LEIDSCHE COURANT. I BINNENLANDSE!IE BÉftIGTEN. 1870. WOENSDAG 2 MAART. STADS-BERIGTEN. iV 31. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel /aars ƒ3.franco p.p. 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35. franco p. p. ƒ3.85. Het vei slag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. C Cents. De prijs der Advertentiön is van 14 regels 1.—iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN, Gezien art. 11, 2e alin.der Verordening van 30 Junij 1866, op de open- 'bare scholen voor gewoon lager onderwijs voor on- en minvermogenden IGemeenteblad n°. 19); Doen te weten, dat de inschrijving van nieuwe leerlingen op de openbare (scholen voor on- en minvermogenden zal plaats hebben van den 7Jcn tot en i,met den I9dcn Maart e. k.in de schoollocalen in de Rijnstraat, in de j Brandewijnsteeg. op de Iiinnenvestgraclit aan bet plantsoen, en op de Oude Vest des voormiddags van halt negen tot negen uren en des namiddags "van 'half twee tot twee uren, behalve des Zatnrdags namiddags en des Zondags. Burgemeester en Wethouders voornoemd d. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 1 Maart 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris. De BURGEMEESTER, lloold van liet Gemeentebestuur van Leiden, doet li te weten, dat'aan den Ontvanger der directe belastingen alhier zijn ter hand "esteld twee, op den 21!,eD der vorige maand, invorderbaar verklaarde kohieren voor de belasting op het personeel over het dienstjaar 1869 en 1870, zijnde voljaarsch- en halfjaarsch-aanslagenterwijl ieder verpligt is zijnen aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen. En zal deze door plaatsing in de Leidsche Courant worden afgekondigd. De Burgemeester voornoemd ie Leiden, 1 Maart 1870. v. d. BRANDELER. 11 Ter Gemeente-Secretarie alhier zijn verkrijgbaar gedrukte exemplaren van: rï'l'i. Je stukken in zake het onderhoud van den toren der Mare- kerk, tegen betaling van 35 cents; en 2". het rapport door Burgemeester en Wethouders omtrent het drinkwater en de waterverversching binnen deze gemeente uitgebragt, tegen betaling van 10 cents. LEIDEN, 1 Maart. De heer mr. G. A. van Hamel, benoemd lot regter-plaatsvervanger bij de arrondissements-reglbank alhier, werd lieden morgen ten half elf ure als zoodanig in eene daartoe gehouden leregtzitting geïnstalleerd. De voorzitter de heer nr. J. van Outeren, en de nieuw-benoemde voerden bij die plegtigheid bet woord. Van welwillende zijde zijn wij in slaat gesteld de rede, door 'j den voorzitter uitgesprokenhier in haar geheel mede te deelen. E. A. II. H.! De vraag zal wel eens gedaan zijnof het zoo noodig en nuttig was, gebiedend voor te schrijven, dat andere regterlijke ambtenaren dan in en bij de kantongeregtenin eene plegtige zitting van het collegie, waarhij zij A zijn benoemd, zouden worden geinstalleerdalthans ik zelf heb mij wel eens afgevraagd: kon eene eenvoudige voorlezing der acte van den afgeleg- fwden eed, gedaan in eene gewone leregtzitting, niet voldoende zijn om den nieuw benoemde in het collegie op te nemen en moeten de woordendie 3$ de voorzitter geroepen wordt in eene plegtige zitting te spreken, niet geacht ijworden eenen meermalen terugkeerenden weerklank te geven van tallooze lofspraken, altijd gebragl aan hem, wiens plaats ledig werd, en van groole '■^verwachtingen omtrent hem, die haar gaat innemen? Zoo ik mij die vraag wel eens aan mijne schrijftafel gedaan heb en dan op bet punt was haar bevestigend te beantwoorden, hier M. II.! zijn wij niet zaamgekomen om daarover een oordcel uit te brengen, Het reglement schrijft deze onze pleg tige zamenkomst ter installatie van den nieuwbenoemde voor; daardoor reeds is. zij noodig geworden en ik wil, zoo al niet hare streng nuttige, dan toch hare gepaste zijde niet uit het oog verliezen. Waarlijk, het beeft iets goeds dat velen tot het bijwonen eener zitting als deze worden uitgenoodigd, ook zij, die, wel is waar, in geene regt- streeksche betrekking staan tot de regterlijke autoriteit zelve, maar die toch een degelijk belang stellen eu toonen in hare vertegenwoordiging. De regterlijke autoriteit komt dan zoo voltallig mogelijk zamen om den nieuw benoemde een blijk te geven van ingenomenheid met de koninklijke keuze, w om hem daarmede geluk te wenschenen dat alles in het openbaarten aanhoore van betrekkingen of vrienden van hemdie de waardigheid gaat j aanvaarden. Zoo nu die voorgeschreven vormals zoo vele andere vormen tup. in het maatschappelijk leven, ons koud zou laten en onverschillig, in het -• wezen en het doel van zoodanige zamenkomst ligt toch iets dat aantrekt =^voor velen, dat verbroedering geeft voor ons. En is het dan wel voor den ifö voorzitter zoo onvermijdelijk altijd in eene opsomming te