PER TELEGRAAF. DULGAMARIAANTJES. x. ütirgctT t jfcc §!<rur. SPAS JE. Bij de corles is ingekomen een ontwerp van wetwaarbij de regent wordt gemagtigd zicli met den II. Stoel te verstaan over bet wijzigen van het concordaat, hetwelk sedert het jaar 1851 tusschen Spanje en Rome bestaat, en dat nog het uitsluitende beslaan der katholieke kerk in Spanje tot grondslag heeft. Ook is bij dat ligchaam eene voordragt ingekomen, strekkende om aan alle ambtenaren, die weigeren mogten den eed op de constitutie af te leggenhunne tractementen of pensioenen te ontnemen. De Spaansclie bisschoppen beginnen adressen aan de cortes te zenden, waarin zij tegen de invoering van het burgerlijke huwelijk protesteren. LONDEN, 6 Jnlij. In de zitting van het hoogerhuis is bij het voortzetten van de beraadslagingen over de artikelen van de Iersche kerkwet het amen dement van lord Cairns om het surplus te reserveeren totdat er nader over zal worden beschikt, in plaats van het te bestemmen voor liefdadige doel einden, ondanks den tegenstand van graaf Granville, met 160 tegen 90 stemmen aangenomen. De discussie over de artikelen is afgeloopen. De Great Eastern bevond zich heden middag op 45.30 breedte en 41.42 lengte. Het schip had 1524 mijlen afgelegd en 1700 mijl kabel uitgevierd. De seinen kwamen zeer goed over. In den afgeloopen nacht heeft er een storm gelieersclit. Alles gaat wel aan boord. BELGRADO, 6 Julij. liet ontwerp der nieuwe grondwet van Servië be helst: ministeriële verantwoordelijkheid; vrijheid van drukpers; gelijkheid van alle burgers; autonomie der gemeenten; onafhankelijkheid der regter- lijke magt. De senaat zal als een consultatief ligchaam blijven bestaan. De afgevaardigden worden voor drie jaren gekozen. De troon is erfelijk voor de mannelijke leden der dynastie van Obrenovich. De regering mag, zon der goedkeuring der skuptschina, geene leeningen sluiten. Tot een anderen werkkring geroepenkan iknu ik al meer en meer van u verwijderd ben, niet meer zoo geregeld als vroeger, mijne denkbeel den in de Leydsche Courant voor u openbaren, denkbeelden die aan som mige geleerde dwarskijkers niet altijd even aangenaam schijnen geweest te zijn. ofschoon ik, gij weet dit alleen de verkeerdheden tracht aan te wijzen om daardoor verbetering te erlangen. Maar de menschen willen niet vatbaar zijn, voor verbetering, ze willen niet door eigene oogen zien, en wanneer men ze door een bril van anderen laat zien, omdat hunne oogen zoo kortzichtig zijn, zie! dan worden ze boos-kwaad-nijdig en zeg gen dat die bril ook-al niet deugt! En o! er zijn zoovele van zulke oog lijders die eigenlijk een tijdlang in geneeskundige behandeling moesten zijn, maar die er voor terugdeinzenomdat het hun pijn veroorzaakt en dat zijn NB. nog mannen!! Hoever staan zij achter bij die Romeinsche vrouw, met name Arria, die, toen zij zag dat het haren gemaal Paetus, aan moed ont brak om zich door eigen hand aan de doodstraf, waartoe hij door den wreeden keizer Claudius veroordeeld waste onttrekkenden dolkdien haar man droeg, in de hand nam, met de woorden: «doe het zoo Paetus!" en na zich zelve den dolk in de borst gestoolen en dien er weder uitge trokken hebbende, hem aan Paetus overreikte, terwijl ze stierf met de heldhaftige en onsterfelijke woorden op de lippen: «Paete, non dolet!" (Paetus het doet geen zeer!). Mijne denkbeelden over mannenpijn, zijn dan ook wat de sentimenteele dichters of flauwe Romanschrijvers daar van ook zeggen mogen met