BUITEN LAN DSCHË BERIGTEN. 4. Voorstel van gedep staten betrekkelijk «ene wijziging van het regie- uienfop liet bestuur van den polder van Oost- en Wesldongcradeel. 5. Voorstel van gedep. staten tot wijziging der provinciale begrooling, dienst 1870. Uit Groningen meldt men als een bewijs dat de onlangs aldaar opge- rigte paardenslagterij goed opneemt, dat aan eene tweede onderneming van dezen aard voor eenige dagen de noodige vergunning is verleend door bur gemeester en wethouders dier gemeente. Ook bij die vergunning zijn alle gewenschte voorzorgsmaatregelen genomen, die in het belang der verbrui kers noodig kunnen zijn. Velenen daaronder ook niet-behoeftigen maken reeds geregeld gebruik van dit voedingsmiddel. Aan de tweede kamer is aangeboden een wets-ontwerp tot verhooging van hoofdst. VII1 (oorlog) der staatsbcgrooting voor bet dienstjaar 1870 (buitengewone aanschaffing van nieuwe vuurwapenen), liet strekt tot aan schaffing van nieuwe draagbare vuurwapenen met den aankleve van dien 430,955 en lot aanschaffing of aanmaak van patroonhulzen met den aan kleve van dien ƒ08490; te zamen 499,445. Het doel is, om 64000 gewe ren naar bet stelsel de Beaumont voor de infanterie-corpsen aan te schaffen. Het voornemen bestaat de thans in gebruik zijnde Snider-gewercn voor de schutterij te bestemmen. Dezer dagen is bij de tweede kamer ingekomen een wets-ontwerp tot verhooging van hoofdst. VIIC der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1870 (kosten van toezigt op het kerkelijk beheer bij de hervormden), welke aanbieding het gevolg is van de verzekering deswege door den minister van financiën in de eerste kamer afgelegd, om de vraag nogmaals aan het oor deel der staten-generaal te onderwerpen, of de subsidie hier bedoeld niet nog moest worden verleend. "Die bijdrage (zegt de memorie van toelich ting) behoort niet lot de inkomstenwaarvan hel voortdurend genot door de Grondwet (art. 168) aan het hervormde kerkgenootschap is verzekerd. Eerst na de invoering der Grondwet is zij door den staat, geheel vrijwillig, beschikbaar gesteld; even als de menigte bijdragen, tractementen en subsi- dien, welke aan bet hervormde kerkgenootschap en aan vele andere kerk genootschappen na die invoering zijn toegekend. "Op die bijdragen en inkomsten hebben de kerkgenootschappen geen vol komen regl; de staat is, onwedersprekelijkbevoegd ze terug te nemen. «Maar de regering meent dat het tijdstip nog niet gekomen is waarop de onderwerpelijke bijdrage aan het hervormd kerkgenootschap ontnomen zou kunnen worden, zonder nadeel voor het kerkgenootschap, en ook niet zonder eenig gevaar voor den staat. «Er bestaat verschil van gevoelen in den boezem van het kerkgenootschap over de vraag, hoe het toezigt over het beheer der kerkelijke goederen hel best geregeld zal worden. Ver het grootste gedeelte van de gemeenten ten getale van 954, heeft zich vereenigd met de voorstellen van het alge meen collegie van toezigt. Een kleiner getal. 391, heeft zich zijne eind beslissing voorbehouden. Slechts 173 gemeenten hebben verklaard, dat zij de voorstellen niet wilden aannemen. Het algemeen collegie heeft nu een* nieuw ontwerp van reglement opgemaakt, en aan alle gemeenten ter beoor deeling gezondenmet uitnoodiging om zich alsnu definitief over de aanne ming te verklaren Het komt der regering voor, dat de staat niet billijk zou handelenwanneer hij nu juist op dit oogenblikdoor het terugnemen eener sinds lange jaren verleende bijdrage, de pogingen dwarsboomde, die aangewend worden om tot een gewenschten uitslag te geraken, wanneer bij daardoor in een bestaand verschil van gevoelen feitelijk partij trok voor de minderheid, die van oordeel is, dat de gemeenten in bet beheer barer eigendommen aan geencrlei toezigt onderworpen moeten zijn. Is eenmaal door het kerkgenootschap, of althans door de meerderheid van de daartoe behoorende gemeenten, een definitief besluit genomen, dan kan de vraag, of de staat terug behoort te komen van bet stelsel om soortgelijke subsi dien aan de kerkgenootschappen te verlcenennader onderzocht worden." 