LMDSCHE
€0 ERA AT.
211
DONDERDAG 2 DECEMBER.
BINNENLANDSCHE BEBIGTEN.
1861).
De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
's jaars, buiten de expeditiekoslen. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentie» is van 1—4 regels f 1.iedere regel meer 25 cents.
LEIDEN, 1 December.
Gisteren avond hield de heer J. C. Neurdenburg, director van het zen
delinghuis te Rotterdamin het gebouw der maatschappij tot Nut van 't
algemeen voor een talrijk gehoor eene openbare voordragt over de zending
en het volksonderwijs. De zending in naauw verband met het onderwys
beschouwendestrekten zijne mededeelingen om aan te toonen datwanneer de
zendeling zijne taak als onderwijzer bij eene van alle beschaving verstoken
bevolking niet op de regtc wijze aanvat, hij de zaak aan eene geheele mis
lukking blootstelt. Door de voorstelling van hetgeen op van üiemensland
en in andere streken te dien opzigte was gebeurd, trachtte hij dat in een
helder licht te plaatsen. Het op oordeelkundige wijze verschaffen van onder
wijs, zonder het dogma cenigermate op den voorgrond te stellen, was zijns
inziens het beste middel om wèl te slagen, hetgeen hij mede door voor
beelden uit de geschiedenis van den laatsten tijd trachtte te bewijzen,
waarbij hij uitvoerig stilstond bij de in de Minahasse door den heer Graaf
land gestichte school, waardoor zeer gunstige resultaten waren verkregen,
liet onderwijs moest echter, zonder dogmatisch te zijn, ook niet ongods
dienstig zijn; een wat men noemt neutraal onderwijs was, volgens spreker,
niet overeenkomstig den aard en het belang dier volken. Omtrent den toe
stand der school in de Minahasse sprekendedeelde hij daaromtrent o. a.
mede dat men eenige jaren geleden aan de regering het voorstel had
gedaan die school over te nemen, maar dat men daaromtrent van de
regering niets had vernomen. Voorts dat de inspecteur voor het inlandscb
onderwijs, de Minahasse bezoekende, ook die school had bezocht, maar toen
te kennen had gegeven dat hij het niet-neutrale karakter der school niet
kon goedkeuren. Van een rapport van den inspecteur over de school had
men niets vernomenmaar wel had men opgemerkt dat sedert dien tijd de
school bij de inlanders in aanzien was gedaald en minder bezocht werd. In
verdere beschouwingen omtrent Java kon de spreker, wegens den beperkten
tijd, niet treden.
Nadat de heer Neurdenburg zijne voordragt had geëindigd, werd hem
door den voorzitter der Leidsche afdeeling van het Ned. zendelinggenoot
schap. den] hoogleeraar Prins, hulde gebragt en dank betuigd. Deze stelde
tevens voor al de aanwezigen de gelegenheid open ten opzigte van het ge
sprokene bedenkingen te opperen of inlichtingen te vragen.
De heer de Bruyn vroeg het woord, hoofdzakelijk om te constateren dat
uit hetgeen de heer Neurdenburg gezegd had omtrent de houding der rege
ring ten opzigte van het voorstel tot overneming der school in de Mina
hasse wederom bleek, hoe verkeerd het was dat men over alles wat Indië
betrof buiten Indië wilde beschikken. De heer Neurdenburg gaf hem dit
eenigermate toe, maar was van meening dat, wanneer de zaak van het on
derwijs uitsluitend in Indië behandeld werd, men daardoor gevaar zou loo-
pen tot eenzijdigheid te vervallen.
De heer Kolf meende te moeten opkomen ter verdediging van den in
specteur van hel inlandsch onderwijs, den heer van der Chijs. Deze, spre
ker hield er zich van overtuigd, eerbiedigde, even als hij, het religieuse
{niet dogmatische) bij het onderwijs in de school, maar van zijn standpunt
als inspecteur, vooral na de scheuring, die er ten opzigte van het zendings
werk in het kerkgenootschap had plaats gehad, kon hij niet anders dan liet
neutrale standpunt in zake het onderwijs handhaven. Ilct rapport van dien
inspecteur, waarvan de lieer Neurdenburg gesproken had, was grootendeels
door den heer Viruly Verbrugge medegedeeld in het Tijdschrift voor Ned.
Indië. De heer Neurdenburg dankte voor de laatste inlichting en verklaarde
dat het niet zijne bedoeling was geweest den inspecteur iets ten laste te
leggen; alleen had hij willen constateren het leit dat na diens bezoek in
de Minahasse de school èn bij de hoofden èn bij het volk in aanzien was
gedaald.
Daar niemand meer verlangde het woord te voeren, werd de bijeenkomst
door voornoemden voorzitter gesloten.
Teylers tweede genootschap te Haarlem heeft besloten als prijsvraag
voor het jaar 1870, uit het vak der dichtkunde, uit te schrijven: Een too-
ncclstuk, in het Nederlandsch, in poëzie, dat de uitgave en de opvoering
waardig is. De antwoorden moeten voor 1 April 1871 ingezonden worden.
De prijs voor het best en voldoend gekeurd antwoord is eene gouden medaille,
ter waarde van 400.
