het licht, dat in de nieuwe zou verkregen worden. Men mogt aannemen dat men bij dag het licht zou hebben, dat noodig was om de plaats tot een aangenaam verblijf te maken. De heer Cobet meende dat het doel der bijeenkomst niet zoo zeer was om de détails te beoordeelenals wel om de hoofdzaakhet plante bevor deren. Tal van instellingen, de maatschappij voor toonkunst, de universi teit, vooral in onze dagen, nu men wetenschapen kennis onder alle standen trachtte te verspreidenhadden belang bij het tot stand komen der zaak. In de meeste gevallen stuitte men op gebrek aan ruimte, licht en lucht. Ilij zou gaarne zien dat krachtig de meening werd uitgedrukt dat het gemeente bestuur in het belang van Leiden zou handelen, wanneer het het plan, ge wijzigd of ongewijzigd, aannam en al het mogelijke deed om de zaak te verwezenlijken. Die meening moest met kracht uitgesproken worden, onder te kennen geven dat men daartoe wilde medewerken, ook met financiële hulpmiddelen. Dit laatste, financiële ondersteuning, noemde de heer Del Baere eene ernstige zaak. Men mogt wel eens vooraf vragenhoe dat te doen. Was hier de bedoeling een renteloos voorschot of een cadeau, of wel dat de be lastingschuldigen daarvan gaarne de lasten zouden willen dragen. De heer Cobet zeide dat men een vermoeden had dat de zaak niet zoo vlot zou gaan en dat een 'groot bezwaar zou zijn de financiële quaestie. Men moest in algcmeene termen verklaren dat, zoo de zaak op dat bezwaar afstuitte, men bereid was daaraan te gemoet te komen. Hij had grond te gelooven dat de ingezetenen zich ook op dat puilt wel zouden laten vinden De heer Del Baere gaf dit in zooverre toeals er sprake zou zijn van naar vermogen deel te nemen in eene leening. De heer Veefkind kon mede de meening van den heer Cobet niet deelen. Alleen de morele overtuiging moest worden uitgesproken en het financiële buitengesloten blijven. Omdat het in het belang der stad was moest op de stichting worden aangedrongen. Het bezit eeuer groote zaal was in het welbegrepen belang der ingezetenen. Daardoor zou er gelegenheid bestaan ook hier groote bijeenkomsten te houdenzooals die van het letterkundig congres, den juristendag enz., dat thans niet kon geschieden. Hij geloofde dal Leiden nog eene toekomst had, zoowel door hare ligging als door hare communicatie-middelen. Vele verbeteringen waren in den laalsten tijd tot stand gcbragt en wanneer daarmede werd voortgegaan, zou op de stad meer en meer de aandacht gevestigd wordenvooral van hendie óf geheel vrij zijn in de keuze hunner woonplaats, óf van hen. wier zonen hier aan de akademie hunne studiën wilden volbrengen, vooral wanneer zij hier niet te vergeefs zochten wat zij elders vonden. Het gold hier dus geene uitgave van weelde, maar eene. die zijne rente, indirecte voordeelen, zou opleveren. De last mogt dus vrij op de schouders der geheelc burgerij gelegd worden, en het was niet noodig de financiële quaestie aan tc roeren. De voorzitter verecnigdc zich geheel met de zienswijze van den lieer Veef kind. Het lag niet op den weg der vergadering financiële toezeggingen te doen. Als de regering iets deed dat men niet goed keurdedan was men aanstonds gereed met critiek, uit stilzwijgen leidde men meestal goedkeuring af. Voor het gemeentebestuur was echter de zedelijke steun der burgerij eene kracht. Van de vergadering was niets meer te vergen dan hare sympathie. De voorzitter stelde vervolgens, daar niemand meer het woord verlangde te voerenvoor geen adres aan den gemeeeteraad te teekenenmaar te doen zooals in Engeland bij eene meeting hel gebruik was, eene motie aan te nemen, en die in een proces-verbaal van de lieden gehouden vergadering op te nemen en bij den gemeenteraad iu te zenden, opdat deze daaruit de stemming der burgerij zou kunnen zien. Dit voorste) vond algemeenen bij val. De voorzitter stelde daarop als motie voor: De vergadering verklaart dat zij met levendige belangstelling kennis heeft genomen van het plan