kogels tegelijk getroffen. Onverwijld stortte hij ter aarde, maar was daar door niet buiten liet bereik van de mitrailleuse, zoodat hij nog herhaaldelijk werd getroffen alvorens dat stuk geschut in handen onzer troepen viel. Van het slagveld op de verhandplaats gevoerd, bleek hel dat het linkerbeen i moest worden geamputeerd, maar buitendien had hij niet minder dan 32 kogelwonden. Toen de koning vernam hetgeen had plaats gehad, gaf hij bevel, dat een bekwaam geneeskundige met een paar verplegers uitsluitend ten behoeve van den genoemden luitenant werkzaam zouden zijnen hem moesten blijven behandelen, zoolang hij geneeskundige hulp zou behoeven. Door hen verzorgd en opgepast, is de gekwetste van het slagveld van le Mans herwaarts gevoerd. De geneeskundige, die hem behandelt, zegt ge gronde hoop te koetsteren, dat hij zal herstellen. Te Zurich hebben, in weerwil van de genomen maatregelen en de ver sterking van het garnizoen, bij herhaling oproerige tooneelen plaats gehad. In den avond van den 10Je" zag men talrijke zamenscholingen voor het tuchthuis, alwaar een dertigtal oproermakers van des middags waren opge sloten. De militairen hadden order zich krachtig te weren, maar niet te schieten. Het volk, dit bemerkende, begon de soldaten weg te dringen. De cavalerie rende er toen op inmaakte dadelijk ruim baanjoeg de me nigte op de vlugt en zette haar een eind achterna. Bij den hoek eener zijstraat echter hield het volk andermaal stand en begroette de ruiters met zulk een hagelbui van steenen. dat zij zich reeds gereed maakten om terug te trekken, toen er infanterie tot hulp kwam aanrukken. Deze beproefde bij het tierende janhagel schrik te weeg te brengen, door eenige schoten in de lucht af te vuren. Wel week nu ook de menigte achteruit, maar ongelukkig had een van de kogels een persoon, die uit een bovenraam het rumoer aanzag, doodelijk getroffen; en nu brak de woede op nieuw los. Het gelukte, den razenden troep uit elkander te jagen. Den volgenden nacht kwam het op de raadhuis-kade tot een bloedig treffen tusschen de cavalerie en het volk, waarbij een man uit de menigte werd gedood. Wel werden de aanvallers toen uiteengedreven, maar een uur later hadden zij zich op een ander punt weer verzameld en nu ging hel op het tuchthuis los. Het volk, altoos vertrouwende, dat de aldaar geposteerde infanterie geen vuur zou gevensloeg als dol door alles heen en begon met een storm ram op de deur te beuken, met het gevolg dat zij weldra open sprong. Nu deden de troepen nog aanvankelijk eenige scholen in de lucht, doch daar dit niet baatte, werden de geweren op de voorwaarts stormende oproerma kers gerigt. Drie hunner vielen dood neder; ecu aantal anderen werden gekwetst en nacfatrde cavalerie vervolgens er bij was gekomen, gelukte het ruim veertig personen te vatten en de overigen uileen te drijven. Het was blijkbaar dat de beweging geleid werd door agenten der société internationale. PEK TELECiKAAF. SAARBRUCKEX, 15 Maart. De keizer, de kroonprins en de prinsen Karei en Adalbert zijn heden voormiddag alhier in den besten welstand aangekomen. Zij werden door den gouverneur-generaal en de autoriteiten ontvangen en door eenc talrijke volksmenigte met geestdrift begroet. Z. M. heeft de gouden lauwerkrans, hem namens de Rijnprovinciën aangeboden, benevens het adres van hulde aangenomen; waarna dc vorstelijke personen de reis ten 12 ure hebben voortgezet. PARIJS, 15 Maart. Het Journ. Off. verklaart, tot tegenspraak der loopende geruchten, dat de gezondheidstoestand le Versailles niets te wen- schen overlaat. De dagbladen dcelen mede dat de heer Thiers er is aangekomen en giste ren een ministerraad heeft gepresideerd. Het Journ. des Déb. geeft zijne verwondering te kennen dat de autoriteit de tooneelen van Montmartre en op bet plein der Bastille sedert veertien dagen laat voortduren, liet blad noodigt den heer Thiers uit. een werk zaam, ijverig en krachtig persoon tot prefect van policie te benoemen. Montmartre heeft gisteren een doodsch schouwspel opgeleverd. Men zag er bijna niemand. Naar men verzekert is in den boezem van het comité oneenigheid