een schouder-ophalen, gemakkelijk te begrij pen, want de een kan niet velen dat men hem op de teenen trapteen ander dat men hem de ooren wascht, ja er zijn er zelfs, die niet eens kunnen velen dat men hun de pols voelt, of dat men ze van de huig ligt. Welnu, als de menschen dan zoo kleinzeerig zijn, is het beter ze in hun eigen sop te laten gaar kooken, ofschoon ze soms zoo taai zijn, dat ik veilig aannemen kan dat ze nooit gaar wordenof 't moest zijn door mid del van de Pappiniaansche pot!! Die kleinzeerigen zullen dus van mij zoo heel veel last niet meer hebben, nu ik niet meer zoo in de gelegen heid ben om geregeldgelijk ik mij had voorgenomenen u beloofde te zullen schrijven in de door u daarvoor bestemde Leydsche Courant. Och, gij zult er ook zoo heel veel niet meer bij verliezen, beste vriend, immers, nu het dagbladzegel, dat als een Cerberus de drukpers be dwong, vervallen is, en alle banden, de zoo knellende banden, losgemaakt zijn en zij zich bandeloos kan ontwikkelen wordt u eene ruime keuze van spijzen, licht- en moeilijk verteerbaar voedsel, aangeboden; gelukkig voor u dat gij een dolle liefhebber zijt van Fransche soep (zonder vleesch en beenen, en smakelijk gemaakt door kool, knollen en wat doorgeschoten uien) omdat daarmede de journalistische spijslijst geopend en gesloten wordt, ofschoon er ook een aantal heele groote bladen zijn, die door «twee man en een korporaal" dienen vastgehouden te worden, jwil men in staat zijn de Hollandsche soep op zijn gemak naar binnen te werken. Hoed u ech ter, mijn waarde, voor de zoogenaamde politieke soep, en de water-en- melk-kost die sommige over 't paard getilde Roman-fabriekanten en Novel listen u aanbieden; bedenk dat daarbij uw maag in 't spel komt, die aan al dien poespas nog niet gewoon is, maar gij moet en gij zult er aan ge woon raken, want het is de tijdgeest die hier alles beheerscht en, «wan neer men eenmaal in het schuitje zit," gij weet het, dan moet men meè! Dat ik u in dit blad niet geantwoord heb op uwe mij gedane vragen over de meerdere of mindere geschiktheid voor het Lidmaatschap der Tweede j Kamer, van Neeb of Taets (vergun mij. ze bij hun petit-nom te noemen of voeg er anders s. s. 1.1. bij) heeft vooral daarin zijn grond, dat er in alle mogelijke bladen reeds zooveel water om vuil gemaakt was, dat ik geen lust had die «jaseómetliode ook nog te helpen toepassen. Taets heeft ech- I ter, zoo als gebleken is, de oudste brieven, en als zoodanig mocht men hem J niet voor 't hoofd sloolen, al wenschten anderen hem dan ook te doen val len, omdat hij te weinig sprak; welnu zit er dan alleen kracht in veel te praten? Taets begrijpt het waarlijk zoo verkeerd niet, dat ieder die veel praat ook veel te verantwoorden heelt; doch dit thema is reeds zoo dikwijls gedurende de verkiezingsdagen gelukkig dat de koude Natuur de heete hartstochten wat afkoelde! op verschillende wijze gevarieerd, dat ik er j akelig van werd, en het dus niet over mij kon verkrijgen om óók nog een duit in het zakje te gooien, te meer, omdat mijne roeping naar elders, mij dit thans onmogelijk maakte. Stel n dus met deze verklaring tevreden en blijft ge er prijs op stellen dat ik u uit de verte en slechts zeer i spaarzaameenig teeken van leven in dit blad geef, dan wil ik mij hieraan niet onttrekken, mits gij mij op de hoogte blijlt stellen van datgene wat er belangrijks in uwe omgeving voorvalt. Nog één punt vóór ik eindig wil ik behandelen, omdat gij als