wezenlijken. Hij kan nn nog niet weten, hoe ver hij zon kunnen gaan. hij moet eerst de behoefte overzien. Hij hoopt bevonden te worden een man te zijn, die niet houdt van veel beloven, maar van veel doen. De minister van koloniën trad in uitvoerige beschouwingen over den toestand van het financiewezen onzer Oost-Indische bezittingenhetwelk niet zoo ongunstig was als door sommigen was voorgesteld; hij zette daarbij zijne gedachten uitée'n omtrent de wijze, waarop zijns inziens in den toestand van de be doelde gewesten verbetering zou kunnen worden gebragt. Nederland en Indië waren één met wcderkeerige behartiging van beider belangen cn ont wikkeling van welvaart, cn daarom had hij nooit bezwaar gemaakt om de Indische bijdragen aan de Nederl. schatkist toe te wijzen en hij zon dit ook nu niet doen. Maar men moet de eischen hier niet te hoog stellen en op de behoeften in Indië letten. Wilde men de bijdrage nu noemen sluitpost, vaste bijdrage of rentepost; het was hem onverschillig; Nederland had er regt op. mits nooit uit het oog worde verloren dat, wat er ook zij van de betrekking tusschen Nederland en Indië, men moet bedenken, dat de belan gen van Indië jaren lang achteruit gesteld zyn en dat in vele behoeften moet worden voorzienzoodat de overschotten boven de bijdrage in den regel ten behoeve van Ned. Indië zullen moeten worden aangewend. Voorts kon hij mededeelen dat, zooals het met de financiën van Nederland thans gesteld is, eene spoorwegleening niet noodig zal zijn of tot slechts luttel bedrag. Maar daarom ook moest aan Java gegeven worden wat aan Java toekomt. Was het noodig, dan zou hij ook niet terugdeinzen, verhooging van lasten in Indië voor te stellenen deelde mede dat men reeds druk be zig was met de verbetering der bronnen van inkomst, zoo zelfs dat de minister gew aarschuwd heeft tegen overdrijving. Hij hoopte bij de koloniale begtooting voor 1872 nadere inlichtingen en mededeelingen te kunnen geven omtrent al deze punten. Nadat de minister van justitie de aanmerking zijn departement betredende korlelijk beantwoord, en onder andere te kennen gegeven had, dat binnenkort een wets-onlwerp betredende de artt. 415 en 416 van den Code Pénal kon worden te gemoet gezien, ontwikkelde de lieer Moens de bezwaren die hij tegen de begrooting van het dep. van oorlog had, waaraan hij zich bezwaard zou achten zijne stem te geven. De heer de Ruiter Zylker sprak een woord van lol ten behoeve van het afgetreden ministerie; hij verklaarde daarbij in vele opzigten sympathie voor dit minis terie te koesleren; maar ook bedenkingen daartegen te hebben, vooral met betrekking tot de voorgenomen hervormings-plannen op militair gebied. Op eene deswege door den heer van Sijpesteyn gestelde vraag gaf de minister van koloniën, met het oog op het onlangs ingediende verdrag met Groot- Brittannië betrekkelijk den afstand der Kust van Guinea, de verzekering dat dit onderwerp geheel op zich zelf. en niet in verband stond met de uitvoering van een beweerd voornemen om improduclive koloniën af te staan, waarvan nimmer de rede was geweest. De heer van Knyk w.enschte om trent de voornemens van dit bewind te worden ingelichtvoornamelijk verlangde hij te weten of de minister van financiën eene inkomsten-belas ting zou indienen, en in eene volgende zitting eene hervorming van het belastingstelsel zou ondernemen. In de zitting van heden zijn de beraadslagingen voortgezet. De heer H«y- denryck heeft zijne gisteren reeds aangevangen rede voortgezet. Hij be weerde dat de heer Thorbecke au fond eensgezind is met de geavanceerde liberalen, maar in de praktijk was hij meer bedaard en kalm; zijne staat kunde was echter niet in den vrijzinnigen geest der grondwet en overeen komstig den aard des volks Hij keurde het af dat de regering niet met hare plannen voor den dag kwamaan vrees voor de verkiezingen kon hij dit echter niet toeschrijven. De heer Rutgers verdedigde de zienswijze van het kabinet, vooral wat betreft den census: eerst belasting-hervorming en dan census-verlaging. Hij noemde zich een tevreden liberaal, in den zin van vertrouwen en toezien. Voorts voerden nog het woord de Brauw, de Roo van Aldcrwerelt en Fransen van de Putte. De bh. Heemskerk Az. en van Wassenaar Catwyck traden in repliek. Morgen voortzetting. IUJIT E N L ANDSGIlE BGUIf.TEN ENGELAND. LONDEN. 