LEIDSCH COURAAT. 870. VRIJDAG 14 JANUARIJ. N". it. STA DS-HERIG TEN. IMN.Mi.NLA N DSC 11K IMiUIGT li N De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen mtgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f'i.franco p.p. 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35franco p. p. f 3.85. Het vei slag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 's jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers dtte Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. (i Cents. De prijs der Advertentfcn is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER es WETHOUDERS vax LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belasting op de bondenieder eigenaar ol bezitter van een of meer honden die aan de belasting onderhevig zijn, verpligt is daarvan jaarlijks vóór den 3I»*11 ianuarij bij den Gemeente-Ontvanger aangifte te doen door inlevering van een behoorlijk ingevulden door den aangever onderteekend billeten dat bedoelde invullingsbilletten voor bet dienstjaar 1870 dagelijks en kos teloos ten kantore van den Ontvanger verkrijgbaar zijn. Nog wordt opgemerkt dat honden, die voor de belasting worden aange geven als uitsluitend gehouden Ier bewaking van gebouwen, erven of vaar tuigen, niet anders op den openbaren weg mogen komen dan begeleid en vastgehouden aan een touw of ketting. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leiden, 6 Januarij 1870. v. i>. BRANDELER, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. BURGEMEESTER es WETHOUDERS vax LEIDEN, Gezien art. 14 der Instructie voor de ijkers en adjunct-ijkers der maten, gewigten en weegwerktuigenvastgesteld door den Minister van Binuenland- sehe Zaken, dd. 21 December 1869; Brengen bij deze ter algemecne kennis dat het IJkkantoor binnen deze gemeente geopend zal zijn op Woensdag en Zaturdag van elke week, jl van 's morgens negen uren tot 's namiddags een uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leides, 10 Januarij 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris. LEIDEN, 13 Januarij. Bij de opening van de heden gehouden zitting van den gemeenteraad, de eerste in dit jaar, bragt de voorzitter eenen hartelijken welkomst groet aan de leden. De gemeente was, gelijk in vorige jaren, in welvaart toegenomen. De raad mogt met dankbaarheid terugzien op het afgeloopcn !l jaar, want geen der leden was door den dood uit zijn midden weggerukt; wel waren enkele leden, ingevolge hun verlangen, afgetreden, maar hunne plaatsen waren waardiglijk vervuld. De algemecne gezondheidstoestand was meer dan voldoende geweest en orde en rust waren bewaard gebleven. De markten waren goed bezocht geweest. De nijverheid had hier, even als elders, den invloed der ongunstige tijdsomstandigheden ondervonden, maar er bestond in deze hoop op verbetering. Werken van verschillenden aard werden uitgevoerd; de nieuwe meisjesschool naderde hare voltooijing. De vruchten van het onderwijs wogen ruimschoots op tegen de opofferingen die daarvoor gedaan werden. De hoogcschool mogt zich in bloei verheugen; het nosocomium academicum was mede de voltooijing nabij. Vele gewig- tigc zaken waren in het vorige jaar behandeld en tot afdoening gebragt, waarbij hij wees op de onlangs tot stand gekomen regeling van de zaak der armbakkerij en het huiszittenhuis. Gaarne had hij de gewenschte voor stellen ingediend betreffende het rioolstelsel en de drinkwaterleiding, maar het verschil van gevoelenvooral wat betreft het eerste maakte het gevaarlijk daaromtrent een bepaald voorstel te doen. Het rapport van de gezondheidscommissie, over de toepassing van Liernur's stelsel op het dempen der Binnenveslgracht bij 'de Koepoortsgracht, werd eerstdaags te gemoet gezien. Hij hoopte dus dat de tijd niet meer ver af zou zijn dat burg. en weth. hunne meening over de bedoelde punten aan de ver gadering zouden kunnen mededeelen. Veel was er nog te doen overge bleven en daarbij rekende hij op de welwillende medewerking van den raad. wenschtc dat onder den zegen des Allerhoogsten hunne gczamentlijke werkzaamheden mogteu strekken tot bevordering van Leiden's welvaart. Door den wethouder Stoffels werd den voorzitter dank gezegd voor zijne welmeenende wcnschen. Het viertal jaren dat hij aan het hoofd der ge meente had gestaan, had hem zeker wel de overtuiging geschonken dat de raad hem door zijne medewerking zijne taak gemakkelijk wilde maken, en hij hoopte dat hij zich niet zou laten ontmoedigen door het verwijt van onverschilligheidonlangs in een dagblad gedaan, llij wenschle hem voort durend 's hemels besten zegen toe. De voorzitter deed vervolgens mcdedeeling der ingekomen stukkeno. a. van een adres van de hh. Rauwenholf en Nieuwveen, waarbij het gratis ge bruik werd verzocht, eens