LEIDSCHE
COURANT.
1870.
N°t 240
WOENSDAG 19 OCTOBER.
STA DS-RER1GTEN.
BilNN LN LANIKSLUL UK1ÏIGTEN.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50;
tl het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. ƒ3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50
ijaars, buiten de expeditiekostcn. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels f 1.- iedere regel meer 25 cents.
■sj»!
Hj deze Courant wordt verzonden IV'. 17 (blad 19) der Handelingen
i den Gemeenteraad.
IIIRGËMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
lezien het besluit van den Commissaris des Konings in deze Provincie
n den 235t<" Seplember 1870 (Provinciaalblad n°. 84). herinneren bij deze
i ingezetenen dezer gemeente de bepalingen van de artt. 27 en 42 der
it van den 29»le0 Maart 1833 (Staatsblad n°. 4), zoo als die zijn gewij-
d en aangevuld bij de artt. 7 en 14 der Wet van den 9d,'n April 1869
latsblad n". 59) en de, volgens art. 42 der eerstgemelde Wet, zoo als dit
ikel is aangevuld bij art. 14 der laatstgenoemde Wet, op hen rustende
jligling tot het inleveren van suppletoire aangiften, wanneer zij door
schaffing of verwisseling van bclastingvoorwerpen in de termen vallen
art, 27 dier wet, zoo als dit artikel is gewijzigd en aangevuld bij
7 der Wet van den 9de" April 1869 (Staatsblad n". 59), terwijl zij te-
is worden gewezen op de strafbepalingen van art. 35, voor zoo verre
t /ijn gewijzigd bij art. 13 van laatstgenoemde Wet. en op art! 39 der
fel van den 29»ten Maart 1833 (Staatsblad n'. 4). waaraan zij zich, bij na-
glieid in het doen der aangiftenzouden blootstellen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden18 October 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te wetendat.
el V suppletoir kohier van de plaatselijke directe belasting voor 1870 is
oedeeteurd door Gedeputeerde Staten dezer provincie, bij besluit van den
F» October jl.en op heden aan den gemeente-ontvanger ter invordering
r band gesteld, en dat ieder vcrpligt is zijn aanslag op den bij de Wet
(paalden voet te voldoen.
ïn wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
[Leiden18 October 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
[Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, Donderdag 20 October
10, 's namiddags te twee uren.
Onderwerpen
Aanvulling van dc Commissie in zake den toren van de Marekerk.
Voorstel omtrent de beding cener plaatselijke directe belasting, inge
diend door den heer II. C. llartevelt.
Yoordragt betreffende de werklieden in dienst dezer gemeente.
Rekening van het Nederlandsch Israëlitisch Armbestuur, 1869.
Destukken, betrekkelijk dc onderwerpen sub 2" en 3* zijn in druk
tegen betaling der kosten ter Secretarie verkrijgbaar.
LEIDEN, 18 October.
Hoewel men ook hier, gelijk de ondervinding bij herhaling heeft aan-
toondhoogen prijs stelt op de opvoering van opera's, zoo schijnt men
tt algemeen te besenen dat aan dergelijke uitvoeringen groolc kosten zijn
rbonden. Van daar dat de hoogere prijzen bij de voorstelling van het
togduilsche opera-gezelschap op gisteren avond gevorderd bij sommigen
tevredenheid hebben doen ontstaan. De heer Saar kan echter, naar wij op
eden grond vernemen, hoe gaarne hij zulks zou doen, de prijzen der
latsen niet lager stellen. Voor dc opera Tannh&useib. v.op gisteren
'oud, werd een personeel van 84 personen vcreischt. Natuurlijk dat dit
bezwarenden invloed is op zijn budget en naar middelen doet omzien
de recette daarmede eenigzins in verhouding te brengen.
- Bij de verkiezing van een lid voor de provinciale stalen van Zuidholland,
bet hoofdkiesdistrict Sliedrecht, heelt niemand de volstrekte meerderheid
'kregen. Ecne herstemming moet plaats hebben tusschen de hh. Murk
fis. die 96, en de Kleyn, die 78 van de 393 geldige stemmen heeft
'kregen.
- Volgens het Vad. zou het wets-ontwerp op de inkomstenbelasting bij
tweede kamer niet zeer gunstig ontvangen zijn. Met het beginsel in het
'emeen schijnt men zich nog al ingenomen beloond te hebben, maar, daar
een liever een inkomstenbelasting wenschtc naar de Engelsche, de ander
lar de Duitsche grondslagen, en een derde, vierde en vijfde groep weer
wat anders, moet men ten slotte lot een ongunstig oordeel over het wets
ontwerp zelf zijn gekomen.
