LEIDSCHE
COURANT.
870.
N", 200
VRIJDAG 9 DECEMBER.
STADS-BER1GTËN.
BINNEiNLA.NDSCIIE BLlMGTKN.
De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p.p. f 3.50
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Ilel verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.50
'sjaars, buiten de expediliekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1- iedere regel meer 25 cents.
fcBURGEMEESTER*en WETllOUUEj^^" LEIDEN doen te weten, dat
II Gemeenteraadingevolge art. van 29 Junij 1851 (Staatsblad
In». 85), in zijne vergadering van heden, het 2' suppletoir kohier van de
plaatselijke directe belasting voor het jaar 1870 heelt vastgesteld en dat
kohier alsnog ter Secretarie (financiëele afdeeling), gedurende acht dagen,
voor een ieder ter lezing is nedergelegdterwijl binnen dien tijd elke op
dat kohier aangesiagene, krachtens de 5' zinsnqde van bovengenoemd wets-
rtikel. zijne bezwaren tegen den aanslag, bij verzoekschrift op ongezegeld
papier, bij Gedeputeerde Stalen dezer provincie kan inbrengen.
En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
v. u. BRANDELEB, Burgemeester.
Leides, 8 December 1870. v. PUTTE AMMEIl, Secretaris.
LEIDEN, 8 December.
In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad is ingekomen: een
adres van een aantal ingezetenen dezer gemeente, houdende adhaesieaan het
'foorstel van den lieer Hartevelt in zake de plaatselijke directe belasting; een
erzock van den heer S. llaanslca om ontslag als hulponderwijzer; een voor
lid van burg. en weth. tot wijziging der policie-verordening; een adres van
Ie hh. Tibboel c. s.houdende verzoek tot herstelling van den weg buiten
voormalige Ilijnsburgsche poort tot het station, eu een adres van den heer
»os, houdende verzoek tot herziening der policie-verordening, wat betreft
et bepalen van strengere straffen tegen het, builen den pachter, ophalen
an asch en vuil.
Aan de orde was de benoeming van een 2dtn hulponderwijzer 4C kl.
It^an de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 1' kl. voor
ongens. Als zoodanig werd benoemd II. W. Bosman. Voorts kwamen in
«handeling de verzoeken van de lib. P. H. baron Taets van Amerongen en
mr. F. Maclaine Pont, om ontslag als regenten van hel II. G. of arme wees-
en kinderhuis. Burg. en weth. stelden voor dit ontslag eervol te verleenen
en gaven tevens de wijze aan, die zij meenden dal thans gevolgd moest wor-
jen ter voorziening in de vacaturen van het collegie van hh. regenten. De
- heer Bijleveld beriep zich op de bestaande verordening houdende instructie
-tan het bestuur voor het H. G. of arme wees- en kinderhuis, welke be-
- paalde dat het bestuur beslaat uit vijf regenten en vijf regentessen, welk
lesltmr bij vacaturen moest adviserenten einde aan te toonen dat er
jj log geen sprake kon zijn van het nemen van exceptionele maatregelen.
iet bestuur, nu nog beslaande uit een regent en vijf regentessen, was nog
li tel bij magte eene voordragt te doen. De voorzitter gaf dit toe, maar
)l leriep er zich op dat in deze altijd op de thans gevolgde wijze was gehan-
eld, eu dat er steeds alleen eene voordragt van hh. regenten was verlangd.
lok de heer Goudsmit was van gevoelen dat de verordening te duidelijk
51 prak en betreurde het dal het dagelijkseh bestuur daarvan onkundig scheen
- ezrjn; op die wijze werd de loop van zaken soms onnoodig vertraagd. De
- oorzitter verklaarde dat hein de door den heer Bijleveld aangehaalde bepa-
ngen onbekend was gebleven; maar dit scheen dan ook het geval te zijn ge-
feest bij den Raad. want deze bad zich nimmer verklaard tegen den tot nu
j3i oe ten dezen opzigte gevolgden weg. Ilij stelde thans voor het verzoek teren-
oyeren aan hel bedoelde bestuur, waartoe met algemcene stemmen werd
19 «sloten. Vervolgens werd op zijn verzoek aan den heer A. W. Kroon Jr.
mol ontslag verleend als ouderwijzer in de natuurkunde bij het vormend
nerwijs, en werden gunstige beschikkingen genomen op het adres van vrouwe
'V. Knencn-Muurling c s.om op daarbij bepaalde dagen en uren gebruik te
'1! «ogen maken van de openbare school nn. 2 voor onvermogendentot het
oen van godsdienst-onderwijs, en op dat van mej. E. II. Rodbard om vergun-
ing tot bet leggen van eene hardsteenen stoep, met palen en gordingen,
3> haar huis op het Rapenburg.
Daarna werden de beraadslagingen geopend over de concept-verordeningen
- ot heffing en invordering eener plaatselijke directe belasting, voorstel
jj iartevelt. De heer Ilartevelt trad in eene korte wederlegging van het
Ipport der commissie van financiën, die, ofschoon in de hoofdzaak niet
i'i tillende treden toch een viertal bladzijden had besteed aan hare bestrijding,
f'Ut rapport had hem niet doen veranderen in zijn gevoelen dal eene klassen-
I inkomsten-belasting de eenige weg was die gevolgd moest worden. Vol-
1 ens zijne overtuiging zouden LeidenS ingezetenen zich wel goed taxeren.
