-Aan den lieer jlir. nr. J. F. van Ilumalda van Eysinga is. op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als substituut-griffier bij liet prov. gercgtsliof in Friesland; voorts zijn benoemd; tol substituut-griffier bij hel prov. ge- regtshof in Friesland de heer mr. S. van llaersma Buma. thans substituut griffier bij de arrond.-reglbank te Snceklol substituut-griffier by de arrond.- regtbank te Sneek de heer mr. L. U. de Sitter, advocaat te Groningen. De officier van administratie le kl. J. C. L. K. van Wely is geplaatst bij het kon. instituut voor de marine le Willemsoord. Z. M. de koning is gisteren avond uit Leiden in de residentie terug gekeerd. alwaar Z. M. bij Z. K. 11. prins Alexander het middagmaal heeft gebruikt. De hoogleeraar van der Boon Mesch was onder de genoodigden. Men verzekert dat bij 1111. MM. den koning en de koningin het voor nemen bestaat, om spoedig na Paschen, waarschijnlijk den lldcn April, het gewoon jaarlijksch bezoek aan Amsterdam te brengen. De generaal baron von Langeiiau. Oostenrijksch gezant bij bet Neder- landsche hof, heeft gisteren de residentie verlaten, om zich voor drie maan den naar Weencn te begeven. De legatieraad baron von Turckheim zal als zaakgelastigde het gezantschap waarnemen. Naar men verneemt zal de tweede kamer der staten-gencraal Dingsdag 18 April aanst. hare werkzaamheden hervatten en dan spoedig in behande ling nemen de definitieve staatsbegrooting voor den jare 1870. Een aantal hoofd- en verdere officieren, die bij de laatste promotie bij het leger zijn bevorderd, zijn heden bij Z. Exc. den minister van oorlog ter audiëntie ontvangen. De commissie, belast met de opneming der aanval- en verdedigings werken le Parijs, onder de leiding van den generaal-majoor der genie graaf van Limburg Stirumis in deze residentie teruggekeerd. Blijkens het eindverslag der commissie van rapporteurs over het wets-ont- werp tot definitive vaststelling der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1871, hoofdstuk VI (departement van marine), verklaarden, bij de overweging van dit wets-onlwerp, verscheidene leden op nieuw, in hel tegenwoordig hoofd van het departement vertrouwen te stellen en geen overwegend be zwaar te zien in de door hem voorgestelde begrooting, die, onder de be staande omstandigheden, niet als te hoog kon worden beschouwd. Anderen deelden niet in dit gevoelen. Zij deden opmerken, dat het eindcijfer der tegenwoordige begrooting dan toch weder een ton gouds hooger was dau die voor 1870. Huns inziens was het materieel der marine, gedurende de laatste jaren, niet in evenredigheid tot de daaraan bestede aanzienlijke geldsommen toegenomen. Zij toonden zich dan ook weinig geneigd, den minister op den tot nu door hem gevolgden weg te steunen. Het had hen bevreemd, dat die bewindsman, na met den minister van oorlog van het vorig kabinet homogeen te zijn geweestthans scheen in tfr stemmen met een opvolger, die, voor zoover zich dit tot nu toe beoordeelcn laat. een ander systeem van defensie voorstaat. Enkele leden in eene der afdeelingen voegden er bij, dat zij van de slotzinsneden der memorie van toelichting tot de tegenwoordige begrooling met leedwezen kennis hadden genomen. Bij de beraadslaging over de wet op de militaire akademie had de minister van marine beweerd, dat het reglement van hel maritime instituut te Willemsoord zeer goed werkte en ook op grond daarvan regeling van het onderwijs aldaar bij de wet afgewezen. Thans sprak hij niet slechts van de plaats gehad hebbende nieuwe regeling van de opleiding der adelborsten bij kon. besluit, maar wees daarop als op een bewijs, dat hij tot eeue regeling bij de wet niet had kunnen besluiten. Ofschoon er onder deze leden waren, die niet met eene regeling van het militair onderwijs bij de wet waren ingenomen, meenden ook zij, dat in de bedoelde verklaring een bewijs lag van gemis aan homogeniteit onder de leden van het tegenwoordige kabinet en tevens van gemis aan overeenstemming met een aanmerkelijk deel der kamer. Men