BUITEN L NDSCHE BEItlGTEN I zÜ 1U j be sn orde, en aan den heer E. Verveer, kunstschilder te 'sllage, tot het dragen van de versierselen van ridder dier orde, hun door den koning der Belgen geschonken. Naar men verneemt is door Z. SI. den koning-groothertog tot officier der orde van de Eikenkroon benoemd de kapitein der artillerie W. C. Hojel, werkzaam aan de kon. militaire akademie te Breda, en tot ridder dier orde de lsle luit. der artillerie F. H. Usener, gedetacheerd in Zweden bij de fa bricatie van zwaar kustgeschut. Tot plaatsvervangend kantonregter te Bergum is benoemd de heer W Hellemaburgemeester der gemeente Achtkarspelente Buitenpost. Tot bewaarder der hypotheken enz. te Assen is benoemd de heer A. G. F. Koltrop, thans ontvanger der registratie te Hoorn. Aan den heer mr. J. Cornclissen is op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als schoolopziener in het 7de schooldistrict van Overijssel, terwijl als zoodanig is benoemd de heer mr. J. II. E. Meesters, te Avereest. Z. M. heeft goedgevonden te bevorderen: tot luit. ter zee l!,e kl. dien der 2de kl. C. E. Uhleubecken tot luit. ter zee 2de kl. den adelborst ls,e kl. jhr. J. C. R. Westpalm van lloorn. De officier van administratie 2Je kl. L. F. C. Seelking, uit 0. 1. terug gekeerdis op non-activiteit gesteld. Bjj gelegenheid der verloving van II. K. II. prinses Maria met Z. D. II den prins zu Wied, werd gisteren, zooals bereids door ons werd aangekon digd, door Z. K. II. prins Frederik een luisterrijk diner op het Huis de Paauw gegeven. 11. M. de koningin. Z. K. II. de prins van Oranje namen aan dit diner deel, terwijl daartoe nog waren uitgenoodigd de ministers van justitie en van buitenl. zaken, verschillende leden der diplomatie en verdere hoog geplaatste personen. De prins zu Wied heeft thans zijn intrek genomen op Bakkershagen, kort nabij het Huis de Paauw gelegen. Men verneemt dat Maandag a. s. II. K. II. prins en prinses Frederik benevens II. D. dochter prinses Maria deze residentie zullen verlaten, ten einde zich naar Cannes (zuiden van Frankrijk) te begeven, alwaar II. If. H, prinses Frederik tot herstel harcr gezondheid eenigen tijd zal vertoeven. -- Bij de behandeling van hoofdst. VII C (herv. eeredienst enz.) der staats begrooting, in de zitting der tweede kamer van gisteren, heeft de heer van Lynden van Sandenburg voorgesteld uit de omschrijving van art. 4 der 2Je afd.ad ƒ52480, weg te laten de woorden: »van het algemeen collegie van toezigt op het beheer der goederen van de hervormde gemeenten." Hij verklaarde niet zoover te willen gaan als in het adres uit Utrecht werd verlangd. Hij wilde de regeling van dit subsidie ten behoeve der N'ed. herv. kerk niet overlaten aan het algemeen collegie of de provinciale kerk besturen. Hij verlangde niet dat die collegièn iu dit art. werdm genoemd. Het was eene zaak eenvoudig van financielen aard. Hij kon niet goedkeu ren dat nu reeds door de regering werd voorgesteld, door de kamer te laten uitspreken op welke wijze dit subsidie zal worden uitgekeerd. Lette hij toch op Frieslanddan waren 240 van de 300 gemeenten niet toegetre den. Hoe wilde men daar dan nu spreken van een provinciaal bestuur? Op dit oogenblik moest men zich geheel en al onthouden omtrent het bestaan van die collegiën eenige uitspraak te doen. Dat amendement werd voldoende ondersteund. De heer van Houten vroeg of de regering voornemens was Afdeeling II (kosten van hel bestuur der provinciën). Langdurige dis cussie vond hierbij plaats over de verhooging van de bezoldigingen van de ambtenaren hij de provinciale griffiën, waarbij een amendement van den heer Fokker, om daarin tegemoet te komen, werd verworpen met59 tegen 11 stemmen. Morgen voortzetting. