rijdende artillerie; tot kapitein 3J' kl.den l'1'" luit. 11 Zegers Veeckens, van het reg. veld-artilleriebij het 2de reg. vesting-artillerie, tot kom- mandant van het corps, den luit-kolonel F. van Exter, van hel reg. veld artillerie; tot luit.-kolonelden majoor A. T. Knoop, van den staf van het wapen; tot majoor, de kapiteins II. Onnen en P. A. Rauws, van het reg. veld-artillerie, en den kapitein II. A. A. van Rijssen, van den staf van het wapen; tot kapitein 3dt kl.de lste luitt. G. A. firunings, L. J. Risseeuw en .1. Radon Ghybcn, de beide eerstgenoemden van het 3de reg. vesting-artillerie en de laatstgemelde van het corps; bij het 3'« reg. vesting-artillerie, tot kolonel en kommandant van het corps, den luit.-kolonel jhr. J. G. J. van Oldenbarneveldgenaamd Witte Tullingh, van het corps; tot lnit.-kolonel den majoor L. Zegers Veeckens, kommandant van het corps pontonniers; tot !ste0 luit., den 2drD luit. G. A. baron van Till, van het reg. veld-artil lerie; bij het reg. rijdende artillerie, tot kapitein 3,le kl.den lslcn luit. 11. A. Woortman Spandaw, van het wapen, thans op non-activiteit; bij het corps pontonniers, tot kommandant van het corpsden majoor W. M. Camp, van het ls,e reg. vesting-artillerie; tol 3,l'n luit., den 2drn luit. P. C. de Wilde, van het corps; voorts in zijnen rang over te plaatsen, bij het reg. veld-artillerie, den majoor K. II. van Diepenbrugge, van het 2de reg. ves ting-artillerie. HII. MM. de koning en de koningin, Z. K. H. de prins van Oranje, benevens 11D. gevolg zijn heden namiddag ten half twee ure per extra spoortrein uit de residentie naar Amsterdam vertrokken, ten einde I1D. jaar- lijksch bezoek aan de hoofdstad te brengen. II. M. de koningin heeft gisteren morgen een bezoek gebragt aan het station van den Rijnspoorwegter hezigtiging van het gebouw en de aau- gebragte feestdecoratie. Na met de aanwezige vertegenwoordigers van de directie der maatschappij en andere personen gernimen tijd te hebben gespro ken, heeft II. M. ook den stationschef, den lieer Kemps, doen ontbieden én zich met dezen op de meest welwillende wijze onderhouden. De minister van marine zal Vrijdag aanst. geen gehoor verleencn. Omtrent de feestelijke opening van den spoorweg 's Hage-Gouda, op gisterenkunnen nog de volgende meer uitvoerige bijzonderheden worden medegedeeld. Ten 2 ure hadden zich in de wachtkamer van het stationsgebouw ver- eenigd burg. en weth. der residentie, leden van het gemeentebestuur, leden van de kamer van koophandel en fabriekenafgevaardigden van verschillende vereenigingenten einde de eerste reizigers af te wachten. Ten 2% ure precies kwam de feesttrein rijk met groen en vlaggen ver sierd aan. Daarop hadden zich bevonden commissarissen en directeurs van den Ncd. Rijnspoorweg, aandeelhouders der maatschappij, leden van de prov. staten van Zuidholland, burgemeesters van verschillende groote en kleine gemeenten en andere autoriteiten. Nadat deze gasten in de wacht kamer waren gekomen en aldaar een kring hadden gevormd, werden zij door den Ed. Achtb. heer burgemeester der residentie jhr. mr. F. G. A. Gevers Deynoot verwelkomd. «Mijne hceren De koninklijke residentie verheugt zich dat het oogenblik is aangebroken waarop de aansluiting der residentie aan het Europesche spoorwegnet is verwezenlijkt. Het gemeentebestuur van 'sGravenhage juicht deze gebeurtenis toe vooral in het belang van handel en nijverheid. De koninkljjke residentie mag geèn aanspraak maken op den naam van handelstad, maar zij bezit in haar mid den vele en daaronder zeer gewigtige nijverheidsondernemingen voor wie deze aansluiting van het hoogste belang is te achten. Maar niet handel en nijverheid alleen verblijden zich met dit heugelijk feit. Duizenden ingezetenen van andere gemeenten bezoeken jaarlijks deze stad die vooral door hare ligging zoovele genoegens oplevert. Met die talrijke wisseling van personen staat de bloei en de welvaart der residentie in verband. En niet alleenmjjuc hecren mag deze stad