BUITENLANDSCIIË BEBIGTEIN. len te zamen genomen valt op vermeerdering te wijzen: in Gelderland met 7, in Zuidholland met 2, in Zeeland met 1, in Utrecht met 1, in Friesland met 4, in Overijssel met 5, in Drenthe met 1; op vermindering in Noord brabant met 2, in Noordholland met 2, in Groningen met 1, terwijl in Limburg het getal gelijk bleef. Bij de openbare scholen waren 2512 hoofdonderwijzers, 2111 hulponder wijzers, 1848 mannelijke kweekelingen, 40 hoofdonderwijzeressen, 181 hulp onderwijzeressen en 144 vrouwelijke kweekelingen; bij de gesubsidieerde bijzondere scholen 99 hoofdonderwijzers, 78 hulponderwijzers, 17 manne lijke kweekelingen47 hoofdonderwijzeressen, 60 hulponderwijzeressen, 11 vrouwelijke kweekelingen; bij de niet-gesubsidieërde bijzondere scholen 575 hoofdonderwijzers, 874 hulponderwijzers, 560 mannelijke kweekelingen 349 hoofdonderwijzeressen, 738 hulponderwijzeressen, 193 vrouwelijke kwee kelingen; bij alle lagere scholen te zamen 3185 hoofdonderwijzers, 3063 hulponderwijzers. 2424 mannelijke kweekelingen, 436 hoofdonderwijzeressen, 979 hulponderwijzercssen348 vrouwelijke kweekelingen. In het algemeen nam het onderwijzend personeel in aantal toe; de be langrijkste vermeerdering is bij het hulppersoneel op te merken, namelijk met 164 hulponderwijzers, 25 hulponderwijzeressen en 52 vrouwelijke kwee kelingen waar tegenover echter stond eene vermindering van het aantal mannelijke kweekelingen met 91. Die vermindering van het aantal kweeke lingen bragt er dan ook het zijne toe bij, dat zich wederom klagten deden hooren over de moeijelijkheid om geschikte kweekelingen te verkrijgen, vooral in kleine plaatsen en ten platten lande, waar de gelegenheid tot ver dere opleiding in mindere mate aanwezig is. Vermeerdering van het hulp personeel zoude nog op verscheidene plaatsen wenschelijk zijn. Getal leerlingen, die op 15 Januarij, 15 April, 15 Julij en 15 October de dagschool bezochten: a. Openbare dagscholen: Op 15 Januarij. 192,919 jon gens, 147,931 meisjes; op 15 April, 178,266 jongens, 142,146 meisjes; op 15 Julij, 168.355 jongens, 137,621 meisjes; op 15 October, 162,368jongens, 134,153 meisjes, b. Gesubsidieerde bijzondere dagschool, op de vier gemelde tijdstippen: 3211 jongens, 3007 meisjes; 3206 en 3090 3090 en 3010; 3214 en 3024. c. Niet gesubsidieerde bijzondere scholen op dezelfde vier tijdstippen: 38,168 jongens, 48,919 meisjes; 37,070 en 43,365; 37,704 en 48,434; 38,566 en 48,043. d. Op alle lagere scholen gezamenlijk op de dag school, wederom op bovengemelde vier tijdstippen: 234,229 jongens en 199,857 meisjes; 218,547 en 193,601209,149 en 189,065; 204,148en 185,220. Bij de openbare scholen is sedert 1866 het aantal kinderen toegenomen op de drie laatste der aangewezen tijdstippen; op den 15den Januarij waren er daarentegen 2499 jongens en 1837 meisjes minder ingeschreven dan op dat tijdstip in het vorige jaar. De aanzienlijkste vermindering was die van de leerlingen boven de 12 jaar; ook op 15 Julij en 15 October was voor deze eene vermindering op te merken. Op vermeerdering valt hoofdzakelijk te wijzen voor de kinderen van 6 tot 12 jaar; die op de drie laatstgenoemde tijdstippen niet onbeduidend waren toegenomen, hoewel het getal leerlingen beneden 6 jaar eenigzins was afgenomen. Daarentegen was op 15 Januarij het getal leerlingen beneden 6 jaar toegenomen, maar boven dien leeftijd verminderd. Voor de gesubsidieerde bijzondere scholen valt ook sedert 1866 op de drie laatste tijdstippen op eene vermeerdering van het aantal schoolgaande kin deren te wijzen. Voor de niet gesubsidieerde bijzondere scholen valt voor de vier tijdstippen op vermeerdering te wijzen. Voor alle lagere scholen te zamen was alleen op den 15den Januarij eene vermindering in het aantal leerlingen; op de drie overige tijdstippen was het sedert 1866 toegenomen. De vermeerdering is wederom voornamelijk toe te schrijven aan het grooter aantal leerlingen van 6 lot 12 jaar in April, Julij en October. Over het algemeen valt dus voor 1867 op weinig gunstige uitkomsten te wijzen. Wel nam het totaal aantal leerlingen in den loop van