PEK TELEGRAAF.
de Noordzee liggende, zijn weggedreven. Belanghebbenden moeten zich
daarom van elk verdacht drijvend voorwerp verwijderd houden.
Men schrijft uit Bremen, dat men daar dezer dagen een paar boeijen.
in de monding der Weser geplaatst, wilde verleggen om een vrijgelaten geul
aan te wijzen. Men vermoedt, dat men zich heeft vergist in de plek waar i
de torpedo's,lagen; althans een sloep, met 5 personen bemand, is in aan
raking gekomen met het vernielend werktuig, dat onmiddellijk daarop
sprong. I)c werking was zoo geducht, dat men noch van de sloep, noch
van de bemanning eenig spoor heeft ontdekt dan kleine splinters en niet
herkenbare menschelijke overblijfselen.
De Noord-Dttilschc Lloyd zal, blijkens officiële bekendmaking, haar
geregelde vaart op Noord-Amerika weder aanvangen.
IK. Jacoby is te Koningsbergen in hechtenis genomen. Waarschijnlijk
staat zijne gevangenneming in verband met zijn optreden in eene volksver
gadering te Koningsbergen, waarin men, op het daartoe door hem geno
men initiatief, verklaard heeft dat Duitschland het regt niet had eenig i
grondgebied van Frankrijk te annexeren.
's GRAVENllAGE22 September. Z. M. heeft Z. K. 11. den prins van
Oranje eervol ontheven van het opperbevel over het mobiele leger, onder
bijzondere dankbetuiging voor de wijze waarop hij zich van zijne taak
heeft gekweten.
De zamenstelling van het mobile leger is ingetrokken.
De bevelhebbers Knoop, Engelbregt en von Kellner zijn eervol ontslagen.
De luitenant-generaal Knoop en de generaal-majoor van Limburg Stirum
zijn wederom bij het active leger ingedeeld
TOURS, 21 September. Als officieel wordt uit Colmar van gisteren avond
gemeld, dat de vijand het dep. van den Boven-Rijn ontruimd heeft. Tc
Mulilhausen is de bevolking zoo toegerust, dat de Badcnsche troepen, indien
deze mogten terugkeeren, er een sterken tegenstand zullen vinden.
Volgens tijdingen uit Epinal van 20 dezer, had een hevige aanval den
vorigen dag op Toul plaats. Naar men verzekert werd de aanval afgeslagen
en werden de Pruissische kanonnen gedemonteerd en verbrijzeld.
In berigten uit Orleans wordt gemeld, dal de Pruissen in het dep. Seine
et Manie twee nederlagen hebben geleden; eene bij Athis-Mons, en de an
dere in de nabijheid van Lagny.
FLORENCE, 22 September. (Officieel). Gisteren morgen hebben de troe
pen van generaal Kanzier de wapenen overgegeven en zijn naar Civita i
Vecchia opgezonden. De inboorlingen worden in depóts geplaatst en de
buitenlanders huiswaarts gezonden. Rome is door afdcelingen van iedere
divisie des legers bezet.
TOURS, 22 September. Men meldt uit Evreux van gisteren avond: Ecnige
Pruissische ruiters zijn in den omtrek van Nanles verschenen. Zij deden
aldaar requisition en voegden zich vervolgens bij het legercorps, dat bij
Treil over de Seine was getrokken. Mclun is bezet en omringd door aan- j
zienlijke vijandelijke strijdkrachten.
NEUFC1IATEAU, 21 September. Een gedeelte van de vijandelijke troepen
heeft de belegeringswerken van Toul verlaten om naar Parijs op te rukken.
Brief van J. A. OALLANDAT IIITET, Chirurgien a
l'Ambulancc Necrlandaise de la Croix Rouge.
Pottilly sur Meusc, 10 Sept. 1870.
Beste Vader!
