aanleiding tol eenige diseiicae. Bij die voordragt werd voorgesteld de trac- j tementen dier leeraren van 1200 te brengen op ƒ1600, en op die tracte- j menten voor de vacerende betrekking eene oproeping te doen. De onder vinding toch had geleerd dat menten einde goed te slagende bezoldiging op dat bedrag moest stellen. De heer Eigeman had daartegen bezwaar. Zijn inziens waren de kosten van het onderwijs te hoog en hij had nooit gehoord dat voor een leeraar, als ware het een koopwaar, werd opgeboden. Na het afleggen van examen waren allen in staat geacht de betrekking naar belmoren te vervullen. De voorzitter merkte hierop aan dat. wilde men een eminent man hebben, men tot de aangevraagde som moest beslui ten; vroeger had men ondervonden dat zich voor ƒ1200 geene geschikte personen hadden aangemeld. De lieer Tollens meende dat men er reeds aan gewoon was geraakt dat te Leiden de Iractementen van ƒ1200 op ƒ1600 werden gebragt en dat dus de sollicitanten natuurlijk eene tweede oproeping tot een verhoogd tractement afwachtten. De hh van Outeren en Bijleveld waren van meening dat er eerst een proef moest genomen worden met eene oproeping ad ƒ1200 en dat eerst nadat gebleken was dat die oproeping het gcwenschte gevolg niet had gehad, tot ecne verhooging moest worden over gegaan. De beer Hartevelt meende dat eene oproeping tot een bedrag van 1200 slechts ten gevolge zou hebben dat men geen enkel persoon zou krijgen of wel een brekebeendien men in andere plaatsen niet wilde hebben. De lieer Le Poole wees, naar aanleiding dezer laatste bewering, op den onderwijzer in het Engelscli, die op dat bedrag was aangesteld. De beer Dercksen was van gevoelen dat het voor een wetenschappelijk man niet altijd onverschillig was' waar hij woonde; soms was hij gaarne op eene plaats zoo als liier, waar de gelegenheid open stond zijne studiën voort te zetten. De heer Hartevelt merkte hierop aan dat men niet kon leven van de eer hier geplaatst te zijn, maar dat men, om fatsoenlijk te kunnen be staan een behoorlijk tractement uoodig had. In stemming gebragt werd de voordragt, tot verhooging der bedoelde Iractementen met ƒ400, aangeno men met 9 tegen 7 stemmen. Vervolgens werd goedgekeurd de onderhand- schc verhuring van twee huizeneen buiten de voormalige Witlepoort en een op de gedempte Maren dorpsachtergracht, afwijzend beschikt op een adres van G. ,1. Boelen, Ver bekoming van gemeentegrond, en goedgekeurd een staat van af- en overschrijving op de begrooling van het Evang. Luth. wees- en oudeliedenhuis, voor 1869. Ten slotte werd nog, onder voorzit ting van den wethouder de Fremery (de heer Stoffels moest zich met nog twee andere leden als rendantcn der rekening tijdelijk verwijderen), goed gekeurd de rekening van de stads bank van leening over 1860. -• Naar men verneemt zal op den lslf" Junij aanst. in de Luthersche kerk alhier een orgel-concert gegeven worden, waarvan de opbrengst be stemd is, gedeeltelijk ter vergrooting van het grondkapitaal van het wees- en oudelieden-huis der gemeente, en gedeeltelijk ten voordeele der kerk. Dit concert belooft voor de beminnaars van degelijke muziek een groot kunstgenot le zullen opleveren, liet zal gegeven worden door den heer J. A. Klerk, uit Delft, algemeen bekend doortzijn voortreffelijk orgelspel, met medewerking van onzen geachten stadgenoot den heer A. J. Wetrens. Beide heeren zijn voornemens eenige nummers voor orgel en viool voor te dragen. Dit laatste vooral verdient de opmerkzaamheid van het kunstmin nend publiek. Wij twijfelen niet of de belangelooze pogingen van boven genoemde heeren, om een goed doel te bevorderen, zullen door zeer vele onzer stadgenooten ondersteund worden. Uit een schrijven aan boord van het stoomschip Java, ter recde van Batavia, dd. 21 Maart, deelt het 17. D. het volgende mede: Na ons vertrek van de Kaap de Goede Hoop, nadat wij eenige dagen slecht weer hadden gehadvertoonden zich onder de bemanning verscheidene gevallen eener ge vaarlijke ziekte, die hospilaal-sterlte werd genoemd. Door de doelmatige handelwijs van onzen doctor, den eerst aan wezenden officier van gezond heid, breidde de ziekte niet tol epidemie uit: maar toch waren verscheidene