■„on naai' omlaag plofte. Som^ ook vlogen de touwen of het houtwerk
Lr dc sterke wrijving in brand.
Naar men uit Versailles aan de Koln. Zcit. meldt, zou liet voornemen
«laan aan den generaal Trochu te doen weten, dat elke aeronaut, die in
Lden der Duitsche troepen valt, voortaan als spion zal worden gefusil-
ierd. Men beweert, dat er inderdaad geen onderscheid bestaat lusschen
L boer, die, met depêches belast, door de voorposten tracht heen te slui-
L en indien hij gevat wordt volgens algemeen krijgsgebruik als spion
Ldt behandeld, en den overbrenger van brieven of depêches, die langs
den overbrenger van
lei) ongewonen weg door de lucht aan de waakzaamheid der belegeraars
jaclit te ontkomen. Na de hierboven bedoelde voorafgaande waarschuwing
L bovendien liet woord van toepassing zijn, dat wie zich moedwillig in
«vaar begeeft, zich niet te beklagen heeft, indien hij daarbij omkomt.
In de vorige week is uit Minden te Tours aangekomen een commissa-
dcr Fransche regering, die in last had een groole massa voorwerpen
jan allerlei aard, kleederen enz., verscheidene spoorwaggons vol, onder de
fransche krijgsgevangenen te verdeden. Eerst toen die commissaris weder
iaat Duitscliland was vertrokken, vernam men dal hij een adjudant is van
«en generaal Faidherbe, die in het noorden staat. Uit de veranderde hon
ing van bet nieerendeel der officieren en manschappen meent men met
[rond te mogen opmaken, dat hij hun mededeelingen heeft gedaan, die niet
jeer strooken inel den waren stand van zaken, maar een geest van onwil
ini verzet hebben doen ontstaan, welke de aandacht zeer heeft getrokken,
[ie generaal Vogel von Falckenstein gaat een togt doen langs de kust, bij
welke gelegenheid hij tevens de plaatsen zal bezoeken, waar Fransche mi
litairen zijn geïnterneerd; dit zal tevens strekken om maatregelen te bera
men, ten einde het deserteren met kracht tegen te gaan.
Men meldt uit Metz van 19 December: Na eene kortstondige ziekte,
fgevolg van een wond aan de hand met bijgekomen koorts, is dr. L. F.
IPraegerofficier van gezondheid hij dc Nederlandsche marine, heden in den
vroegen ochtend plotseling in het hólcl de Metz overleden. Groot is de
Ineerslagtigheid over dit verlies onder zijne talrijke collega's alhier. Als be
lwijs dat de genees- en heelkundigen dezer Nederlandsche ambulance hoog
Islaan aangeschreven, kan strekken, dat zij dikwijls worden nilgenoodigd
Ihunnen bijstand te verkenen bij amputatiên enz. in de Belgische, Duitsche
I en andere ambulances.
Volgens de Ncue Freie Presse is te Weenen liet gerucht in omloop
[dat vorst Karei van Bumanie aan de Porie de verdragen zou opgezegd
hebben, welke de betrekking der vorstendommen tot het Oltomannische rijk
bepalen. Genoemd blad meent tc kunnen zeggen dat dit gerucht niet geheel
I van grond ontbloot is.
PEK TELEGRAAF.
BUSSEL, 22 December. Het leger van von Manleuffel is nabij Amiens
Iverschenen. Waarschijnlijk is het lieden lot een treffen gekomen. Dc Pruis-
I sische état-major bevindt zich te Amiens.
HONFLEUB, 22 December. Geen verandering van cenige beleckcnis. Zoo
[wel hier als1 1c Gherbourg zijn vele troepen bijeen, die goed van wapens
I zijn voorzien.
-- Alhier en te Port-1'Evêque bevinden zich vele troepen De regering
I heeft bevel gegeven Honlleur in slaat van blokkade te stellen.
LONDEN. 23 December. Dc heer Sclienck, de nieuwe gezant van Noord-
Amerika bij het Britsche hof. heeft in last voor te stellen de hervatting der
onderhandelingen over de Aiahama-eischenen bezwaren in Ie brengen met
betrekking tot de visscherij.
De Morning Post meldt dat de conferentie over de Oostersehe quaestie in
de eerste dagen van January a. s. zal bijeenkomen, Dc Standard meent
te weten dat de Fransche regering Engelands goede diensten zal verzoeken
om vergunning te verkrijgen Parijs te verlaten voor den gevolmagtigde
die Frankrijk op deze conferentie moet vertegenwoordigen. Volgens den
Doily Telegraph zal Thiers die vertegenwoordiger zijn. Hetzelfde blad
beweert dat indien Prnissen de Luxemburgsche quaestie aan eene scheids-
regterlijkc beslissing onderwerpt, aan de Vereenigdc Staten van Ncord-
Amerika het scheidsregt zal worden opgedragen.