het jaar toe, maar daar tegenover staat eene geringe vermindering der leerlingen boven 12 jaar, terwijl niet uit het oog moet worden verloren, dat telken jare de bevolking toeneemt en dus ook het aantal kinderen, die op de lagere school onder wijs zouden bchooren te ontvangen. Over hel te kort schoolbezoek werd wederom geklaagdvele kinderen ver laten de school op eenen leeftijd dat zij het meest vrucht zouden plukken van het onderwijs. Grootendeels gold deze opmerking de openbare lagere scholen. Ook het geregelde schoolgaan bleef nog veel te wenschen overlaten. De verzamelde cijfers van het te kort en ongeregeld schoolbezoekmoeten tot de gevolgtrekking leiden, dat er veel grond bestaat voor de opmerking van een der inspecteurs, »dat het voor vele leerlingen der volksschool op hun twintigste jaar eigenlijk evenzoo is, als hadden zij nooit lager onder wijs genoten." 's GRAVENHAGE, 27 Augustus. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer F. P. L. Pollen, te Sche- veningen, tot het dragen der versierselen van ridder 2de kl. der orde van den Zahringer Leeuw, hem door den groothertog van Baden geschonken; aan den heer J. P. Dudok van Heel, te Amsterdam, tot het dragen der versierselen van ridder der orde van Midjidié, hem door den Sultan van Turkije geschonken; en aan W. G. Zwaga te Oldeouwer, J. Geerdink te Borne, T. Sistermans te Monnikendam, J. Konijn te Beemster, F. X. Rozing te Alkmaar en J. Beschelloux te Rotterdam, tot het dragen van het kruis fid ei et virtuti, hun door den Paus geschonken. Tot leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te 's Hertogenbosch is benoemd de heer 11. Ileynen, conrector aan het gymnasium te Boxmeer, en tot leeraren aan de rijks- hoogere burgerschool te Helmond zijn benoemd de hh. A. Ilirsch, te Vierssen in Pruissen, J. M. A. Kramps, J. A. Zeege- laar en J. 11. Op de Coulde drie laatsten tijdelijk leeraren bij die school voorts is aan den heer J. van Dam, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan laatstgenoemde school. Door Z. M. zijn benoemd: tot directeurs van het postkantoor te Alk maar, de heer W. F. II. Gouwe, thans directeur van het postkantoor te Almelo; te Almelo, de heer W. P. Nagel, thans te Hoogezand; tot commies der posterijen, van de 2de kl. de heer A. Prijser, thans van de 3de kl., van de 3de kl. de heer L. II. Balfour van Burleigh, thans surnumerair der pos terijen tot ontvangers der directe belastingente Purmerend de heer A. II. Jausen, thans te Epe c. a.te Epe de heer J. P. van Dugteren, thans con troleur der dir. bel. te Oostburg. Tot scheepsklerken bij de Ned. zeemagt zijn benoemd F. II. Verheg gen, G. A. Zeegers, A. A. Pronk, J. E. de Visser, J. D. Isingen G. Marcella. Aan L. C. J. Blanken is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als auditeur bij den schuttersraad der dienstd. schutterij te Katwijk. Door Z. M. is de kapitein-luit. ter zee A. W. de Ruyter van Steve ninck, ingevolge zijn verzoek, op pensioen gesteld en zijn bevorderd: tot kapitein-luit. ter zee, de luit. ter zee lste kl. C. T. Hackstroh; tot luit. ter zee lsle kl.de luit. ter zee 2de kl. L. J. E. Ilajenius, en tot luit. ter zee 2dc kl.de adelborsten l8,e kl. R. R. Bakker en O. Kreet de Virieu. Voorts is de adjunct-administrateur E. Fabius, op zijn verzoek, eervol uit de zee dienst ontslagen. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen: by den grooten staf van het leger, tot majoor, Zr. M'. adjudant den kapitein H. J. baron Taets van Amerongen, van dien staf; bij het wapen der infanterie, bij het lste reg. tot l'1'" luit. den 2den luit. M. Zelvelder, van het corps; bij het 3de reg., tot majoor, den kapitein W. A. F. G. de Hartitzsch, van het 5de reg.; bij het 5dc reg., tot kapitein 3de kl. den l"co luit. A. James, van het reg. grenadiers en jagers; bij het wapen der cavalerie tot ritmeester 3de kl. bij het 3de reg. huzaren, den l"cn luit. F. L. de Graaff, thans op non-activiteit. Voorts heeft Z. M. den majoor F. H. G. A. Enderlein, van het 2de reg. inf., op zijne aanvrage, op pensioen gesteld, en den officier van gezondheid l'te kl. II. L. Verspyck, van