BUITENGEWONE miisim: COURANT. 1870. MAANDAG 19 SEPTEMBER. VEREENIGDE ZITTING DER BEIDE KAMERS, op MAANDAG 19 SEPTEMBER 1870, r opening van tie gewone Vergadering der Staten-Ceneraal. zoo. zich ende )(i). ■ud). •zee ?een aart sche ate, imd) roor i eelt deze nige tsen jnde loet. fier- en and- N°. 220" for- elki n of elkt van Zittingjaar 18701871. De heer dr. II. van Beeck Vollenhoven, die den voorzitterstoel bekleedt, tent, nadat de leden der beide kamers zich in de zaal bestemd voor de ttingen der tweede kamer vereenigd hebben, tegen half één ure de verga- ering en laat een koninklijk besluit van den 17de" September jl.houdende jne benoeming tot voorzitter der eerste kamer gedurende het aanstaande tfcn itingjaar, door den griffier dier kamer voorlezen. Mi De voorzitter, aan wien dientengevolge, overeenkomstig het voorschrift uit,an art" der grondwet, het bestuur der vergadering is opgedragen, be- elkejiocmt eene commissie van 18 leden, die Z. M. den koning, bij lloogstdes- 3ns telfs aankomst in het gebouw der staten-generaal, ontvangen en in- en uit geleide doen zal. i dt De ministers, hoofden van ministeriële departementen, de kanselier der beide orden en de leden van den raad van state vervoegen zich ten één om- Ge-itre mede in de vergaderzaal. dei Z. 51. de koning, die zich met HH. KK. HH. de prinsen op de in het an*L 'programma voor de opening van de vergadering omschreven wijze naar het geit gebouw van de tweede kamer der staten-generaal begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop aldaar aangekomen, in de vergaderzaal binnengeleid. Z. 51. de koning plaatst zich op den troon en houdt, Lerwijl HH. KK. II1I. tVatde prinsen naast Iloogstdenzelve gezeten zijn, de volgende openingsrede, vai 5Iijn'e Heeren dit Is het mij telkenmale aangenaam, Mij omringd te zien door de Vertegen woordigers van het geheele Nederlandsche Volkmet ongemeen genoegen begroet ik U heden. Ik gevoel behoefte het in deze Vergadering uit te Spreken, hoe Ik lioogelijk de trouw en vaderlandsliefde waardeer, door het Nederlandsche Volkgedurende de ernstige omstandigheden der laatste maan den, op zoo indrukwekkende wijze aan den dag gelegd. Eenparig bleek de wil, wat ook gebeuren zoude, de zelfstandigheid van den Staat te handha ven. Zee- en landmagt, nationale militie, schutterijen, vrijwillige vereeni- gingen, wedijverden in dien geest. Orde en rust heerschten overal. De last der inkwartieringen werd met toewijding gedragen; voor de gezinnen der opgeroepen militiepligtigen mildelijk gezorgd. En bij dit alles mogen wij met voldoening wijzen op de gelijktijdige werkzaamheid onzer landge- aoolen voor het Itoode Kruis. In onze vriendschappelijke betrekkingen met de andere Mogendheden bragt de uitgebroken oorlog geenerlei stoornis. De oorlogvoerenden hebben niet alleen de door Mij aangekondigde strikte onzijdigheid erkend, maar lot de oplossing der daaraan, uit haren aard, verbonden moeijelijkheden welwillend de hand geboden. Vele zijn de bewijzen van vertrouwen, in dezen hagchelijken tijd door ons ontvangen. Het is Mijn bepaald voornemen bij de gekozen onzijdigheid te volharden. Intusschen heeft de loop der gebeurtenissen Mij vrijheid doen vinden, la met het huiswaarts zenden der buitengewoon bijeengeroepen ligtingen een aanvang te maken, en daardoor de ingezetenen van buitengewone lasten te ontheffen. 5Ioge weldra die buitengewone maatregelen niet meer noodig zijn: De algemeene gesteldheid des Rijks levert allezins reden tot dank. De landbouw bloeit. De vloot der visscherij is in de laatste drie jaren aanmer kelijk uitgebreid. Andere takken van nijverheid, ofschoon thans door den oorlog gedrukt, vertoonen toenemende veerkracht. 5Ieer en meer groote werken voor het versneld verkeer, van Staatswege en door maatschappijen ondernomen, bedekken het Nederlandsch gebied. liet onderwijs, aan welks verbetering alle vljjt wordt besteed, verspreidt in steeds wijderen kring zaden van beschaving en welvaart. De toestand onzer geldmiddelen is niet ongunstig te noemen, wanneer men den invloed der tijdsomstandigheden op het loopend dienstjaar in aan merking neemt. De laatste lijdingen van de Overzeesche Bezittingen en Koloniën worden U heden medegedeeld bij het door de Grondwet voorgeschreven Verslag. Ook daar is zeer veel gunstigs niet te miskennen. De regeling der aangelegen- j heden, waarvoor met Uwe medewerking in dit jaar de grondslagen zijn vastgesteld, wordt onverpoosd voortgezet. Is er alzoo overvloedige stof tot prijzen, Mijne Heeren, niettemin eischt menig gcwiglig onderwerp, het Rijk in en buiten Europa betreffend, voor ziening. Uwe medewerking zal dan ook weder in ruime mate worden inge roepen. Reeds de omvangrijke wetsvoorstellen, in Uwe vorige zitting onaf gedaan gebleven, die U nader worden aangebodenzullen gespannen aandacht vorderen. Ilet is Mijne innige wensch, dat het grondwettig gemeen overleg rijke vruchten drage. Schenke God op Onzen arbeid Zijn onmisbaren Zegen! Ik verklaar de gewone Vergadering der Staten-Generaal geopend. Z. M. de koning verlaat na het uitspreken dezer rede, met HII. KK. HH. de prinsen, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich op de bepaalde wijze naar het koninklijk paleis terug te begeven. De voorzitter sluit, nadat de commissie is teruggekeerd, de vercenigdc zitting der kamers. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1