PER TELEGRAAF.
nen, aan de Habsburger dynastie vast te houden, en zoowel buiten liet cen
tralisme der Duitschers als buiten bel federalisme der Czechen te blijven.
Zijns inziens zal hierdoor de grond worden gelegd tot een statenbonddie
zich van de Oost- tot de Zwarte zee kan uitbreiden. De Polen, zeide hij,
moeten dus, tegen den wil der Czechen, Oostenrijk en Hongarije onder
steunen. Zij moeten voor Gallicie geen kroon, geen afzonderlijk ministerie
verlangen.
De moord van prins Ludwig von Arenberg heeft zoowel in Rusland als
te Weenen algemeene verontwaardiging verwekt. Des ochtends, toen de
kamerdienaar het slaapvertrek van den prins binnentrad, vond hij den onge
lukkige, aan handen en voeten gekneveld, levenloos in bed. Bij onderzoek
is geblekendat de prins door worging van het leven is beroofd. De druk
op den hals is zoo groot geweest, dat de dood onmiddellijk is gevolgd. De
moord schijnt niet een gevolg te zijn geweest van persoonlijken haat, maar
ter voorbereiding van eene plundering, waaraan de kamer van den ver
moorde heeft blootgestaan. Al de kostbaarheden waren verdwenen; ook de
sporen van een mislukten aanval op een ijzeren brandkast, welke zich mede
in het vertrek bevond, bewijzen dat dc verworving plaats heeft gevonden
om dien roof ongestoord te kunnen plegen. Gelijk uit het Joarn. de Si. Pet.
blijkt, heeft de policie al dadelijk argwaan gehad tegen een der dienaren van
den prins, met name Gevy Chischkow. Deze is dan ook aanstonds gevat.
In het voorloopig verhoor van Chischkow heeft deze dc verklaring afgelegd,
dat reeds daags voor den moord een poging tot diefstal bij den prins had
plaats gevonden. Dc misdaad zelf zou, naar hij verzekerde, door zekeren
Grebmenikovv gepleegd zijn; hij (Chischkow) had gedurende den beruchten
nacht enkel voor het huis van den prins de wacht gehouden en was overi
gens volkomes onschuldig. Na het verhoor van Chischkow heeft de justitie
ook den tweeden beschuldigde Grebmenikovv achterhaald en in hechtenis
genomen. Ook hij ontkende alle schuld. Nogtans vond men het gouden
uurwerk van den prins bij hem.
Tc Triest, heeft zich, gelijk reeds gemeld is, een comité gevormd voor
het oprigten van een standbeeld van den aartshertog Maximiliaankeizer van
Mexico. Het standbeeld zal den overledene voorstellen in de uniform van
vice-admiraal der Oostenrijksche vloot; het zal met het aangezigt gewend
naar het door den aartshertog gebouwde slot Miramare geplaatst worden.
De keus der basrelicfs en inscription op het voetstuk zal aan den kunstenaar
worden overgelaten, maar zij zullen uitsluitend betrekking moeten hebben
op de werkzaamheid van den aartshertog in het belang der Oostenrijksche
oorlogs- en handelsvloot, op zijne voorlieldc voor Triest en op hetgeen hij
voor die stad gedaan heeft. De kosten zijn geraamd op 119,000 fr.en tot
deelneming aan den wedstrijd voor het leveren van een ontwerp zullen twaalf
der uitslckendste kunstenaars uitgenoodigd worden.
Men meldt uit Athene aan de Presse het volgende: De Britsche rege
ring dringt aan op het ontslag van het Grieksche ministerie. Naar men
verzekert, zou een nieuw kabinet, onder Engelschen invloed tot stand ge-
bragt, met de krachtdadige hulp van Groot-Brittannicdc taak op zich
nemen om het land voor goed van roovers te zuiveren. t Voorts wordt aan
hetzelfde blad gemeld, dat dc koning en dc geheele koninklijke familie zich
voor den tijd van eenige maanden naar het buitenland zouden begeven.
Prins Johan, oom des konings, zou gedurende dien tijd als regent optreden.
PARIJS, 11 Mei. Heden zijn vele personen aangehouden Men vreesde
aanvankelijk voor eene herhaling der onlusten op heden avanddoch daar
het weder regenachtig is, acht men eene hervatting dier tooneelen onwaar
schijnlijk. Eenige volksgroepen die overigens weinig talrijk zijnvertoonen
zich op dit oogenblik (9y2 ure) op het plein van Chateau d'Eau. De rege
ring heeft uit voorzorg bevolen, dat de omnibussen naar Belleville in eene
door haar aangewezen rigling moeten rijden.
