PER TELEGRAAF.
eerie tegenverklaring, welke aldus besluit: «Wij verklaren dat manifest
voor eene aanranding der volkssouvereiniteit; en wjj houden nadrukke
lijk de noodzakelijkheid van den gebiedenden lastbrief voor den volksafge-
digde staande."
Men spreekt nog van eene leening van 150 milliocn. ter verdere vol-
tooijing van het Suez-kanaal. Deze leening zou met premiën worden uitge
loot. De heer de Lesseps zou daartoe de voorspraak van de keizerin bij
den keizer verzocht hebben.
liet internationale handels-congres te Caïro heeft op 11 Nov. bare
werkzaamheden geëindigd. Men is er in geslaagd eenige algemeene hoofd
beginsels vast te stellen, welke men hoopt dat. in het belang van alle han
deldrijvende natiën, tot grondslagen zullen worden aangenomen; o. a. is de
vvenschelijkheid uitgesproken van het niet heffen van transito-regten op het
Suez-kanaal en van onzijdig-verklaring van dat kanaal.
SPANJE
In den laatstcn lijd zijn aanzienlijke versterkingen, naar men zegt
24000 man, naar Cuba gezonden. De geestdrift voor de werving was
zeer groot.
ITALIË
Uit Rome meldt men dat de aanslaande opening van het concilie reeds
eene grootc drukte veroorzaakt. De straten wemelen van geestelijkenwien
men het kan aanzien, dat zij uit de verst verwijderde streken komen; zij
zijn in de meest verschillende kleederdragt gedost en zoowel zij, als de
overige vreemdelingen, vertoonen zich op alle publieke plaatsen. De vreemde
geestelijken, ter bijwoning van het concilie overgekomen, worden, onmid
dellijk na hunne komst, op behoorlijke wijze gehuisvest. Eene door den
Paus henoenide commissie van geestelijken wacht hen bij hunne aankomst
op en geleidt hen naar de verblijfplaatsen, welke ten hunnen behoeve in
gereedheid zijn gebragt. Ook zonder deze hulp kunnen de overige vreem
delingen tot dusver tegen een billijken prijs een onderkomen vinden, en dit
mag voornamelijk worden toegeschreven aan de maatregelen der regering,
waardoor hun verblijf te ltorne zeer wordt vergemakkelijkt. De voormalige
koning van Napels en de voormalige groothertog van Toscane bevinden zich
reeds te Rome; de voormalige hertog van Modena en de graaf van Cham-
bord worden nog verwacht.
De Paus heeft op 22 Nov. een consistorie gehouden, en daarin aan
den kardinaal Moreno, aartsbisschop van Yalladolul, die in 1808 tot lid van
het 11. Collegie benoemd is, den kardinaalshoed overhandigd. Vei der heeft
de Paus 13 bisschoppen, waaronder 7 in partibus, aangesteld.
De Paus heeft een brief geschreven aan koning Victor Emmanuel, om
hem met zijne herstelling geluk te wenschen.
PltCISSEN.
BERLIJN. 24 November.
De graaf von Bismarck woedt in liet begin der volgende maand alhier
terugverwacht.
Van de drie personendie ter zake van den brand van den schouw
burg te Keulen in hechtenis werden gehouden, zijn twee op vrije voeten
gesteld. Tegen de derde, eene vrouw, Ursula Schmilz geheeleu, wordt
echter de instructie voortgezet, beschuldigd van moedwillige brandstichting,
waarbij menschen zijn omgekomen.
In Opper-Silezié is de vee-typhus op nieuw uitgebroken; van regerings
wege zijn maatregelen genomen om die plaag krachtig te bestrijden.
In Beijeren verwacht men dat de verkiezingen een ongnnstigen uitslag
voor de liberalen zullen hebben, waardoor de positie van het ministerie zeer
zwak zou worden. De clerical™ bespreken reeds het plan om, bijaldien zij
de meerderheid in de kamer hebben, den minister von Hohenlohe in staat
van beschuldiging te stellen.
FLORENCE, 24 November. Gisteren heeft men de laatste mijn in den
Mont-Ccnis aan de zijde van Italië doen springen. Het Italiaansche gedeelte
van den tunnel. 6110 meters groot, is voltooid.