van burgemeester en wethouders, om eene ruimere zaal te bouwen dan de tegen woordige, en spreekt den wenscli uit dat daaraan spoedig gevolg mag wor den gegeven; hij onderwierp die redactie aan het oordeel der vergadering. De voorlezing dezer motie werd van een algemeen applaudissementten hlijke van instemming, gevolgd. De voorzitter vroeg daarop, zoo er in de vergadering iemand mogt zijn. die legen de motie eenig bezwaar had, dit te willen te kennen geven, maar niemand vroeg daartoe het woord. De voorzitter bragt vervolgens dank aan den heer Schaap, voor de bereid willigheid. waarmede hij de vergadering de verlangde inlichtingen had w il len geven, en wenschte hem geluk met de adhacsie. die zoo algemeen aan het door hem ontworpen plan was geschonken. Den heer Veefkind bragt hij ook dank voor zijne ijverige bemoeijingeii in deze en sloot de vergade ring met den wensch dat men zich later in de nieuwe zaal weder mogt ontmoeten. Den voorzitter mag niet minder hulde worden gebragt voor de uitmun tende leiding der vergadering. Heden morgen ten 5 ure is iu liet Rapenburg, tegenover de llecresleeg, een vaartuig niet koolasch geladengezonkeneen paar aldaar passcerende heeren, dit bemerkende, hebben de beide schippers, die in de roef lagen te slapen, nog in tijds van een gewissen dood bevrijd. De minister van binnenl. zaken heeft ter kennis gebragt van belang hebbenden. dat de examens ter verkrijging van aelen van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs voor het jaar J 871 zullen worden afgenomen in den loop der maanden April en Mei aanst. Zij die zoodanig examen wenschen af te leggenmoeten zich vóór 1 April schriftelijk aanmelden aan het dep. van binnenl. zaken, en daarbij naauwkeurig opgeven lot welk examen zij verlangen te worden toegelaten, met aanwijzing van letter en nommer der programma's, vastgesteld bij de kon. besluiten van 2 Febr. 13G4, 25 Nov. 1867, 28 Febr. 18G8 en 11 Oct. 18ü0. -- De Tijd kondigt aan, dat zij "door meer dan één reden" wordt genoopt, de lijst van giften "in den nood van den l'aus", die zij den 20s,cn December 11. heeft geopend, den 12,|e" Maart te sluiten. Tot dusver is ont- vangin een bedrag van 30,340. Uit Meppel meldt men dat alom in de Drentsche, Friesche en Over- ijselsche veenderijen groote drukte heerst. Honderden schepen uit Holland en elders komen opvaren, om turf te laden. Op vele plaatsen worden groote uitgestrektheden land laag veen in exploitatie gebragt, tot het vervaardi gen van korten turf, zoogenaamde "baggelaar" Te Heusden zal de kermis dit jaar niet plaats hebben. Uit Willemstad meldt van den4'len: Heden is een gedeelte van den gemet- sclden walmuur. aan de noordoostzijde dezer vesting, ingestort en in de daar rondloopende gracht gevallen. De breedte van het ingestorte gedeelte bedraagt ongeveer 20 meters. Wanneer reeds, zonder aanleidende oorzaken van buiten, de vestingmuren instorten, dan kan men nagaan hoe zwaar het geschut zou moeten zijn om daarin bres te schieten. Naar men uit 's Herlogenbosch meldt is aldaar de tijding ontvangen dat die plaats als vesting wordt opgeheven, en dus de verdedigingswerken eerlang zullen geslecht worden. Men meldt uit Roermond: Het is bekend dat de staat eenigen tijd ge leden zijn proces heeft verloren over het eigendomsregt van het paleis van justitie te dezer stede. Dezer dagen zijn alhier aangekomen de minister van justitie en de ingenieur-architect over de regtsgebouwenom te onderzoe ken of dat gebouw nog geschikt is voor zijne bestemming, dan wel of er een nieuw gebouw moet worden opgerigt. In het eerste geval zullen er pogingen worden aangewend, om eene overeenkomst te sluiten over den aankoop van het gebouw. 's GRAVENHAGE. 