LEIDSCIIE COURANT. WOENSDAG I JUNIJ. BINiNENLANDSGHE BKMGTEN. 1870. N". 127. De Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f'i.franco p.p. /3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor j 2.50 's jaars. buiten de expediliekosten. Afzonderlijke nomnicrs der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentie» is van 14 regels f 1.- iedere regel ntecr 25 cents. LEIDEN, 31 Mei. Te Utrecht is dezer dagen eene bijeenkomst gehouden door hoofd-offi- cieren van de geneeskundige dienst, om te beraadslagen over dc herziening van het reglement voor de keuring van manschappen. Tot leeraar in de natuur- en scheikunde aan de inrigtjng voor middel baar onderwijs te Enkhuizen is benoemd de heer R. Sinia, van Haarlem. Tot predikant bij de Doopsgezinde gemeente te Edam is beroepen ds. A. Snellen, thans te Winterswijk. Door zekeren Jan Lukes, in vroeger jaren boerenknechten dezer dagen te Deventer overleden, is aan dc armen der herv. gemeente te Colrn- schate, waar hij vroeger woonachtig was, ƒ900 en voor de armen dierzelfdc gemeente te Deventer 1000 vermaakt, welk geld belegd moet worden, om jaarlijks uit dc opkomsten aan hoogbejaarde menschen eene ex tra-uitdeeling te doen. i De zitting van het prov. gereglshof in Noordhollahd van gisteren (in zake dr. Elders) was gewijd aan liet verhoor der zes geneeskundigenwaar van 3 door het 0. M., vaard. Voordat tot het 3 door de verdediging als getuigen waren gedag- verhoor werd overgegaan, deelde de president Zs wege den korten lijd aan het onderzoek gewijd. Overigens refereerde getuige zich aan dat visum repertum. Geheel conform deze verklaring, was in hoofdzaak die van dr. Petrus van Reyscn, die o. a. zeide, dat geen genees kundige, na een onderzoek van 1 a 2 uren, kon verklaren dat iemand niet krankzinnig was, omdat er een mania occulta kon zijn, maar dat hij wel positief kon verklaren, dat iemand op een gegeven oogenblik niet in een staat was. die zijn ontniddelijkc opneming in een krankzinnigengesticht vorderde. -- In de vorige weck is in den Rommelerwaard in den nacht van Woens dag op Donderdag een vrecselijke brand uitgebarsten te Iverk-Driel, ge meente Dricl. Niettegenstaande krachtig aangew ende pogingen om het onheil te stuitenzijn 7 huizen in de asch gelegd. Daardoor zijn niet minder dan 9 huisgezinnen zonder huisvesting. Men meldt uit llarlingen: Zoodra hier het lelegraphisch bcrigt ont vangen werd dat het ontwerp der havenverbetering met 24 tegen 9 stem men door de eerste kamer was aangenomenhad onze stad binnen korten tijd een feestelijk aanzien. Van torens, schepen, molens en andere ge houwen zag men eene groote menigte vlaggen en w impels wapperen ten blijke der algemecne blijdschap over deze belangrijke zaak. Des avonds was dc zeevaartkundige school geïllumineerd en werden op sommige plaatsen vuurwerken afgestoken. !n mede, dat het hof besloten had als nog jhr. Salvador als getuige te hooren en'en werd, op verzoek van den verdediger mr. Levy, nog goedgevonden ook a'de vrouw van den kastelein Zonneveldt te dagvaarden. Hierop werd ae mcd. doctor B. II. Everts, geneesheer-directeur van het krankzinnigengesticht Meerenberggehoord. Hij verklaarde dat de heer Wiersma in Jullj 1867 Ht*' voorloopig uit dat gesticht was ontslagen en in Aug. Ï867 definitief d. i. te" als weder geheel normaal beschouwd. Sedert had getuige op verzoek van mr. Wiersma (vader)zijn gewezen patient 2 a 3 maal ten zijnen huize be- zocht en zoo min daar als aan liet station of op straat, waar hij hem een paar malen ontmoette, iets abnormaals bij hem waargenomen. Verder bleek, dat besch. hem getuige wel heeft geconstipeerd over "een ander patient, maar i nooit over den heer Wiersma. Op de bemerking van den presidentdat dit j vreemd was, antwoordde besch., dat dit een bijzonder urgent geval was. Volgens den getuige Everts was de vroegere toestand van den heer W. waan- j zin, gepaard met hallucinnliënhetgeen zich uitte door een groot wan trouwen en door vrees voor benadeeling. Lang koesterde hij het denk beeld dat zijn ruggemerg in tweeën was gesplitst. Hierop gaf de president medcdeeling aan getuige van de verschillende Zalurdag jl. door beschuldigde tot staving zijner zienswijze omtrent den heer W. aangegeven geneeskundige i gronden.Op de vraag, welk het oordeel van getuige was over de verschijn selen antwoordde getuige dat het mogelijk was dat daaruit krankzinnigheid werd opgemaakt, dat hij intusschen, als onbekend met den zamenhang en de opvolging dier verschijnselenover het geval zelf geen oordeel kon uitspre ken doch alleen verklarendat zij de geopperde vrees voor ongelukken z. i. Z-i niet reglvaardigden. Overigens meende getuige dat een geneesheer moreel en wettelijk vcrpligt was niet op verklaringen van familieledenmaar op eigen s, persoonlijke waarneming een oordeel over den zielstoestand van een persoon ■'v uit te spreken. Besch. beriep zich hiertegen op verschillende geneeskundige autoriteiten. Zijns inziens geschiedt het in den regel aldus. Een doctor sfeikon aan een patient niet zooveel tijd wijden als de doctor in het krankzin- bi nigengesticht