Onze Abbé heeft van morgen ter algcmcener kennis gebracht dal hij een
maraudeur had opgesnord, om brieven te brengen naar Belgic en dat de
pastoor van Villcrs in Belgie zich bereid had verklaard brieven voor ons te
ontvangen en ons die toe te zenden als we hier blijven, ieder, ook onze
gekwetste soldaten, schrijft wat hij kan, ik heb juist mijn patiënten gehol
pen en zit nu bij een armen drommel die tetanus heeft, zoodat ik mijn best
wil doen u eens wat geregelder, als ik tot dusver doen kon. te vertellen,
hoe ik het heb en wat er zooal tot dusver met me gebeurd is. Vooraf wil
ik u zeggen, dat aan mijne gezondheid niets hapert, eene lichte ongesteld
heid, van voor een paar dagen, is gelukkig geheel geweken, dank zij de
gulle gastvrijheid van Mad. Lamarlc, onze overbuurvrouw aan de andere
Maasoever, bewoonster van een klein kasteel la Vignette.
Zooals u misschien weet zijn we, na een weck vruchteloos wachten, den
27*itn Augustus met onze ambulance uil Parijs vertrokken, tegelijk met de
8e ambulancedie veel grooter was als de onze, maar later niet gelukkiger
is geweest. Van het Palais de 1'Industrie in de Champs Elysées trokken wc
te voet langs de Boulevards naar de Station du Nord in slatigen optocht,
v. d. Horst, onze chef, met den dominé en den abbé voorop, dan de ctat-major, 1
ailen in groot uniform, 5 chirurgijns, 2 aides en een sons-aide, dan 10 in- 1
firmiers, ons rijpaard en eindelijk de ambulanee-wagcn waarop met groote
roode letters «Ambulance Neerlandaise". Achter ons volgde de 8C ambulance,
allen Franschen. Onze inftrmiers zijn, op een na, die Italiaan is, allen Fran- I
schen; de sous-aide is een Zwitsersch student; de aides zijn 2 Franschen, j
een Normandier en een Provencaal, en een Hanoveraan. De dominé, Mr. j
Fayat. en de abbé zijn ook uit het zuiden. Onder weg werd een quête gehou- j
den die 12000 francs opbracht; de Parijzenaars waren toen nog vol goed
vertrouwen op hel welslagen van hun oorlog. Om 4 uur begon onze wait- j
deling en tegen 7 uur kwamen we aan het station. Eerst circa 12 uur j
'snachts vertrokken we, steeds zonder te weten waarheen, onze feuille de I
route hield alleen in dat we ons naar het corps van Mae Mahon zouden 1
begeven, onder beding, niet verder te gaan dan ons telkens zou worden
gelast door de bevoegde autoriteit. Spoedig bleek het dat die autoriteit zeer
slecht op de hoogte van zaken was Onze tocht per spoor was nog minder
als een sukkeldraf, bij elk slation hield men zeer lang op, telkens gilde
de stoomfluit, 't was duidelijk dat men steeds bevreesd was in handen van
den vijand te vallen. Zoo waren we tol vlak bij Belgie doorgespoord, toen
we weer na zeer lang wachten terugkeerden, en de chcmin de Ier de l'Est
overgingen en zoo eindelijk 's avonds van den 28s,c" te Charleville aankwa
men. Daar bleven we een paar uur tot er orde kwam direct naar Sedan
door ie gaan. Midden in den nacht kwamen we daar aan onder stormach
tig weer, om te overnachten in het station, weinig meer dan een groote
houten loods. Terwijl we daar op den grond lagen, werd er van buiten
door den schildwacht geroepen: «aux armes"; ieder vloog naar builenin het
stikdonker meenden sommigen in de verte Pruisische wachtvuren te jtien
anderen hoorden 'schieten etc.; eindelijk bleek het eene fattsse alerte te zijn
en beide ambulances zochten hunne legersteden weer op. Den volgenden
morgen togen we uit om den commandant van Sedan te spreken, we bezagen
de stad, deden eenige empletles en verlieten tegen 12 Uur in een grooten
wagen, gevolgd door onzen fourgonSedan in de richting van Chemery. Ons
rijtuig werd, evenals de fourgon, met roode kruizen beschilderd en met den
naam onzer ambulance; beide rijtuigen hadden eene groote vlag en zoo ging
