doen bereiken, namelijk de ouders wettelijk te verpligten hunne kinderen gedurende eenen zekeren leeftijd geregeld de school te doen bezoeken. De school de fabriek te doen vervangenis zekerlijk de beste voorbehoeding tegen onredelijke exploitatie van het kind. Het is hier de plaats niet het beginsel der schoolpligtigheid in het alge meen te behandelen. Wij behandelen, zegt de commissie, dit onderwerp bier uitsluitend uit het oogpunt der ons gestelde vraag, welke voor den wetgever het doeltreffendst middel is om aan het fabriekskind de gelegen heid tot behoorlijke ontwikkeling van ligchaam en geest te verzekeren. En wij weten geen beter, geen meer doeltreffend middel dan het gedurende een zeker aantal jaren, bijv. van bet 7dc tot het 12,lf of 13,1c jaar, de school te doen bezoeken. Het groot belang van goed onderwijs in de kinderjaren voor alle klassen der maatschappij behoeven wij niet te bctoogen. Doch men zou mogen beweren dat, indien voor ééne klasse der maatschappij onderwijs nog meer onontbeerlijk is dan voor andere klassen, het voor de onderste klasse is. Wij zullen niet beweren, dat ook het middel der schoolpligtigheid in alle opzigten een afdoend middel is, en dat het geene der nadeelen en gebreken heeft die aan andere wettelijke regels eigen zijn, maar dit middel heeft o. i. verreweg de minste nadeelen en zijne eigenaardige voordeelen. Wil men, zegt de commissie en resumé, eene afdoende verbetering in den toestand der fabriekarbeidende bevolking, met name in dien der fabrieks kinderen, aanbrengen, dan moet men niet het te vroeg en overmatig wer ken in de fabriek beperken en belemmeren door speciale wetten of verorde ningen, die eene regeling van den arbeid en de werkuren voorschrijven, maar men moet de primitire oorzaken trachten weg te nemen waarvan dit te vroeg en overmatig werken het gevolg is. Men moet trachten de om standigheden te veranderen en te verbeteren die de fabrieksbevolking ach terlijk maken en gemaakt hebben en er noodzakelijk toe leiden, dat voor de laagste klasse der maatschappij zeer karig beloonde fabriekarbeid bijna hel eenig bereikbaar middel van bestaan is geworden. Men moet zooveel mogelijk den fabriekarbeider verheffen, en hem ten minste op het peil van deze handwerksklassen brengen die voor hunnen arbeid voorwaarden stellen en bedingen kunnen. Verbooging van arbeidsvermogen moet leiden tot meer dere welvaart, omdat zjj het bedingen van hooger loon mogelijk maakt, en het hooger loon zal op zijne beurt ten gevolge hebben, dat de ouders het kind behoorlijk voeden kunnen en dat de prikkel der noodzakelijkheid hen niet langer drijft het kind te jong naar het werk te aenden. Het nut der schoolpligtigheid zou zich dan ook niet bepalen lot de enkele klasse der fabriekarbeiders, maar zich uitstrekken over de gansche massa van arbeiders die in ontwikkeling het naast aan de fabriekarbeiders grenzen en bun in onkunde evenaren. Uit de militicstaten blijkt hoe grool de cate gorie is van hen die als arbeiders of werklieden vermeld wordendoch wier eigenlijk beroep niet aangegeven is. Schoolpligtigheid is dan ook het meest redelijke en het meest doeltref fende der wettelijke middelen om de ligchamelijke en verstandelijke ontwik keling van het kind te verzekeren en te bevorderen. Naar onze meening, zoo eindigt het verslag, zullen alle andere wettelijke maatregelen op den duur slechts teleurstelling gevenen öf onvruchtbare voorschriften blijken te zijn öf slechts tot verplaatsing niet tot wegneming van het kwaad leiden. Noch de bepaling van een minimum van leeftijd voor het fabriekskind, noch eene reglementering van de werkurenkunnen wij aanraden. Het eenige middel van hetwelk wij goede uitkomsten verwachten is de verpligting aan alle ouders opgelegd om hunne kinderen op zekeren leeltijd gedurende eenige jaren regelmatig de school te doen bezoeken. De commissie tot onderzoek naar den toestand der kinderen in fabrieken arbeidende bestaal uit de hh. A. A. C. de Vries Robbé (die bij afzonderlijke nota te kennen geeft in welke opzigten hij van bet gevoelen der meerder heid afwijkt) J. C. G. Evers, J. Zeeman, J. van lleukelom Jr.W. C. D. Olivier. 