20 April. In het lagerhuis is de regering bij de discussie over hare financiële voorstellen ter naauwernood aan eene nederlaag ontkomen. Een lid van de liberale partij, de heer White, stelde voor te verklaren: «dat de voorgedra gen belasting-verhooging lasten aan het volk zou opleggen, voor welke geene genoegzame regtvaardiging in de bestaande tijdsomstandigheden te vinden was." Dit voorstel werd. na eene langdurige discussie, in den loop waarvan de heer Gladstone vooruitzigt op eenige wijziging van het voorge dragen budget gaf, verworpendoch met eene meerderheid van slechts 27 stemmen. In het arsenaal te Woolwich hebben, ten gevolge van eene belangrijke vermindering der werkloonen, ongeregeldheden plaats gehad onder de kna pen en meisjes, die de Boxer Sniderpatronen vervaardigen. Er is vrij aan zienlijke schade toegebragt aan machines en gereedschap. Omtrent vijftig der meest oproerigen zijn weggezonden. Volgens hier uit de Kaapstad ontvangen berigten was de gouverneur der Kaapkolonie in de diamant rijke landstreek van het binnenland aange komen; ook had hij een bezoek aan den Oranje-Vrijstaat gebragt. Het ge schil omtrent het oppergebied over de diamanlrijke landstreek, hetwelk de Zuid-Afrikaansche republiek cn een aan Engeland onderdanig Katlerhoofd elkander betwisten, zou denkelijk door inroeping eener scheidsregterlijke uitspraak worden beslecht. De opbrengst van de diamantdistricten was in de afgeloopen maand iets minder in aantal, maar ongelijk veel grooter in waarde dan in de voorafgaande. Veertien dagen geleden werd er een diamant van 92 isf6 karaat zwaarte gevonden, van onberispelijken vorm cn hel allerzuiverste water. De vijf personen, die met elkander het eigendoms- regt op dat prachtig gesteente deelen, vleijen zich ieder 10000 rijker te zijn geworden. Maar hoe kostbaar die vond ook was, heel kort daarna is er een steen opgegraven van niet minder dan 107% karaat, de grootste, die tot nog toe aan het licht gekomen is. Ook aan dezen steen worden voortreflèlijke hoedanigheden toegeschreven. liet dorp Victoria West is door een zware ramp bezocht. In den avond van 27 Febr. had in de nabijheid een wolkbreuk plaatsdie eene ontzet tende vernieling heeft aangerigt. Vreesselijk was de verwoesting. Verschei dene huizen werden eensklaps van hunne grondvesten gerukt, cn met al de bewoners cu den eanschen inhoud door de golven medegesleept. Ontzettend was hel verlies aan menschcnlevcns. Sommigen kwamen in de golven om, anderen werden door de invallende huizen verpletterd; en enkelen, die er het leven afbragtcnwerden op min of meer ernstige wijze gekwetst. Op den dag na de ramp werden niet minder dan 34 lijken van kleurlingen, en op nog een dag later 18 blanken aan den schoot der aarde toevertrouwd, te midden van het hartverscheurend snikken cn kermen der achtergeble venen die zich op eens van zoo velen hunner dierbaarste betrekkingen be rooid zagen. Victoria is een ruïne; bet doode vee in het dorp moest met karren worden weggeruimd, i Berigten uit Shanghai melden dat de Chinesche regering eene depêche heeft gezonden aan de vreemde ministers, waarin zij verlangt dat de scho len voor jonge meisjes opgeheven wordenen dat men geen onderwijs meer geve strijdig met de leer van Confucius en de godsdienstige begrippen der Chinezen. Voorts geeft zij kennis dat alle zendelingen, met uitzondering van die in de traclaat-havens. zullen beschouwd worden als Chinesche onder danen dat geene vrouwen tot de godsdienstoefeningen zullen worden toege laten, en dat. zoo er in het vervolg weder zendelingen vermoord mogten wordendeswege geene vergoeding zal worden gegeven. FRAN HIK IJ K. liet bewind te Versailles verklaart dat het zijne aanstalten en toebe reidselen voltooid heeft, en de generaals