BUITENLANDSCHE BEMIGTÊNT dal aan dit beginsel niet weinig bezwaren zijn verbonden. Er wordt in te veel bijzonderheden bij het onderzoek afgedaald. Daar staat echter tegen over dat door dat onderzoek meer licht over de aangelegenheden van Indiö opgaat en meer belangstelling daarvoor wordt opgewekt. Het vaststellen der begrootiiig aan het bestuur in Indië op te dragen, zou naar het oordeel van sommige leden zeer nadeelige gevolgen hebben. De meeste leden ver- klaarden zich vóór het beginsel, 't welk naar hun inzien eigenlijk geen onderwerp van discussie kan uitmakendaar de wet de wettelijke vaststel ling der begrooting voorschrijft en men verpligt is dit wettelijk voorschrift te eerbiedigen. Met betrekking tot de regeling der bijdragen van Ned. Indië lot de geldmiddel) van hel rijk waren de gevoelens zeer verdeeld. De meeste leden keurden het beginsel der wijziging te dien aanzien in de zitting van j 19 November jl. door de tweede kamer aangenomen allezins goed. Sommi- gen van hen verklaarden zich tegen eene vaste of bepaalde bijdrage. Zij meenden dat op billijke en redelijke wijze moet worden voorzien in de be hoeften van Indië; dat men daarbij niet met karigheid moet te werk gaan, maar herstellen wat vroeger wclligt was verzuimd. Doch wanneer hieraan is voldaan, dan heeft Nederland huns inziens regt op het gehcele overschot en kunnen de verkregen voordeelen en winsten ten nutte van Nederland worden aangewend. De meeste leden waren tegen de berekening door den minister aangenomen voor het bepalen der bijdrage en tegen het beginsel 0111 die bijdrage hoofdzakelijk te beschouwen als restitutie van hetgeen hier ten behoeve van Indië w ordt uitgegeven. Volgens lien is het niet goed aldus Nederland en Indië tegenover elkander te stellen. De weifelende houding van den minister van koloniën met betrekking tot dit vraagstukwerd door verscheidene leden niet goedgekeurd. Enkele leden verklaarden zich voor standers te zijn eener vaste bijdrage van Indië aan de geldmiddelen van het rijk. Zij zagen daarin groote voordeelen voor Nederland, dat er zijne huishouding naar inrigten kon, zoowel als voor Indië, dat dan weten zon wat het op te brengen heeft en alwaar het belastingstelsel in verband daar mede kon worden geregeld. De meeste leden kwamen daarin overeendat de inkomsten van N'ed. Indië rijks-inkomsten zijn; dat zij moeten vloeijen in de staats-kas, waarvan de Indische en de Nedcrlandsche financiën twee onderdeelen zijn, en dat de Nederlandsche wetgever moet beschikken over het excedent. In eene afdeeling heeft men met bevreemding en leedwezen uit hetgeen door den minister bij de beraadslaging in de andere kamer ge zegd is vernomen, dat bij de ambtenaren in Indië een antagonisme tegen het moederland bestaat. Is dit werkelijk het geval, dan getuigt die gezind heid niet voor de kracht van het bewind en behoort die zoo spoedig moge lijk te keer te worden gegaan. In eene afdeeling heeft men met leedwezen het financieel resultaat der thans voorgedragen begrooting waargenomen, dat meer dan 3 millioen nadeeliger is dan dat van de vorige begrooting. liet consignaliestelsel is in de afdeelingen bij deze gelegenheid niet uitvoerig besproken. 'sGRAVENHAGE, 2 December. Tot burgemeester der gemeente Meijel is benoemd de heer W. II. Goossens. Tot directeur van een der rijks telegraaphkantoren is benoemd de telegraphist 3,Je kl. C. P. Treffers. Aan den met verlof hier te lande teruggekeerden 2,l<,n luit van het reg. 0. I. cavalerie A. Rodenburgh Mentz is, wegens ongeschiktheid tot het hervatten van de dienst door ligchaamsgebrekeneervol ontslag uit de militaire dienst verleend. Z. K. II. prins Alexander heeft gisteren zijne buitenlandsche reis aan vaard. II. M de koningin heeft Z. K. II. tot Rotterdam uitgeleide gedaan. In de zitting van de tweede kamer van gisteren werd bij de behan deling van hoofdst. Ill (buitenl. zaken) der staatsbegrooting, de zaak der aansluiting onzer spoorwegen door verschillende leden ter sprake gebragl. De minister van binnenl. zaken trad dientengevolge in eene historische mededeeüng omtrent den geheelen loop van de zaak der spoorwegen. 