LEIDSCIIE COURANT. 1870. DONDERDAG 23 JUNI J. BIN N EN L A N DSC IE BE BIGT E N. f gisters ingeschreven acten. N". 145. De Couranl verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd: De prijs der Co urn ut is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.50 'tjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nominers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. Dc prijs der Advertentie!) is van 14 regels f I.- iedere regel meer 25 cents. LEIDEN. 22 Junij. m De minister van binnenl. zaken heeft bekend aremaakt, dat voor de tweede maal in het loopende jaar gelegenheid zal worden gegeven tot het Iafleggen der natuurkundige en geneeskundige examens, bedoeld in arlt. 4 en 5 der wet van 1 Junij 18G5, in de maand September e. k., en dat de in-examens bedoeld in artl. 8 en 9. ter verkrijging eener acte van bevoegdheid w-als hulpapolheker en apotheker, oor de tweede maal zullen worden afgo lf nomen in de maand December e. k. Zij, die lot dc examens wenschen te tl worden toegelaten, zijn uitgenoodigd daarvan schriftelijk opgave te doen: enw;,t betreft liet natuurkundig examen, vóór 15 Augustus e. k. aan den voorzitter der commissie, den hoogleeraar dr. F. C. Donders, te Utrecht; en it.wat betreft het geneeskundig examen, voor 15 Augustus e. k.. aan den voorzitter der commissie, den hoogleeraar dr. F. Z. Ermerins, te Groningen. - Met genoegen vernemen wij dat eene Nederduilsclie vertaling van if.Disraeli's Lothair, bewerkt door mr. A. II. Verster, thans in afleveringen liet licht ziet bij de uitgevers Gebroeders Kraay te Amsterdam. Wij ver trouwen dat deze gelegenheid om kennis te maken met dien merkwaardigen en veelbesproken roman van Engelands gewezen eersten minister zeer velen —welkom zal zijn. De Staatscourant bevat bet eerste verslag aan den minister van bin- OOncnl. zaken, van de commissie in 1870 belasi met het afnemen der natuur- letkundige examens, volgens art. 4 der wet van 1 Junij 1865. Voor het lo examen in de vakken vermeld in al. 1 van art. 4 hadden zich 21 candi- lerdaten aangemeld, die nog geen deel aan bet natuurkundig examen wensch- teu te nemen, terwijl 36 candidaten moesten gecxamineerd worden om tot -dat examen te worden toegelaten. Van de 21 eerstgenoemde candidaten hebben slechts 7 aan de cischcn voldaanvan de 33 candidaten (3 waren niet verschenen) in dc tweede plaats genoemd, werden 24 toegelaten. Voor het eerste gedeelte van het natuurkundig examen hadden zich 44 candidaten aangemeld, waarvan 26 werden geëxamineerd; 7 candidaten 1 konden niet tot het examen toegelaten worden, omdat zij geene voldoende bewijzen van kennis hadden gegeven in de vakken vermeld in al. 19 had den zich teruggetrokken en 2 zich wegens ziekte verontschuldigd. De uit slag van het examen was dat 12 candidaten werden toegelaten tot bet tweede gedeelte van het natuurkundig examen (een der candidaten had zich '2 vnog onder het examen teruggetrokken). list natuurkundig examen in zijn geheel werd door 10 candidaten afge- legd. De uilslag was dat het diploma werd uitgereikt aan de hh. J. M. Uuizinga, J. L. E. 1.. Liihrs, P. Schijff en J. Lette. B Dc minister van justitie heeft op nieuw ter kennis van belanghebben den gebragt dat, ingevolge de bestaande verordeningen, alle personen, lot 't den Nederlandschen adel behoorende, gehouden zijn. tot slaving van het bewijs hunner afstamming van adellijke geslachten of van plaats gehad heb bende geboortensterfgevallen en huwelijken in die geslachtenaan het dep. van justitie in te zenden uittreksels uit de registers van den burger- 16 lijken stand of van kerkelijke registers, en dat met geene andere van eerst- 1 2 gemelde uittreksels genoegen kan worden genomen dan niet die, welke j ;®pevatten behoorlijk gelegaliseerde volledige afschriften der in voormelde re- j I Men verneemt uit Mannheim dat op den 20en dezer, op uilnoodiging van de Radensche regering, gevolmagtigden van al de Rijnoeverstaten, als- mede van Zwitserland, aldaar zijn bijeengekomen, om te beraadslagen over hetgeen gedaan moet worden naar aanleiding van de weigering der Ned. re- gering om de overeenkomst van 29 November 1869over de visscherij in den Rijn, te bekrachtigen. Nederland heeft daartoe geene uilnoodiging ont vangen. In de Staatscourant leest men het volgende: "Door onderscheiden dag bladen zijn berigten medegedeeld omtrent hetgeen laatstelijk zou zijn voor- logevallen ten aanzien van de aanhouding van een Nederlandsch schip op bevel :der regering van Venezuela en het vertrek van den Nederlandschen zaakge lastigde uit Caracas. Zie hier wat, luidens de rapporten door 'skonings 'regering ontvangen, plaats gehad heeft. De, eenige weken geleden, Caracas bcmagtigd hebbende partij der Guz- —mans, waarvan de leiders zich op Curagao bevonden, smeedde naar het scheen, eenigen lijd te voren, aldaar den thans gelukten aanslag. Vertoogcn daartegen waren