LfilDSCHE COURANT. B U I X.E NGEWONE MAANDAG 20 SEPTEMBER. VEREENIGDE ZITTING DER BEIDE KAMERS, 18(59. 149*. op MAANDAG 20 SEPTEMBER 1869. ter opening van de gewone Vergadering der Staten-Gcneraal. Zittingjaar 18691870. De heer mr. J. A. Philipse, die den voorzitterstoel bekleedt, opent, nadat de leden der beide kamers zich in de zaal bestemd voor de zittingen der tweede kamer vereenigd hebben, tegen half één ure de vergadering, en laat een koninklijk besluit van den 15'1™ September jl.n*. 18, houdende zijne benoeming tot voorzitter der eerste kamer, gedurende bet aanstaande zitting jaar, door den griffier dier kamer voorlezen. De voorzitter, aan wien dientengevolge, overeenkomstig het voorschrift van art. 103 der grondwet, het bestuur der vergadering is opgedragen, benoemd eene commissie, bestaande uit leden van de eerste en tweede kamer, die Z. M. den koningbij Iloogstdeszelfs aankomst in het gebouw der slaten- generaal, ontvangen en in- en uitgeleide zal doen. De ministershoofden van ministeriële departementende kanselier dei- beide orden en de leden van den raad van state vervoegen zich ten één ure mede in de vergaderzaal. Z. M. de koning, die zich met de koninklijke prinsen op de in het pro gramma voor de opening van de vergadering omschreven wijze, naar het gebouw van de tweede kamer der staten-generaal begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop aldaar aangekomen, in de vergaderzaal binnengeleid. Z. M. de koning plaatst zich op den troon en houdt, terwijl de prinsen naast Hoogstdenzelve gezeten zijn, de volgende openingsrede: Mijne Heeren! liet is mij aangenaam de Vertegenwoordiging van het Nederlandsche Volk bij de opening dezer zitting, welkom te heeten. Onze betrekkingen met de andere Mogendheden zijn van den meest vriend- schappelijken aard. Met welgevallen mag Ik op nieuw getuigen van den loffelijken ijver door Zee- en Landmagt betoond bij de vervulling van hare pligten. In den inwendigen toestand des lands mag Ik op veel goeds wijzen. De oogst was in vele opzigten gezegend. De verliezen die de veestapel in vorige jaren leed, zijn genoegzaam ge heel aangevuld. De zcevisscherijen verkeeren in gunstigen toestand. Mijne aandacht blijft gevestigd op al wat vrije"ontwikkeling van handel en nijverheid kan bevorderen. Het volksonderwijs blijft een voorwerp van Mijne levendige belangstelling. De ontwerpen van Wet ter regeling van het hooger onderwijs en van liet onderwijs in de beeldende kunsten zullen U op nieuw worden voorge legd. Wettelijke regeling van de inrigting der bewaarscholen wordt voorbereid. De ondervinding sedert de invoering der armenwet omtrent hare werking terkregen, heeft hare gebreken genoegzaam doen kennen om over te gaan 'ot hare wijziging. Herziening van de tabel, vermeld in art. 1 der Kieswet, wordt noodza kelijk geacht. Aan de nog niet voltooide Spoorweglijnen wordt, even als aan andere groote werken, met ijver gearbeid. Tot hunne voltooijing worden buitengewone hulpmiddelen vereischt. Hoewel daaruit eènige verhooging van den rentelast voortvloeit, kon dc Staatsbegrooling tot een lager cijfer dan dat van het loopend jaar worden teruggebragt. Behalve de vroeger door U onderzochte Financiële Wetten, worden andere voorbereid, met name een ontwerp aangaande het patentregt. Wets-ontwerpen betreflende de voltooijing van ons vestingslelsel, de orga nisatie der schutterijende invoering der nieuwe regterlijke inrigting en tot verbetering van handels- en strafregt, zullen U in deze zitting worden aan geboden. liet verslag van het beheer en den toestand der Overzeesclie Bezittingen en Koloniën wordt U heden ingezonden. Bevat liet inderdaad veel bevredigends, wanneer men de uitgestrektheid van iiet gebied in aanmerking neemt, het vermaant Ons tevens om ijverig te streven naar de verbeteringen die in Ons vermogen liggen. Voorstellen van wijde strekking worden U gedaan bij de begrooting van Nederlandse!1. Indie voor 1870, en bij de onafgedaan gebleven voordragten betreflende agrarische en industriële ondernemingen aldaar. Een Ontwerp tot bevordering van den aanvoer van vrije arbeiders in Su riname, wordt in gereedheid gebragt. Ook in deze zal de omvang Uwer werkzaamheden groot zijn. Met het oog op den ijver door U in Uwe vorige zitting betoond, maak Ik ook nu staat op Uwe medewerking. Moge het belang des Vaderlands door eendragtig streven krachtig worden bevorderd. Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Z. M. de koning verlaat, na het uitspreken dezer rede, met de prinsen, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich op de bepaalde wijze naar het koninklijk paleis terug te begeven. De voorzitter sluit, nadat de commissie is teruggekeerd, de vereenigde zitting der kamers. I Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 1