moest toch bij het kabinet, even als bij vele leden der kamer, het bestaan der overtuiging onderstellen, dat wettelijke rege ling van het militair onderwijs door de Grondwet wordt gevorderd. In een paar afdeelingen werd teruggekomen op de goedkeuring, in het voorloopig verslag geschonken aan de kalme en spoedige wijze, waarop in den afgeloopen zomer de wapening onzer oorlogschepen heeft plaats gehad. Eenige leden meenden, dat op dien lol wel wal is af te dingen. De hier bedoelde oorlogschepen mogen met spoed in dienst zijn gesteld, meer en meer is gebleken dat aan uitrusting en inwendige betimmering, zelfs nadat zij zes weken lang bemand waren, vrij wat ontbrak; terwijl ook sommige der in dienst gestelde schepen, bij gebrek aan voldoend machine-personeel, niet onder stoom konden blijven. Men wilde voorts den minister gevraagd hebben, of hij, na de thans verkregen ondervinding, vertrouwen stelt in oorlogsbodems, met zeemiliciens bemand. Enkele dezer leden gevoelden zich te leur gesteld, dat, na het vroeger deswege verhandelde, het houden van gezamenlijke oefeningen der zee- en landmagl onder de laatste buitengewone omstandigheden, in 4 der memorie van toelichting zoo onbepaald afgewe zen en als verkeerd voorgesteld wordt. Zij wezen tevens op hel daar voor komend gezegde: «liet stoomen met volle kracht van onze oorlogschepen voorbij de kustbatterijen heeft, gelijk te voorzien was, bewezen dat zij van haar vuur niet veel te lijden hebben." Indien dit gezegde, gelijk men moet aannemen, volkomen juist is, bewijst dit dan iets anders, dan dat de kust batterijen, ofschoon met zwaar geschut gewapend, niet aan het doel beant woorden En moesten die batterijen niet zoodanig worden ingerigt en gewapend, dat voorbijvarende, vijandelijke oorlogschepen wel van haar vuur te lijden hadden. Deze redenering bleef in de commissie van rapporteurs niet zonder tegenspraak. ITU I TKi\ LA IKSLIlL HLülLTK.Y SI E L, Cl I E. De .Woniteur meldt het volgende betreflende de veelyphus: Niettegen staande alle voorzorgmaatregelen is de besmettelijke veelyphus de provincie Henegouwen binnengedrongen; hetgeen trouwens te verwachten was, dewijl zij aan de grenzen dier provincie, in hel Fransche departement du Nord, op vele plaatsen aanwezig is en blijft. In het meerendcel der gevallen van veepest, hier te lande in den laalslen tijd opgemerkt, was de smetstof door menschen overgebragten bepaaldelijk door veehandelaren. De overheden J zijn dan ook van regeringswege aangemaand tot handhaving der bepaling dat veehandelaren, die een met veepest hesmet land bewonen of bezoeken, hun bedrijf niet mogen uitoefenen in ons land. De Fransche kooplieden moeten van onze veemarkten en veestallen geweerd worden. K X ti K Ij A X B. LONDEN. 29 Maart. De koningin, vergezeld door den prins van Wallis, heeft in tegenwoor digheid van vele hoogaanzienlijke personen het ter gedachtenis van wijlen 1 haren gemaal, prins Albert, gestichte gebouw voor kunsten en wetenschap- pen geopend. Het door het lagerhuis aangenomen wets-voorstel ter opheffing van het verbod der huwelijksverbindlenis tusschen eenen weduwenaar en zijne schoon zuster, is door het hoogerhuis met 97 tegen 71 stemmen verworpen. Tot groote ergernis van vele warme voorstanders der liberale begrippen volhar den de leden onverzettelijk in hunne tegenkanting tegen die verandering. De republikeinen bier ter stede hebben op nieuw eene bijeenkomst ge houden, die ongeveer door 1500 personen werd bijgewoond. Men heeft besloten tot de oprigting eener republikeinsche club le Londen. FRAN KR iJ K. De door het ccnlraal-comité uitgeschreven verkiezing in de hoofdstad heeft plaats gehad onder den indruk van valsche berigtendie de boven drijvende partij, met navolging van vroeger zoo scherp gelaakte kunstgrepen had doen verspreiden. Zaturdag avond verscheen de Kour. Rip.met de volgende berigten. zoo gedrukt dal zij een iegelijk in het oog moesten springen"De vergadering te Versailles heeft den hertog van Aumale tot algemeen sledehouder des