geschied door de toen aan het bewind zijnde regering van Monagas, en ten gevolge dier met bewyzen gestaafde vertoogen werd aan bet met de neulraliteitsverpligtingen van Nederland strjjdige verblijf der Guzmans op Curacao een einde gemaakt. Van daar de wrok der thans te Caracas heerschende partij tegen den heer Rolaiidus, die zijns ondanks na tuurlijk bij 'skonings regering de tolk had moeten zijn van de klagten des vorigen kabinels van Caracas. Die wrok gaf zich al dadelijk lucht op eene wijze, die voor de veiligheid van den heer Rolaudus verontrustend scheen. Daarbij kwam de omstandigheid, dat de te Caracas heerschende partij op eene allezins willekeurige wijze eerst de Ncderlandschc paketboot llonfleur te Laguaira aanhield, onder'voorwendsel dat die boot in dienst der republiek was, en later een Nederlandschen schooner in beslag nam en den eigenaar het vertrek naar Curasao belette, op grond eener tegen alle regelen van volkenregt uitgeschreven sluiting der havens, die nog in handen der vorige regering zijn. De vertegenwoordigers der vreemde mogendheden protesteer den collectief tegen de aanhouding van de paketboot, doch zonder eenig gevolg, en toen dc lieer llolandus daarna krachtig daartegen opkwam, werd op eens iedere verdere discussie met hem afgebroken door de aankondiging op 9 Mei jl. dat de regering der Guzmans alle betrekkingen met hem afbrak; deze aankondiging was in zulke onvoegzame termen gesteld, dat hij zich genoodzaakt vond, om, in overeenstemming met het eenparige gevoelen zijner collega's, zijne paspoorten te vragen. Toen die paspoorten, 11a lang dralen, aan den heer Rolaudus waren verleend, is hij op weg gijnde naar Laguaira, zoo het schijnt op geheimen last van den president, aangehouden; doch toen het gansche corps diplomatique tegen deze handel wijze protesteerde, werden door den minister van buitenl. zaken aan den heer Rolaudus verontschuldigingen gemaakt, en volbragt deze, onder geleide, zijnen togt naar Laguaira, alwaar hij zich aan boord van den Kijkduin inscheepte, dc bescherming der Nedcrlandsche onderdanen aan den interi- mairen zaakgelastigde van den Noord-Duitschen bond overlatende. Door de zen is na het vertrek van den heer Rolaudus, doch te vergeefs, geprotes teerd tegen dc inbeslagneming van de Sarah en dc aanhouding van den lieer Jcsuruui. In dezen stand van zaken is liet fregat Admiraal van IVassenaer ter stond naar Venezuela afgevaardigd met algemecne instruction ter bescher ming van Nederlandsche onderdanen en bezittingen; in afwachting dat onverwijld nadere instruction zullen worden gegeven ter erlanging van dc aan Nederland verschuldigde genoegdoening. De regering heeft inmiddels tot haar genoegen reeds van onderscheidene bevriende mogendheden mededeeliiigen ontvangen, waaruit blijkt dat door de vreemde vertegenwoordigers de handelwijze van den heer Rolaudus evenzeer werd beaamd, als die van het bewind te Caracas werd afgekeurd. Men mag dus veronderstellen dat de door 's konings regering te nemen maatregelen bij de bevriende mogendheden bijvalmisschien ook wel onder steuning zullen vinden." Te 's Uagc hield gisteren dc geneeskundige raad in de provincie Zuid holland, onder voorzitterschap van den prov. inspecteur, den heer dr. L. J. Egeling, hare vergadering. Na de mededeeling van eenige ingekomen stuk ken werd door den voorzitter omlrcnt de sterflestatistiek geconstateerd, dat er vooral sedert de invoering der wet op het begraven vooruitgang zigt- baar was in het opgeven van dc oorzaken van den dood; doch ook dat nog op verscheidene plaatsen een aantal overledenen in hunne laatste ziekte geene geneeskundige hulp hebben genoten. Ook omtrent den loop van som mige cpidemienen daaronder hoofdzakelijk de mazelenwerden verschil lende mcdcdeelingen gedaanvooral over Leidenwaar die ziekte in vrij hevigen graad heeft gewoed (in Febr. stierven 5, in Maart 67, April 125. Mei 97), en thans genoegzaam is verwijderd, terwijl zij zich het meest onder de mindere klassen openbaarde. Van een aantal door den heer in specteur gedane plaatselijke bezoeken is door hem mededeeling gedaaneven als door den adjunct-inspecteur; en tevens van de bemoeijingen, in het be- lang der gezondheid gedaan. Naar aanleiding van de zich in Moskou voor gedaan hebbende cholera, heeft, daartoe door den heer commissaris des konings uitgenoodigd, de inspecteur geadviseerd betreffende maatregelen, door gemeentebesturen te nemen. Voorts is door hem mededeeling gedaan van de bemoeijingen omtrent begraafplaatsen in verschillende gemeenten. Vele begraafplaatsen schijnen niet te voldoen aan de bepalingen der wet en dc eischen der volksgezondheid. Ten aanzien van den staat der scholen uit datzelfde oogpunt bleek 0. a. ook, dat, waar voorziening dienaangaande vcreischt wordt, de inspecteur zich steeds in zijne pogingen heeft mogen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1