De vraag, wal zou ecu handelaar doen hij bet beltalen van eene buitengewone
bate, was even gemakkelijk te beantwoorden als b, v. die, wat zal men
doen bijbel verkrijgen eener onverwachte erfenis. Niemand zou zoo onzin
nig zijn dit als eene gewone inkomst te beschouwen. Men vraagt, wat is
kapitaal, wat interest. De commissie was van oordeel dat de gebreken van
het beslaande stelsel nog wel konden weggenomen wordenmaar toen bij
vroeger bepaaldelijk in den raad en in de sectiën bad gevraagd, of daartoe
plan bestond, had men ontkennend geantwoord. De conclusie van het rap
port der commissie kwam hem, ofschoon wel gemeend, wel wat al te
Russisch voor.
De lieer Goudsmit zag zich ook teleurgesteld door het rapport der com
missie. Hij had er geen afdoende argumenten in ontdekt. In alle openbare
redevoeringen, in gebonden en ongebonden stijl, die men bij voortduring in
onzen tijd hoorde, werd er steeds gesproken van de Nederlandsche goede
trouw en hier was het of er slechts sprake was van smokkelaars en eer-
looze bedriegers, ter ontduiking van belasting. Hij geloofde niet aan eene
zoogenaamde Leidsche oneerlijkheid, en dat de ondervinding daarvan
zoo groot is als men denkt. Die ontduiking is ook niet zoo gemakkelijk,
want in den regel zal men wel zoo wat ten naasten bij zijne inkomsten
verteren; uitzonderingen zijn hierop'die meer verteren dan hun inkomen is,
dat spoedig een einde neemt, en zij die bij veel inkomen bijna niets ver
teren en dan ook gierigaards worden genoemd. Meestal toch staat 's men-
schen vertering in verhouding tot zijne inkomsten. Veel hechtte hij aan de
(ontróle der openbare mcening; die zou, meende hij, ecnen krachligen
invloed uitoefenen. Voorts haalde spreker, nog eenige zinsneden aan uit het
rapport der commissie, ten einde aan te toonen da! zij, wat betreft de
moeijelijkheid om zich zeiven te taxeren en de neiging der publieke opinie
om een ander hooger te schatten dan hij werkelijk is, in tegenspraak met
zich zelve was gekomen. Laat ons, zeide hij ten slotte, wat minder ach
terdocht hebben en veeleer gelooven dat de ingezetenen van Leiden niet on
eerlijker zijn dan die van andere steden.
De heer Buys beantwoordde de beide voorgaande sprekers. De conclusie
van het rapport der commissie eene Russische te noemen, zou grond hebben
als zij ongemotiveerd was, maar dat is zij niet; integendeel mogt men de
conclusie van den heer Hartevelt eene Russische noemen, want hij had niets
aangevoerd om het gevoelen der commissie te wederleggen. Hetgeen de heer
Hartevelt gezegd had omtrent de berekening van het inkomen gaf reeds te
kennen, welke eene verwarring er zou heerschcn; hetgeen de een als inko
men zou beschouwen, zou de ander eene renle achten. De polemiek van
den heer Goudsmit had het rapport niet ontzenuwd. Die spreker was ver
vallen in eene fout, die hij in eene vorige vergadering aan een ander lid had
verweten: hij was te zeer poëet geweest. Ilij wcêrsprak voorts in het brecde
de beweringen van den heer Goudsmit omtrent den strijd die zou beslaan
tusschen enkele passages in het rapport, llet was zijne innige overtuiging
dat, wat betreft het controleren van anderen, liet publiek er weinig van
weet en dat het verkeerde voorstellingen maakt, hetgeen als een ramp bij
de inkomsten-belasting mag beschouwd worden.
De heer de Fremery kwam op tegen de bewering dat een inkomsten-be
lasting eene onzedelijke werd genaamd. De Klassensteuer had sedert 1820
in Duitschland zeer goed gewerkt. Gaarne zou hij echter zien datovereen
komstig het voorstel der commissie, van het berekende inkomen ƒ300 werd alge-
trokken voor noodzakelijke levensbehoeften; dat zou eene greote verbetering
zijn. Hij wees op het ingekomen adres; op een zoodanig leeken des tijds
mogt wel gelet worden. Velen der ondertcekenaars zouden meerder moeten
betalen; er was dus geen eigenbelang in het. spel.
De heer Rijleveld, hoewel hulde brengende aan den voorsteller, kon zijne
stem aan de voorgestelde belasting niet geven. Die belasting was toch, zijns
inziens, anti-nationaal of on-hollandsch en daardoor werd een greep gedaan
in het geheim van het familie-leven. Men was niet geneigd te openbaren
waarover men te beschikken had. De toepassing leverde groote bezwaren
op. Vele personen, wier inkomen van omstandigheden afhankelijk was,
zouden niet zoo clairvoyant zijn om in Januarij op te geven wat hun inko
men zou zijn. en bij den ambtshalven aanslag, dien men soms zou moeten
doen, zou men het vermoeden van willekeur niet kunnen ontgaan. Voor
de bespieding van sfchatters was men zelfs aan den huisselijken haard niet
veilig. Op de openbare meening te bouwen was te gewaagd; hierin was hij
minder optimistisch dan de heer Goudsmit.
De heer Cock was van mcening dal aan het door 140 a 150 ingezetenen