De arrond.-regtbank te Rotterdam heeft J. Spanjersbcrg Jz.drukker
en uitgever van het Volksblad aldaar, schuldig verklaard aan liet wan
bedrijf van lastering, door in een gedrukt geschrift, dat verkocht en
verspreid is geworden, aan iemand daden ten laste te leggen, die, ingeval
zij plaats haddendengenen tegen wien zij geduid zijnzooal niet aan
strafreglerlijke vervolgingen, dan toch aan de verachting en den haat der
burgerij bloot zouden stellen en het wanbedrijf van het in een gedrukt
geschriftdat verspreid en in omloop gebragt is gewordenplaatsen van bc-
leedigende uitdrukkingendie geenerlei te laste legging van eene bepaalde en
omschreven daad, maar van eene aangeduide ondeugd behelzen. Te dezer
zake is hij veroordeeld tot eene gevangenisstraf van twee maanden en in
twee geldboeten, eene van 25 en eene van ƒ8. met bepaling der subsi
diaire gevangenisstraf bij wanbetaling der boeten op twee dagen voor ieder.
Te Rotterdam lag dezer dagen aan de Willemskade een Oostenrijksch
schip. De kapitein van dat schip kreeg eergisteren last met zijn schip te
verhalen, ten einde aan een daarnevens gelegen schip gelegenheid te geven
uit een ligter goederen aan boord te nemen. De Oostenrijksche kapitein
wilde, wat men ook beproelde, aan den last niet voldoen. Dientengevolge
begaf zich gisteren morgen de havenmeester aan boord van de Oostenrijksche
bark, en eischte voor het laatst dat deze zoude worden verhaald, waarop
een weigerend antwoord volgde. De havenmeester, door de noodige hulp
van een sterk politiecorps gesteund, betrad nu de Oostenrijksche bark, nam
zoodanige maatregelen dat de bark afdreef, waardoor er gelegenheid was
voor het schip Nederland om zijne lading te kunnen innemen. Toen de
Oostenrijksche kapitein zag dat geweld hem niet zou baten, liet hij de
Oostenrijksche vlag hijschen, begaf zich aan wal en liet zijn volk aan boord
onder verbod van mede te helpen tot het verhalen.
Te Zwolle werd in eene Maandag avond gehouden zitting van den ge
meenteraad door den voorzitter medegedeeld, dat dezer dagen een officier
der genie, namens den minister van oorlog, geïnspecteerd had de gebou
wen. die beschikbaar kunnen worden gesteld tot huisvesting van een daar
zoo algemeen gewenscht talrijker garnizoen. Volgens het rapport van dien
officier zoude het huis van arrest, mits eene verdieping daarop gebouwd
werd, tot kazerne voor een geheel regiment dienen kunnen, in dat geval
zou de tegenwoordige kazerne voor infirmerie en magazijnen ingerigt wor
den. Door den raad is besloten door den architect eene begrooting te doen
opmaken van de kosten, waarna de zaak in den raad gebragt en tevens
een adres, door ruim 500 ingezetenen onderlëekendzal in behandeling ge
nomen worden. Het opgekomen publiek was zoo talrijk, dat de raadszaal
te klein was en de geestdrift zoo merkbaar, dat de burgemeester het
noodig oordeelde te verzoeken, dat verder noch goed-, noch afkeuring over
het door de raadsleden gesprokene te kennen gegeven werd.
Te Tilburg is in den nacht van 29 November, bij hevigen storm, de
nieuwgebouwde en bijna voltooide fabriek voor wollen stoffen van de firma
Cool en Kuipers ingestort. Er is niets staande gebleven dan alleen de
hooge schoorsteencndie men bezig was op te trekken.
Te Rergen-op-Zoom werd Maandag nacht de machinist van een sui
kerfabriek in beschonken toestand naar zijn kosthuis gebragt en eenige
uren daarna dood op zijn bed gevonden. Na de verklaring van een genees
heer, dat het overmatig gebruik van drank de oorzaak van zijn plotseling
overlijden was, werd hij des Donderdags begraven. Intusschen werd er
gemompeld en rezen er vermoedens, dal hij zou zijn mishandeld; ten
gevolge waarvan een schippersknecht in verzekerde bewaring genomen
werd, en eene commissie uit de regtbank te Breda daar is aangekomen,
vergezeld van een officier van gezondheid, waarna de opgraving en de lijk
schouwing hebben plaats gehad. Hieruit moet gebleken zijn dat de hersen
pan verbrijzeld was, zoodat er grond beslaat voor het vermoeden, dat er
een manslag heeft plaats gehad.
's GRA VENHAGE1 December.
Z. M. heeft vergunning verleend aan P. Verhoef. J. P. van der Knaap.
11. S. Zityderwijk en L. van der Steen, te Monster, en aan J. Vonk, te
Zoclermeer, tot het dragen van liet kruis fidei et virtuti, alsmede aan
dr. 11. Brom, te Utrecht, tot het dragen der versierselen van ridder dei-
orde van den II. Grcgorius den Groote, hun door den Paus geschonken.
Tot notaris te Leiden is benoemd de heer J. A. F. Coebergh. cand.-
notaris aldaar. [Deze benoeming wordt hier herhaald, uithoofde zij in en
kele exemplaren van het vorig nommer dezer courant niet was opgenomen.]