VEBSAILLES, 22 December. Bij den uitval der Parjjsche bezetting op gis
teren zijn 1000 ongekwetste krijgsgevangenen in onze handen gevallen. He
den rukten twee Fransche brigaden legen den Saksischcn linkervleugel op,
doch werden tegengehouden door het vuur van de flank van twee Wurtem-
bergsche batterijen.
HAMBURG, 21 December. Door den gouverneur-generaal is onlangs een
bevel uitgevaardigd, houdende: dat, in aanmerking genomen de vele deser-
tiën .van krijgsgevangen Fransche officieren en hun gedrag over het alge
meen, voor de vlugt van één officier al hunne kameraden, krijgsgevangen
met hem. solidair verantwoordelijk gesteld moeten worden, en dus wanneer
één officier wegloopl, dadeljjk tien zijner medgezellen, door het lot aange
wezen en afzonderlijk opgesloten zullen worden tot dat de vlngteling is
teruggebragt. Thans zijn reeds twintig officieren naar Sladc vervoerd, als
gijzelaars voor twee uit Slecswijk ontvlugte officieren.
INHSEEONIÏ E Sr.
Plaatselijke dsrekte belasting.
Vit hel ff''eekblad roor Burg. administratie.)
Allengs schijnt de onzes inziens onjuiste meening veld te winnen, dat
men de in vele gemeenten bestaande hoofdelijke omslagen behoort te vervan
gen door eene belasting op de inkomsten. Gedeputeerde staten ecner pro
vincie hadden tegen dergelijke belasting in 1805 een wettelijk bezwaar, dat
sedert echler nergens is opgelost. Men kan dit vinden bij nir. van Oos-
tervvijk in zijne aanteekeningen op art. 240 der gemeentewei pag. 1337
onder XX. Gedeputeerde staten zeiden namelijk bet volgende: "Uil de ge
meentewet en de geschiedenis barer vaststelling is niet af te leiden dat men
in art. 243 eene inkomstenbelasting bedoeld heeft. Hel tegendeel is waar.
De hoofdelijke omslagen of dirckle plaatselijke belastingen, daar bedoeld,
worden volgens dat artikel niet geheven direkt naar het vermogen of het
inkomen, zoo als de rijksbelastingen, waarvan sprake is in art. 240 vierde
lidmaar naar grondslagen die voor een redelijken maatstaf van het in
komen der belastingschuldigen te houden zijn. Op de hoofdsom dei' rijks
belasting, direkt naar het inkomen geheven (zoo die er zijn), mogen de
gemeentebesturen sleehls opcenten heffen; maar eene eigene heffing van dus
danige belasting is hun niet veroorloofd. Met art. 243 zou dc heffing van
zulk eene belasting onvereenigbaar zijn. De grondslagen, in dal artikel
bedoeld, kunnen geene andere wezen, dan feilen en omstandigheden, waar
naar men het inkomen beoordeelt; feiten en omstandigheden, die een
redelijken maatstaf voor deze schatting aangeven. Men wilde dus bij deze
belasling het vermoedelijk inkomen, uit de bedoelde feiten op te maken,
niet het werkelijk inkomen treffen.
Men wilde verder dat er eene autoriteit zou zijn, die deze schatting be
werkstelligde. Dit een en ander komi bij eene belasting, direkt naar het
inkomen gehevenniet in aanmerking.
Bij zoodanige belasting is geen anderen grondslag denkbaar, dan eene
aanduiding of berekening, zoo na mogelijk, van het werkelijk inkomen zelf;
iets, dat eigenlijk alleen van den belastingschuldige zeiven kan uitgaan. Zal
het openhaar gezag deze berekening bewerkstelligen, dan is het daarbij
zonder eenig rigtsnoer hoegenaamd, want men zal toch geene openlegging
van boeken en inzage van zaken kunnen voorschrijven."
Zoo als wij zeiden, dit wettelijke bezwaar is sedert nergens opgelost,
want de regering keurde de inkomstenbelasting, waartegen toen liet be
doelde bezwaar werd ingebragt, slechts voor een jaar goed. de iugebragle
bezwaren ter zijde latende.
Na dien tijd echter zijn in sommige gemeenten zoodanige belastingen in
gevoerd, en men schijnt om het wettelijke bezwaar niet meer te hebben
gedacht. Toch was dat, naar onze meening, eene grondige beschouwing
zeer waardig geweest, en als men nu over de zaak maar niet zoo wat was
hcengegeledenomdat de tijdgeest dergelijke belastingen scheen te verlangen,
dan gelooven wijdat men lot de conclusie zou hebben moeten komendat
hel geopperde bezwaar allezins gegrond was.
