BUITHNLANDSCIIIg [JEMIGTEN. zond haar het gevraagde escortehetwelk echter was zamengesteld uit lie den, die op Ichnonchen zeer ontevreden waren, en wel ten gevolge van een vrede, dien hij met een ander opperhoofd gesloten had, waarbij hij hunne belangen niet genoeg in het oog had gehouden. Zij wisten hunne vijandige gevoelens te verbergen, maar waren op wraak bedacht, en meen den daaraan op geene meer schitterende wijze te kunnen voldoen dan door het vermoorden van haar, die hun door Ichnonchen was aanbevolen. Freule Tinne vermoedde niets van deze twisten; wel had de Turksche gouverneur van Mourzonk daarvan kennis moeten dragenen deze had haar belmoren te waarschuwen om zich niet op zulk een onrustig gebied te wagen. Freule Tinne vertrouwde zich onbezorgd aan de bende toe, die zij voor een veilig escorte hielden reisde naar Scharadrie of vier dagreizen van Mourzouk verwijderd, en vervolgens naar Birgnig, alwaar zij reeds buiten het Turk sche gebied was. Hier werd het moorddadige plan volvoerd, en behalve freule Tinne werden nog twee andere Hollanders gedood, een matroos van het jacht, hetwelk zij verkocht had, en een knaap, de zoon van een ande ren matroos, de ecnige Europeanen, die bij haar gebleven waren. De negers van freule Tinne, ten getale van 50 tot 70. werden niet alle tot slaven gemaakt, maar alleen de jongste, en van de negerinnen de schoonste, o. a. eene kleine negerin, nog bijna een kind, die door freule Tinne altijd met groolc voorliefde behandeld werd. De overige negers, die vrijgelaten werden, hebben het bcrigt van den moord te Mourzouk medegedeeld. liet eiland Timor is, wegens het koper, dat het in zijnen schoot ver bergt, sedert jaren het voorwerp van belangstelling geweest. De heer H. de Hruyn, oud-directeur der openbare werken in Indië, vestigt daarop bij vernieuwing de aandacht in een bij de uitgevers de Breuk en Smits alhier verschenen geschrift, getiteld: Ontwerp van kopermijn-ontginning op het eiland Timor Uit de door den schrijver aangehaalde beschrijving van Timor en de mcdedeelingeu omtrent het onderzoek naar koper aldaar, door den hoogleeraar Velh in den Gids, jaargang 1855, blijkt dat de bh. Macklot en Muller, die het eiland Timor in 1829 bezochten, geen gunstig verslag omtrent den koper-rijkdom des eilands uilbragten. De heer von Sommer, een Duitsch mineraloog, die zich in 1848 naar Timor begaf, na zich met eenige ingezetenen van Ned-Indië over eene eventuele ontginning der mij nen verstaan te hebbenverkreeg reeds terstond na zijne aankomst eene geheel andere overtuiging en de zekerheid dat de bodem, zelfs reeds digi bij de haven, zoodanige rijke koperaderen bevatte, dat zij met groot voor deel konden geëxploiteerd worden. De onderzoekingen van von Sommer werden, ten gevolge van zijn overlijden, voortgezet door zijnen togtgenoot mr. A. G. Brouwer, die zich zoozeer van den goeden uilslag der zaak overtuigd hield dat hij de concessie ter exploitatie aanvroeg. Die concessie werd verleendmaar gedurende de daaruit voortgevloeide onderhandelingen overleed ook de heer Brouwer, zoodat de onderneming in de geboorte werd gesm oord. De zaak bleef, zegt de beer de Bruyn, rusten tol dat in 1885 een onder nemend man, de heer Crawfurd, te Batavia, besloot haar weder op te vat ten. Hij begaf zich met eenige deskundigen naar Timor, en vond rijke en uitgestrekte koperertsaderen, die veel meer kans van goede winsten be loofden dan de kopermijnen in Australië, zoowel om de meerdere koperge halte van het erts, als om de voordeelige ligging der aderen voor den mijn bouw en voor den afscheep. Hij vroeg aan de Ned. Indische regering eene concessie tot delving van koperertsen op Timor, die hem op meer gunstige voorwaarden, dan vroeger aan den heer Brouwer, werd verleend. De re gering zag geheel van eigen directie af, maar legde den heer Crawiurd de vcrpligting op overeenkomsten met de inlandsche vorsten te sluiten. Die