LKYDSCflE
COlllASf.
i\;. m.
1869.
WOENSDAG 1 SEPTEMBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. 1 3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. 3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50
's jaars, buiten de expcditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentien is van 14 regels f iedere regel meer 25 cents.
LEYDEN, 31 Augustus.
In onderscheidene plaatsen van het noorden onzes lands vertoonde zich
11. Zondag-avondomstreeks 7 uurin het zuiden een grootc vuurboldie
de rigting naar het noorden aannamwaar hij eindelijk uiteenspattena
cenige schitterende veelkleurige pijlen van zich te hebben geworpen. Men
brengt zulks algemeen in verband met de eenige uren te voren plaats ge
grepen verbazende afwisseling van temperatuur, die van Oost-Indische hitte
eensklaps tot koel, frisch herfstweêr overging.
Tot leden van de jury voor de tentoonstelling van de vereeniging het
Roode kruis zijn benoemd de hh. prof. Polano, te Leyden; dr. Rienderhofï,
te Rotterdam; dr. llombach, lid der tweede kamer, te Leyden; dr. Schmidt,
te Rotterdam; dr. Weteling, lc off. van gez., te Utrecht; dr. van Hasselt,
le off van gez., te Amsterdam; Slot, inspecteur van de geneesk. dienst,
der zèemagt; A. Boers, luit.-kolonel, intendant, 'sHage; plaatsvervangers:
dr. van der Harten, off. van gez. le kl., te Roermond; dr. Stein, oud-olf.
van gez., te 'sHage; dr. Baum, le off. van gez., te 'sBosch; Verheyen van
Sonsbeek, majoor der art., te Delft; tot buitenlandsche adviseerende leden;
Moynier, te Genève; dr. Castiglionete Milaan; dr. van Ilolsbeek, te Brus
sel; plaatsvervangers: dr. Loeffler, te Berlijn; dr. Appia, te Genève; dr.
Gurlt, te Berlijn.
Tc Utrecht werd gisteren, onder voorzitterschap van mr. A. dePinto,
Je jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de maatschappij tot
Nut der Israëlieten in Nederland. Er werd besloten tot oprigting van een
schoolfonds voor minvermogenden. Tot leden van het hoofdbestuur werden
herkozen mr. A. de Pinto te 'sHage, en mr. E. van Lier te Amsterdam.
Gekozen in de plaats van prof. Goudsmit', die bedankt had, dr. Ali Cohen
te Groningen.
Te Groningen is tot pracceptor aan het gymnasium benoemd de heer
11. Hermans, candidaat in de letteren aan de hoogeschool aldaar.
Nabij Monster is Zondag middag, ten gevolge van broeijen, een hooi
berg van den bouwman W. van Veen in brand geraakt. In weerwil dat
de brandweer spoedig op de plaats tegenwoordig was, geraakte nog een
andere hooischelf in brand. Van eene derde schelf kon men het hooi nog
in veiligheid brengen. De nabij den brand gelegen woning heeft men kun
nen beveiligen. De schade door den brand veroorzaakt schat men op ƒ1000.
Uit Alkmaar meldt men nader, omtrent het ongeluk op den Noord-
hollandschen spoorweg voorgevallen, nog het volgende: De familie Bakkum,
uit de Egmondermeerzou hier ter kermis gaan; een der broeders kon
zelfs niet wachten tot het rijtuig gereed gemaakt werd en ging loopende
naar de stad. De meid was te lang bezig met zich te kleeden dan dat de
dochter met haar beide broeders op haar wilde wachten. Zij moest loopen.
De speelwagenwaarin het drietal zich bevondwas de Kalkovensbrug ge
naderd, waar men over den spoorweg moet; de zeilen waren neêr en men
kon alzoo slechts vooruit en niet zijwaarts zien. De voerman ziet den weg
open en zet dus zijn paard aan om met vaart de kluft op te komen. Het
rammelen van het rijtuig heeft waarschijnlijk belet dat het naderen van
den trein kon worden gehoord en midden op den weg ging de locomotief
dwars door liet rijtuig. Van de drie jeugdige menschen vond men een lijk
deerlijk verminkt op de plaats van het ongeluk; de zuster was een eind
wegs nog medegeslcurd en haar lijk vond men digt bij den trein toen deze
stopte; de voerman werd nog korten tijd levende in de sloot gevonden. Men
zegt dat de man, die. door het afsluiten van den weg, het publick het na
deren van den trein had moeten aankondigenin den vorigen nacht had
kermis gehouden. J
Men meldt uit Hoorn, dd. 29 Aug.: Bij gelegenheid van de St. Maar
tenvreugde waarbij hier de kinderen met lichtjes rondgaanging het
eenige avonden vrij woelig toe. Het bleef echter bij eenig straatrumoer en
Dij het inwerpen van glazen bij cén persoon; op de krachtige ontwikkeling
van policiemagt is liet rumoer de volgende avonden gestild. Vrijdag avond
hegon liet op nieuw, tegen de Enkhuizer geestdrijvers, doch dit is door de
ferme houding der polieie spoedig tegengegaan.