koningschaps benoemd. Zij wraakt de gisteren op haren naam alhier getrollene schikking. Zij roept de provincie te wa pen tegen Parijs, terwijl zij de banier des opslands tegen het souvercine volk opsteekt. Doch de provincie beantwoordt die oproeping met eene ge meentelijke revolutie in Lyon, in Marseille, Toulouse, Draguignan. Gre noble en Besancon; en dit is nog maar het begin: er zullen wel meer steden volgen." Bij de stemming hebben de oud-maires en adjuncten de zege behaald in 4 of 5 arrondissementen: in 4 of 5 andere zijn de stemmen verdeeld en in 10 of 11 heeft het centrale comité eene beslissende overwinning behaald. De kiezers hebben weinig lust aan den dag gelegd om te stemmenen wel in de eerste plaats omdat zij de overtuiging hadden, dat er volstrekt geen overeenstemming bestond tusschen de inaircs en het centraal comité; voorts omdat die overeenstemming evenmin bestond tusschen de Parijsche deputatie en het comité, en omdat de verkiezingen niet in elke mairie geschiedden onder het toezigt van de balailious van het kwartier, maar onder dat van vreemde bataillons. In het officiële blad van het Parijsche bewind wordt gezegd dat de com mune thans, na den afloop der verkiezingen, in de plaats treedt van het centrale-comité, en eene andere taak dan dit zal hebben; dat zij in de eerste plaats de inrigting van het stedelijk bestuur moet regelen dat zij te dien einde eene stedelijke constitutie, als het charter van de gemeentelijke vrij heid, moet maken, en in overleg met de andere zich zelve besturende sle den des lands, de algemeene volksvertegenwoordiging moet nopen dat charter te eerbiedigen; dat enkel onder beding daarvan de in opstand ge komen stad weder hoofdstad zal willen worden. De dagbladen geven over bet algemeen hunne ontevredenheid en afkeu ring te kennen over den loop van zaken te Parijs, maar stellen dit vooral op rekening van de flaauwhartigheid der nationale vergadering en van het uitvoerend gezag. In de zitting van de nationale vergadering van den 27-len, bij de be handeling van het voorstel van Louis Blanc. om het gedrag der Parijsche ntaires en hunne adjuncten gord te keurenheeft de heer Thiers het vol gende gezegd: De vijanden der kamer zeggen, dat wij een aanslag tegen de ge vestigde orde van zaken beramen. Dat is laster. Wij houden ons alleen met middelen tot reorganisatie vau Frankrijk bezig. De orde. ik herhaal het ten aanhoore van het gansche land. zal gehandhaafd worden. Geen der partijen zullen wij misleiden. Wij zullen geen maatregelen voorstellendit de eene partij opolfert aan de andere. Aan hen, die beweren dat wij werk zaam jzijn om de monarchie te herstellen, geef ik openlijk en plegtig een démenti. Zij. die ons beschuldigen, hebben slechts één doel voor oogen: zij willen wantrouwen opwekken en de gemoederen in voortdurende ongf rustheid houden. Nog eens: wij zullen geen enkele partij misleiden. Toei wij aan bét'bestuur zijn gekomen, had het land een republikeinsche rege ring. Wij hebben bij de aanvaarding van het bestuur met dat feit rekenin; gehouden, en in dat feit zullen wij geen verandering trachten te breng» Ik zweer het voor God en de menschen. Zij, die het tegendeel volhoud» liegen. Handhaving der orde en reconstructie van het landziedaar oü eenig streven. De overwinning is verzekerd aan hem, die met verstande beleid handelt. Frankrijk zal met zijne onvergankelijke grootheid de tegen woordige beproevingen te boven komen. Wij willen de verzoenende staf pen niet belemmeren; maar zoo het stelsel van moord en plundering 4 bovenhand krijgt, dan zullen wij u te gemoet voeren- Bereidt u voor,« moet gehandeld worden. Het is thans officieel bevestigd geworden dat de heer de l'Espée, prf feet van het dep. der Loire, le Saint-Eliennc in eenen volksoploop, ter»! hij de orde zocht te handhavenvermoord is. Betreffende het aftreden van admiraal de Saisset, als opperbevelhebk der nationale gardes weet men alleen, dat hij verklaard heeft, dat den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2