vervallen van al die groote en verschillende diensten en verdiensten, die de afgetreden amb tenaar heeft bewezen en aan den dag gelegden zou diens waardij naar de uitkomst van die som werkelijk moeten worden berekend? Dan zou al ligt die beoordeeling afhankelijk zijn van de meerdere of mindere begaafdheid van den spreker, van zijne copia verbomm, als ik het zoo noemen mag, om in sierlijke en kunstmatig zaamgevoegde bewoordingen hoog op te geven cp luide te doen klinken van diepe regtskennis, van beproefde kunde, van veelvoudige talenten, onverdroten ijver en van wat niet meer, waarvan de justitie en de justiciabelcn de overvloedige en heilzame vruchten zoo lang hebben geplukt. Ware dit thans mijne taakhart en mond zouden te kort schieten en het kleed zou het daarenboven aan sierlijkheid en kunst ont breken. Voor den eervol ontslagen regter-plaatsvervanger lag de weg naar Corinthe niet door deze vergaderplaats, llij heeft een anderen daarhenen ingeslagen en met ruslelooze inspanning en onvermoeide werkzaamheid die stad der eere bereikt. Hij is de kundige vraagbaak geworden van verschillende re geerders onzer stad en, in het bezit van een uitmuntend geheugen, zal bij li mededeelen niet alleenwat er vóór menig tiental jaren gewigtigs bij het stedelijk bestuur is voorgevallen, maar ook de soms weinig opgemerkte kleine bijzonderheden, waarvan de wetenschap in regeringszaken dikwijls zooveel vermag. Dat heeft veel arbeid en ggoote inspanning moeten kosten en hel is ligt begrijpelijk dat de heer van Puttkammer zich temidden onzer werkzaamheden niet zóó heeft knnnen bewegen als wij van onze plaatsver vangers gewoon zijn te verwachten en te ondervinden. En toch, al viel het zelden gedurende een tijdvak van 35 jaren voor, nimmer werd zijn bijstand waar die noodig was, vruchteloos ingeroepen; men hcrinnere zich slechts onder anderen de zeer moeijelijke instructie, hem opgedragen, eener belangrijke ont vreemding van gouden medailles ten huize van den hoogleeraar van der Palm gepleegd. Wie vragen mogt, waarom de heer van Puttkammer zoo lang de betrekking van regter-plaatsvervanger heeft bekleed, waaraan hij toch zoo weinig tijds besteden kon, wij zouden dien vrager antwoorden: hel getal plaatsvervangers, dat onze regtbank volgens de wet hebben mag, was nooit geheel aangevuld, en wij waren bij magte geweest, bad de noodzakelijkheid dit geboden, de vervulling van eene vijfde plaats uit te lokken. Ten anderen, men legt eene betrekking, die men in jeugdiger leeftijd gretig heeft be geerd, zonder bijkomende reden, niet willekeurig neder. Zeventigjarige leeftijd is nu eene reden voor het verzoek om ontslag geworden. Genoeg wij zonden dien vrager ten slotte verzekeren dat wij den eerlijken, naauw- gezctlen, werkzamen man zullen blijven hoogachten, en van deze plaats uit ik den opregten wensehdat wij en al onze medeburgers nog lang het voorregt mogen hebben dat de heer van Puttkammer zijne door ervaring zoo verdienstelijk geworden medewerking aan onze stedelijke belangen zal kunnen vei leencn. Heb ik de Cliarybdis vermeden, waarop een voorzitter, bij gelegenheden als deze, wel eens is gestrand, ik zal op de Scylla niet vervallen, door tot u, mhr. van Hamel, te spreken van al uwe verdiensten, evenmin van het vele goeds, dat wij van de waarneming uwer nieuwe betrekking verwach ten. Gij behoeft immers noch onze waardering van uw persoonnoch onze overtuiging, dat gij met eere die betrekking zult vervullen, te betwijfelen; daarvan heeft reeds onze kamer daar ginds getuigd en uit onze aanbeveling is dat alles voldoende u gebleken. Wederom een andere vrager zegt: Gij stond niet de eerste op de aanbeveling aangeleekend. Ook daarvan wil ik met een woord rekenschap geven. Een zeer achtenswaardig advocaat onzer balie, in leeftijd u vooruit, daar door reeds langer door ons om zijne practischc kennis gewaardeerd, be geerde de bediening, u thans opgedragen. Diens eergevoel mogten, noch wilden wij krenkenovertuigd dat wij in hem een verdienstelijk regter plaatsvervanger zouden bezitten. Gelukkig dat ook de uitkomst hem hoe genaamd niet krenken kan. Bij het minste nadenken, dal de eer van het zeer onlangs hem opgedragen notaris-ambt reeds heeft vergoed wat hij te midden van ons heeft gezocht, dat de veelomvattende werkzaamheid van dat ambt (wij wenschen hem daarvan ruime uitbreiding toe) en de ligt be staanbare mogelijkheid dat clienten en justiciabelcn dezelfde waren, te zamenwel eens hinderlijk konden wezen bij voorkomende gelegenheden om regt te spreken zal hij het op prijs blijven stellen dat wij hem, om zijne verdiensten en aanspraken, de eerste plaats op de aanbeveling gaven, ook al werd zijn verlangen niet vervuld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1