overeenkomsten werden door den ondernemer gclukkiglijk gesloten en geven den ontginner de meest uitgestrekte regten tot delving van ertsen, tegen eene zeer geringe belasting. De heer Crawfurd, die zijn geheel vermogen aan de voorbereiding der zaak heeft te koste gelegd, heeft den heer de Bruyn verzocht zich aan het hoofd der onderneming te stellen en te trachten voor de bedoelde mijn- ontginning het noodige kapitaal in Europa te verkrijgen. De heer de Bruyn zegt dat hijbekend met alles wat op de onderneming betrekking heeft en overtuigd van het solide der zaak, niet heeft geaarzeld dien voorslag aan te nemen. De gunstige stemming voor de ontginning wordt bij hem nog be vestigd, door eene in het Nederl. Indisch tijdschrift voor nijverheid en land bouw voorkomende berekening van den heer P. van Dijk, omtrent het ka pitaal met vooruitzigt op goede interest, in eenige onderneming te steken. Deze toch komt tot het resultaat dat eene koperertsontginning, zelis onder bezwarende omstandigheden, begonnen met een kapitaal van ƒ500,000, zeer voordeelige uitkomsten (10 pCt. van het kapitaal) kan opleveren, bij eene opbrengst van 3750 tonnen erts. houdende 12 pCt. koper. Wat belooft dan niet, zegt de heer de Bruyn, de ontginning op Timor, wanneer die insgelijks met een kapitaal van een half milliocn goed op touw wordt gezet (eene analyse van koperertsen door den concessionaris op Timor ver kregen gaf 18 a 20 pCt. zuiver koper). De Indische regering heeft, zegt de heer de Bruyn, in deze hare roeping goed begrepen, t. w. het fiks overgeven van een belangrijken tak van nij verheid aan de vrije ontwikkeling der middelen, die een particulier weet aan te wenden ont hel beoogde doel te bereiken. Moge deze eerste stap op den goeden weg door meerdere worden gevolgddan zal de tegenwoor dige treurige toestand onzer schoone bezittingen ook plaats maken voor eenen toestand van bloei ert welvaart. De hoogleeraar Veth had vroeger, van het vervallen der concessie-Brou wer sprekende, gevraagd: Wie zal haar weder in het leven roepen? De heer de Bruyn antwoordt: ik, wanneer men mij daartoe in staat stelt door het verstrekken van het benoodigde kapitaal. Hij- twijfelt niet aan het be komen daarvanwanneer het hem mogt gelukken door zijn geschrift de overtuiging te vestigen, zooals die hij hem bestaat, dat de kopermijn-ont ginning op Timor eene zeer winstgevende 2aak is. waarvan de goede uit slag alleen afhangt van de directie. Het werkje is voorzien van eene goed uitgevoerde schetskaart, waardoor men zich een juist denkbeeld kan vormen van de ligging der streken waar het koper wordt gevonden, en het gemak dat deze voor het afschepen van het te verkrijgen erts aanbieden. 'sGRAVENIIAGE, 15 September. Z. M. heeft vergunning verleend aan A. A. T. Waterreus Lz., te 'sllage, tot het dragen van het kruis fidei et virtuti, hem door den Paus ge schonken. Aan den provoost in het vaste corps dek- cn onderofficieren P. L. A. Kouwenberg is toegekend de gouden medaille ter geheele grootte voor 50 jaren eerlijke en trouwe militaire dienst. Tol ontvanger der directe belastingen enz. te Noordwolde is benoemd de heer W. van Bochove, thans commies ter directie te Rotterdam. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen tot 2dfn luit. bij het leger in 0. I., bij het wapen der infanterie, de kadetten M. W. P. C. de Jonker en II. Bendien; bij het corps der genie en sapeurs den kadet J. G. Kerlen; bij het wapen der artillerie van de landmagt in W. I., tot 2dtn luit. den kadet J. R. de Wolff, allen herkomstig van de kon. militaire akademie; bij het wapen der artillerie, bij den staf, tot onder-directeur van het wapen-depót te Dordrecht, den kapitein lsle kl. C. N. Ninaber, van het corps pontonniers; bij het lstc reg vesting-artillerie, tot kapitein 3,le kl. den lsl™ luit. H. W. van Hasselt, van hel corps. HH. IvK. HII. prins cn prinses Hendrik zijn gisteren namiddag van Soesldijk in deze residentie teruggekeerd. In de heden gehouden zitting van den hoogen raad is door den adv.