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad werd medege deeld dat door den heer L. T J. Zuur aan het gemeentebestuur is aangebo den een handschrift van den heer N. J. Baake, getiteld: «Journaal van 1802 tot 1813, doch groolendeels loopende over het in de jaren 1812 en 1813 te 's Gravenhage voorgevallene in betrekking tot de omwenteling. Voorts is ingekomen een adres van den generaal-majoor dr. J. P. Dalprat en een aan tal andere ingezetenen, houdende verzoek dat de raad. met alle hem ten dienste staande middelen, moge bevorderen dat spoedig alhier worde voor zien in de behoefte aan overvloedig en goed drinkwater. k ie te di tv sc 1" z< re p: g< 01 P' lij als er zich Ut IICCI iivut-v.. "O - x andere collegiën van toezigt vormen, ook deze tegemoet te komen voor kosten van toezigt. Zoo ja, dan zou dat inmenging in kerke lijke geschillen zijn. Volgens hem ware het beter dat de voorsteller van het amendement den post nog met 6'iOO verminderde, die voor de prov. collegiën van toezigt waren uitgetrokken. De minister van financiën kon zich niet wel met het amendement vereenigen. De post was geen nieuwe, maar bestond sedert jaren. Nu gaf hij toe dat er verschil was in het herv. kerkgenootschap, maar er waren toch een zeer groot aantal gemeenten die genoegen namen met de regeling omtrent hel beheer der kerkelijke goede ren. Het was zoo. eene minderheid was er tegen. Maar zou er daarom geen toezigt moeten gehouden worden? Zoolang niet het herv. kerkgenoot schap verklaarde dat die minderheid gelijk had, kon de regering zich toch geen partij stellen en die kosten van toezigt weglaten, die steeds op de be grooting stonden. De minister adviseerde dus tot niet-aanneming van het amendement. Er werden pogingen aangewend om de zaak ten genoegen van alle gemeenten te regelen. Wanneer nu mogt blijken dat de regeling moest plaats hebben in den geest der minderheid, dan zou de som niet uitgegeven worden. Maar de vraag was: wanneer zal het kunnen blijken dat het herv. kerkgenootschap tevreden is? Zullen dan alle 1500 gemeenten moeten toe treden? En als nu 6, 8 a 10 gemeenten niet toetreden, blijlt dan de zaak niet dezelfde? De heer van Lynden verdedigde zijn amendement nader, maar hij gaf de bedenking van den heer van Houten toe en verminderde het bedrag van den post dus met 0800. uitgetrokken voor de toelagen der prov. commissiën van toezigt. De heer van Houten antwoordde den mi nister dat het bestaande collegie van toezigt niet bestemd was voor het ge- heele herv. kerkgenootschap, maar alleen voor die gemeenten die zich daar onder gesteld hadden. De minderheid had evenzeer regt. En de staat moest strikt neutraal zijn tegenover de kerk en de kerkelijke rigtingen. De minis ter bleef er op wijzen dat er altijd eene minderheid zijn zal die zich niet onderwerpt. En als nu eenmaal de groote meerderheid het collegie erkende voor het beheer harer kerkelijke goederen dan moest de regering dat feit erkennenzonder anderen te noodzaken tot toetreding en zonder bekosti ging van het collegie der minderheid. Met 33 tegen 31 stemmen werd het amendement aangenomen. In de heden gehouden zitting is de behandeling van de begrooting voor het departement van binnenlandsche zaken aangevangen. De algemcene be schouwingen liepen over de wijziging der tabel, bedoeld bij art. 1 der kieswet. Daaraan namen deel de heeren van Wassenaer Catwijck, van Goltstein, van Kerkwijk, de minister van binnenl. zaken, Heemskerk Az. van Zinnicq Bergmann en van Houten. Afdeeling I (kosten van hel departement) ging zonder discussie voorbij. ENfCtEEANilS. LONDEN7 December. Men heeft een aanvang gemaakt met het leggen van den onderzeeschen telegraafkabel, die dcEngelsche kust, te Salcombe, in het graafschap Devon, met de Fransche kust, te Brest, vereenigen zal, ten einde zoo doende, ook langs den Franscheu trans-atlantischen kabel, de telegrafische gemeenschap tusschcn Engeland en Amerika tot stand te brengen. Er is bevel gegeven de troepen in Ierland te versterken. -- In de boodschap, waarmede de president der Vereenigde Staten het congres der Unie heeft geopend gewaagt hij allereerst van de zegeningen des inwendigen vredes, die hel land geniet, terwijl het buiten 'slands van alle belemmerende alliantien vrij is, alsmede van den toenemenden bloei van landbouw en nijverheid. Hij beveelt het nemen van maatregelen aan om den Amerikaanschen handel, die gedurende den opstand der Zuidelijke Staten schier van de zeeën verdwenen was, weder op te beuren. De we deropbouw der Unie heeft, wanneer men de bestaande moeijelijkheden