zich in het bezoek van land- genooten verheugenzij wordt ook wegens hare bekoorlijke ligging en schoone badplaats meer in den vreemde gewaardeerd. De koninklijke residentie gaat gewis, nu deze aansluiting is verkregen, eene schoone toekomst te gemoct. Aan wie wij dat te danken hebben? In de eerste plaats aan de hooge regering die de concessie heeft verleend; maar in de tweede plaats aan u, mijne hecrendie de directie voert over de Rijnspoorwegmaatschappij. En dat niet alleen wegens uwe zorgen dat deze weg in zoo korten tjjd in ge reedheid is gebragt, maar ook wegens de fraaije gebuovven, die hier door n zijn opgerigt, zoodat. dit stationsgebouw welligt het schoonste van ons land mag genoemd worden. Ontvangt, president en leden van de Rijnspoorwegmaatschappijvan het gemeentebestuur van 'sGravenhage den opreglen en welmecnendcn dank der residentie, voor al uwe ijverige bemoeijingen om deze zaak tot stand te brengen. Wij wenschen dat de baan, door u geopend, ook voor u eene rijke bron van inkomsten moge zijn! Op deze rede werd onmiddelijk geantwoord door den heer m'. II. Ames- hoff. président- van de directie der Rijnspoorwegmaatschappij. Zijne rede kan aldus worden zamengevat: «Mijne heereu De talrijke schare, zoo straks te dezer plaatse aangekomen, moge u het bewijs opleveren dat de aansluiting der residentie aan het groote spoorweg net is verkregen. Die schare bestaat uit ingezetenen en uit vreemdelingen. Voor de inge zetenen feelooft deze spoorweg te zullen worden een bron van voordeel en genoegens, omdat de gemeente daardoor zooveel nader wordt gebragt aan de gemeente Gouda en andere nijvere plaatsenhel personenvervoer daardoor zal worden uitgebreid en het verkeer met het buitenland zal toenemen. Het is ons aangenaam den eersten w elkomstgroet te mogen ontvangen van het hoofd der gemeente 'sGravenhage en gaarne herinneren we ons hoe, bij het internationaal spoorweg-congres te 'sGravenhage, de aansluiting van het Europeesch spoorwegnet werd besproken, alsof wij daarvan reeds in bet be- zit waren. Sedert evenwel is nog veel lijd moeten voorbijgaan-, alvorens dit feil zich mogt verwezenlijken. Wij danken deze aansluiting aan eene verlichte regering, die daartoe den koning aanspoorde en toen wij eindelijk de handen aan het werk mogten slaan, hebben wij van het gemeentebestuur van 'sGravenhage niets dan welwillendheid ondervonden en werden nimmer door haar zwarigheden gemaakt. Thans is niet alleen de verbinding der residentie aan het Europesch» spoorwegnet verkregen, maar thans mag zij ook wijzen op een gebouw waarop 'sGravenhage, als koninkljjke residentie, aanspraak mogt maken. Wij hebben deze gebeurtenis te danken aan de verlichte denkwijze dj regering die de concessie verleende; aan de welwillende zamenwerking ma uw gemeentebestuur en gaarne gelooven wjj dat dit feest niet zal zijn, lijk wel eens het geval is, een begin van teleurstellingen, maar eene openit van nieuwe bronnen van genoegens en van algemeene welvaart. Maar hier moet ik ook herinneren wat onze maatschappij aan het hu van Oranje verpligt is. Het was koning Willem I die alle bezwaren tri, seerde om deze aansluiting tot stand te brengen; het was koning Willem; die dit denkbeeld toejuichte; het is koning Willem III die deze schooi gedachte voltooide. Het is waar, 'sGravenhage is geen handelstad, maar zij is gelijk te ste len met de twee groote koopsteden. Zij heeft op directe verbinding au spraak wegens bare nijverheid, wegens hare talrijke bevolking, weg» hare bekoorlijke ligging aan het frissche strand. Wij wenschen dat alle verwachtingen niet zullen worden beschaamd t bevelen ons aan het gemeentebestuur en de gemeente 's Gravenhage t> zeerste aan." Na de pleglige ontvangst van de feestgenootcn in de groote zaal van 1 station, begaf men zich op uitnoodiging van den burgemeester naar I kon. zool. bot. tuin, alwaar de gasten, gelijk gisteren werd vermeld, d. den president der feest-commissie werden verwelkomd en eene matinée t sicale werd