per maand, van de kleine gehoorzaal tot het houden van vergaderingen van de Leidsche vereepiging tot bevordering van geregeld schoolbezoek. Op voorstel van den voorzitter werd daarop terstond eene gunstige beschikking genomen. Overgaande tot de behandeling der aan de orde gestelde onderwerpen werd benoemd als gecommitteerde tol de administratie der vercenigde gastr en leprooshuizen de heer A. II. Eigcman, die deze benoeming aannam, eit tot ls,c hulponderwijzcres 4Je kl. aan de openbare school voor meer uitge breid lager onderwijs 2ie kl. voor meisjes J. J. van der Weyde.n, Een suppletoire staat van begrooting, dienst 1869, werd goedgekeurd. Het voor stel van de raadsleden Wttewaall, du Rieu, IlarteveltVerster en Bijleveld tot het brengen van wijziging in de algemeene policie-verordeningdoor in trekking van het verbod betredende het schrobben der straat zonder last van den burgemeester, bij art. 95 bepaald, en van intrekking van het by art. 82 voorgeschrevene, dat bij invallenden dooi de sneeuw eerst dan mag worden weggeruimd wanneer de burgemeester daartoe aanzegging Iaat doen. gaf aanleiding tot uitvoerige discussie. Door de commissie voor de strafver ordeningen was voorgesteld lot de intrekking van art. 95 te besluiten, met behoud van de bepaling dat de burgemeester in sommige omstandigheden last kon geven tot het reinigen der straat, en voorts art. 82 te behouden. Door de hh. Wttewaall, du Rieu en Bijleveld werd het voorstel der vijf leden nader verdedigd, vooral omdat gebleken was dat onder het vigerend stelsel de toestand niet goed was. De heer Bijleveld betwijfelde ook of de raad wel de bevoegdheid had in sommige omstandigheden de verpligting tot het reinigen der straat aan de ingezetenen op te leggen. De heer Cock ver klaarde ingenomen te zijn met het voorstel om terug te komen op een be sluit ter kwader uur genomen en dat veel ontevredenheid had verwekt, maar achtte zich verpligt zijne bezwaren op te geven tegen de verpligting, die aan de ingezetenen kon worden opgelegd tot het reinigen der straat; eene dergelijke verpligting kon, zijns inziens, niet worden opgelegd, als zijnde in strijd met de gemeentewet, waaruit hij, tot staving zijner meening verschillende artikelen aanhaalde; het eenige argument, dat hij wel eensten gunste der zaak had hoorei! aanvoerenwas dat reiniging niet kon gerang schikt worden onder onderhoud. Ook was, zijns inziens, eene dergelijke delegatie aan den burgemeester niet geoorloofd. De heer Goudsmit was van een tegenovergesteld gevoelen als de heer Cockop grond dat in art. 205 lit. 1 der gemeentewet werd gesproken van ^onderhoud en schoonhou den", en ook in het gewone spraakgebruik werd schoonhouden niet begre pen onder hetgeen men onderhoud noemde. Hij kon zich echter met het denkbeeld der voorstellers wel vereenigen en zou stemmen voor de intrekking van het verbod. Na nog eenige discussie werd besloten eerst in stemming te brengen, of het beginsel in art. 95 vervat, betreffende het verbod van het schrobben der stratenal of niet gehandhaafd zou worden. Met 19 legen 3 stemmen werd tot de intrekking dier bepaling besloten. Vervolgens werd in stemming gebragt de vraag zal men in sommige geval len de burgerij de verpligting opleggen tot het reinigen der straat en die reiniging alsdan bevelen Met 13 tegen 7 stemmen werd die vraag toe stemmend beantwoord. Vervolgens kwam ter sprake het al of niet be houden van art. 82, betreffende het wegruimen der sneeuw alleen op last van den burgemeester. De heer du Rieu toonde het nadeelige aan van een dergelijk voorschriftmen moest de policie niet te veel in aanraking brengen met de burgerijen ingeval de last tot wegruiming werd gegevenkwam die voor den een te vroeg en voor den ander te laat, men had daarvan nog in de jongste dagen de ondervinding opgedaan, liet voorstel der commissie voor de strafverordeningentot behoud van art. 82werd vervolgens in stemming gebragtmaar daarover staakten de stemmen11 voor en 11 tegen zoodat dit voorstel in de volgende vergadering weder in stemming moet worden gebragt. Ten slotte werd nog goedgekeurd de rekening van regenten der armbakkerij over 1869. Na het sluiten der vergadering werd nog gedurende enkele oogenblikken de zitting met gesloten deuren voortgezet. Men meldt ons uit AarlanderveenMogt men zich verheugen in het groote aantal inteekenaren (ruim 500) voor het dilettanten-concertgege ven den 1W" Junuarij jl.in het lokaal »de vergulde Wagen" van de wed. L. J. de Wit, verrassender nog was de opkomst. Reeds lang voor den aanvang was de toeloop zoo groot, dat het den laatstkomenden bijna on mogelijk was eene plaats in de zaal te bekomen. Het programma, waar-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1