ontslaan, daar eenige leden de kanonnen willen teruggeven, hetwelk door andere leden wordt tegengewerkt. Aan eene spoedige minne lijke schikking valt evenwel niet te twijfelen. FRANKFORT, 15 Maart. (6% ure Zoo even is de keizer onder het luiden der klokken, hel lossen van kanonschoten en een aanhoudend gejuich der volksmenigte in onze feestelijk getooide staddie thans ook luisterrijk geïllumineerd wordt, aangekomen. Aan het station werd Z. M. door de autoriteiten ontvangen met eene aanspraak van den eersten burgemeester en bij het binnenkomen der stad met eene toespraak namens den stedelijken raad. De versiering der stad bestaat gedeeltelijk uit eerepoorlen met toe passelijke opschriften. LONDEN. 15 Maart. Men verzekert dat zich hier ter slede eene combi natie van bankiers gevormd heeft, welke de Fransche leening voor hare rekening zal nemen, PARIJS, 15 Maart ('snamidd. half 1 ure.) De heer Thiers is gisteren te Versailles aangekomen. Uit achting voor de nationale vergadering heeft hij bepaald dal voortaan alle ministerraden te Versailles en alleen de officiële receptiën le Parijs zullen gehouden worden. Thans vertrekken weder, gelijk vroeger, daags twee posten naar Enge land, de eene des morgens en de andere des avonds. De manschappen van het leger van Parijs, voor zoo ver zij in de termen van afdanking vallen, worden heden naar huis gezonden. BERLIJN. 16 Maart. Generaal von Wrangier, adjudant-generaal van den keizer van Rusland, is, met een buitengewone zending belasthier aangekomen. POTPOURRIETJES. VIII. Amice, Sedert mijn laatste schrijven is er al heel veel gebeurd en ook gij zult u stellig met mij verheugen, dal er een einde gekomen is aan den vreeselijken oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen. Reeds meermalen hebt gij mij ge vraagd aan w elke zijde ik mij scharen zou, of voor w ien ik partij zou trek ken. Ik kan op dit punt kort zijn en u de verzekering geven dal ik mij liefst aan geen van beide zijden zou willen geschaard hebben om de dood eenvoudige reden dat ik dan ook fin het vuur" zou hebben moeten zijn. Mijne moeder heeft mij daar altijd voor gewaarschuwd en het zou een nagel aan haar doodkist geweest zijn, als ze mij om tot kanounenvleesch ledieuen, had groot gebracht. Ik blijf dus altjjd het liefst waar ik ben, maar vooral daar waar vrede heerschtwant och als men 't wel beschouwt dan is het toch zoo nietig als de menschen elkander het leven zoo bitter maken, elkan der de hatelijkste woorden toevoegen, en eindelijk besluiten om elkander zoo spoedig mogelijk "het licht uit te blazen." Wanneer gij er echter op aandringt dat ik mij zou moeten verklaren om voor een van de beide twis tenden partij te kiezen, dan zou ik dit ongetwijfeld voor Pruisen doen; niet zoozeer omdat de Pruisen nu overwinnaars zijn gewordenmaar omdat ik de zekerheid heb dat de heillooze aanleiding tot den oorlog door den ellendigen man van den 2<leD December en zijn aanhang gegeven is, waarbij nog komt dat ik de hatelijke snoeverijen en blufferijen van die Fransche windzakken die geen "duim gronds" wilden afstaan, niet best «zetten" kan. Immers in plaats van «geen duim gronds" hebben ze thans wel wat meer moeten afstaan. Of ik er geen medelijden mee heb? Neen! mijn vriend geen zikkepitje! 't Is verdiend loonIk geloof dat het een zegen voor Frankrijk isdat het eens goed uit zijne bezwijming wakker geschud wordt en waarlijk ik gun Frank rijk, dat het als 't ware gelouterd door beproevingen en ontberingen lot het besef kome dat men niet door bluf, vleitaal en snorkerijen. de sympathie der weidenkenden verwerven kan maar door degelijkheid, ernst, arbeidzaamheid. 0 ja! 