het reg. grenadiers en jagers, op zijn verzoek, een eervol ontslag uit de militaire dienst verleend. Z. M. de koning heeft de heeren officieren der dd. schutterij en van de koninklijke scherpschutters, die aan den wedstrijd aan de Bilt hebben deelgenomen, tegen heden middag op een diner uitgenoodigd. Het muziek corps van het reg. grenadiers en jagers zal bij die gelegenheid onderschei dene stukken uitvoeren. Gisteren avond werd de 18d<! verjaardag van Z. K. II. Alexander, eer gisteren gevierd, op het gemeentebadhuis te Scheveningen feestelijk herdacht. Na de uitvoering van heerlijke muziek, onder de leiding van den heer Fr. Botgorschek, en na de uitvoering van een nationaal stuk, werd een schitte rend vuurwerk afgestoken. Z. II. H. prins Alexander, vergezeld van III), gouverneur, vereerde haar met zijn bezoek. Ontelbaar was de menigte, die zich op het terras en in den omtrek van het badhuis bevond. Alle midde- len van vervoer waren ontoereikend, zoodat duizenden den terugtogt wan- \f delende moesten ondernemen. Men verneemt, dat Maandag avond jl. de tuin van het kon. zoölogisch Botanisch genootschap van acclimatatie, bij gelegenheid van de hulde aan de overwinnaars uit den vredestrijd, door ongeveer 5000 personen werd bezocht. Gisteren avond is alhier aangekomen en aan het hotel Paulez afgestapt de lord-mayor van Londende heer Lawrence en zijn echtgenoote de mayo ress. Hun voornemen is een paar dagen hier te vertoeven, om zich vervol gens naar Amsterdam te begeven, waar zij de internationale tentoonstelling gaan bezigtigen. Den SO81'0 dezer zal de burgemeester van Amsterdam ter hunner eer een luisterrijk diner geven. liet D. v. 's Grav. meldt: Als een bewijs van voorbeeldigen vrouwen- moed deelt men ons het volgende mede: Jl. Dingsdag raakte op den Fluweelen Burgwal hier ter slede een span paarden, in volle tuig, op den hol. Door den feestelijken intogt der schepsehullers enz. waren de straten drukker dan gewoonlijk bevolkt en was er dus meer gevaar voor onheilen te vree zen. Eene jonge dame, zeer deftig van uiterlijk, het gevaar beseffende, ijlde op de hollende rossen toe, wierp zich tusschen beiden in en smaakte het genoegen ze staande te houden, tot groote verbazing van de toeschou wers, die haar hun lof betuigden voor zooveel stoutmoedigheid en beleid. BELGIË. Uit Antwerpen meldt men dat de feestenbij gelegenheid van de ker mis, door het stedelijk bestuur ontworpen, in de beste orde zijn afgeloopen, hoewel het aantal vreemdelingen, zelfs uit het buitenland, buitengewoon groot was. Onder de plegtighedendie bij deze gelegenheid plaats hadden, verdient vooral vermelding het leggen van den eersten steen van dcnVlaam- schen schouwburg en van de beurs. Beide plegtigheden werden geopend met eene redevoering van den burgemeester, die bij het leggen van den eersten steen hoofdzakelijk deed uitkomen, hoe Antwerpen de eerste stad des rijks is, alwaar een gebouw wordt opgerigt ter verheerlijking der Ne- derduitsche taal en gewijd aan de nationale tooneelkunsthoe onder de Vlaamsche bevolking steeds mannen waren geweest, die op het gebied van letteren en dichtkunst hadden uitgeblonkenen hoe thans door de oprigting van een Vlaamschen schouwburg een nieuwe tijdkring wordt geopend en aan de dichters, schrijvers en musici gelegenheid gegeven zich verdienstelijk te maken. De burgemeester zeide, dat Vondel, de grootste der Nederland- sche dichters, zich zeiven door afkomst en verwantschap van taal als bur ger der stad had beschouwd, en de voorgevel van den schouwburg met zijn standbeeld zal prijken, terwijl voorts de bekende en hooggeschatte na men van Willem Ogier, Nieuwland, Fcith, Bilderdijk, Willems, van Duyse enz., op eene onuitwischbare wijze zullen gegrift worden op de wanden van den tempel, die zoowel ter hunner eere wordt opgerigt, als ter ver heerlijking van taal en letteren, die zij allen tot zooveel luister hebben verstrekt. Het leggen van den eersten steen aan de beurs geschiedde op soortgelijke wijze en werd door eene talrijke schare kooplieden, vertegen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2