het langzaam verder, daar we bp afdcelingen moesten rijden en dan weer
loopen. Tegen den avond kwamen wc te Ghemery, na een prachtigen rid
door het heuvelachtig en boschrijke département des Ardennes. We namen
onzen intrek in den Moulon d'or en zagen 's avonds een deel van de kaval-
lerie van Mac Mahon voorbij trekken, wier allertreurigst en haveloos voor
komen zeer in het oog viel. Den 3(Hen, 's morgens om half vijf, gingen we
op marsch naar Raucourt, den weg langs dien den vorigen avond de kaval-
leric had genomen. De weg gaf al een voorproef van het slagveld dal we
spoedig daarop zouden zien. Doode paarden, allerlei eetwarenpatroon'las-
sehen etc. ontmoette men telkens. Te Maisonseulle moesten we wachten tot
men een rcmtoestel aan onzen fourgon had gemaakt (ons rijtuig was naar
Sedan teruggekeerd), en spoedig daarop raakten we zoo beklemd tusschen de
achterhoede van het Franschc leger, dat onze fourgon niet verder kon en
wij besloten hem te laten waar hij was met de inftrmiers. Wij togen ver
der mit^lcn tusschen de legertros, die nu hall hield, door en kwamen tegen
12 uur te Raucourt. Vlak voor het dorp was de kavallerie gekampeerd,
eene prachtige vertooning, boven van den weg zag men in de diepte de
ontelbare witte tenten en daarvoor de paarden ongczadeld grazen in het
weiland. Raucourt was vol soldaten van allerlei wapens, de keizer was er
met zijn état majorwc zagen hem in de deur van een huis een sigaar
rooken. terwijl met goud overdekte lakeijen bezig waren een reiswagen te
pakken, met kisten met wijn, bussen met vleesch, enz. Met veel moeite
kregen wc wat eten in een herberg door middel van een paar francs-lireurs,
vervolgens zagen we eenige afdeelingen kavallerie, met den keizer er bij. ver
der trekken, tot wij eindelijk ook bevel kregen in de richting van Beau
mont verder te gaan. Met groote moeite kregen we onzen fourgon weer bij
ons en gingen toen verder voort met een rijtuig om onze bestemming te
bereiken, daar men algemeen meende dat de groote slag begonnen zou zijn.
Bij het passeeren van den keizer, was alles doodstil; geen enkel soldaat
of burger uitte een kreet, hoewel de straat versperd was met menschen.
Buiten Raucourt gekomen stonden twee wegen voor ons open, de een over
de hoogte, de ander door het dal, we kozen de laatste, wegens de mocie-
lijkhcid voor den fourgon berg op berg af te gaan. We passeerden weer
het kavallerie-kampwaar alles nog even rustig was alsol er niets te vreezen
was. Nauwelijks een kwartier verder ontmoetten we de eerste vluchtelingen
uit Beaumont, meest vrouwen en meisjes en kinderen, die verhaalden dat
de Pruisen overal m de bosschcn hadden post gevat en Beaumont reeds be
schoten. Wij hadden 's morgens al, op weg naar Raucourt, uhlanen met
onzen verrekijker gezien. Spoedig hoorden we 't kanon- en peiotonvnur, tel
kens kwamen ons vluchtende soldaten legen, die vertelden dat het Franschc
leger terugweek, en weldra vertoonden zich ook al ecnige lichtgekwetsten.
Zoo gingen we verder tot bij Labesacc, waar de toevloed gekwetsten zoo
groot werd, dat we besloten onmiddclijk onze tent op te slaan. Circa 4 uur
waren wc klaar en spoedig was onze tent vol zwaar gekwetsten, officieren
en soldaten. Nauwelijks was het 6 uur of we waren omsingeld door Pruisi
sche kavallerie met ontbloote sabel, na eenig pour-parler gingen ze verder,
na alle wapens te hebben ontnomen aan onze gevangene Franschen. Steeds
werden nieuwe gekwetsten aangebracht, sommigen van ons gingen naar
't slagveld (een kwartier van onze tent) ze halen, even zoo ging het de vol
gende dagen en terwijl wij druk werkten, trok hetgansche Dmtscbe armée-
corps'mct den koning van Pruisen, von Moltke en Bismarck, den weg waar
aan onze tent lag, voorbij, later kwamen de krijgsgevangen Franschen.