- generaal Römer conclusie genomen in de zaak van L. S. de Heer en A. J. Rueb, tegen een arrest van het hof in Zuidholland, het vierde der Rotter- damsche regtsgedingen. Adv.-generaal achtte de voorgestelde middelen van cassatie ongegrond en concludeerde mitsdien lot verwerping. De uitspraak is bepaald op Dingsdag 28 September a. s. - Thans mcenen wij met zekerheid ecnig berigt te kunnen geven aan gaande de festiviteiten van 17 Novemblr aanslaande. Heden i.amelijk zijn van wege de hoofdcommissie voor het monument voor 1813 de uitnoodi- gingen rondgezonden, aan hccren- en dames-dilettantiter deelneming aan het zangkoor. Eene voor deze feestelijke gelegenheid opzettelijk vervaardigde cantate (woorden van N. Beets, in muziek gebragt door W. F. G. Nicolaï) zal namelijk aan den avond van dien dag voor een uitgebreiden kring van afgevaardigden der plaatselijke commission cn verderegenoodigden inde zaal van den kon. schouwburg worden ten gehoore gebragt. Te Schejeningen zijn sedert gisteren ochtend niet minder dan 24 ha ringschuiten van den Engelschcn wal, met ruime vangsten van haring, en zonder noemenswaardige schade, aangekomen. De visschers verhalen, dat de storm van jl. Maandag op zee dien van Zondag in hevigheid nog over troffen "heeft. De sleurharing van de beste soort gold gisteren nog ƒ32. De stuurman Cornelis Ziere Roeleveldt rapporteert, dat hij gisteren mid dag ten 12 ure, noordwest ten noorden van Goedercede, vijf uren van den wal, gezien heeft een schoonerschip, in haveloozen toestand cn zonder masten, liggende voor anker. De bemanning, beslaande uit vier personen, vertoonde de Engelsclie vlag en riep hulp in, die Roeleveldt niet kon vcr- lecnen wegens het stormachtige weder. Op de eene zijde van het schip las men «Londen." BELGIË. De besmettelijke ziekte onder het rundvee en de varkens verspreidt zich al verder en verder. In het kanton Deynze, in Oost-Vlaanderen, zijn in een paar dagen tijds 22 stuks vee aangetast. Te Antwerpen had Zaturdag een kort, maar hevig on weder plaats. Hevige donderslagen volgden elkander schielijk op en sterke blikemslralcn doorkliefden de lucht. Een werkman werd in de nabijheid der nieuwe ha ven daardoor doodelijk getroffen. Drie andere personen werden daardoor geheel of gedeeltelijk verlamd. Het is opmerkelijk, 'dal op het ligchaam van den doodelijk getroffen werkman geen ander spoor van den bliksem werd gevonden dan eene kleine zwarte vlek op de borst. Ook de storm van Zondag heeft aldaar veel schade aangerigt. ENGELAND. LONDEN, 14 September. De echtgenoote van wijlen lord Palmerslon is in 82-jarigen ouderdom overleden. - Zes maanden geleden staakten 2000 mijnwerkers in South-Yorkshire den arbeid. Gedurende al dien tijd weigerden zij toe te geven en eerst nu is het gelukt, partijen tot elkander te brengen, zoodat thans alle mijnwer kers, hetzij zij lot eene werklieden-vereeniging behoorén of niet, tot de mijnen zullen worden toegelaten, eene quaeslie, die de werkstaking had uit gelokt. De werklieden-vereeniging heeft voor de werkstaking de som van 20000 bijgedragenterwijl de mijnwerkers zelvcn de som van 50000 hebben bijgedragen. In de Avondale-mijn in Pennsylvanië, Noord-Amerikaheeft eene ont ploffing plaats gehad, en ten gevolge van den daardoor ontstallen brand werd de toegang versperd. Alle pogingen, zoowel om door een nieuw werktuig verschen lucht naar beneden te werken, als om de wanden, die deze mijn van andere afscheidendoor te borenbleken vruchteloos. 108 lijken zijn te voorschijn gekomen. De ongelukkigen laten 59 weduwen en 109 weezen na. FKANHKIJ K. PARIJS, 14 September. De Constitutionnel zegt het volgende: De gouvernementen van Europa raadplegen elkander omtrent de houding, die zij ten aanzien der te Rome

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2