BUIT I'] N LAN DSC 11 li BEIUGTKN. de schoener Kameleon, alsnog benoemd tot ridder 4dE kl. van de Militaire Willemsorde. -Tot schoolopziener in het tweede schooldistrict van Noordbrabant is benoemd de heer J. II. A. van Diepente Tilburg. I)e minister van koloniën zal Woensdag en die van oorlog Donderdag aanst. geen gehoor verleenen. In de zitting van de eerste kamer van ZatHrdag, bij de behandeling van de afd. Onderwijs van het hoofdstuk biunenl. zaken der staatsbegrooting, hebben de bh. Messchert van Vollenhoven, Schimmelpcnninck van der Oije en van liylandt hunne denkbeelden ontwikkeld over den toestand van het openbaar lager onderwijs, en hunne bedenkingen medegedeeld ten opziglc van het antwoord door den minister gegevenop de bezwaren van som migen betreffende dit onderwerp. De heer van Nispen van Pannerden kwam terug op de gemaakte aanmerking, ten opzigte van het uitoefenen van invloed of het houden van toezigt op de keus der leerboeken bij gemeente- inriglingen van middelbaar ouderwijs, door den staat gesubsidieerd. De minister van binnenl. zaken zeide in zijn antwoord kort te kunnen zijn. De opmerking was gemaakt dat de gemeente geene hoogcre belasting mogt heffen dan ter bestrijding van de kosten van inrigting. Maar er staat niet in de wet dal de gemeenteraad juist zooveel moet hcflcn dat de kosten ge heel gedekt worden. En als men het schoolgeld vcrpligtend stelde, had dan het gemeentebestuur niet het regt om 1 evenzeer als 3 te heffen llij verwees ook naar hel verslag der commissie uit de tweede kamer over het regeringsverslag omtrent het onderwijs, waaruit bleek dat nergens de niel-heffnig van schoolgeld de oprigting van bijzondere scholen heeft belet. Hij wcnschte nu niet verder in de quacstie uit te weiden. Zijne opinie was bekend en bij zeide dat niet de wet in de hand iedere bijzondere school vrijheid heeft. Ten opzigte van den heer van Nispen hield de minister vol dat de regering zich niet kan inlaten met het onderzoek der boeken op de middelbare scholen of de gemeentebesturen daartoe dwingen. Op de rijks scholen ja, maar om dwang te gebruiken door niet te subsidiëren als de boeken niet nagezien wordendat zou te ver gaan. Bij de afd. Nijverheid vestigde de heer Yiruly de aandacht op den arbeid van kinderen in de fabrieken. Het antwoord van den minister daaromtrent gegevenhad hem niet bevredigd. Overal werd gesproken van rioolstelsel en waterleiding, maar men vergat eene der voorname oorzaken, waardoor duizen den ten grave dalen, llij verwachtte van dit ministeriedat er niet tegen opzag groote quaestiën tot oplossing te brengendal het ook niet zou opzien dat vraagstuk lot cén gewenscht resultaat te brengen. Zoo de regering dien wensch mogt vervullendan zou zij eene groote weldaad aan het vaderland bewijzen. De minister herhaalde wat hij in zijn antwoord gezegd bad dat hij nopens het verslag der commissie over deze zaak de publieke opinie wenschte te raadplegen. Eerst wenschle bij de openbare meening over dat verslag te leeren kennenten einde daaruit zijne gevolgtrekkingen te maken. In de zitting van de eerste kamer van heden is de begrooting van het dep. van marine met algemecnc stemmen aangenomen. In den loop der beraadslagingen verklaarde de minister van marine dat hij op nieuw tijding van de Kust van Guinea heeft Qiitvangenwaaruit blijkt dat de onzen een geheel dorp hebben vernield en een schitterend succes hebben behaald. Zes Afrikaansche en Europesche matrozen zijn gekwetst, terwijl de vijand 32 gesneuvelden en gewonden beeft, behalve dat zij nog vele gewonden hebben medegenomen. De begrooting van het dep. van oorlog is aangenomen met 29 stemmen tegen 1die van den beer Geertsema. Door vele leden werd aanmerking gemaakt op het hooge eindcijfer. Het hoofdstuk nationale schuld werd aangenomen met algemeéne stemmen. Over het hoofdstuk