11 ij herinnerde dat in de kamer in 1808 werd afgestemd een voorstel 0111 te gemoet te komen in den ünanciëlen nood van de Ned. exploitatie-maatschappij, j Van daar dc gehecle oorsprong der onderhandelingen die later gevoerd werdenen die tot eene overeenkomst leiddenwaarop aanmerkingen van den kant der regering zijn gemaakt, daar zij die overeenkomst minder ge schikt achtte. Toen hadden er besprekingen plaats gehad, ook in het be lang van den Ned. handel. Nu klaagde men dikwerf dat de handel was overgeleverd aan de willekeur van de Ned. Rijnspoorweg-maatschappij. Er moest dus, om niet in dezelfde fout te vervallen, zorg gedragen worden, dat de regering niet weder tegen over een fait accompli stond. Rij de nieuwe onderhandelingen die plaats vonden, moest gezorgd worden dat de handel niet werd overgeleverd aan de eene of andere groote buitenlandsche maat schappij. Bij al hetgeen er plaats heeft gevonden, had de regering juist het belang van den handel in het oog gehouden. De onderhandelingen over de aansluiting van eenige spoorwegen Waren van dien aard dal men mogt hopen dat zij zeer spoedig tot stand zullen komen. Van het verkenen van concessie voor andere spoorwegen van Amsterdam, dan die hij had opgc- i gevenwas geen sprake. Hij achtte het in liet belang der onderhandelingen zelve niet wenschelijk, dat daarover altijd werd gesproken. In de lieden gehouden zitting is hoofdstuk III (buitenl. zaken) met 53 legen 14 stemmen aangenomen, na eene langdurige discussie over een met 37 tegen 35 stemmen aangenomen amendement) om den post van 18000 voor de instelling van een gezantschap in China van de begrooting te doen vervallen. Ten gevolge van dit besluit der kamer achtte de minister den tot hiertoe bestaanden consul-generaal overbodig. Vervolgens zijn de algemeene beraadslagingen over hoofdstuk IV A. (dep. van justitie) aangevangen. In de eergisteren gehouden zitting van den gemeenteraad zijn o. a. inge komen: 1°. een voorstel van den heer Mock om te vervaardigen eene kaart aanduidende de gedeelten der gemeente waar goed, middelmatig goed en en slecht drinkwater aanwezig is; 2°. een voorstel van de hli. de Pinto c. s. i betrekkelijk het tot stand brengen eener waterleiding; en 3°. een adres van van den lieer W. K. M. Vrolikhoudende verzoek om concessie voor een waterleiding. - Reeds voor eenige jaren werden door de 's Gravenhaagsche Vereeiiiging tot bescherming vail dieren, waarvan Z. M. de koning beschermheer is, bij de liooge regering pogingen aangewend, eene wet te verkrijgen, waarbij het mishandelen van dieren wordt strafbaar gesteld. Daar die gedane stap pen echter tot geen resultaat leiddenhebben thans de vier Nederlandsche vereenigingen van 'sGravenhage. Utrecht, Rotterdam en Amsterdam tot het zelfde doeleinde zich met een adres tol Z. M. den koning gewend, waarin zij op wettelijke regeling aandringen. Ook heeft zich eene commissie uit de besturen dezer vier vereenigingen tot den minister van justitie gewend, om ook bij Z. Exc. de zaak te bepleiten en de spoedige indiening eener wet te verzoeken. Gisteren had alhier plaats de aangekondigde 33c algemeene vergade ring der vereeniging van en voor Nederlandsche iiidustrieelen, onder voor zitting van den heer A. II. Eigeinan. Na het driemaandelijkse!) verslag van den secretaris, waarin deze. o. a. ook naar aanleiding van een hij hem ontvangen schrijven van den hoogleeraar Jacobi te Petersburg, eene warme hijlde bj-agt aan de voortreffelijke proeven van eleelro-metallurgie door de heeren van Kempen te Voorschoten geleverd in vijf heelden en groepen, die het nationaal gedenkteeken voor 1813 versieren, rigtte hij meer bepaald liet woord tot den heer J. C. van Lier, die, nu hij weldra in eene eervolle betrekking naar Indië zou verhuizen, de vereeniging niet meer met zijne talenten zon kunnen dienen, gelijk hij nu acht jaren met de lolfèlijkste trouw en ijver gedaan had. De heer van Lier heeft dat alscheid in niet minder hartelijke woorden zijnerzijds beantwoord. De voorzitter herdacht het'verlies, dat de vereeniging