gehouden. Het einde bekroonde het feest en men mag veilig zeggen, dat de liofs; nooit van zulk een luisterrijk leest getuige was, hetwelk de schoonste u wachtingen overtrof. Men wist, dat de gansche perron van het-stptioi gebouw door den verdienstelijken ijver en den goeden smaak van decoratn en stoffeerders in korten tijd tot een feestzaal was herschapen. Men moedde, dat de werking van de tallooze lusters en kandelabres, door brj spiegels weerkaatst, een uitmuntenden indruk zou maken, maar men hl tfok bij de stoutste verwachtingen, niet kunnen denken, dat de indruk: betooverend zou zijn. Bij het binnenkomen in die onmetelijke zaal, i wier regter uiteinde een conccrt-orchest van den heer Stumpff en aan linker uiteinde een dans-orchest van den heer Völlmar was opgerigt, waa men zich in eene dier lustwaranden verplaatst, waarvan de Arabische leg den gewagen, een tooverpaleis in den waren zin des woords, een regiei van licht aan alle zijden, eene groote menigte lusters en bougies, hun sli len verspreidende over een diepen achtergrond van festoenen, een vijfti; kroonen in het midden der zaal aan de zoldering opgehangen en al licht zich eindeloos weerkaatsende in het klare spiegelglas, wanneer» na dezen eersten indruk van de artistieke verlichting der zaal de blikt in het feestlocaal zelf rond liet dwalen, dan trof het oog een nieuwe, i schooner aanblik. Vijftien honderd genoodigden bewogen zich langs caus ses en fonteinen, in alle rigtingen, in de meest opgewekte stemming. had voorspeld, dat men zich bij dat echt nationaal feest op een genui publiek moest voorbereiden. En, in waarheid, de hoogste adel huwden aan de nijvere burgerij; patriciërs en plebejers wisselden elkander afin bontste verscheidenheid; de deftige kamerheer en de nederigste plattelai burgemeester volgden elkander op den voet. Maar die groote verscheiden! heelt volstrekt niet, gelijk sommigen verwachtten, aan dit leest een k van stijfheid gegeven. Integendeel, algemeen was het besef levendig,i het hier de viering belrof eener gebeurtenis, voor de kern der Haans burgerij zeker van niet minder gewigt dan voor de elite der arislocrai die op dat bal ruimschoots was vertegenwoordigd. Uit dit oogpunt kon feest een eendragts-lecst worden genoemd. Dat het oog werd gestreeld it een keur van prachtige toiletten behoeft bijna niet vermeld te worden; laten zich niet beschrijven. En toen nu de muziek hare opwekkende tooi deed hooren zette zich een onafzienbare stoet van vrolijk gestemde pare» beweging op dezelfde plaats waar binnen weinige dagen de spoortrein Gouda zal aankomen. De uitnoodiging, vooral tot de casino's in de hols gerigt, was niet zonder gevolg gebleven. Het bleek dat de keur der Hf schc schoonen niet enkel gekomen was om te zien, en om gezien te n den, maar wel degelijk ook om eeai aandeel te nemen aan de voor» handeling van het feest. Het dans-programma werd onmiskenbaar i klimmende neiging opgevolgd, zoodat tot Iaat in-den nacht, ja lot bijl; in den morgen het bal werd voortgezet. Ziehier enkele indrukken dezen gedenkwaardigen feestavond, vereerd, door de tegenwoordigheidi HII. KK. HH. den prins van Oranje, prins Alexander en prins Hemlr opgeluisterd door het bijzijn van vele autoriteiten, leden der staten-gencn kooplieden en industriëlenmaar het meest versierd door eene uitgelei vrouwenschaar, waarvan de mecsten uitmuntende door de bevalligheid opgewektheid der jeugd. En wal zal men er nog bijvoegen? Een w« van opregten dank aan-de directie van het feest, dank voor de onbekrt pen wijze, waarop een onberispelijk souper aan de genoodigden werd f schaft door eene vlugge en ruime bediening; voor de gehcele ordonnai van dit feest, dat op den naam van vorstelijk mogt aanspraak maken; de goede orde, die er heerschte bij binnenkomen en heengaan en die, ui tegenstaande de onafzienbare menschen-massageen oogenblik werd stoord. Dit alles te zamen genomen kon men zich voorstellen, dat zij.i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2