LËl§8€iE
CÖURANT.
VRIJDAG 21 OCTOBER.
STADS-BERIGTEN.
BINNËNCANDSCIIK BËBiGTËN.
>2
10:
1870.
248
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p.p. 13.50
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. ƒ3.80. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.50
'ijaars, buiten de expediliekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels f 1.- iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER ek WETHOUDERS vak LEIDEN,
Gezien de adressen van: a. Jak Berkaiu), vleeschhouwer, wonende binnen
fee gemeente, waarbij liij verzoekt om in het huis aan de Haarlemmer-
j raatwijk VI n'. 313, eene slagterij te mogen uitoefenen; en b. Pieteb
Ieijbrs Pz.koperslager, mede alhier woonachtig, houdende verzoek om
het huis aan de Haarlemmerstraat, geteekend wijk VI n®. 402, eene
lidsvuring te mogen doen plaatsen;
N Gelet op het Koninklijk besluit van 31 Januarij 1824 (Staatsblad n®. 19);
Boen te weten, dat tot bet hooren der eigenaars en bewoners van de naast
(«degene en belendende panden, ten opzigte der information de commode
incommododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd
het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 24s1"1 October aanst.
Wmiddags te e//urenzullende de belanghebbenden verpligt zijn hunne
juvarfcn tegen die verzoeken op dien tijd in te brengenterwijlbij ver-
im daarvanzij gehouden zullen worden zich legen de inwilliging niet te
lubben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. n. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden 20 October 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
LEIDEN, 20 October.
Door den reetor magnificus der Leidsche hoogeschool zijn van 8 Fe-
braarij lot 15 October 1870, in het album der academie-burgers, ingcschre-
rtu 107 studentenals bij de iaculteit der regtsgeleerdheid 67der godge-
Awtoö 8, der geneeskunde 15, der wis- en natuurkunde 7, der bespie-
D1 [gelende wijsbegeerte en letteren 10. Van dit getal waren elders studerende;
n de regtsgeleerdheid 6, in de godgeleerdheid 2, in de geneeskunde 2 in de
«spiegelende wijsbegeerte en letteren 1.
-In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad, waartoe al de
eden waren opgekomen, is in de eerste plaats overgegaan tot de aanvulling
au de commissie in zake den toren van de Mare-kerk, waartoe vroeger
t.' ras besloten. De heer Dercksen wierp de vraag op of die commissie thans
og wel noodig was, nu de stukken betreffende deze zaak in handen waren
tsteld van den stads-advocaat en deze daarover advies had uitgebragt. De
jorzitter meende dat de voorlichting der commissie in deze zaak nog altijd
tn groot nut kon zjjnook waren in hare handen stukken die de slads-
- ivocaat niet had gezien. Tot stemming overgegaan zijnde, werd tot lid
tr commissie benoemd de heer Gock. Deze verklaarde redenen van pcr-
.11 »nlijkeii aard tc hebben, die hem misschien zonden nopen voor deze be-
neming te bedankenhij zou die voor een paar dagen in beraad nemen.
Voorts was aan de orde een voorstel omtrent de heffing ecner plaatselijke
.21 irccte belasting, ingediend door den heer 11. C. Harlevclt. Reeds vroeger
21 lil de heer Harlevelt in den raad als zijne overtuiging uitgesproken dat
i tl vigerende stelsel niet goed werkte. In eene aan den raad gerigle mis-
f te zette hij thans nader zijne denkbeelden uiteen. Zijne grieven legen de
8 slaande belasting zijn voornamelijk de ongelijke werking en de gedeelte-
li jke vrijstelling verleend aan hen die kamers verhuren, lie ongelijke wer-
5 iug trachtte hij duidelijk te maken door cenen vergelijkenden staal van de
68 inslagen van enkele belastingschuldigen. Om aan de bezwaren te gemoet
II'1 komen diende de heer Hartevelt tegelijk een nieuw ontwerp lot heffing
- tner plaatselijke directe belasting inwaarvan de grondslag is eigen aan-
7 ilte door de belastingschuldigen van hun inkomen of de zoogenaamde
8 icome-tax. Een dergelijk voorstel was reeds vroeger door burg. en weth.