's GRAVEN1IAGE, 11 Maart. Z. M. heeft benoemd tot riader der orde van den Nederl. Leeuw den heer F. Kcichenheim te Herlijn, penningmeester van bet Berlijnsche cenlraal- comite'- voor de internationale tentoonstelling in 1869 te Amsterdam ge houden. Aan den heer mr. C. Duymaer van Twist is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsvervangend kanlonregter te Deventer. Door Z. M. is de officier van gezondheid 3le kl. bij de zeemagt J. J. van Effen bevorderd tot officier van gezondheid 2,le kl. De luit. ter zee 2Je kl. L. M. L. de liaan, nil O. 1. teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. De uitslag der stemming over het wets-ontwerp tot aanvulling van art. 62 van het regerings reglement van Ned. Indiö, in de zitting der tweede kamer van gisteren, is reeds opgegeven. Het omtrent die zitting medege deelde moet nog niet het volgende worden aangevuld. Na het sluiten der beraadslagingen over al. 4 stelde de heer Ilasselman voor al. 5«Verhuur of in-gebruik-geving van grond door inlanders aan niet- inlanders geschiedt volgens regels bij algemcene verordening te bepalen", te deen vervallen, als zullende die alinea voet geven aan speculatiezucht en leiden tot desorganisatie van het dessa-beslüur en bedreiging van de.rust der maatschappij. Dit voorstel werd door den heer Fransen van de Putte en den minister bestreden. De beraadslagingen gesloten zijnde werd lot de stemming overgegaan, waarvan de uitslag was als volgt: 1. Al. 1, amendement van den heer 's Jacob, tot wijziging van die alinea, verworpen met 44 tegen 33 stemmen; 2. Al. 1, amendement van den heer de Casembroot, tot toevoeging van eenige zinsneden, v rworpen met 59 tegen 18 stemmen; 3. Al. 3, amendement van den heer van Naamen, tot verandering van de zinsnede, verworpen met 44 tegen 33 stemmen; 4. Al. 3, amendement lol vaststelling vaii eene andere redactie, .verw, mao. pen met 43 tegen 34 stemmenw niet' 5. Al. 3, amendement van den heer Ilasselman, tot verandering (van i, slot der alinea, verworpen met 47 tegen 30 stemmen; Uderw 6. Al. 4, amendement van den heer van Goltsteintot hel doen wegvat,nieU' dier alinea, verworpen met 41 tegen 36 stemmen; 7. Al. 4, amendement van den heer de Casembroot, tot vervanging 4.^ U1 het einde van die alineaverworpen met 41 tegen 36 stemmen a( 8. Al. 5, amendement van den heer Ilasselman, tot weglating vanlLeven alinea, verworpen met 62 tegen 15 stemmen. vya Vervolgens werd het eenig artikel en daarna ook het geheele wels-ot „ie,reii werp, zooals gemeld is, aangenomen met 41 tegen 36 stemmen. Bij igiaandt stemming waren afwezig de hli. Weslerhofï, Blom en van Nispen. erd Het aangenomen wets-ontwerp bevat een eenig artikel van den volgendffeub inhoudden g( Artikel 62 van het reglement op het beleid der regering van Nederlands maken Indie wordt met het volgende aangevuld: «Volgens regels bij algemeene verordening te stellen, worden gronderoonst< afgestaan in erfpacht voor niet langer dan vijf en zeventig jaren. fiieern «De gouverneur-generaal zorgt dat geenerlei afstand van grond inbreu rjeure make op de regten der inlandsche bevolking. ten «Over grondendoor inlanders voor eigen gebruik ontgonnen of als wlhe meene weide of uit eenigen anderen hoofde lot de dorpen behoorendewori scheep door den gouverneur-generaal niet beschikt dan ten algemeenen nutte, t markt den voet van art. 77en ten behoeve van de op hoog gezag iugevoeri cultures volgens de daarop betrekkelijke verordeningen, tegen behoorlijk schadeloosstelling. Mat «Grond, door inlanders in erfelijk individueel gebruik bezeten, wordt, oj centri aanvraag van den regtmatigen bezitter, aan dezen in eigendom afgestaai beant onder de noodige beperkingen, bij algemeene verordening te stellen, en c ven- den eigendomsbrief uit te drukkenten aanzien