't heeft ook mjjne aandacht getrokken dat zij, die aanvankelijk vóór Pruisen gestemd waren zich later voor Frankrijk verklaardenzelfs aan de dagbladen heeft men die "Changement de vue" kunnen opmerken. En waarom? Omdat men medelijden had met het lam geslagen Frankrijk, even als men medelijden heeft met een deugniet van een straatjongendie wegens zijne booze streken op gevoelige wijze door een ander wordt afgestraft, even als men medelijden heeft met een misdadiger, die door dc Politie gear resteerd en in de gevangenis geworpen wordt. In plaats van de Politie dankbaar te zijn, die ons van schoeljes en schavuiten tracht te verlossen, keert het gepeupel zich legen de Politie en tracht den boosdoener uit hare handen te bevrijden. Zóó ongeveer is de algemeenc opinie jegens de beide slrijdvoerende machten, en deze opinie is letterlijk tot eene manie overgesla gen die ons uil den Haag schijnt overgewaaid te zijnen altijd zal het mij onbegrijpelijk zijn dat er zelfs in onze voorname militaire rangen, aanhan gers van den kwajongen gevonden wordendie zich tegen de Politie keeren die tegen het verbreken van de orde en tucht, die tegen den Duitschen schoolmeester strijden willen. Doch laat ik over de verschillende gevoelens, de verschillende sympathiën niet langer uitwijden en laat het ons genoeg -zijn dat dc vrede verzekerd is en dat dit woord op aller lippen is. Och maak u niet ongerust over die schreeuwers die lot "revanche", tot een «her vatten van vijandelijkheden" aandringenof die er bevreesd voor zijn gelijk zij zeggen. Ik voor mij ben niet pessimist genoeg om in bet-sluiien van den vrede, het openen van oorlogsmanifestatiën te zien; de Pruis die Frankrijk beter kende dan de meest patriotislische Franschman zal zijne maatregelen wel zóó genomen hebben dat hij zich voor zulk een bang makerij niet uit het veld zal laten slaan. Men moge tegen het Pruisische jonkerdom en de genadige titulatuur van den Duitschen Keizer ijveren, maar bedenkt men wel dat dezelfde verschijnselen die velen zoo afkeuren en gis pen. ook hier bij ons gevonden worden? bij ons waar men zoo van vrij heid droomt en spreekt Beslaat er ook bij ons geen ellendig jonkerdom Zijn zij niet steeds de bevoorrechten die neefjes van ministers en andere hooggeplaatste personen zijn, onverschillig of ze veel of weinig verstand hebben, en noemt zich ook niet onze koning «bij de gratie Gods?" welnu ook wij kunnen ons b. v. «bij de gratie Gods" lid van het matigheids genootschap of eenige andere club laten noemen als we ons daarmede ainu- seeren willen en kunnen. Dat zijn nietigheden waarover men lachen, maar zich niet boos maken moest! Hetzij dat een koning zich «bij de gratie 1 Gods" of «bij de gratie des volks" laat noemen hij is en blijft dezelfde bij is en blijft een mensch even als wij allen, met dit onderscheid dat de koningen langer armen schijnen le hebben zooals men mij ten minste wel eens verzekerd heeft. Maak u daarom nooit «dik" om eene nietsbeduidende titulatuur: of is liet geene dwaasheid, iemand welgeboren, edilgeboren hooggeboren, edelgesireng, hooggeleerd en wat dies meer zij, te noemen? Men moest eerst bij en in zich zeiven dergelijke onzinnige titels en quasi- waardigheden afschaffen, voordat men zich aan de daden en handelingen van anderen ergert! Ik heb echter nog iets meer op mijn gemoed en be schuldig u van de grootste inconsequentie indien gij het Pruisische mili tarisme verfoeit, dat u in vele opzichten van uwe individuele vrijheid berooft terwjjl gij met het oog op de vaccine bij de thans heerschende pokken- j epidemie een nog veel strenger dwang van Staatswege, op de in gezelenen zoudt willen uitgeoefend zien, die óf uit gemoedsbezwaren óf omdat zij het zich bewust zjjn dat de vaccine niet voorbehoedend is, weigerenzich zeiven of hunne kinderenaan die operatie te onderwerpen. Ik voor mij respec teer ieder's gevoelen en daar er zoowel bewijzen van het »voor" als het «tegen" schijnen te bestaan, laat ik den twist aan de zich noemende «ge leerden" over, maar vind het onbehoorlijk, dat wen met twee maten meet. Duid het mij niet euvel indien ik u mogelijk niet zoo aangenaam geweest ben als gij dit wellicht zult verwacht hebben, doch ik heb nijj daartoe verplicht gerekend, om u van uw anti-Prnisischen geest een weinig te gene zen, en ofschoon ik het betreur, dat er zoovele duizende slachtoffers gevallen zijngeloof ik toch dat die verschrikkelijke oorlog eenmaal als een zegen voor het Menschdom zal beschouwd worden die voor de toekomst rijke vruchten zal dragen, t. 1. AfAre?.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 3