Volgens La France heeft het onderhoud, dal de heer Ollivicr met den
lieer Rouher heeft gehad, zich gekenmerkt door groote hartelijkheid. De
heer Rouher gaf zijne beste wenschen te kennen voor den goeden uilslag
van de taak, welke het nieuwe kabinet had op zich genomen; wat hem
zeiven betrof, hij had voor goed afscheid genomen van den polilieken stiijd
en beschouwde zijne rol in dit opzigt als afgeloopen. De heer Ollivier ant
woordde: /'Mijnheer de president, met uw talent en uw verleden, mag men
het land niet van uwe diensten berooven."
Naar men van hier aan de Ind. Beige ineldt is door het nieuwe mi
nisterie ten opzigte van de llomeinsche quaestie als regel aangenomen de
handhaving van de wereldlijke magt des Pausen, zonder daarom vijandig
gestemd te zijn tegen de Italiaansche eenheid.
Bij de heropening der zittingen van het wetgevend ligchaam heeft de j
minister van justitie, de heer Ollivier. ecne rede gehouden, liet nieuwe
kabinet, zeidc hij, beschouwt het als zijn eersten pligt, zich met de kamer
in onmiddellijke betrekking te stellen. Vele woorden zijn hier overbodig:
gij kent onze beginselenonze meeningen en wenschen. Alle vraagstukken,
die zich voordoen, zullen wij op loyale wijze met ubehandelen. Voorheden
schijnt het ons voldoende te verklaren, dat wij, nu wij de magt in handen
hebben, dezelfden zijn gebleven van vroeger. Het ministerie zal het onder
nomen werk voortzetten, en zal bij dien arbeid volharden totdat het vast
gesteld programma zal verwezenlijkt zijn. Daartoe hebben wij in de eerste
plaats behoefte aan het vertrouwen van den souverein. Wij hebben hoven-
dien het vertrouwen der kamer noodig. liet ministerie vraagt allen om on
dersteuning. Het zal erkentelijk zijn voor dien steun en de oppositie dank
weten voor hare criliek. Wanneer anderen dan wij de meerderheid zullen
erlangd hebben, dan zal het kabinet aftreden, om het bestuur aan anderen
over te dragen. Laten de klagten thans ter zijde gesteld worden. Thans
is het zaak een nationaal gouvernement te vestigen, door het huldigen
van den vooruitgang, opdat de l'ransche democratie haar doel te gemoet ga
zonder gewelddadige schokken, en de vrijheid gegrondvest worde zonder
revolutie. Aan die verklaring viel ecne levendige bijvalsbetuiging ten deel.
De heer Iieratry heeft een voorstel betreffende kosteloos verpligt lager
onderwijs ingediend. De heer Pieard heeft een ontwerp ingediend tot rege-,
ling van den jury voor drukperszaken, alsook een ontwerp tot herstel der
nationale garde. Van den heer Raspail is ingekomen een ontwerp tot af
schaffing van den eed. Hij verlangdebij eene commissoriale verificatie van j
de rekening der stad Parijs, eene enquête betreflênde het vermogen van den
heer. Haussmann. De heer Gambetta interpelleerde de regering aangaande
twee soldatendie naar Afrika waren gezonden. De minister van oorlog
heeft hierop geantwoord, dat twee onderofficieren, die met lijsten van in- I
schrijving en nog twee anderen, die met brandbrieven rondliepen, naar
Afrika waren overgebragt. Hij had vast besloten de discipline hij het leger
te handhaven. Wanneer de soldaten in hun pligt te kort kwamen, zouden
zij gestraft worden. Hij wil ook niet dat zij deelnemen aan politieke ver-
cenigingen. De heer Ollivier zeide dat de regering, terwijl het eene volle
dige constitutionele vrijheid vestigt, zich niet door den een of. anderen,
aanhang kan laten belagen. Orde en veiligheid zijn de eenige waarborgen
van vrijheid. De regering wilde tegen geen der leden van de linkerzijde de
beschuldiging opwerpen van opschuddiing te willen veroorzaken. Zij had
daartoe voor die leden te veel achting. Inlusschen wilde de regering eene
wettige en volledige vrijheid, maar hel wilde niet dat die vrijheid tot zwak-
heitj zou leiden. De heer Gambetta verklaarde dal de regering niet behoefde
te rekenen op de ondersteuning der oppositie, maar dat deze volstrekt geen
opschudding verlangt. De tijd zal komen, zeide hij, waarin de meerder
heid, zonder tot geweld loevlugt te nemen, tot de republiek zal komen.