21 edaanmaar later door hen teruggenomen. De commissie van financiën,
li I wier handen dit voorstel was gesteldkon het den heer Hartevelt niet
3i «geven dat gedeeltelijke vrijstelling van hen die kamers verhuren eene
f£ Hef kon uitmaken tegen het vigerende stelsel; in haar oog was die vrij-
6 Idling daarvan eene deugd en door den raad, als in billijkheid gevorderd,
- ingenomen. Dat het stelsel ongelijk werkte, wilde de commissie niet ge-
- tel ontkennenmaar dergelijke gebreken waren van elk belastingstelsel
I nalsclieidelijk. Ook bij een income-tax zou het kohier wel stellig menig
7 jjfer vermelden dat door deskundigen onjuist zou worden genoemd. De
7 jfers door den heer Hartevelt opgegeven hadden daarbij de commissie niet
71 ferluigd dal de nu aangenomen maatstaf een onjuiste was. Wat het
- worstel van den heer Hartevelt zelf betrof was de commissie van oordeel
- at het tegenwoordig oogenblik niet geschikt kon worden geacht tot invoe-
ing van eene inkomsten-belasting, al keurde men die dan ook wenschelijk,
%;i ilhoofde er bij de tweede kamer een wels-ontwcrp aanhangig is tot invoe-
f-ing van eene algemeene rijks inkomsten-belasting. Liever wilde zij het lot
28 an dat wets-ontwerp.afwachten, alvorens over eene eigen inkomsten-belas-
s. I ng eene beslissing te nementen einde gcene verwarring te stichtendaar
li fet de burgerij zich in 1871 tegenover twee stelsels van inkomsten-belas-
zou geplaatst zien, ieder op verschillende grondslagen steunende. Naar
inleiding van een en ander stelde de commissie voor liet ontwerp van den
]w Hartevelt aan te houden lot het volgende jaar en in elk geval voor
"71 de thans geldende belasting-verordening toe te passen.
Gelijk te verwachten was lokte liet voorstel en het daarover door de
commissie van financiën uitgebragt advies eene uitvoerige beraadslaging uil.
De heer Hartevelt trad in eene wederlegging van de beweringen der com
missie. die echter het bezwaar van de ongelijke werking der belasting niet
had kunnen ontkennen. Het deed hem leed dal de gemeente Leiden niet
voorjaren het plan had aangenomen van wijlen den heer A. Hartevelt Jz., dan
had zij aan de spits geslaan der gemeenten, die zich in een goed belasting
stelsel mogten verheugen. De factor, zooals die thans aangenomen was,
had eene verplaatsing der lasten te weeg gebragt en wel in het bijzonder
drukkend voor den middenstand. Dat het tegenwoordig oogenblik onge
schikt zou zijn tot invoering eener income-tax, omdat misschien in het vol
gende jaar eene rjjks-belasting op het inkomen in werking zou komen, kon
hij niet toegeven. Hieromtrent was men geheel in onzekerheid. De tegen
woordige belasting was naar zijne overtuiging in den grond slecht, en zoo
er bij eene verandering in het volgende jaar moeijelijkhedcn mogten ont
staan dan zouden die wel niet moeijelijk te overwinnen zijn. Andere ge
meenten, die eene income-tax hadden, zouden die moeijelijk heden dan ook
ondervinden. Het belang der ingezetenen vorderde dat thans het principe
werd uitgemaakt of voor 1871 een ander plan van belasting zou gevolgd
worden. De heer Eigeman gaf te kennen dal hij de bezwaren van den lieer
Hartevelt ten deele kon deelcn. Een income-tax was het hiiljjkst' wat men
kon hebben, en waarom zou men er niet de proef van nemen. Dat de rijks
inkomsten-belasting reeds in 1871 in werking zou komen, kon hij, naar
den loop der zaken, moeijelijk aannemen. Hij zou voor die proefneming
stemmen. De heer Buys trad in eene beantwoordiging der vorige sprekers.