's GRAVENHAGE 12 October. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer F. W. Conrad, hoofd inspecteur van den waterstaat te 's Gravenhagetot het dragen der versier selen van commandeur le kl. van de Danebrogs-ordehem door den koning van Denemarken geschonken. Tot burgemeester der gemeente Sloten (Friesland) is benoemd de heer W. G. M. Andreae. -Tot kantonregtcr te Beesterzwaag is benoemd de heer mr. B. P. baron van Harinxma tlioe Slooten, advocaat en plaatsvervangend kantonregter aldaar, en lot procureur bij de arrond.-regtbank te Heerenveen de heer mr. II. Binnerts, advocaat aldaar. Aan den heer dr. N. Lobry van Troostenburg de Bruyn, te Leeuwar den, is eervol ontslag verleend als lid van den geneeskundigen raad voor Frieslank en Groningen. - De afdeelingen der tweede kamer hebben zich heden bezig gehouden met het onderzoek van verschillende wets-ontwerpen. - De hooge raad der Nederlanden heeft heden het beroep in cassatie verworpen van Jacob de Vletter, tegen het arrest van het provinciaal gcregts- hof in Zuidholland, waarbij hij is veroordeeld tot 10 jaren tuchthuisstraf, ter zake van het door redenenop openbare plaatsen gevoerdopzetten tot wederspannigheidwelke daarop is gevolgd, gepleegd eensdeels door meer dan twintig personen, zonder voeren van geweer, en anderdeels door meer dan twintig gewapende personen. Het arrest van den raad is breedvoerig gemotiveerd en strekt tot wederlegging en ongegrondverklaring der negen middelen van cassatie namens den requirant voorgedragen. Ook heeft de hooge raad heden verworpen bet beroep in cassatie van J. van Eek, tegen een arrest van het hof van Groningen, waarbij hij met be vestiging van een vonnis der reglbank le Groningen, tot acht dagen eenza me opsluiting is veroordeeld, wegens opzetting lot Wederspannigheid, door redenen op de openbare straat gevoerd. Burg. en weth. hebben, naar aanleiding van het verhandelde in de zitting van den gemeenteraad van den ö11»11 dezer, een nieuw ontwerp aan den gemeenteraad aangeboden, ter beantwoording van de resolutie van gedep. staten van Zuidholland, betredende de verbetering van het rioolstelsel, bit ontwerp is van den volgenden inhoud//De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft de eer gehad kennis te nemen van uwe beschikking van 31 Aug. jl., n". 22. Die resolutie, ter voldoening aan hare slotbepaling door het collegie van dagelijksch bestuur aan den gemeenteraad medegedeeld, bevat een uit- noodiging aan burg. en weth. om alles aan le wenden wat eenigzins kaa strekken om de gewigtige aangelegenheid, daarin bedoeld, tot een spoedig einde te brengen, liet geldt de verbetering van het rioolstelsel in deze ge meente. Uwe beschikking gewaagt van verzuim in de behartiging eencr zaak, die voor de gemeente een levensvraag is en waarvan de vertraging, zooals gezegd wordt, //menschenlevens kan kosten". Uwe aanschrijving, waaraan openbaarheid moest worden gegeven, kan niet wel onbeantwoord blijven. De raad waardeert uwe goede bedoeling en doet daaraan gaarne regt wedervaren: doch naar zijn eerbiedig oordeel laat de aanschrijving, waarbij uw collegie zich mengt in het bestuur van de huishouding der ge meente, de grondwettig gewaarborgde zelfstandigheid van dat bestuur niet ongedeerd. Het toezigt op de gemeentebesturenbij de provinciale en de gemeentewet aan uw collegie opgedragen, is tot bijzonder aangeduide punten beperkt en omvat gewis niet de bevoegdheid om een blaam te werpen op bet gemeentebestuur, noch ook om dat aan te schrijven tot het nemen van maatregelen in het belang der openbare gezondheid. Het maken van veror deningen tot dat einde behoort uitsluitend aan den raad. Evenmin kan uw collegie