BUIT E N L A N DSC 11E B E RIG T E 'nrigtingen bestemd tot hel werk vei.schallen aan ol verzorgen van armen," en achter de woorden: //zijn ten laste van het rijk" te voegen: "Door ons wordt bjj algemeenen maatregel van inwendig bestuur bepaald waar en aan wien de behoeftige met het verzoekbedoeld in n°. 3zich heeft te ver voegen. Onze minister van binnenlandsche zaken beslist omtrent dit ver zoek", is de wet met 54 tegen 14 stemmen aangenomen. Vervolgens heeft de kamer nog behandeld: het wets-ontwerp tot aanma king van gebogen pantserplaten, dat met algemeene stemmen werd aange nomen: dat tot aanschaffing van nieuwe geweren Beaumont, dal met 55 tegen 13 stemmen werd aangenomen; daarna heeft zij zich verecnigd met de conclusion van verschillende rapporten. Bij de behandeling van het laatstgenoemde ontwerp heeft de heer Knoop op den voorgrond gezet, dat de regering ten aanzien der bewapening in eene moegelijke positie ver keert, bij gelooft dat zij in dezen den verstandigen middenweg heeft ge volgd. Hij roemde zeer het Suidergewcer, waarvan de voorraad echter niet voldoende is, en daar er dus nieuwe moesten worden aangeschaft, had men te regl liet best bekende aangenomen, namelijk het geweer Beaumont, dat door deskundigen is onderzocht en dat de minister voor zijne verant woordelijkheid neemt. Dit moet ons genoeg zijn, zeide spr, want steeds zal men wel kunnen beweren, dat er nog beter soorten zijn. Hij geloelt ook dat de wijze van aanschaffing door de regering goedkeuring verdient. Minder kan hij zich vereenigen met het getal van 1 lk geweer per man. Hij acht dit wel voldoende voor de infanterie van het leger, maar de schutterij te velde moet ook 16,000 geweren hebben en die kunnen uit den nu aangcschaften voorraad niet gevonden worden. Er zal dus, bij het eventueel te velde brengen der schutterijzoo de minister daartoe het voornemen heefteene nieuwe aanschaffing noodig zijn. Hij zal niet over de financiële zijde spre ken. Als men maar wilde ophouden met dat ongelukkige bouwen van for ten, dan zou het leger in goeden staat verkeeren en de geweren geheel bekostigd kunnen worden. Doeli daarover zal hij liever bij de begrooting spreken. Hij zal ook niets zeggen over de prijzen. Men moet vertrouwen dat eene eerlijke regering dit op de beste wijze, in 's lands belang, zal rege len. Wij hebben vertrouwen, zegt spr., in de eerlijkheid onzer bewindheb bers. Als men er hier te lande naar streeft aan het bewind te komen, dan geschiedt dit uit loflelijke eerzucht, maar nooit om zich ten koste van het land te verrijken. De partijzucht moge een vijandig staatsman aanvallen en verguizen, zij moge hem van onbekwaamheid en wanbestuur beschuldigen, doch het komt nooit in haar op hem van oneerlijkheid te verdenken. De kamer is op reces gescheiden. Gisteren heeft het openbaar ministerie bij den hoogen raad der Neder landen, burgerlijke kamer, zijne conclusie voorgedragen in de zaak van de lloll. ijzeren spoorweg-maatschappij, eischeresse, tegen den staat der Neder landen, in welke zaak door de gemelde maatschappij van den staat gevor derd was vergoeding vau schade, zullende ontstaan voor hare onderneming ten gevolge van de aansluiting aan en doorsnijding van haren weg door de; lijn van 's llage naar Gouda, waartoe bij kon. besluit aan de Nederl. Rijn spoorweg-maatschappij concessie was verleend. De conclusie strekte tot niet-ontvankelijk-verklaring van de eischeresse in hare vordering, met hare verwijzing in de kostenhoofdzakelijk op grond (gelijk ook door den ge daagde was beweerd), dat hier alleen sprake was van schade, die zou kun nen ontstaan, maar nog niet is ontstaan en alzoo nog niet is bewezen. De uitspraak is bepaald op 13 Mei. Voor het prov. gereglshof werd gisteren eene zaak behandeld, die veel overeenkomst heeft met die welke ten vorigen jare voor dit hof diende. Het betrof nu den persoon van J. C. Ahaus, oud 28 jaren, matroos, geboren en wonende te Rotterdam, die met twee andere personen, die echter voortvlug- tigen door het hof wederspannig aan de wet