-- Te Dclfshavcn had gisteren de plegtige onthulling plaats van het stand
beeld van Piet Ileyn, welke plegtigheid werd vereerd door de tegenwoordig
heid van Z. M. den koning en van Z. K. H. prins Hendrik. De plaats had,
door het wapperen van eene menigte vlaggen, een bijzonder feestelijk aan
zien waarbij de in de haven liggende schepen vooral uitblonken. De geheele
tyevolking, versterkt door een vloed van belangstellenden van Rotterdam en
elders, verkeerde in eene opgewekte stemming, waaraan zij lucht gaf door
het aanheffen van liederen ter eere van den beroemden zeeheld. Hel eigenlijke
feestterrein in de Plantage was op eene zeer doelmatige wijze ingerigt en
verschafte ook, buiten de afgesloten ruimte, aan eene groote menigte de
gelegenheid om van de plegtigheid getuige te zijn. Tegenover het standbeeld
was de kon. loge opgeslagenen daarnaast tribunes voor de genoodigden.
Tegen den middag werd de schutterij op het feestterrein opgesteld en namen
de genoodigden de voor hen bestemde plaatsen in. Onder dc toonen eener
vrolijke marseh kwamen vervolgens de liedertafels Harmonie, van Dclfsha-
ven en Rottc's mannenkoor, van Rotterdam, op het terrein aan, vooraf
gegaan door een muziekcorps onder directie van den heer Völlmar. Vervol
gens namen dc ministers van binnenl. zaken en van marine met den
commissaris des konings in deze provincie hunne plaatsen in en oogenblik-
kelijk daarop verschenen Z. M. de koning en Z. K. II. prins Hendrik, door
hunne adjudanten vergezeld. Zij werden gecomplimenteerd door den burge
meester van Delfshaven, den heer van Duyl.
De president der feest-coinmissie, de onlangs afgetreden burgemeester J. W.
Rösener Manzopende de plegtigheid met het houden eener feestrede, waarin
hij al het verhevene van het oogenblik deed uitkomennu men gereed stond
den sluijer weg te nemen van het beeld, dat den man voorstelde, die met
cere in de geschiedenis prijkten die in zijne loopbaan van uit den laagsten
stand, door eigen verdiensten, tot een hoogen rang was opgeklommen; een
man groot van daden en toch zoo nederig van harte. In korte trekken
schetste hij vervolgens de verdiensten van den zeeheld Pieter Pieterszoon
lleyn. om te doen uitkomen dat Delfshaven en met regt er roem op mogt dra
gen dat het zijne bakermat was geweest. Aan het einde zijner rede verzocht
hij Z. M. den koning het lecken te geven, opdat het hulsel zou wegvallenen
hel beeld zich in zijne volle schoonheid mogt vertoonen. Door Z. M. werd
terstond aan dit verzoek voldaan en het beeld vertoonde zich aan aller oog,
waardoor natuurlijk onder al de aanwezigen eene groote geestdrift werd op
gewekt. Z. M. en de prins begaven zich naar het beeld om het naauwkeu-
rig in oogenschouw te nemen en bij die gelegenheid werden aan Z. M. de
personen voorgesteld, die zich door dc uitvoering van liet werk verdienstelijk
hebben gemaakt.
Door de feest-commissie werd het beeld vervolgens overgegeven aan de stad
Delfshaven; de toespraak daarbij door den voorzitter gehouden werd door den
burgemeester beantwoord. Daarna hief het zangkoor, onder muziekbegelei
ding, een feestlied aan vervaardigd door den heer F. Bezemer en op muziek
gebragt door den heer de Vliegh. Met een toepasselijk woord van den voor
zitter der feestcommissie werd de [degtigheid gesloten.
Ilct standbeeld is 3 meters hoog op een Voetstuk van 2.80 meters en
van Uedclfanger steen vervaardigd; het voetstuk, dat van onderen 2.80meter
breed is, is van Escauzijnsche steen vervaardigd. Piet lleyn staat in half
gebiedende, half aanvallende houding, omgeven door krijgsattributen, in de
regterhand den admiraalsstaf zwaaijende, de linker op het gevest van zijn
degen latende rusten. Aan de voorzijde van het voetstuk prijkt het familie
wapen van Piet lleyn, daarboven staat; Argentum auro utrumque virtuti
cedit. Aan de achterzijde: "Aan den luit.-admiraal Pieter Pieterszoon lleyn,
'tdankbaar nageslacht, onthuld 17 October 1870." Links het wapen van
Holland; daarboven: "den heldendood gestorven 20 Juiiij 1G29," en regts
het wapen van Delfshaven, waarboven: "geboren 27 November 1577."
Nadat Z. M. de koning en Z. K. II. prins Hendrik deel hadden genomen
aan een dejeuner-dinatoir op het raadhuis, verlieten zij tegen 5 ure de ge
meente. De bevolking begon, toen de avond was gevallen, eerst regt feest
te vieren. Het werd een waar volksfeest en uit Rotterdam stroomde eene
ontzaggelijke menigte toe om daaraan deel te nemen. Eene algemeene ver
lichting werd ontstoken en van tijd tot tijd vuurwerk ontbrand. De kerk
toren werd bij afwisseling door Bengaalsch vuur verlicht.
Te Rotterdam waren gisteren avond eenige sjouwerlieden bezig de
stoomboot William Coalman te ontladen; zij bevonden zich op dc stelling,