Naar men uit Arnhem meldt is ten huize van een geacht ingezeten
•tier gemeente de dienstmeid van een kind bevallen hetwelk zij daarna in
cen in de nabijheid zicli bevindend sekreet heelt geworpen. Nadat de po
lieie hiervan kennis had bekomen, is het sekreet onder haar opzigt gele
digd, en werkelijk een lijkje van een pasgeboren kind van het mannelijk
geslacht daarin gevonden; hetwelk, evenals de vermoedelijke moeder, naar
het stadsziekenhuis is overgebragt.
Door mevr. douairière G. J. Bruce, geb. Schimmelpenninckoverledeu
op den huize llassink bij Deventer, is aan de diaconie der lierv. gemeente
le Deventer 1000 gelegateerd.
Blijkens het verslag omtrent den staat der liooge-, middelbare en lagere
scholen over 1867/68 was het schoolverzuim sedert het vorige jaar toege
nomen. Voor de meisjes hield het hooge cijfer ongeveer gelijken tred met
de vermeerdering der bevolking, zooals uit de berekening percentsgewijze
blijkt: van de jongens echter bleven in 1866: 23 (6 tot 9 jaar) en 19 per
cent (9 tot 12 jaar) geheel van de school weg, in 1867 24 en 20 per cent.
In het geheel waren er in Januarij 1867, in de maand waarin de schoolbe
volking hét grootst is: 28,372 jongens en 32,709 meisjes van 6 tot 9 jaar
en 22,491 jongens en 29,393 meisjes van 9 tot 12 jaardie de dagschool in
het geheel niet bezochten. Het schoolverzuim was het ergst in de provin
ciën Noordholland, Zeeland en Noordbrabant. Het blijkt dan ook overtui
gend, dat van het lager onderwijs op verre na nog niet die vruchten wor
den getrokkenwelke het zoude kunnen opleverenen moet elke poging
om den kanker van het schoolverzuim eenigermate te verminderen, worden
toegejuicht.
Omtrent den omvang en toestand van het lager onderwijs wordt o. a.
medegedeeld: Op ingrijpende verbeteringen valt in 1867 niet te wijzen. De
omstandigheden die dusverre den vooruitgang van het onderwijs tegenhiel
den, deden zich ook thans voor. Wederom maakte het ongeregelde school
bezoek het hoogst moeijelijk, op vele plaatsen zelfs onmogelijk, het onder
wijs verder uit te strekken dan de meest noodzakelijke leervakken: lezen,
schrijvenrekenen en eenige taalkunde, en den leerlingen inzigt te doen
verkrijgen in de andere vakken van lager onderwijsdie wat meer vatbaar
heid vorderen. De reden, zegt een der inspecteurs, waarom de vakken
a—i der wet niet op alle openbare scholen worden onderwezen, ligt vooral
in den toestand van vele scholen, waar des zomers slechts weinig kinderen
komen en bijna allen van de onderste klasse, wier onderwijs zich van zelf
tot de eerste beginselen beperkt, terwijl ze des winters overkropt zijn met
leerlingen, wier langdurige afwezigheid hen sterk heeft doen achteruitgaan,
eenc behoorlijke Massificatie hoogst bezwaarlijk maakt en dus het werkelijk
klassikale onderwijs belemmert. De onderwijzer verkeert dan in de ongun
stigste positie tegenover een veel te groot aantal van leerlingen en moet
bijna al zijnen tijd besteden om ten minste eenig nut te stichten met zijn
onderwijs in lezen, schrijven, rekenen en Nederlandsche taal. Over liet
gemis van een voldoend hulppersoneel werd mede van verschillende zijden
geklaagd, ook dit belemmert nog den geregelden gang van het onderwijs,
wanneer de hoofdonderwijzer zijnen tijd moet verbrokkelen tusschen al de
klassen en afdeelingen van klassen zijner school. Indien in 1867 ook al
geene gewigtige verbeteringen hebben plaats gehad, zoo is toch in alle
provinciën op eenigen vooruitgang te roemen. Vooral hierin dat langza
merhand meer begon gelet te worden op de ontwikkeling van verstand en
hart, op leeren denken en begrijpen en ook op de practische toepassing
van het geleerde in liet dagelijksch leven.
Kosten van lieL openbaar lager onderwijs door het rijk ƒ464,469.60;
inkomsten 56,094.10%; zuiver bedrag 408,357.29%. Uitgaven door de
gemeente 4,171,214.05% inkomsten 1,007,934.13%zuiver bedrag
ƒ3,163,279.92. De totale kosten van het openbaar lager onderwijs (rijk en
gemeenten) in 1867 bedroegen eene som van ƒ4,512,741.96zijnde 32,517.10%
minder dan in 1866.
Van ruim 4% millioen gulden, voor het openbaar lager onderwijsu'tgege-
ven, werden ruim 2y2 millioen besteed voor het onderwijzend personeel en
ongeveer 1% millioen voor gebouwen en schoolbelioeftenvoor de opleiding
en de pensioenen der onderwijzers, voor het schooltoezigt enz. bleef dus on
geveer millioen gulden over.
In 252 gemeenten werd aan het einde van hel jaar 1867 aan de openbare
school geen schoolgeld geheven.
De geheele opbrengst van het schoolgeld is dit jaar verminderd met
ƒ22,626.66Terwijl het bedrag der schoolgelden aan de rijks-scholen
cenigzins toenam, was aan de gemeente-scholen eene nog al aanmerkelijke
vermindering te bespeuren, en wel met ruim 2% pCt.
Even als in vorige jaren is het totaal van de inkomsten der onderwijzers