De heer Ollivicr wees op de tegenstrijdigheid in de woorden van den heer i
Gambetta en voegde er bij dat liet ministerie bij zijne optreding had beslo
ten het beginsel, waaraan het zijn ontstaan had te danken, niet te laten f
aanranden. De heer Favre betreurde de optreding ecner parlementaire rege
ring, die aanving met eene discussie over de constitutie te verbieden. De j
lieer Pinard zeide, dat men den weg naar de vrijheid kan bewandelen, zon-
der de solidariteit tusschen opvolgende ministers te erkennen.
De heer Rochefort, die in de Marseillaise zich niet ontzien heeft de
soldaten tegen hunne officieren op te zetten, heeft dientengevolge meer dan
eene uitdaging ontvangen. In eene vergadering van kiezers, van wie de
heer Rochefort zijn mandaat heeft ontvangen en die geregeld bijeenkomen
om hem hunne bevelen Ie geven, is ten dien opzigte het volgende besluit
genomen. Aangezien het leven van den heer Rochefort en van de redacteurs
der Marseillaise aan het volk toebehoort, welks gclastigden zij zijn; aan
gezien zij hun leven niet in gevaar mogen brengen zonder de vergunning
van genoemd volk; aangezien het duel eene anti-revolutionaire zaak iswordt
aan bovengenoemde personen uitdrukkelijk verboden eene uitdaging aan te
nemen, op welke wijze die hun ook gedaan worde en onverschillig van
wien zij komc; wordt hun voorts gelast, allen, die hen uitdagen, uit
het venster te werpenna hen geschopt te hebben men weet waar.
ITALIË,
De internationale tentoonstelling van voorwerpen betrekking hebbende
tot de scheepvaart en lot andere bedrijven die te water worden uitgeoefend,
welke den lsU" April aanst. te Napels zou worden geopend, is uitgesteld
tot 1 September dezes jaars. Als bijdrage ter goedmaking van de kosten
dier tentoonstelling is door de Italiaansche regering een subsidie van
600,000 fr.en door den gemeenteraad van Napels een van 100,000 fr.
toegezegd.
Uit Rome meldt men aan het Parijsche blad l'Univers: Er is sprake
van eene memorie, die thans ter perse is en aan de leden van het concilie
rondgedeeld zal wordenstrekkende om te betoogen dat de vaststelling van
het leerstuk der onfeilbaarheid noodig is. De memorie herinnert de denk
beelden, die reeds zijn uiteen gezet in de provinciale en nationale conciliën
welke in de laatste tijden te Baltimore, Weenen, Utrecht. Keulen en Ca-
locza gehouden zijn.
In de laatste door het concilie gehouden zitting zijn nog geen besluiten
genomen. Twintig prelaten hebben toen het woord gevoerd.
PRUISSEN.
BERLIJN, 10 January.
De Kreuz-Zeil zegt. van verschillende zijden vernomen te hebben, dat
I de generaal Grant, president der Vereenigde Staten, in de maand Jtuiij e. k.
een bezoek denkt te brengen aan de hoven van Frankrijk, Engeland,
Pruissen en Rusland.
i In Rusland rigt de cholera ten platte lande groote verwoestingen aan-
V'ooral is dit het geval in de gouvernementen Volhynië, Minsk en Orel,
waar de ziekte een epidemiseh karakter heeft erlangd.
«OSTENRIJ H.
De president-minister von Taafle heeft in de zitting der adres-commissie
van de kamer van afgevaardigden het sedert geruimen tijd vernomen gerucht
bevestigd, dat al de ministers hun ontslag hadden gevraagd, en er bijge
voegd dat de keizer, zich de beslissing daaromtrent voorbehoudende, aan de
ministers opgedragen had zich voorloopig met de leiding der zaken te blij
ven belasten.
PEll TELEG 11A A F
PARIJS, 10 Januarij. De Bays deelt een brief mede van prins Pierre
Napoleon Bonaparte, waarin Rochefort tot een duel wordt uitgedaagd.
MADRID, 10 Januari. Het ministerie is thans zamengesteld met Rivero
als minister van binnenlandsche zaken. Topete is minister van marine en
Montero Rios van justitie. Sagasta is minister van staat. Gisteren heeft te
Uviedo eene groote volksdemonstratie plaats gehad legen de partij van Mont-
pensier.
PARIJS, 10 Januarij. De heer Victor Noir, die, als getuige van Roche
fort, ztch tot prins Pierre Bonaparte had begeven, is door dezen om het
leven gebragt.
De Coiisiilntionncl verhaalt desbetreffende de volgende bijzonderheden.