financiën is de discussie begonnen. Morgen voortzetting. De hooge raad behandelde heden o. a. de zaak van Willem Balder tegen een arrest van het hof in Noordbolland. De requirant werd bij arrest van dat hof van 12 Nov. jl. tot zes jaren tuchthuisstraf verooordeeld ter zake van poging lot moord, waarvan de uitwerking is gemist door van den wil des daders onafhankelijke omstandigheden. Hij had namelijk in den nacht van 20 op 21 Mei jl.toen zijne vrouw reeds te bed lag, baar met een bijl een houw tegen het hoofd gegeven, waardoor ziekte en beletsel om te werken van meer dan twintig dagen is ontstaan. Als verdediger trad op de heer mr. Vogel, die één middel van cassatie voorstelde en nader toelichtte. Het openb. min. zal den 25-"n Januarij conclusie nemen. Voor het prov. geregtshof in Zuidholland heeft heden de heer mr. J. II. ft. Lisman den eed als procureur bij dat collegie afgelegd. Een tuinier, die eergisteren morgen den Raam weg overging, bemerkte dat er iets in de daarnevens liggende sloot viel. Toen hij zich daarheen begaf, merkte hij dat het een man was. dien hij terstond redde en in een naastbij gelegen woning deed opnemen en verplegen. Het was een werkman die zoo men verzekert uit Amersfoort herwaarts gekomen was, en die, uitgeput door vermoeidheid, op den kant der sloot in slaap gevallen was. Zoo de tuinier niet ware voorbijgegaan zou de werkman in de sloot zijn gestikt. k s ti ic ft. LONDEN. 1G Januarij. Volgens een brief van dr. Livingstone, gedagteekend van 30 Mei 1869, is die reiziger bezig met het nasporen van een verbinding, tusschen den Nijl <n de bronnen, die hij 500 of 700 meer zuidelijker dan Speke en Ba ker ontdekt heeft. Om verder te onderzoekenof de uitwatering der rivier aldaar lot het gebied van den Nijl of tot dat van den Congo behoort, zal Livingstone een landstreek moeten doortrekken, die door de Mangemas, een volk van Kanibalen, bewoond is. D. Livingstone beklaagt er zich over, dat de Arabieren van Cuynnyemlee, die, als slavenhandelaars, voor alle Engelsche reizigers bevreesd zijnsteeds weigeren zijne brieven over te brengen, en hem op allerlei wijze tegenwerken. FRANKR IJ K. PARIJS, 1G Januarij. In den senaat is door den heer de Maupas zijne aangekondigde inter pellatie over de binnenlandscbe staatkunde der regering gehouden. Het tegenwoordige kabinet is, zeide hij, onder omstandigheden opgetreden, dat wij het allen belmoren te ondersteunen. Ik wensch echter van de regering te vernemen, tot hoever zij haar programma denkt uit te strekken. De heer Ollivier antwoordde: Het feit dat het tegenwoordig ministerie aan het bestuur is, zegt meer dan alle verklaringen. Het heeft een verleden, waar naar het kan verwijzen. Wij hebben de portefeuilles niet gevraagd. Men heeft ons verzocht onze beginselen in toepassing te brengen, en die taak hebben wij op ons genomen. De radicale partij wil revolutie. De regering aanvaardt den strijd. Wij zullen wederstand biedenmaar nooit de reactie zijn. Het ministerie zal de twee programma's, die zijne leden geteekend hebben, trouw ten uitvoer brengen. Het verschil tusschen beide program ma's is van weinig beleekenis. Het programma van het linker-centrum omschrijft slechts nader dat van het regter-centrum. Het ministerie heeft besloten niets te doen dan met medewerking van den senaat. Het vraagt voor het constituerend gezag zijne ondersteuning. De heer Magne, voormalig minister van financiën, gaf te kennen, dat hij geloofde de tolk zijner colle ga's te zijn, wanneer hij zeide, dat hel niet uit zwakheid was, dat het vorig kabinet de uitspattingen in de openbare bijeenkomsten en van de drukpers geduld heeft. Ilct was uit moed en staatkundig inzigt, dat het aldus heeft gehandeld. Het wilde aan bet land die uitspattingen laten zien, ten einde zoodoende de verlichte en verstandige burgers gelegenheid te gevenzich