagneux barricaden werden opgeworpen, tastten dat dorp
aan, eerst met 200 man. die in verwarring op de vlugt geslagen werden;
vervolgens met eene tweede kolonne van 1000 man en een kanon. Dè
kleine bezetting, uit twee compagniën van het 4ö"e reg. bestaande, liet de
opstandelingen tot op eenen afstand van 300 meters naderenen joeg ze
toen met een moorddadig vuur op de vlugt. De weg was met hunne dooden
bedekt. Later wilden zij den strijd hernieuwen, en rukten zij aan, eene
voorhoede onder de leiding van eenen sergeant vooruit zendende. Dc tirail
leurs van het 70"' reg., die in hinderlaag gelegd waren, ontvingen deze
voorhoede met zooveel nadruk dat zij vernietigd werd; de sergeant en zijne
manschappen werden gedood; de roodc vlag. met welke zij aanrukten,
viel in handen der troepen.
Het door twee bataillons der opstandelingen bezette dorp Moulinaux is
door 300 man, waaronder 100 matrozen, aangetast en, nadat de vijand
daaruit verdreven was, bezet. De troepen hebben 25 dooden en gekwetsten
verloren; het verlies der opstandelingen was veel aanzienlijker. De batte
rijen gaan voort met het beschieten van het fort Issy en van de andere
stellingen der opstandelingen.
-- De Commune meldt: Daar er sedert eenige dagen verzekerd werd dat
dc noorder- en ooster-forten door de Duitsche troepen ontruimd en welligt
aan het leger van Versailles overgeleverd zouden worden, meende de bevel
hebber van Vinccnnes de wallen dier sterkte met eenige kanonnen te moe-
ten doen wapenen. Daarop is dc Commune gisteren namens den bevelheb
ber van het eerste Duitsche legercorps uitgenoodigd lot strikte inachtneming
der vredes-preliminairen. Dientengevolge zijn de bastions van Vincennes
dadelijk weder ontwapend.
Te Parijs neemt het aantal bataillons der nationale garde, dat weigert
aan de Commune te gehoorzamen, toe. Op nieuw zijn drie bataillons ont
bonden, namelijk het 18J'. l!)'lc en 20"', terwijl eenige andere geweigerd
hebben dienst op de wallen te doen. De Commune heeft het raadzaam
geacht de rue Montmartre op militaire wijze te bezetten.
Te Verdun, eene stad die in den oorlog dapper weerstand aan de
Duitschers geboden en zware verliezen geleden heeft, is door bijdragen van
rijken en armen eene aanzienlijke som gehls bijeen gebragt om het bewind
de krijgsschalting aan Duitschland Ie helpen betalen.
P KUIDüGN.
I BERLIJN. 27 April.
Het ontslag der landweer, zegt de l'rov. Corr., waartoe door den
keizer kort na het sluiten der vredespreliminairen bevel was gegevenheelt
ten gevolge der latere gebeurtenissen in Frankrijk niet dadelijk zoo volledig
uitgevoerd kunnen worden, als de bedoeling was. Echter is de regering
er op bedacht, om in het belang van den landbouw, van de burgerlijke
bedrijvigheid en van dc betrokkene huisgezinnen, ook de laatste hinderpa
len, welke het ontslag van een deel der landweermannen nog belelteden,
onverwijld uit den weg te ruimen.
i Naar men verneemt zal er een gedenkpenning worden geslagen ten
behoeve van allen, die aan den oorlog hebben deelgenomen. De kosten
i zullen 250,000 tb. beloopen.
Dc A'at. Zeit. deelt mede, dal dc twee stedelijke ziekeninrigtingen al
hier, uitsluitend bestemd tot het opnemen van lijders aan pokken, geen
beschikbare ruimte meer hebben. Zoo lang die toestand duurt, zullen de
lijders in hunne woningen verpleegd moeten worden. Men vreest dal deze
j maatregel zeer nadeelig op den algemeenen gezondheidstoestand zal werken,
door l;et bevorderen van de gelegenheid tot het overbrengen der besmetting.