7 Maart. Door Z. M. is op hel door hem gedaan verzoek ingetrokken de benoe ming van F. D. Fontein, apotheker te Utrecht, als plaatsvervangend lid van den geneeskundigen raad voor Gelderland en Utrecht, en aan dr. M. C. Klep, te Breda, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsvervan gend lid van den geneeskundigen raad voor Noordbrabant en Limburg. Voorts zijn benoemd: tot plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad: voor Noordbrabant en Limburg, J. B. F. van Gils, apotheker te Waal wijk, en dr. P. J. G. Bijnen, te Breda; voor Zuidholland, mr. J. G. Patijn, substituut-officier van justitie bij de arrond.-regtbank tc Rotterdam, en voor Overijssel en Drenthe, dr. C. I'. ter Kuile, te Enschedé; tot lid van den ge neeskundigen raad voor Zuidholland mr. J. L. de Bruyn Kops te 's Graven- hage. thans plaatsvervangend lid van dien raad. De heer Laporle is benoemd tot Nederl. consul te Luik. Aan den heer inr. J. C. J. ridder van Rappard is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als regter-plaatsvervanger in de arrond.-regtbank Ie Zutplien, en tot kantonregler te Cortgene is benoemd de heer mr. T. G. A. Slingelandthans griffier bij het kantongeregt te Woerden. De gemeenteraad heeft in zijne zitting van heden, na korte discussie, met algemeene stemmen besloten, met het oog op de heerschende epidemie, dit jaar de kermis niet tc houden. nu [TEN L A N DSC 11 IS 1?EK IGTEN BELG IE. Het leger is thans weder op den voet van vrede gebragt. Bij dagorder is aan het leger dank betuigd voor de uitmuntende gezindheid, waarvan het in den laatsten tijd blijk heeft gegeven. Ook aan de onderscheidene corpsen van de burgerwacht, die tot buitengewone diensten zijn geroepen geworden, heeft de koning zijnen dank gebragt. Dezer dagen zijn twee deskundigen op last der regering naar Sedan vertrokken, ten einde zoo mogelijk maatregelen te nemen ter wering der pestwalmen, die uit het groote aantal slecht begraven lijken op de slagvel den dier landstreek begonnen op tc stijgen. Gedurende den oorlog zijn door een aantal voorname wolspinnerijen l in het noorden van Frankrijk eene hoeveelheid ruwe wol, ter waarde van 5 of G millioen fr.in Belgische grensdorpen in veiligheid gebragt. Men is thans bezig met die voorraden naar Frankrijk terug tc voeren. ENGELAN ÏS. LONDEN G Maart. In het lagerhuis is dezer dagen eene discussie gevoerd over de zaken i van Zuid-Afrika en inzonderheid over de diamantrjjke landstreek, welke in het Zuid-Afrikaansche binnenland is ontdekt. Dit onderwerp werd door den lieer Fowler, een vriend der Kaffers, ter sprake gebragt. Ilij herhaalde zijne reeds meermalen ingebragte ktagt dat de liollandsche boeren van den Oranje-Vrijstraal, en vooral die van de Zuid-Afrikaansche republiek, inlan ders als slaven gebruikten en verkochten, en dat zij nog niet hadden ge leerd de Kaflers als natuurgenooten en medemenschen te behandelen. De uitbreiding van de heerschappij der boeren in Zuid-Afrika, en bepaaldelijk tot de diamantgroeven, scheen hem dan ook alles behalve wenschelijk. Daarentegen beschouwde hij hel als'eencii pligt inzonderheid voor Engeland, de wet der menschlievendheid in Zuid-Afrika tc doen eerbiedigen en er de Kaffers, de oorspronkelijke bevolking des lands, te beschermen. Hij besloot met eene verklaring van dezen inhoud voor te stellen: Naar het oordeel van het huis is het wenschelijk dat Harer Majesteits gouvernement stappen doe 0111 zich te vergewissen, in welke male het mogelijk en raadzaam zou zijn de Britsche bezittingen in Zuid-Afrika en de daaraan belendende land streken te vereenigen tot een eedgenootschap. Op grond dat eene eedge- nootschappelijke verbindtenis van Britsche bezittingen alligt het denkbeeld zou doen geboren worden, dat men eene inlijving op liet oog had, werd de voorsteller overgehaald het voorstel iu te trekken. Men verwacht hier de openstelling eener nieuwe Russische geldleening van groot bedrag: dat bedrag en de met die operatie belaste firma zullen denkelijk in het begin der volgende week bekend worden. De correspondent van het Daihj News meldtGedurende twee dagen hebben Duitscbe troepen het schoonste en aanzienlijkste deel van Parijs,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2