PARIJS, 12 Mei. Gisteren avond hebben zich in den faubourg du Temple
weder vo'ksgroepen gevormd, die door de sergeants de ville en cavalerie
werden uiteengedreven. De wijken Villetle en Belleville en de faubourg du
Temple zijn nog steeds door de troepen bezet, en dus is er geen poging
gedaan om barricades op te werpen. Tc middernacht was het overal rustig.
Dc Constilutionnel bevat een brief van den keizer aan den maarschalk
Canroberl, waarin Z. M. bet leger geluk wenscht met de standvastigheid
en koelbloedigheid in de laatste dagen aan den dag gelegd.
ALGIERS, 10 Mei. Dc uilslag van de stemming van het leger in Algerië
is 30165 ja en 6029 neen. In het geheel zijn in Algerië uitgebragt 41213
stemmen met ja en 19484 met neen.
ISItlEZOlVBEN.
De Kweekschool voor Zeevaart te Leiden.
[Feivol# en slot.)
Na de pauze kwam de vergadering weer, bjj wijs van een soort van
appèl, in de gehoorzaal bijeen, waar de president verzocht zich naar het
sclioollocaal te begeven, waar men dc kweekelingenvan hun paradebuisje
ontdaanin het monteringhemd en verder scheepstenu zou zien. In de
schoolzaal gekomenstonden werkelijk de kweekelingen in drie gelederen
geschaard, de vergadering tegen hen over en de president in het midden,
zij zagen er vrolijk en gezond uit, met blozend gelaat; iets dat de presi
dent de vergadering deed opmerken. Daarbij gebruikte hij bij herhaling het
door hem geliefkoosd zinnebeeld Fan zulk timmerhout kan men wat ma
ken." Daarmede sprak hij ook de leerlingen toe, waarvan eenigen ant
woordden, «ja mijnheer, ja mijnheer," en spoorde hen aan tot zingen,
hetgeen dan ook terstond begon. Zij zongen een matrozenlied, beginnende:
»'t Blij hoezee worde aangeheven"; de klank der stemmen was wel wat
schor, maar in toon en wijs en maat stonden zij vast en sloegen ieder de
maat met de linkerhand, hetgeen de muziekmeester met beide handen en
het hoofd ook deed. Terstond daarna namen de kweekelingen hunne gewe
ren. zijnde korte of kadellen-naaldgewcren met achterlading, zij gingen in
het gelid en, gecommandeerd door hunne onderwijzers, volvoerden zij eenige
handgrepen met het geweer, de lading en eenige linieveranderingen in de
paradepas. Hunne losheid in dc kleeding even als in hunne bewegingen,
bij vergelijking der gesloten klccding en stijfheid in houding van die der
landmilitie, was ook zichtbaar in hunne evolutie, in vergelijking met die
der militie te lande.
Dit gedaan zijnde werd het geweer weer op zijne plaats gezet en spron
gen en liepen allen zoo vlug als katten in het want, en maakten daar. wel
met hun twintigen op de ra gezetendat het een lust was om te zienbij
wijs van exercitie het bramzeil los en weer vast, terwijl een meer gevor
derde kweekeling te gelijk met de loodlijn manoeuvreerde. Daarop kwamen
zij weer even snel en vlug naar beneden en liepen regelregt naar de roei-
booten, om, in vier booten gezeten, hunne gaven in de roeikunst op het
Galgewater te vertoonen, hetgeen een schoon gezigt opleverde, hoewel de
jongste aankomelingendoor nog mindere bedrevenheid, wel in het oog
vielen. Een kwartier heen en weer geroeid hebbende, landden zij weer en
liepen naar de kanonneerboot om op het dek derzelve te schaften.
Zij verdeelden zich in zes bakken of kluften, van 7 kweekelingen ieder,
en gingen op het dek zitten in allerlei attitudes, zooals: op de hurken, de
knieën, het achterste en zelfs geleund op de ellebogen, zoodat het geheel
een regt champêtcrs voorkomen had, en wel wat geleek naar het legertje
van Gideon bij het water.
Ik sprak hierover aan den opperschipperden heer J. de Vogel, en die
antwoordde mij met deftigheid: "Mijnheer, aan scheepsboord Iet men er
niet op, in welk eene houding de manschappen eten, en hierom laat uien
daarin de kweekelingen ook hunne vrijheid."