verklaard zijnin den nacht van 11 op 12 Dec. 18C9 in de Zandstraat te Rotterdam de daar surveil lerende agenten van policie beleedigende uitdrukkingen hebben toegevoegd en een dier agenten geslagen, en mitsdien gewelddadige en feitelijke weder stand gepleegd tegen bedienende beambten in de uitvoering hunner bedie ning tot handhaving van het openbaar gezag, aan welken wederstand door meer dan 20 personen zonder wapenen later is deelgenomen. Het verzet was het gevolg van de verwijdering, door de policie, van de besch. en zijne twee makkers uit een danshuis daar ter plaatse, op last van den kastelein, daar zij in genoemd huis de rust verstoorden. Op straat wilden dus die drie personen zich daarover wreken en het was vooral besch.die door woorden, gebaren en dreigementen zijne arrestatie noodzakelijk deed zijn. Toen de policie hem naar het policiebureau wilde geleidenverzamelde zich eene groole menigte rondom hen, en gingen o. a. de kreten op: »sla dood die jato's, sla dood die honden" en later door besch.: "menschen help me geef me een mes;" hierdoor nam de aandrang der volksmenigte toe. Met behulp van eene patrouille der mariniers kon men eindelijk besch. naar liet bureau van policie in de I'aauwersteeg geleiden. Besch. weet niets van al liet voorgevallene, als zijnde hij in beschonken toestand geweest. Er werden elf getuigen gehoord, waarvan eenige verklaarden dat hij, hoewel hij een borrel gedronken had, niet beschonken was. Adv.-gen. van Maanen, aan het woord komende, zeide dat het weder gebleken was, dat in Rotter dam een vijandige geest tegen de policie blijft heerschen en bragt aan het eind zijner rede een woord van lof aan de agenten van policie die zich zoo bedaard in dpze moeijelijke zaak hebben gehouden. Hij requireerde de schul digverklaring en vcroordeeling tot tuchthuisstraf van 5 tot 10 jaren en eene geldboete van ƒ8 tot ƒ100. Als verdediger voor dezen besch. trad op mr. van Oudheusden, die niet geloofde dat hier aan boos opzet maar aan toeval was te denken; bij toonde aan dat er strijd in de getuigenissen aanwezig is be treffende den toegcbraglen slag aan een policie-agentdat het niet wettig bewezen is dat het verzet door meer dan 20 personen is geschied. Het hof heeft hem schuldig verklaard aan hetgeen hem ten laste is gelegd en ver oordeeld tot correctionele gevangenisstraf van één jaar - Voor het prov. gereglshof stonden lieden tercgl twee personen ge naamd: Ph. L. Jacobi, oud 15 jaren, geboren te Nijmegen, wonende te Rotterdamvan beroep rondvenleren 2'. S. van Gelder jr.oud 23 jaren volgens opgave van beroep redacteur van de Lichtstraal en zaakwaarnemer te Rotterdamde eerste apellant en geint.de tweede geint. van een vonnis der reglbank te Rotterdam van 8 Maart jl., waarbij zij zijn schuldig ver klaard aan laster in vereeniging in een gedrukt, verspreid en in omloop gebragt geschrift (n°. 44 van het Volksblad te Rotterdam, van21 Oct. 1869) en veroordeeld de le tot gevangenisstraf van 2 maanden en boete van ƒ25 en de 2' tot gevangenisstraf van 4 maanden en twee geldboeten een van ƒ25 en een van ƒ190. liet geïncrimineerde stuk is getiteld"policiedwin- gelandij, uitlokking tot verzet." Als schrijver van dat stuk werd del'bekl. aangewezen; terwijl de. 2' bekl. de noot daaronder voorkomende heeft ge steld. De verschijning van dat stuk was het gevolg van eene arrestatie van n°. 1, omdat hij op een avond, toen hij het portret van de Vletter uitventte en daardoor een volksmenigte bij zich verzameldeop uitnoodiging van de policie zich niet heeft verwijderd en op het bureau van policie gebragt, den commissaris, daar aanwezig, heeft uitgelagchen. Voor het hof heeft van Gelder verklaart dat hij de voor de reglbank afgelegde bekentenis nu intrekt, omdat hij toen den zich noemenden drukker van het Volksblad Spanjersberg had willen redden, en dat hij in het geheel met het Volks blad niets te maken heeft. Advocaat-generaal mr. van Maanen, daarna het woord erlangende, kwam even terug op hetgeen hij gisteren bij ge legenheid der behandeling eencr zaak