MADP1D, 24 November. In de cortes heeft de minister van koloniën een
ontwerp der constitutie' voor Porto-Rico Voorgelezen, liet beginsel van gods
dienstvrijheid is daarin opgenomenmaar de slavernij wordt nog in stand
gehouden.
WEENEN, 24 November. De Ne tic freie Prrsse meldt: De keizer der
Franschen heeft aan den gezant opgedragen voor onwaar te verklaren het
gerucht volgens hetwelk generaal Fleury, de nienwe gezant van Frankrijk
te St Petersburg. van eene bijzondere lastgeving betreffende de Oostersche
quaeslie voorzien is.
INGEZONDEN.
Iu de afgcloopen week, Zaturdag den 20*1'" dezer, overleed alhier in ruim
79-jarigeu ouderdom de Heer Joh. Nebcling. Hij was geboortig van
Leiden, in October 1790, uit ouders van den fatsoenlijken burgerstand. Om
zijn niet ongunstigen aanleg tot studie, aan de lloogeschool alhier, waarbij
hij zich op 18 jarigen leeftijd in September 1809 inschrijven liet, opgeleid
voor de Evangeliebediening in onze Nederlandsche Hervormde kerk, eu als
Theol. Cand. reeds meer dan eens in buitengemeenten lot genoegen en stich
ting zijner hoorders opgetreden, mogt hij evenwel, hetzij door eigen schuld
of door onverdiende tegenwerking iets dat ons hier niet te onderzoeken
veelmin te beslissen staat zich de toelating lot den kerkelijkeu leeraars
stand nooit verwerven, en na herhaalde teleurstellingen zich nog gelukkig
rekenen eindelijk den nederigen rang van Huisonderwijzer te bekomen. Als
zoodanig in staat gesteld om door les geven in lager onderwijs, somwijlen
afgewisseld met Fransch, Hoogduitsch of de eerste beginselen van het Latijn,
en nu en dan gepaard met schrijfwerk, zich een sober stuk broods te ver-
schaffen, leidde hij van toen af een bij voortduring kommer- en Vore vol
leventotdat hij in het Walsche liefdegestichthet Michels-hofje tegenover
het kerkgebouw der Doopsgezinden alhier, eene vaste verblijf- en rustige
schuilplaats vonddaarin gedurende zijne 20 laatste levensjaren met de betrek
king van Portier, zal ik zeggen, belast of bevoorregt. Ware hij, bij zijne
uiterst geringe middelen van bestaan, niet sedert lang door eene ruime jaar-
lijksche toelage van een voormaligen akademievrienddoch die hem nu drie
jaren geleden door den dood ontviel, liefderijk ondersteund geworden, hij
zoude, bij het aanhoudend afnemen zijner krachten en het verminderen zij
ner verdienstenter naauwernood iu zijne meest dringende dagelijksche
behoeften ten einde toe hebben kunnen voorzien: en nu laat hij nog eene
mede in geenszins voordeelige omstandigheden verkeerende weduwe navoor
wie ten minste het genot van vrijwoning een groot voorregt is.
Zich weleer onder Siegenbeek's leiding op de kennis en liet gebruik
zijner moedertaal vlijtig toegelegd hebbende, en van goeden aanleg niet mis
deeld. beoefende Ne be ling ook nu en dan de dichtkunst en maakte hij
een vrij goed vers. Bij meer dan ééne gelegenheid leverde hij daarvan het
bewijs: als, bij de plegtige viering van hel derde Hervormings-eenwfee.it in
1817, bij het afsterven van Nederlands uitstekende geleerden, Brugmans iu
1819 en Kemper in 1824; voorts in het laatstgenoemde jaar. bij de 250-jarige
gedachtenisviering van Leidens Ontzet en in het volgende bij die van de
stichting der heidsche d kademie. Deze en meer andere stukjes van ver
schillenden aard en inhoud nam hij vervolgens op in zijne, ook nog om iets
daarmede te verdienen, bij inteekening uitgegevene Dichtproevebij 11. W.