In een brief was door prins Pierre Bonaparte aan Rochefort verweten gewor
den, dat deze hem persoonlijk beleedigd had, en wel door de pen van een
zijner handlangers. Gisteren vervoegden de hh. Victor Noir en Ulric Fonvelle
zich bij den prins als afgezondenen van Pascal Grousset, onderlcekcnaar van
het artikel der IJanei liaise. Toen zij in 'sprinsen salon waren verschenen,
vroeg deze hun of zij de handlangers waren door Rochefort afgevaardigd
op dat oogenblik zou Victor NoTr den prins een heftigen slag in het aan-
gezigt gegeven hebben, en Fonville, die zonder twijfel een terugslag ver
wachtte, zou uit zijnen paletot een revolver hebben gehaald. Tegenover
zulk een aanranding nam de prins ijlings een pistool van een wapenrek
in den salon en vuurde op Noir. Deze, gekwetst, bereikte den trap,
doch pas beneden gekomen, viel hij levenloos neêr.
De minister van justitie heeft last gegeven prins Pierre Bonaparte onmid
dellijk in hechtenis te nemen, en door den keizer is deze maatregel goed
gekeurd. De prins heeft echter zelf zich bij de justitie aangegeven, nog
voor dat het bevelschrift kou ten uitvoer gelegd worden.
LEIDSC1IE SCHOUWBURG.
„Figaro's ISoelizeit", opera.
De vóór drie weken achterwege gebleven voorstelling van het lioogduitsche
Opera-gezelschap uit Rotterdam mocht gisterenavond doorgaanen dat de
verwachting van het publiek hoog gespannen was, bleek uit de buitengewoon
volle zaal, want er bleef letterlijk geen enkel plaatsje onbezet. De tekst
van de opera "Figaro's Hochzeit" is getrokken uit de comédie van den be
kenden Beaumarchais: "La folie journée on le mariage de Figaro", zijnde
het tweede van een drietal vervolgstukken, van welke »Le barbier de Seville"
het eerste, en "La mère coupable" het laatste is. De "Barbier" en "Figaro"
hebben den meesten opgang gemaakt en den roem gevestigd van den gces-
tigen schrijver, die met zijne vermetele aardigheden zulk een groote rol in
het voorbereidings-tijdvak der Fransehe revolutie heeft gespeeld. Als toonc.el-
stnlc heeft "Le mariage de Figaro" bij het verwerken tot opera natuurlijk
niet weinig verloren, want men weet, dat de tekst van een opera gewoon
lijk zeer middelmatig is, en dat men maar zelden een zoo dichterlijk libretto
vindt, als dat van Weber's "Froischütz". Maar daar vragen wij nu ook niet
naar! Wat wij in «Figaro's Hochzeit" zoeken, en wat die talrijke schare
naar den schouwburg deed stroomen is niet het talent van den schrijver
maar de geest van den eenigen maëstror Mozart, en zijne heerlijke, karak
teristieke muziek vergoedt alles!
De wijzewaarop het Rotlerdamschc gezelschap deze opera ten gehoore
bracht, verdient in waarheid allen lof, en verschafte zeker aan de meeste
bezoekers, evenals aan ons. een zeer genotvollen avond,
j ln de eerste plaats moet Frau Saar-Jiiger genoemd worden, die als de
Gravin Almaviva zeer voldeed. Vooral verwierf zij veel bijval met de schootje,
gevoelvolle voordracht barer aria in de derile acte. Als wij wel onderricht
zijnwas zij nog ter nauwernood hersteld en hare gezondheid nog zeer
zwak, zoodat zij des te meer lof verdient voor het volbrengen hdrer taak.
Fraulein Slevogt was een allerliefste Cherubim en onderscheidde zich niet
j alleen door haar zangzooals hare aria in de eerste actemaar ook door
haar vroolijk en levendig spel. In het karakter van dien schalkschen, lichl-
zinnigen knaap betoonde zij zich eene uitmuntende actrice; haar mimiek
was voortreffelijk en al hare bewegingen waren nel en sierlijk.
Van de overige verlooncrs noemen wij nog Fraulein Vlass als Susanna,
Herr Ganzcmiiller als Figaro en Ilerr Massen als Graaf Almaviva. Eerstge
noemde voldeed vooral in de 3!c en 4,lc acte.
llerr Schneider, in het traditioneele karakter en cosfuum van Basilio(met
den onmisbaren groolen hoed) bleek een goede komiek te zijn.
Wat deze voorstelling ook bijzonder aantrekkelijk maakte was, dat de
meeste artislen goed op het tooncel thuis warenen uitmuntend wisten te
acteeren. Bij eene opera als "Figaro's Hochzeit" waarvan de intrige vroolijk
en geanimeerd is, zal dit altijd eene vereischle wezen, en zelfs bij de
voortreffelijkste uitvoering der zangstukkenzou men door stijfheid en
gegeneerdheid zeer veel bederven.
Het ensemble mocht goed worden genoemd en het publiek beloonde dan
ook zijn bijval door herhaalde terugroeping.
Leiden, 11 Jan. 1870.
V