zeide, betreffende den geest die in Rotterdam legen de policie heerscht, en dat deze beklaagden die trachten te onderhouden en voort te zetten. Nopens het door den 2'° bekl. gezegde dat hij met het Volksblad niets te maken heeft, antwoordt ZE. Gest. met de voorlezing van een brief uit de correspondentie lus- schen hem en Spanjersberg, waaruit blijkt dat juist van hem de oprigting van dat blad is uitgegaan, en bij contract hem het hoofd redacteurschap werd opgedragen. Ten slotte requireerde Z. E. G. A. bevestiging van liet vonnis. Bij de verdediging des bekl. meent de eerste dat hij alleen behoort veroordeeld te worden voor hetgeen bij ge daan heefi, dat hij niet in vereeniging heeft gehandeld en dat in zijn stukje van geen bepaald persoon werd gesproken. De 2» bekl. leest daarna eene nog al uitvoerige pleitrede voor en legt die ten slotte aan het hof over, waaruit hoofdzakelijk de bestrijding van het vonnis der regtbank blijkt; hij meent niet te hebben gelasterd maar hoogstens te hebben gehoond, hij heelt geen bepaald persoon bedoeld maar de policie in bet algemeenen het moeten personen zijn die gelasterd zijn om die misdaad te doen daarstellen, hij vindt in het vonnis der reglbank geen enkel bewijs tot zijne veroordceling aanwezig. Hij dringt aan op de vernietiging van het vonnis en op zijne vrijspraak. De uitspraak is bepaald op den 14,lcn dezer. Door burg. en vvcth. is heden ten raadluiize alhier aanbesteed de leve ring van 18000 stuks illuminccrglazcnbenoodigd voor de aanstaande feest viering ter gelegenheid van de opening van den spoorweg 's Hage-Gouda. Van de vier ingekomen billetten waren de minste inschrijvers de hh. Winkel en Wolff alhier voor ƒ4.75 de 100 stuks en 2.75 de 100 stuks gebroken of vermiste glazen. BELCIE Men leest in l'Etoile Beige: Naar men ons verzekert zou de regering van Nederland bij onze regering opmerkingen in het midden hebben gebragt naar aanleiding van bet wets-ontvverp strekkende tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd, die onze buren beschouwen als eene schending van de strikte uitvoering van het handclstractaat. Maar het Brusselsche kabinet is geenszins van de meening dat het handelslractaat voor de rege- ri„cr een beletsel zou zijn om wijzigingen te brengen in bovengenoemde regten; wij meenen dan ook te weten dat de Nederlandsche nota in dien zin beantwoord is geworden. De Nederlandsche maatschappij van weldadigheid, gevestigd te Brussel, heeft jl. Zondag onder voorzitting van den heer Barnet Lyonconsul der Neder landen, hare jaarlijksche vergadering gehouden. Het rapport over de dienst 1869 70 wijst op de bevredigendste resultaten. Aan 167 personen en fami- liën werd onderstand verstrekt, bijna gedurende den gebeelen strengen win ter. Op kosten van de maatschappij werden 431 personen in de gelegen heid gesteld naar hun vaderland terug te kecren. De citadel van Gent vvordt, na de versterking van Antwerpen en bij het nieuwe stelsel van defensie, onnoodig voor 'slands verdediging geacht. Zij is thans door het rijk aan de stad Gent verkocht, en wel voor een mil- lioen fr. De gemeenteraad heeft zijne goedkeuring gehecht aan dien aan koop alsmede aan het plan om de vestingwerken te sloopen en hel daar door openkomendc terrein tot eene nieuwe stadswijk aan te leggen. ENCELAN». LONDEN. 7 April. Door het lagerhuis is beraadslaagd en gestemd over eene van de hoofd bepalingen der Icrsche landbill. t. vv. dat een pachter, in het gebruik der hoeve gestoord wordende door eene daad van den grondeigenaar, regt zal hebben°op zoodanige door den grondeigenaar te betalen vergoeding, als het geregtshof billijk zal achten met hel oog op verbeteringen door den pachter aan°de hoeve ol landerijen aangebragt, en op het verlies hetwelk hij den hove zal blijken geleden te hebben door het verlaten der hoeve. De minis ters hielden staande dat deze bepaling, al had zij hare bedenkelijke zijde, onmisbaar voor lerlands bevrediging was. en zij is met 293 tegen 182 stem men aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2