gevallen zoo erg, dat men voor bet leven der lijders vreesde. Een matroos bezweek aan de gevolgen dier ziekte. Thans le Batavia aangekomen, ver- toonen zich geene gevallen er van. Alle zieken, van welken aard ook, worden dadelijk naar het hospitaal gezonden. Men is bevreesddat de ziekte zich op nieuw zal voordoen op de Thuisreis, waarom het geheele schip zal worden leeggehaald, en van binnen uitgebroken, om berookingen er in te doen. Als dit geschied zal zijnschijnt men er geen bezwaar in le zien, het schip weder naar Holland te doen vertrekken, doch dan met een minder aantal officieren en kleinere bemanning. Men verneemt, dat de hh. A. J. van Peschbuitengewoon hooglecraar aan het athenaeum en leeraar aan de hoegere burgerschool; Ph. Bello, leeraar aan de lioogere burgerschool; mr. C. A. Marchant jr.subst. offic. van justitie; dr. J. A. van Ketwich Verschuur; H. Levenkamp, onderwijzer, en A. J. van Gerrevink en J. C, Maaldrink, handelaren, allen te Deventer, benoemd zijn als commissie tot het ontwerpen van statuten en reglementen als anderzins voor het algemeen weduwen- en weezenfonds. waartoe het plan door het dep. Deventer der maatschappij tot nut van 't algemeen te Deventer ontworpen is. -- Te Utrecht is eergisteren de eerste steen gelegd van het centraal-bureau ten dienste der maatschappij lot exploitatie der staatsspoorwegen. Te Kampen is aangebragt een in de Zuiderzee bij Schokland gevonden lijk van een manspersoon, dat in vergevorderden staat van ontbinding ver keerde. Men vermoedt, dat dit het lijk moet zijn van don kapitein van een kofschip, die bjj Urk over boord sprong, om zijn zoontje, dat in de zee vvas gevallente reddenen die daarbij op noodlottige wijze omkwam. Te Zuidbroek en andere gemeenten van de provincie Groningen hebben dezer dagen honden rondgeloopendie niet alleen honden en andere dieren, maar ook enkele mcnschen hebben gebeten, en verdacht waren van dol te zijn. Eenige der verdachte honden zijn spoedig afgemaakt, en in sommige gemeenten is bevolen de honden vast te leggen of van muilbanden le voorzien. Hel wels-ontvverp tot herziening der bestaande bepalingen omtrent den accyns op den wijn heeft hij het onderzoek in de afdeelingen der tweede kamer, behoudens bedenkingen van meer ondergeschikten aard, veel bijval gevonden. Men zag daarin een loffelijk streven om de accijnspligtigen zoo veel mogelijk van lastige en kostbare formaliteiten te ontheffen en het amblenaarstoezigt binnen engere grenzen te beperken, waaruit vermindering van bet getal dier ambtenaren en dus ook van de kosten van heffing van accijns kon voortvloeien. Het nieuw in te voeren stelsel van verlengbaar credict biedt, zoover men dit kan nagaan, zeer wezenlijke voordeden aan boven het stelsel van particulier entrepot of dat van afloopend en doorloo pend crediet. In het oog van verscheidene leden was hel bedenkelijk, dat deze wet bet belasten van den inlandschen bessenwijn met hetzelfde bedrag als den buitenlandschen druivenwijn medebrengt. Het object der hier in aanmerking komende belasting is dan toch ontwijfelbaar de laatstgenoemde wijn, en nu moest het vreemd klinken, dat bij eene wet, die enkel betere, meer gemakkelijke heffing dier belasting ten doel heeft, een inlandsch voort brengsel getroffen wordt, dat tot nu toe geheel onbelast was, en hier en daar een kleinen nijverheidstak uitmaakt. Andere leden meendendat, al moge bet hard schijnen, bessewijn, die slechts 25 a 40 cents per liter kost, zoo hoog te belasten, er Franschc en Zwitsersche en Duitsche wijnen zijn. die op de productieplaats omstreeks denzelfden prijszelfs nog veel minder geldenen bij invoer hier te lande even zwaar zouden worden belast. 