van de verpligtingen jegen deel den lande en de gemeente en van de bevoegdheid tot verkoop aan nis waar' inlanders. word «Verbuur of in-gebruik-geving van grond door inlanders aan niet-inlan dersgeschiedt volgens regelsbij algemeene verordening te bepalen." ('at d In de heden door de kamer gehouden zitting is het wets-ontwerp hou- 'iaier dende magtiging tol uitgifte van schatkislbillettenna discussie over het al Bat of niet raadzame van het beginsel, aangenomen met 49 tegen 12 stemmen bewo Morgen zijn eenige andere wetten aan de orde. onde Volgens art. 3 der wet van 21 Augustus 1859, houdende bepalingen of Se'oc hel gebruik der spoorwegen, is o. a. bepaald, dat de ondernemers verpligt reke: zijn te gedoogen, dat aaij den spoorweg, waarover hunne dienst loopt, ge^r spoorwegendoor anderen aan te leggenzich aansluitenen dat die w« tuss' door zoodanige wegen worde doorsneden. De vraag nu, of, bij het begin- wer' sel, dat geene wet dan voor bet toekomende verbindt, en zij alzoo geeni stuk terugwerkende kracht heeft, evcnw-el dat art. 3 zou mogen worden loege begi fpast op de tijdens de invoering der gemelde wet van 21 Aug. 1859 be vel'n staande spoorwegen, is toestemmend beantwoord in art. 58 derzelfde well d'e waarbij alzoo de wetgever, uit kracht van zijne bevoegdheid, heeft gedero- Frar geerd aan het genoemde algemeen beginsel doch behoudens de bepaling van nen het 2de lid van dat artikel. Bij kon. besluit van 4 Julij 1860 heeft dan ?eve ook, ten gevolge daarvan, die toepasselijk-verklaring op het Hollandsche wil spoor plaats gehad. En nu heeft naar aanleiding van meergemeld artikel. aan art. 3, de Hollandsche ijzeren spoorweg-maatschappij geduld, dat, ten be- re?' hoeve van den Ned. Rijn-spoorweg, eene aansluiting van dien weg aan hel Hollandsche spoor is daargesteld voor de lijn van 's Gravenbage naar Gouda; doch de Hollandsche spoorweg-maatschappij stelde alsnu, naar aanleiding van dat 2,lc lid van art. 58, eene vordering in tegen den staat tot bckomin; eener schadeloosstelling. Die vordering is evenwel door den staal tegenge sproken, als lot geenerlei vergoeding gehouden te zijn, terwijl vooralsno" van geen schade bleek; en naar aanleiding der beteckende dagvaarding ont stond alsnu de vraag, of, en zoo ja, tot welke schadevergoeding de staat jegens de eischeresse verpligt is, ter zake van de toepasselijk-verklaring van art. 3 der wet van 21 Augustus 1859, op der eischeresse spoorwegdiensten. Deze zaak gisteren bij den hoogen raad bepleit zijnde, is voor de Holland sche ijzeren spoorweg-maatschappij als advocaat opgetreden de lieer mr. A. M. van Stipriaan Luïscius, terwijl voor den slaat de vordering is bestreden door de lands-advocaten mrs. G. M. van der Linden en A. de Pinlo. Den 30s"''1 Maart zal alhier een vergelijkend examen gehouden worden van bendie aangesteld wenschen te worden als surnumerair bij de maal schappij tol exploitatie van staatsspoorwegen. Adspiranten moeten zich voor of op 23 Maart bij den secretaris der maatschappij aanmelden. Zij moeten niet jonger dan 16 en niet ouder dan 35 jaren zijn, en een gezond en sterk gestel hebben. sclu ring den het her dan cili rin; we wa vai ste dei rij' BELGIË Door de regering is bij de kamer ingediend eene voordragt tot afschaf fing van den zout-accijns en van het invoerregl op visch, en lot invoering van een uniform briefport van tien centimes. Daarentegen wordt voorgesteld den accijns op het gedistilleerd te verhoo- gen met een franc per hectoliter. ENGELANH. LONDEN, 10 Maart. De wet tot uitbreiding van het volksonderwijs ontmoet onder het pu bliek bij nadere toetsing meer tegenbedenkingen dan in de eerste dagen na de indiening. Er is onder hare bepalingen eene die slechts aan zeer weini gen voldoet, namelijk de bepaling betredende het godsdienslonderrigt op de openbare lagere scholen. De wet geeft aan de plaatselijke schoolcommissie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2