Ieder der aanzittenden had een mes en een ijzeren vertinde lepel en voor
zich een snede kommiesbrood en een stuk gerookt spekdat in dc soep ge
kookt was. In hun midden werd door een kweekeling, nu zeker een koks
maat, ter nedergezet een houten tobbetjebalie bij hen genoemd, voor twee
derden met groenerwten-soep met prei (zoogenaamde snert) gevuld. Dat
eten zag er zeer smakelijk uit. In weerwil er van het brood en het spek
tusschcn beide geplozen werd, bleef de soep onaangeroerd staan, toen eens
klaps met eene soort van deftigheid alle de mutsen werden afgenomen. Ik.
denkende dal men ging bidden, nam mijn hoed ook af, inaarneen, in plaats
hiervanbegonnen zij allen met hun lepel druk soep te etentoen ik dat
zag zette ik mjjn hoed weer op en vroeg met verwondering aan den heer
J. de Vogel, of er niet gebeden werd, en die zeide mij, dat het aan scheeps
boord geen gewoonte is vóór en na het eten te biddenmaar wel eerbiedig
het hoofd te ontdekken, dat dit echter in de Oost ook niet gedaan werd,
omdat het aldaar zeer nadeelig is zoo lang met het ontbloote hoofd in de
brandende oosterzon te zitten. Bij gelegenheid van dit geïmproviseerd mid
dagmaal trof mij eene opmerking zeer. Bij dezen oppervlakkig armoedigen
toestand, daar onder den blooten hemel, zonder talel, stoel of bank, zonder
tafellaken of servet, zonder borden of vorken (zoo als de heer J. de Vogel
*inij zeide worden aan scheepsboord nooit vorken gebruikt), of drinken, ont
brak het toch aan dien maaltijd niet aan 'sHemels zegen, blijkbaar, behalve
uit het vrolijke uitzigt der dischgenootenook uit het lang warm blijven
van hunne soep in het eenvoudig houten lobbetje. Omdat het van hout was,
bleef de soep zoo veel langer warm, zoodat de eters telkens op den lepel
moesten blazen, terwijl aan menigen heerendisch met kostbaar vaatwerk
dit het geval niet is; ik zeide hiervan bij mij zeiven: God zegent het water
even goed als den wijn.
Na het eten stonden de verzadigden op en verspreidden zich; eenigen na
men den gebruikten toestel op en gingen er mede aan den oever der rivier
om het schoon te wasschen.
Hiermede was dc vcrlooning geëindigd en de meeste leden gingen heen.
Ik voor mij ging de opgeruimde kanonneerboot eens opnemen en verwon
derde mij zeer over de zindelijkheid die overal op het dek bleek.
Ik ging ook in het ruim, dat ik van vroeger dagen als een donker hol
had lecrcn kennen, maar wat stond ik te kijken over hetgeen het nu is; het
was groot en ruim en zeer vrolijk geworden. Deze veranderingen en op
knappingen waren gekomen door het uitbreken van de nutteloos geworden
kajuit en slaapkamer van den kommandant. en door dat de zoldering en de
zijden rondom van het ruim met kalk gewit waren, hetgeen te gelijk een
eerste gezondheidsmiddel is, gevoegd bij dc zindelijkheid der vloer en trap
pen die menige huisvrouw en dienstbode tot voorbeeld zouden kunnen
nemen. Dit ruim dient voor de lagere onderwijzers om daags te zittenals
koffijkamcr en 's nachts in hangmatten te slapen, waartoe latten aan de
zoldering zijn, doch de hangmatten worden 'smorgens bij de réveil dadelijk
weggenomenbuitendien slapen er nu nog 36 kweekelingendie allen ge-
teekend hebben, om aan het scheepsleven te gewennen. Terwijl dc 8 ove
rigen evenzoo in de slaapkamer van het gebouw der kweekschool vernachten.
Na een en ander in oogenschouw genomen te hebben, volgde ik de weg
trekkende leden.
P. G. GALLANDAT HUËT,
Metalen en Zilver-Schutlerskruis geregtigde.
OPGAYE VAN BUÏEVE\,
welke in dc eerste helft der maand April door het postkantoor te Leiden
zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wie zij
geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren.
Geadresserd aan: E. Lunimag, E C. H. Boas, Risselada, Mulder, voor
C. A. v. Heecet, Maartje Fabriek, Simons. G. Korlijn, S. VVeelen, allen te
Amsterdam; C. Mulder, te Delft; Ravenswaay, te 'sGravenhage; wed. K.
Hoekstra, te Leeuwarden; W. Sanders, te Mezijk; mcj. I). v. d. Werf, te
Rotterdam; mad. v. d. Burg, te Soeterwonde; Bekooi, te Strijen; mej. M. A.
Sprenger, te Utrecht; v. d. Meulen, te Zaandam; J. Baricls, te Zevenhuizen.