Zijns inziens moest hier alleen ter sprake komen of men het tegenwoordige
oogenblik geschikt achtte om tot een income-lax over te gaan. Andere ge
meenten zouden bij de invoering ceucr rijks inkomsten-belasting niet dezelTde
moeijelijklieden ondervinden als Leiden, want zij waren reeds in het bezit
dier belasting en Leiden zou die eerst beginnen te heffen. Dat de rijks
inkomsten-belasting in het volgende jaar ingevoerd zou worden, achttc'hij
hoogst waarschijnlijkhet lag geheel in het plan van den minister van finan
ciën. De commissie had twijfel geopperd of de gemeente opcenten op de rijks
belasting zou kunnen heffen, omdat de gemeentewet hel niet toelaat, maar
bij de rijks-wet kan die bevoegdheid gegeven worden. De quaestie van oppor
tuniteit had alleen de commissie in haar oordeel geleid. De lieer Tollens
verklaarde zich tegen elke inkomsten-belasting, omdat die was immoreel,
en iedereen plaatste tusschen zijne benrs en zijn geweten. De heer Harte
velt had echter dit voorstel gedaan, en de beleefdheid vorderde dat het in
behandeling kwam. De lieer de Fremery zou ongaarne de behandeling uit
stellen; vele bezwaren die vroeger tegen de klassen-belasting waren aange
voerd, waren thans verdwenen. Ook dc heer Hubrecht was tegen uitstel.
De heer Hartevelt deed nog, om de ongelijke werking der tegenwoordige
heffing aan te toonenuitkomen, dat er belastingschuldigen waren die 50
pCt. waren verhoogd, anderen 16 tot 23 pCt. De heer Stoffels was, uit
hoofde al de sedert 1856 genomen proeven waren mislukt, voor eene inkom
sten-belasting; zoo die niet doorging zou er in de bestaande verordening op
nieuw wijziging moeten worden gebragt. De heer Goudsmit was van mee
ning dat de vooringenomenheid tegen eene inkomsten-belasting wel gaande
weg zou verminderen. Sommigen zagen daarin eene spoliatie van liet land
en de ruïne der stad; de tegensianders zouden bij de ondervinding wel tot
andere gedachten komen. Dat de tegenwoordige heffing slecht was, daar
van had hij zich door onderzoek overtuigd, want hij had op het kohier ge
zien dat een zijner collega's, die minder inkomen had dan hij, echter hooger
was aangeslagen. De heer Scheltema was nog niet overtuigd geworden van
de slechte werking der belasting; uit de enkele door den heer Hartevelt op
gegeven voorbeelden moest men geen besluit trekken ten opzigte van het geheel.
De heer Cock zou niet herhalen wat hij bij eene vroegere gelegenheid over
de quaestie had gezegd, alleen moest hij verklaren dat hij de inkomsten
belasting de onzedelijkste der belastingen achtte en den lijd om die hier in
te voeren allerongeschikst vond. Zoo men de belasting impopulair had
willen maken zou men geen beter oogenblik hebben kunnen uitkiezen. On
derscheidene leden voerden nog het woord tot re- en dupliek en ten slotte
verklaarde dc voorzitterdat hijgelijk men wist gestemd voor eene in
komsten-belasting, het met de commissie van financiën eens was om de
quaestie nog een jaar ongepraejudicieerd te laten.
De heer de Fremery stelde daarop als amendement voor: 1°. de raad
besluit in beginsel tot het invoeren eener klassen-belasting; 2». het voorstel
van den heer Hartevelt zal in behandeling komen, zoodra hel rijks-ontwerp
wordt aangenomen of afgewezen. De lieer Hartevelt en vele andere leden
konden zich daarmede niet vereenigen. Men zag er niet iu een amendement,
maar een geheel nieuw voorstel; eene beslissing in dien zin zou ook tot
geen resultaat leiden. Daar hel amendement voldoende werd ondersteund,
werd hel in stemming gebragt en toen met 20 tegen 5 stemmen verworpen.
Vervolgens bragt de voorzitter in stemming de conclusie van het advies der
commissie van financiën, en deze werd met 13 legen 12 stemmen verwor
pen. Dientengevolge werd het voorstel van den heer Hartevelt op nieuw
in handen der commissie van financiën gesteld.
De tijd te ver verstreken zijnde werd de voordragt betreffende de werk
lieden in dienst der gemeente aangehouden; alieen werd nog behandeld en
goedgekeurd de rekening van het Ned. Israëlitisch armbestuur over 1369.