die bevoegdheid ontleenen aan de wet lot regeling van het genees kundig staatstoezigt, hetwelk, onder den minister van binnenl. zaken, is toevertrouwd aan inspecteurs en geneeskundige raden. Mogt nu de inspec teur voor dit gewest, naar aanleiding van art. 14 der laatslvermelde wet, zijne opmerkingen en voorstellen tot verbetering van het rioolstelsel aan het gemeentebestuur willen mededeelendan zullen die met belangstelling wor den vernomen." BUITKNLANDSCIIE BEBIGTEN BELGIE. Te Namen is op plegtige wijze een standbeeld onthuld van koning Leopold 1. Z. M. de koning was bij deze plegtigheid tegenwoordig. Zondag 11. heeft te Antwerpen de plegtige inwijding plaats gehad der nieuwe havens. Des avonds had er op den linker oever der Schelde ccnc groote verlichting plaats en werd aldaar een vuurwerk afgestoken. Deger dagen is zekere Edmond Delconrt, geboortig van Verviers, ko mende van Cayenne, alwaar hij 16 jaren doorbragt, door de Fransche gendarmerie naar de Belgische grenzen geleid. Als brouwersgast te Darijs verblijvende tijdens den aanslag van Orsini, werd hij tot twee jaren gevan genisstraf veroordeeld, ter zake van het zingen van onbetamelijke liedjes op den keizer, doch, ingevolge de toen uitgevaardigde veiligheidswet, met 5800 andere personen naar Cayenne vervoerd. Van die 5800 personen, zegt hij, zijn er slechts 12 teruggekeerd, al de overigen zijn aan de gele koorts gestorvenof hebben door zelfmoord aan hunnen noodlotligen toestand in het verbanningsoord een einde gemaakt. Delcourt, die, dank zij zijn sterk gestel, weêrstand heeft kunnen bieden aan de luchtgesteldheid van Guyana, maakte gebruik van de amnestie van 15 Aug. jl. en werd, le Toulon ont scheept zijnde, van brigade tot brigade naar de grenzen gebragt, van waar hij zijne geboorteplaats heeft kunnen bereiken. ENGELAND. LONDEN, 11 October. De zitting van het parlement is verdaagd tot 23 December eerstk.; zij zal alsdan op nieuw verdaagd worden, en denkelijk op den gewonen tijd, dat is in Februarijaanvangen. In de munt worden 20.000 zilveren medailles geslagen, die uitgereikt zullen worden aan lien, die aan de expeditie naar Abyssinie hebben deel genomen. Onder den titel van //Report on the treatment of epidemie-cholera" is een belangrijk rapport verschenen van dr. John Murray, inspecteur-generaal der hospitalen in Britsch-Indië, aangaande de behandeling van cholera-lij- ders in Indië. Geen jaar gaat voorbij, dat deze ziekte in Indië niet ont zaggelijke verwoestingen aanrigt, en derhalve moet de ondervinding, door 505 doctoren in Indië opgedaan, vertrouwen verdienen. De heer Murray heeft de verslagen van deze 505 geneesheeren uitgewerkt, uit welke blijkt dat allen tot de overtuiging zijn gekomen, dat cholera het gevolg is van een specifiek vergif, dat in het menschelijk ligchaam dringt, hetzij met de lucht in de longen, hetzij met water in de maag. Aangaande de genees wijze, welke gevolgd moet worden, zijn de doctoren het geheel oneens. Het gebruik van slimulaiitenvan wijn en brandewijn in eenige hoeveelheid, wordt algemeen afgekeurddoch aangaande het gebruik van opium in plaats van purgerende middelen zijn de geneesheeren in twee vijandige kam pen verdeeld. F 11 A Ni M 11 1.1 li. DARIJS, 11 October. Volgens berigt uit Athene is de keizerin aldaar aangekomen en zou zij na een kort verblijf aldaar naar Konstantinopel vertrekken. Naar men verzekert zal het tegenwoordige financiële dienstjaar een vrij aanzienlijk batig slot aanwijzenen zullen 60 millioen frs. daarvan aan gewend worden tot verhooging der bezoldiging van de lagere onderwijzers, tot uitvoering van eenige openbare werken en tot vermindering der plaatse lijke accijnsen, waarvan een deel te goed komt aan den staat. Het zesde militaire commandement, hetwelk Toulouse, nabij de Spaan- sclie grenzen, tot hoofdkwartier had, door een sterfgeval open staande, zal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2