's GRAVENHAGE, 5 April. Bij kon. besluit van 4 Mei jl.is eene commissie ingesteldten einde een oordeel uit te brengen over het plan tot het indijken, droogmaken en in cultuur brengen van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee; en zijn tot leden dier commissie benoemd de hh. mr. G. de Vries Az.lid van den raad van state, aan wien tevens het voorzitterschap is opgedragen; C. Brunings, inspecteur van den waterstaat; W. S. van der Hart Beek, inspecteur-gene raal van fortificatiën; A. R. Blommendal, kapitein ter zee, chef van de liy- drographie der Nederl. zeegaten; mr. G. W. baron van Zuylen van Nievelt, lid van de ged. staten van Gelderland; jhr. G. F. van Tets, lid van de ged. stalen van Noordholland; J. P. C. baron van Reede tot ter Aa, lid van de ged. staten van Utrecht; J. It. van Hasselt, lid van de ged. staten van Overijssel; jhr. J. R. T. Ortt, hoofdingenieur in Noordholland; J. F. W. Con rad, hoofdingenieur in Zeeland; T. W. II. van Opstall, hoofdingenieur in Gelderland; en J. C. de Leeuw, dijkgraaf van den Anna-Paulowna-polder; en tot secretaris W. F. Leemansingenieur van den waterstaat. -- Rij kon. besluit van 2 Mei jl. is bepaald, dat in dit jaar de bij art. 20 van het reglement voor het kon. instituut voor de marine te Willemsoord bedoelde commissie tot het afnemen van bet eindexamen van de adelborsten 2jc kl. bij het in&tituut zal bestaan uit: den lieer ,1. M. Obreen, president der commissie lot bet examineren der zee-officieren enz., als voorzitter; den kapitein ter zee P. A. van Rees, non-actief; den kapitein-luit. ter zee N. M. J. Kroef; den kapitein-luit. ter zee W. F. L. de Y'riese; en den luit. ter zee 1"° kl. H. van Goens, lid der commissie tot heL examineren der zee officieren enz.als leden. Tot notaris te Oudewatci' is benoemd de heer C. A. van Blaricuin, cand.-notaris te Utrecht. -- Aan den heer A. van der Pluym is op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als eersten commissaris van policie te Middelburg, eu tot commissaris van policie te Zaandam is benoemd de heer C. Schou, thans inspecteur van policie te Amsterdam. Eergisteren is door Z. M. in een bijzonder gehoor ontvangen de lieer M. M. d'Antas, ten einde zijne gelootsbrieven te overhandigen als buitenge woon gezant en gevolmagtigd minister van Z. M. den koning van Portugal bij het Nederl. hof. - Z. M. de koning zal morgen ochtend vroegtijdig de residentie verlaten en zicli per Ned. Rijnspoor naar het Loo begeven. Naar men verneemt, heeft de Bey van Tunis, tijdens het verblijf van de Valk ter reede van la Goulette, aan Z. Ié. 11. prins Alexander geschonken de met diamanten bezeite versierselen der orde Niclian el Dcm, ecne ridder orde, die alleen door de prinsen uit het huis van den Bey en door buiten- landsclie vorsten mag gedragen wordenen voorts benoemdtot groot-officier der orde van Niclian Iflihar van Tunis, jhr. Hooft, gouverneur van prins Alexander, en den heer Kroef, commandeur van de Valk-, tol officier, de hh. Beijerman, toegevoegd aan Z. K. H. prins Alexander, en Dinaux, l5t« officier op de F alk; tot ridders, de andere leden van het étal-major van de Valk. Voor het prov. gercglshof in Zuidholland (burgerlijke kamer) werd gis teren gepleit liet hooger beroep van een vonnis der regtbank te Rotterdam in zake A. Boeder, appellant, tegen J. D. Meijer Wz.geïntimeerde. De quaestie, die bij den eersten regter ter sprake werd gebragt, kwam hoofd zakelijk op liet volgende nederDe minderjarige zoon van'den appellant werd in Januarij 1867 als kajuitsjongen aangenomen op liet schip St. Jan voor eene reis van Rotterdam naar Batavia. Op zekeren dag bragl genoemde kajuitsjongen koffij aan den stuurman en viel bij die gelegenheid door een openstaand luik, waarvan hij echter niets wist. Van dien tijd afwas hij ongeneeselijk doof Appellant schreef deze doofheid aan den val toe en vroeg daarom aan de reederij eene schadevergoeding van 5000 Door de regtbank te Rotterdam werd sen getuigenverhoor bevolen, en werden tegen den 3lpn October 1868 vijf getuigen gedagvaard. Het resultaat van dat ge tuigenverhoor, dal de doofheid het gevolg van den val zou zijn, was tame lijk zwak, omdat de voornaamste getuige wegens uitlandigheid niet gehoord kon worden. Dientengevolge werd de gedane eisch door de regtbank ontzegd. In het belang vaii den jongen werd van deze beslissing appèl aangcleckend, en namens den appellant een nieuw getuigenverhoor verzocht, daar de in der tijd afwezige getuige nu kon worden geboord. Hoewel reeds bij arres ten van den hoogen raad en ook van dit hof is uitgemaakt, dat het getui genverhoor, hetwelk op nieuw in hooger beroep wordt gevraagd, nadat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2