Hazenberg Jun. alhier, in 1825. Later vervaardigde bij een en andermaal
voor de Weczcn der Evangelisch-Luthersche Gemeente alhier de Niemrrjaars-
zangen voor 1827 en 1830. Ter nagedachtenis van Leidens in December
1835 ontslapen Evangeliedienaar Lucas Egeling, aan wiens privaat-onder
wijs voor studenten hij weleer mede deelgenomen had. verschenen iu den
aanvang des volgenden jaars eenige Dichtregelen van zijne hand bij C. G.
van der Ilock in bet licht. Ja nog tot in zijne laatste levensjaren stond
zijne dichtpen dezen en genen, die hel verlangen mogt. ten dienste bij bij
zondere familieaangelegenheden en huiselijke feestvieringen: voor hoedanige
stukjes hij. behalve eenige geldelijke belooning, zich den dank en de goed
keuring van belanghebbenden doorgaans in ruime mate verwierf. Tengevolge
van dergelijk dienstbewijs zal bij velen 's mans aandenken nog lang levendig
gehouden worden. Zijne assche ruste in vrede-
De opbrengst van 's rijks middelen in hoofdsom en opcenten over de maand
October 1869 is 125.118.885 minder dan over dezelfde maand van 1868,
maar over de tien eerste maanden van het loopend 2.706.554.085 meer dan
van het vorig jaar en dat moet ook. want het totaal generaal is geraamd
voor 1869 op ƒ70,731,355
voor 1868 op 69,667,576
dus meer1,063,779
en dat meerdere is aldus verdeeld:
directe belastingen 109.561
in- en uitgaande rechten 20.000
accijnseuv450,000
indirecte belastingen276.000
domeinen 25.000
posterijen 100,000
telegraph™58,218
jagt en vissclicrij5.000
loodsgelden u 20,000
te zamen 1,063.779
Nu is het zeer opmerkelijk en volkomen in overeenstemming met de vroe
ger gedane opmerking, dat wat de directe belastingen betreft de opbrengst
in verhouding moet komen, niet naar de gedane storting maar tot het be
drag der kohieren; want wat de storting aangaat is de vergelijking aldus
over de tien eerste maanden:
1968. 1869.
grondbelasting8,878.495 ƒ8.832.756
personele belasting 6,470.427 6.664.969
patentbelasting 2,462.789 2.724.519
Niettegenstaande de raming voor 1869 slechts uiet 109.564 was verhoogd,
zou men nu reeds een meerdere opbrengst hebben van ƒ410.380.31 over de
tien eerste maanden van dit jaar? 't Loopt in 'toog. dat de o)ihrengst van
de grondbelasting het personeel en de patenten buiten de vergelijking moet
blijvenomdat de opgave betreft de betaalde en niet de verschuldigde belasting.
Op de directe belastingen volgen onder de meest belangrijke rijks midde
len de accijnseu die voor 1869 450.000 liooger zijn geraamd dan over
1868. als:
gedistilleerd ƒ350.000
zout150,000
geslagt150,000
te zamen ƒ650.000
wijn minder 200,000
derhalve de genoemde 450.000
Er schijnt geen bezwaar dat de opbrengst beneden de raming zal blijven:
maar wel kans dat die ruim een millioen te boven gaat, waardoor het ver
lies op de zegelrechten, door de afschaffing van het dagbladzegel te lijden,
ruimschoots kan worden vergoed, maar niet door de verhooging van den
accijns op liet gedistilleerd. Immers de maand October levert daarvoor het
bewijs, aangezien veraccijnsd was
1869. 1868.
gedistilleerd ƒ1,217,544 ƒ1.212,961
zegelrecht 178,920 211,026
tezamen 1.396,464 ƒ1.423.990
of 27,526 minder in October 1869 dan in October 1868.
Voor andere middelen is evenzeer grond om vóór teleurstelling der ge
raamde opbrengst te vrcezenaangezien de successierechten door lage
beursprijzende domeinen en de lijkstelegrap/uu om onbekende redenen
niet zullen opbrengen het bedrag der raming
De opbrengst over de tien eerste maanden van 1869 is wel ƒ2,706.554.085
meer dan in 1868 of 2,487,920.48 meer dan 10/12 der raming, maar de
opbrengst over de twee laatste maanden van elk jaar zal in liet totaal
generaal in die aanvankelijke overwinst een gevoelige reductie of teleur
stelling baren. m.