Steeds wemelde hel om onze tent van allerlei vreemde officieren en militaire
medici, de mecsten waren met onze inrichting zeer ingenomen. Naarmate
wc plaats te kort kwamen, evacueerden we onze patiënten naar het dorp.
Daar zagen wc 'teerst al de ellende van den oorlog, elk huis was geplun
derd, eetwaren, kleederen, alles was weg. veel vernield en baldadig bedor
ven. Er was zelfs geen water meer. en de hoofdklacht van de mensehen
was dal de Duitschers petroleum hadden gegooid in de pullen waarin nog
eenig waterwas. De Beijeren vooral onderscheidden zich door hun grove ge
welddadigheden; de Pruisen en de Saksers vreesde men veel minder. Elk
huis in het dorp verlangde een gekwetste te hebben, omdat dan de vlag
met het Roode Kruis kon worden uitgestoken, die nog eenige waarborg gaf
tegen verdere baldadigheden. Onze Zwitser plakte overal groote opschriften
in 'tDuitsch aan an die Deutsche Krieger. liet eten werd aan allen door
ons verstrekt, wij kregen volmacht van het Pruisisch hoofdkwartier om te
koopen w at wij noodig hadden en wat niet meer te koop was. zooals brood,
gaven de Pruisen ons tegen een bon of voor niet. We behandelden in het
geheel een 100-tal gekwetsten, deden eenige amputaties en natuurlijk een
massa extracties van kogels. Den 2dtn September evacueerden we al onze
gekwetsten, twee van ons bleven te Labesace over en wij gingen naar een
half afgebouwde groote hoeve te Pouilly sur Meuse, even voorbij Beaumont,
om de 4,le ambulance, dieniet meer evacuéeren kon en te veel had, te ver
lichten. Den volgenden dag na onze aankomst hadden we reeds een 150-tat
gekwetsten. Onze weg hierheen ging dwars over het slagveld, de,lijken
lagen meest nog onbegraven verstrooid over den grond, een ontelbaar aantal
ransels, chakots, wapens, ammnnilie-wogens, kanonnen etc., lagen overal
op den weg en in het veld. De meeste lijken lagen met half opgeheven arm
als om den vijand nog af te weren, de lijkverslijving moet zeker spoedig
zijn ingetreden. Te Beaumont was alles vol gekwetsten en vol Pruisen,
verscheiden huizen platgeschoten. Ook hier trokken steeds gansche scharen
krijgsgevangenen voorbij, terwijl gisteren de Pruisische landwehr te Inort.
hel dorp het digst hierbij, 20', is aangekomen Overal is het land uitgeplun
derd. de toestand is allerdroevigst. Tegenover ons, aan de andere zijde van
de Maas, die hier de brccdie van het Galgcuwater heeft, is een kasteel,
vanwaar men dadelijk ons is komen opzoeken. De bewoners zijn zeer rijke
lieden, maar voor hel oogenbük zijn ze in zulke benarde omstandigheden
dat ze -zelfs een vijftal prachtige jagthonden hebben moeten verdrinken
omdat ze er geen eten voor hebben. Van middag er een visite makende.
vertelde mevrouw mij dit. Wij slapen om beurten op het kasteel, wij heb-
I ben er 4 gekwetsten bezorgd en we helpen elkaar wcdcrkcerig. Ons leven
hier. hoewel onder dak, is in veel opzichten nog slechter als te Labesace.
waar ik een nacht ouder den blooten hemel heb geslapen; vooral daar
'tweer nu steeds storm- en regenachtig is. Ons huis is een geraamte, zon-
der deuren of vensters, eerst van daag zijn hier en daar planken geslagen.
De gekwetsten zijn in de schuren weinig beier beschut, 's nachts vooral
zeer koud. We hebben dan ook al twee dooddijke gevallen van- tetanus
gehad, liet corps de logis is een groot dubbel huis, twee kamers diep.
rechts beneden hebben we de keuken gemaakt, daar tegenover onze eetzaal
en een vertrek waarin de pomp. Boven onze eetzaal hebben wc onze apo
theek ingericht en daarvoor het verblijf voor de naaisters die matrassen,
verbandstukken etc. maken, aan den anderen kant eet- en slaapzaal van de
1 inftrmiersop zolder, nog de meest beschutte plaats, hoewel dé regen lus-