doen kan. Hij moest dus veel van anderen opnemen. Vervolgens werd een memorie van den besch. voorgelezenbevattende een nadere opgave der auteurs, waarop Lij zich beriep, en werd over de weten schappelijke opvalling en onderverdeeling der mania een-debat gevoerd, naar aanleiding van door den raadsheer Meerbeke tot den get. Everts gerigte vragen, waarover ook de beschuldigde de gelegenheid werd gegeven zich nader te verklaren. De getuige verklaarde verder uitdrukkelijk den heer Wiersma in de laatste twee jaren niet te hebben onderzocht. De getuige Adriaan van der Willigen, med. doctor te Haarlem, die met dr. P. van Rey- sen aldaar, op 19 Febr. jl. door den officier van justitie, als deskundige f't0! was benoemd, verklaarde o. a. dat hij, na een onderhoud van circa 2 uren met den heer Wiersma, over allerlei onderwerpen, soms voor dezen van minder aangenamen aardden indruk had gekregen dat deze niet in een tee- )t,p' stand verkeerde, die zijn opneming in een krankzinnigengesticht noodzake- lijk maakte. Uit hetgeen hem althans daarbij was gebleken kon hij zelfs =sniet afleiden dat dc heer W. krankzinnig was, doch omtrent hel laatste punt mogt hij in een visum repertum geen stellige verklaring geven van Betreffende het wets-ontwerp houdende regeling van het toezigt bij het opriglen van fabrieken, magazijnen, bewaarplaatsen en andere inrigtin- gen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, heeft de minister van binnenl. zaken zijn antwoord op het voorloopig verslag ingezonden en daarbij verklaard dat, naar zijn oordeel, de wetgever de vrije uitoefening der nijverheid slechts in die gevallen moet beperken waar dit in het alge meen belang wordt gevorderd. Is uit eene industrie gevaar of schade te wachten, dan is het de pligt des wetgevers, daartegen te waken, daar het bijzonder belang van den industrieel voor het algemeen belang moet wijken. Verder te gaan dan het algemeen belang eischt ten gerieve van naburen, die uit eenigen tak van nijverheid last of hinder vreezen, dc nijverhied aan banden te leggen, gaat zijns inziens te ver. Daarenboven is het begrip van hinderlijke industrie» uil den aard der zaak onbepaald en rekbaar, gelijk in dc toelichtende memorie werd opgemerkt. Wat toch zal men daaronder moeten brengen? Het voorloopig verslag spreekt, van geraasmakende fabrie ken. Maar zal men voor elke industrie, die geraas maakt, voorafgaande vergunning moeten vragen? Zal men dit eischen voor die menigvuldige be drijven. als: koperslagerijen, kuiperijen, blikslagerijen en andere, welker uitoefening noodzakelijk met ccnig geraas gepaard gaat? Neemt men het gerief der naburen zoozeer in bescherming, moet men dan ook het gebruik van mangels, het bespelen van blaasinstrumenten en andere verrigtingen die voor naburen hinderlijk kunnen zijn, niet evenzeer verbieden? Acht men dit laatste ongeraden en de vrijheid te veel belemmerend, welke is dan de grond, waarom men de nijverheid dien band zal opleggen? Het voor loopig verslag maakt ook melding van inriglingen, als oliemolens, die sterk gedreun veroorzakenen van fabrieken en werkplaatsenwelker vestiging in eene bepaalde buurt op de waarde der daar aanwezige panden een on- gunstigen invloed zou uitoefenen. Hierop valt te antwoorden, dat onder de in art. 2 van het wets-ontwerp op genoemde gevaarlijke of schadelijke in- rigtingen, ook de olie-fabrieken voorkomen, en dat wanneer men tot be ginsel wilde aannemendat al wat tot waarde-vermindering van panden mogt kunnen leiden moest worden geweerd, op de bevoegdheid om vrij over zijn eigendom te beschikken een niet te verschoouen inbreuk zou worden gemaakt. Op denzelfden grond zou men ook dc vestiging van winkels, tap perijen en dergelijke in buurten waar deze nog niet gevonden wordenmoeten verbieden, omdat daaruit eene waarde-vermindering der panden te vreezen is. Nog wordt door den minister gezegd: Hoezeer het nut van bepalingen in het belang der veiligheid en gezondheid der fabriekarbeiders niet te ont kennen is, ligt dit niet in den kring van deze wet, die ten doel heeft ter vervanging van het besluit van 1824 liet toezigt bij de oprigling van fabrie ken te regelen. Die voorschrilten schijnen echter niet bij algemeenen maat regel van inwendig bestuur te kunnen worden gegeven, maar het onder werp eener afzonderlijke wel te moeten uitmaken. 's GRAVENHAGE31 April. Door Z. M. zijn benoemd: lot officier van justitie bij de arrond.-regt- bank te Middelburg de heer mr. J. W. T. Swaters van Schaumburgthans in die betrekking bij de arrond. reglbank te Gorinchemen tot officier van justitie bij dc arrond.-reglbank te Gorinchem de heer mr. S. J. T. H. Ne- dermeijer ridder van Rosenthal, thans in die betrekking te Sneek. Bij kon. besluit van 22 dezer is de ontvanger der directe belastingen, te Valkenswaard (Noordbrabant), F. W 11. Züfang, uit's rijks dienst ontslagen. De luit. ter zee ls,e kl. K. C. Bunnik is op non-activiteit gesteld en als kommandant van het schroefstoomschip de Amstel vervangen door den luit. ter zee l8,e kl. D. A. Coomans de Ruiter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1