in het oog houdt, eenen gunstigen voortgang. De jongste verkiezingen in Vir ginia hebben op loyale wijze plaats gehad, en de verkozen staatsambtenaren hebben zich aan de voorschriften van het congres onderworpen. De presi dent is dus van oordeel dat de afgevaardigden van Virginia in het congres behooren toegelaten te worden. Hij beveelt voorts aan, allengs maar niet plotseling tol de betaling in klinkende munt terug te keeren, en maatrege len te nemen om de fluctuatie in de waarde van het papiergeld te doen op houden; hij oppert het denkbeeld dat het congres de schatkist inagtige om het uitgegeven papier tegen een bepaalden prijs in te kooperi. Ons staats- crediet behoorde hel beste van alle landen te zijnonze geheele staatsschuld zou bifinen tien jaren afbetaald kunnen zijn, maar het is niet wenschclijk de daartoe noodige belastingen aan het volk op te leggen. Onze middelen van betaling nemen buitendien van jaar tot jaar toe. De president meent dat al de schuldbrieven, die thans moeten worden afgelost, verwisseld zou den kunnen worden tegen nieuwe hoogstens 4ya pGt. rente dragende, en dat de overige op hunnen vervaltijd gelijker wijze verwisseld zullen kunnen wordenwaarbjj alsdan het congres de magtiging zou kunnen verleenen om de renten in de voornaamste steden van Europa te betalen. Wordt de schuhl geconverteerd met eene verlaging van rente, dan kunnen de belastingen, voor zoo ver hare opbrengst de behoeften te boven gaat. verminderd wor den. De president oppert het denkbeeld eener wijziging van het tarief en het belastingstelsel wal sommige onbillijke bepalingen betreft, maar raadt aan voor het tegenwoordige niet tot eene algemeene herziening over te gaan. De staatsinkomsten gedurende het dienstjaar, hetwelk den 30 ten Jiuiij jl, geëindigd is, hebben 371 millioen, en de uitgaven 321% millioen bedragen; de begrooting voor 1870 levert nog gunstiger resultaten op. Wat Cuba betreft zegt de boodschap, dat het Amerikaansche volk en zijne regering warme sympathie voor Cuba gevoelen, maar dat de strijd op dat eiland nog geen oorlog in den internationalen zin is. De opstandelingen hebben nog geene regering de facto gevestigdwaardoor zij op het regt van oorlogvoerenden aanspraak zouden verkregen hebben; Amerika is niet voor nemens zich te mengen in de betrekkingen tusschcn Spanje en zijne Ameri kaansche koloniën, liet aanbod van bemiddeling door Spanje niet aangenomen zijnde is weder ingetrokken, maar de regering blijft hopen dat Spanje hare goede diensten zal aannemen. Spanje heeft ruime schadevergoeding toege staan voor de weggenomen Amerikaansche schepen; de. quaestie betreflende de Spaansche kanoneerbooten moet door de reglerlijke magt beslist worden. De president geeft zijne goedkeuring te kennen van de verwerping van het door den heer Reverdy Johson gesloten Alabama-tractaat, waarbij geene bil lijke voldoening gegeven werd voor de groote aan Amerika berokkende uadeelen; hij acht geene beslechting van het verschil verkieslijk hoven eene onvoldoende beslechting. De boodschap besluit met de belofte dat de wetten met naauwgezetheid nagelceld en slipt uitgevoerd zullen worden. F KANHK E J K. PARIJS, 7 December. Door de dagbladen is een door den lieer Ollivicr opgesteld programma openbaar gemaakt, liet is onderteekend door 112 volksafgevaardigden, die daarin eenstemmig verklaren te verlangen: Met het buitenland vrede; bin nen 'slands: afschaffing der wet houdende exceptionele bepalingen ter ver zekering der algemeene veiligheid; verbod der vereeniging van zwaar be zoldigde ambtsbetrekkingen in éénen persoon; het ontwerpen van een stelsel van vermindering der centralisatie, strekkende om het zelfbeheer der ge meenten. der kantons en der departementen op de breedst mogelijke grondslagen te vestigen, en in afwachting daarvan vcrpligting voor de regering om de maires uit de gemeenteraden te kiezenhervorming van het m d< vt l'l st oi w de en in di be I gt he sc en dc I ge en di' I et. ba in I de ni: ba zi: j pa lie de I j de j ke le. 8" i tO' 121 25 or di ve i in mi i l« m in ra m j P zi Of op be mi I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2