en haar bewind zoo onverwacht, geleden had door den dood van den heer I'll, de Meijer. Vervolgens hadden de be- j noemingen plaats, eerslelijk van eene gewone en buitengewone vacature an liet bewind, vervolgens voor de commissie, die met den heer penningmeester de begrooting voor 1870 moet ontwerpen en de rekening van 1869 voor- loopig' nazien. De punten van behandeling golden voornamelijk de door den minister van financiën aangekondigde wetsvoorstellen tot afschaffing der patentwet, tot belasting van den tabak enz. De afschaffing der patentwet heeft bij deze vereeniging groote sympathie ontmoet; zij drong daarop se dert jaren aan, omdat zij meent dat de nijverheid als zoodanig geen belas ting heeft op te brengen. Is er geld noodig, zij wil integendeel haaf deel gaarne dragenmaar een billijk deelmaar een onderling evenredig deel maar een op al wat nijverheid mag hceten drukkende last. Geen druk kende belasting voor enkele provinciën, geen vrijdom van enkele reeksen j van nijverheids-bedrijven. Tegen belasting van den tabak, zooals de minister haajf deed kennen, had niemand eenige bedenking. Men vroeg alleen, ol drankwinkels en daarmede gelijk slaande beroepen niet, ook na afschaffing der j patentwet, zouden behooren te blijven belast, in den zin als hel bij eene vo rige gelegenheid door denzelfden minister aangeprezen droit de debit, liet bewind lieefL een onbepaalde vohnagl ontvangen om de oogmerken der re gering in dat opzigt zoo krachtig mogelijk te ondersteunen. ENGELANB. LONDENI December. Te Dublin is een nieuw mandement van den kardinaal Cullen, liet hoofd der katholijke hiërarchie iu Ierland, aan dc geloovigen uitgevaardigd, strekkende om het fenianisme en alle geheime genootschappen te veroor- deelen als strijdig met de leer en den geest der kerk. Te Enfield, in liet Iersche graafschap Kildare, ontving dezer dagen een pachter. Doran genaamd, terwijl hij bezig was met ploegen, twee kogels, een in den arm en een in de borst. Hij is echter buiten levensgevaar. De persoon, die op hem vuurde, moet, naar men veronderstelt. Doran voor diens broeder hebben aangezien. De laatste had onlangs als schout gediend, bij het afzetten van een pachter van het door hem bewoonde erf. De Times en de Mom. Post houden zich. overtuigddat het Turksch- Egyptisch geschil, ofschoon er zelfs met de afzetting van den onderkoning gedreigd wordt, niet tot verstoring van den vrede aanleiding zal geven. Uil Cairo wordt aan den Levant-Herald gehield, dat de onderkoning belangrijke krijgstoerustingen maakt. Te Birmingham moet voor zijne re kening een aankoop zijn gedaan van 100,000 achlerlaadgewerenen aan de fabriek van sir W. Armstrong heeft hij een groot aantal kanonnen besteld. Dit alles moet te Malta worden afgeleverd, om vandaar met Egyptische stoomschepen vervoerd te worden. De Times is vair mecning dat liet wetgevend ligchaam in Frankrijk is bijeengekomen niet om te beslissen iu hoeverre het persoonlijk gezag de zich zelf gestelde grenzen heeft overschredenmaar om het eens en voor altijd af te schaffen en om de keizerlijke alleenheerschappij te vervangen door een nieuw systeemdat door alle partijen aangenomen en geëerbiedigd kan wor den. Het vergelijkt de twee partijen onder de afgevaardigden met twee ruiterbenden, die in onstuimige vaart op elkander inrennen, en zegt: //de eerste botsing der partijen zal hevig zijn. Dc eene of andere moet opge offerd worden aan die lang ingehouden woede, aan die eerste uitbarsting van die te lang opgekropte hartsloglen." Op eenigen afstand van San Francisco heeft op den Pacific-spoorweg een ernstig ongeluk plaats gehad. Twee treinen, waarvan de eene zich op de verkeerde baan bevond, zijn. bij zwaren mist, in botsing gekomen, ten gevolge waarvan 10a 15 personen omgekomen, en 30 a 50 personen gekwetst zijn. Een andere trein, insgelijks van het westen komende, doch die den Pacific-spoorweg reeds had verlaten omover eene andere lijn zijne reis voort te zetten, is insgelijks iu botsing gekomen, én daarbij zijn 15 of 20 personen verwond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2