tegen de partij van het oproer te verklaren. Overigens dragen de inzigtcn en handelingen van het nieuwe kabinet zijne goedkeu ring weg. De vergadering heeft daarna de volgende motie aangenomen //De senaat, met vertrouwen de ophelderingen de regering vernomen heb bende, gaat over lot de orde van den dag." - - De maarschalk Canrobertals opperbevelhebber van het garnizoen van Parijs uitsluitend door de zorg voor de instandhouding der openbare orde bezig gehouden zijndeheeft eerst laat in den avond kennis gekregen van een artikel van den Figaro van den 14lcn, hetwelk de strekking had om hem in een hatelijk licht voor te stellen. De maarschalk heeft toen dade lijk eencn van zijne adjudanten uitgenoodigd aan den Figaro te schrij- ven dat hel door dit blad gegeven verhaal onwaar is. Volgens liet bedoelde verbaal van den Figaro zou de maarschalk aan eenen vriend der redactie van dat blad gezegd hebben, dat hij maar vijf minuten noodig had om Parijs tol bedaren te Krengendat hij tegen digte volksmassa's slechts twee regimenten met achterlaadgcwercn noodig haddat hij des noods veertig duizend menschcn zou nedervellenmaar dat hij het niet doen zou voor dat er een van zijne soldaten gedood zou geworden zijn. - Volgens la Presse had de keizer dezer dagen den heer Darft ontbo den om hem eenen politieken brief van den Franschen gezant te St. Peters burg ter hand te stellen. Na een kort gesprek zou de heer Daru aan den keizer hebben gezegd: "Sire, het zou, indien Ewe Maj. er geen bezwaar tegen zag, verkiesselijk zijn dat alle diplomatieke mededeelingen regtstreeks aan den minister van buitenl. zaken wierden gerigt. Zelfs ga ik eene aan schrijving in dien zin aan al onze diplomatieke gelastigden zenden." De keizer antwoordde; «Welaan, mijn waarde minister, het zal vóortaan ge schieden zoo als gij verlangt." - De beer Louis Noir, broeder van Victor N'oir, heeft in de ltappel bekend gemaakt, dat zijn vader en hij zich civiele partij stellen in de zaak tegen prins Pierre Bonaparte. Maar zij zullen slechts een franc schadever goeding vragen. Het gerucht, dat zij voornemens zijn een jaargeld te vor deren, is dus van allen grond ontbloot. Verder geeft de heer Louis Noir te kennen, dat hij gaarne zou zien, dat de heeren Grévy, deken der orde van advocaten, en Ledru ltollin in deze zaak voor hen beiden optraden. Onder de kooplieden en neringdoenden der hoofdstad wordt eene petitie onderleekendhoudende klagten over de schadehun door de jongste opschudding veroorzaakt, en verzoek om maatregelen tot strenge handha ving der orde op de straten. Het dagblad la 11 éfor me is mede voor den correctionelen regter ge daagd, onder beschuldiging van den keizer en de leden zijner familie belee- digd te hebben. PRUISSEiV. BERLIJN, 16 Januarij. Graaf von Bismarck heelt, als minister van buitenlandsclie zaken, aan de hier geaccrediteerde Noord-Duitsche gezanten de reeds bekende .circulaire, betreffende de verandering van het ministerie van buitenlandsclie zaken in een departement van den Noord-Duitschen bond voor de builenlandsche aan gelegenheden, ter kennisneming doen toekomen, met bijvoeging dat in de vormen van het verkeer, betreffende alle onderhandelingen tusschen Pruisscn en de bondsstaten, geene verandering gekomen is. In Beijeren wordt eene nieuwe ministeriële crisis onvermijdelijk geacht. De Zwitsersche bondsvergadering is tegen 31 Januarij bijeengeroepen, ter benoeming van een lideen voorzitter en een onder-voorzitter van den bondsraad. OOSTENRIJ K. liet geschil in den boezem van den ministerraad ontstaan en de memo- riën zoowel door de minderheid als door de meerdenheid den keizer aange boden hebben eenen levendigen indruk bij het publiek gemaakt. De beide partijen worden berispt. Evenwel schijnt de meerderheid op de zijde der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2