der Commune toonen door hunne jongste stappen, dat zij het naderende gevaar begrijpen. Het tooneel des strijds bewesten de stad is allengs van de Seine vooruit gebragt tot aan de linie van fortificatiën. De opstandelingen zijn achteruit getrokken tot eene nieuwe lijn van defensiewerkenen wachten aldaar den beslissenden aanval af. Vóór zich hebben zij de hoofdmagt van het leger van Versailles; op de regter flank worden zij bedreigd met cenen aanval uit Saint-Onen over Clichy. cn op de linker flank door troepen, van Suresnes over de Seine trekkende naar Puteaux. De uitslag van dezen laatsten strijd builen de vestingwerken is niet twijfelachtig; de opstandelingen zullen binnen Parijs moeten wijken en de omwalling aan het leger moeten prijs geven. Dan is er binnen Parijs eene revolutie te verwachten; maar de loop daarvan laat zich niet vooruit zien. De nationale garden verliezen dag aan dag honderden uit hun midden in de gevechten tegen de troepen van Versailles. Dr. Russell schrijft uit Versailles, dat de slagting werkelijk bijzonder groot is. De generaals der oproerlingen zijn moedig en volhardend genoeg, doch hun volmaakte onbe kendheid met het krijgswezen en met krijgslisten doet hen een menigte bloed nntteloos verspillen. De Liberie meldt dat Assy, de bekende leider van de Fransche afdee- ling der Internationale, van zijne reis naar Belgie te Parijs is teruggekeerd. Hij heeft Bergen, Charleroi en andere plaatsen van Belgie bezocht. Het doel zijner reis moet geweest zijn, om de mijnwerkers in die streken lot opstand te brengen. Maar die pogingen moeten niet geslaagd zijn. Het officiële blad van Versailles zegtHet Parijsche dagblad Affranchi zegt dat de kas der Commune door bekwaam beheer en door de oneindig rijke hulpbronnen der stad Parijs, in ecnen zeer voldoenden staat is; en hel i voegt daarbij«Niettegenstaande de krijgsuitgaven en de afneming der ont- vangsten, bereiken deze laatste, het is schier ongelooflijk, nagenoeg de j hoogte der uitgaven; zij blijven slechts zeven of acht millioen fr. per maand daarbeneden; doch dit tekort is eene beuzeling in het budget eener stad als Parijs". Een tekort van acht millioen per maand, zegt het officiële blad, dat is van 96 millioen fr. in het jaar. wordt eene beuzeling, eene nietig- beid geheeten! Doch de financie-mannen in Parijs zijn nog maar korten I' tijd bij dat vak werkzaam geweest; denkelijk bestaat er in hun hoofd ver- warring tusschen het budget van Parijs en het budget van Frankrijk. -- Thans nu het Dnitsche leger in Frankrijk zoo weinig te doen heeft, 1 en vele manschappen zich daar ten hoogste vervelenhoort men klagten over onmatigheid der soldaten. Hier en daar hebben dientengevolge reeds botsingen met de inwoners plaats gehad. P R U IS S K N. BERLIJN. 26 April. Bij den bondsraad is het voorstel aanhangig gemaakt tot het stichten van een Duitsch parlementsgebouw. Naar het voorloopige plan, zal bet gebouw worden opgerigt in de Wilhelmstrasse, op een terrein hetwelk aan het Duitsctie rijk behoort. Volgens de gemaakte bestekken, zou het noodig zijn nog een gedeelte van het aangrenzend terrein aan te koopen. De kosten van den bouw zijn geraamd op 725.000 th.; men is van gevoelen dat voor die som een parlementsgebouw kan worden gesticht, overeenkom stig met den hoogen rang der vergadering, welke daarin haar zetel zal vestigen. In den loop van den eerstvolgenden zomer zal met den bouw een aan vang worden gemaakt en binnen twee jaren zal het geheel worden voltooid, Dezer dagen is medegedeelddat de Zweedsche regering aan de Duitsche het voornemen heeft te kennen gegeven, dat zij bezit wenschte te nemen van Spitsbergen en omliggende eilanden. Daarop moet het volgende antwoord door den rijkskanselier zijn gegeven: dat de Duitsche regering geen bezwaar ziet in het voorgenomen plan, onder voorwaarde, dat de inbezit neming geenerlei hinder te weeg brengt in de Duitsche scheepvaart en de robbenvangst in die oorden, zoowel in de omringende wateren als op de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2