Een tweede bezwaar legen de inkomstenbelasting is wijders daarin gele
gen, dat men in den regel daarbij twee grondslagen (of liever: middelen
van berekening) heeft aangenomen, die, wat hun beginsel betreft, met
elkander in volslagen slrijd zijn.
Er is zooals gedeputeerde staten in 1865 reeds zeiden slechts één
grondslag, die redelijkerwijs bij de eigenlijke inkomstenbelasting kan in aan
merking komen, en dat is de eigen aangifte der belastingschuldigen.
Het beginsel van dien grondslag echter is het meest volledige vertrou
wen, niet alleen op de volkomene eerlijkheid en goede trouw der aange
vers. maar ook op hunne geschiktheid om zeiven hunne inkomsten behoor
lijk tc kunnen berekenen en opgeven. Zoowel het een als het ander houden
wij echter voor eene utopie. Wij willen gaarne gelooven, dat er sommigen,
misschien zelfs velen zullen zijn, die eerlijkheid en goede trouw genoeg
bezitlenom eene juiste opgave te willen doen, maar dan betwijfelen wij
nttg zeer, of zij hel wel in den regel zullen kunnen. Ilct valt nog zoo
gemakkelijk voor velen niet, om hun jaarlijksch inkomen op juiste en be
hoorlijke wijze te berekenen.
Wij herinneren ons een verslag der flnantiele commissie, onlangs in den
Leidschen raad over een geprojecteerde inkomstenbelasting uitgebragt
waarin verscheidene voorbeelden worden opgenoemd van de moeijelijkhcid
die er voor vele belastingschuldigen in gelegen isom hun jaarlijksch inko
men op eene eenigzins redelijke wijze te begroolen, en voorts ten aanzien
der onderwerpclijke belasting de volgende zeer juiste opmerkingen voorko
men: "'tis waar, dien ongelijken druk vindt men bij ongeveer alle andere
belastingen eveneens terugmaar toch met dit gewiglig verschil, dat, ter
wijl elders het toeval bepaalt, wie tc veel en wie tc weinig opbrengt, hier
de onzedeliiken altijd de bevoordeelden en de eerlijke lieden altijd de be-
nadeelden zijn. Dit bezwaar, zeker de hoofdbedenking tegen een income-
tax met eigen aangifte, kan door geen betoog, boe welsprekend of spits
vondig ook, immer worden weggecijferd."
Hoe dil zij, men heeft deze eigen aangifte, hoe moeijelijk zij in sommige
gevallen ook moge zijn, bij de meeste inkomstenbelastingen als grondslag
aangenomen; maar men heeft daar gewoonlijk bijgevoegd eenen anderen
grondslag, die met den grondslag der eigen aangifte, wat het beginsel be
treft, in volslagen slrijd zal moeien worden geacht. Deze grondslag is de
bevoegdheid aan de gemeentebesturen toegekendom de door de belasting
schuldigen gedane aangiften te beoordeelcn, en. wanneer zij onvoldoende
bevonden worden, ze ambtshalve te verhoogen. De gemeentebesturen mogen
in zoodanig geval volgens de bepaling, die in bijna alle gemeentelijke be
lasting-verordeningen op de inkomsten voorkomt, door de gedane aangifte
de pen balenzelf bepalen hoe hoog bet inkomen van den belastingschuldige
geacht moei worden te zijnen daarnaar den aanslag vaststellen. Deze
grondslag, deze bevoegdheid van het gemeentebestuur, om het al of niet
voldoende van de aangiften der belastingschuldigen le beoordeelcn, is, naar
onze beschouwing, wal het beginsel aangaat, ten eenenmale in slrijd met
den grondslag der eigen aangifte. Want deze bevoegdheid, of liever deze ver-
pligting gaat uit van het beginsel van wantrouwen in de eerlijkheid en ge-
schiklheid der belastingschuldigen, wat betreft hunne eigene aangiflen. die.
men juist, omdat meu in hunne eerlijkheid en geschiktheid vertrouwen,
meende te kunnen stellen, aan hen had opgedragen.
In liet hier bedoelde zeer merkwaardige verslag, hetwelk wij ons voorstellen
eerstdaags aan onze lezers mede te deelenwordt door de commissie betoogdvoor
eerst dat men langs den weg van eigen aangifte werkelijk niet kan geraken tot
eene eenigzins zuivere kennis van elks inkomen; ten tweede ('at dat inkomen, aan
genomen eens dat men er in slaagde het juist ie loeren kennen, niet der daad niet
mogt doorgaan voor een zoo zuiveren maatstaf van belasting a's velen schijnen
te meenen.
H ordt vervolgd.)