geïnteresseerde bij de oprichting eener geprojecteerde hoogere burgerschool voor meisjes, te 1)., door mij wenscht ingelicht te worden over de eventueel te onderwij- zene vakken. Door mij? Hoe komt het in uwe hersens op, om mijn oordeel te vragen over zulk eene bizarrerie? Of drijft gij den spot met mij? Burgerscholen voor meisjes?! Wie heeft dat ooit op de viool hooren spelen?. Is hier echter ook-al weêr de tijdgeest bij in 't spel, welnu dan moet gij gehoorzamen, want voor overmacht moet de mensch hukken, maar, in 's Hemels naamverloochen dan het oud-Nederlandsch karakter nietMet de trekschuit komt men even goed en soms veiliger t'huis, dan met die vuur spuwende monsters op de spoorwegen. Langzaam gaat zeker, houd dat steeds voor oogen! «Festina lente!" zouden de geleerden zeggen. Ik stel u dus voor mits gij mijn systeem kunt goedkeuren de meisjes onder wijs te laten geven in: de Nederlandsche taal, zoodat zij grondig de woor den: charmant, gcéchanffeerd, gefatigeerd (ook in de beteekenis van salade (spreek uit: sla) fatigeeren en dergelijke nederlandsche woorden meer. ver staan van geschiedenis moet het meisje bovenal au fond (dit is ook on langs een echt Nederlandsch woord geworden!) de meest ingewikkelde liefde- geschiedenissen verstaan, doch altijd zóódanig «dat ze mekadr krijgen"; van schrijfkunst is het voldoende dat zij een billet-doux (alweer Nederlandsch! in geretireerde (ad idem!) termen kunne beantwoorden; van rekenkunde alleen zooveeldat zij precies wete hoeveel el er voor eene japonmet of zonder sleep, noodig is, en dat zij tevens de kunst versta om haar man in spe, wijs te maken dat die berekening dol goedkoop is, en precies uitkomt, al sluit het ook niet met manliefs kas; van aardrijkskunde vooral niet meer dan hoog noodig is, doch dan ook zooveel, dat zij zonder lang bedenken b. v. weet te zeggen waar Katwijk ligt en dat de majestueuse Rijn met bruischende vaart de oude Sleutelstad doorstroomt en zich in Ouden- en Nieuwen Rijn verdeelt, en zoo naar gelang van omstandigheden alle overige vakken; echter zou ik u nog in bedenking geven er een nieuw vak bij te laten doceeren, namelijk nwiekunda [modologiedat klinkt voornamer!) Ten opzigte hiervan moet het onderwijs, des noods ten koste van het andere, zoo uitgebreid mogelijk zijn tracht vooral in het jeugdige gemoed de nood zakelijkheid aan te kwecken dat het volgen van de modede. grootste levensbe stemming van het meisje is, dat zij al hare zinnen daartoe moet bepalen; dat de dolste mode de beste isdat de vreemdste kleeding de meeste aandacht trekt der jonge heertjes, en dat vooral een valsche haartooi, loshangende valsche vlechten en al wat er meer valsch gevonden wordt aan het vrouwelijk toilet, haar bij uitstek sierlijk staat, even als het zoo recht bevallig staat een meisje met hoog gehakte laarsjes waardoor zij natuurlijk op een honger standpunt komt te staan langs de straten te zien wandelen; en al wordt haar voetje daardoor ook al pijnlijk aangedaan, och! dat beleekent niets; als zij maar eerst weet dat liet de mode is, zal zij er niet over kikken, maar er zich gewillig in schikken, en daarin zijn zij in mijn oog dan ook veel meer te schatten dan de mannen, die hel vaak uitschreeuwen, wanneer men hun toevallig op een eksteroog trapt. En nu mijn vriend, leg ik de pen neder en roep ik u toe: «Tot we- derziens t.t. 'Ziypsot. Van 1 tot en met 7 Julij 1§69. BEVALLEN: A. Schrijver, geb. Ligtvoet.D. J. Verhorst, geb. Alphenaar, D. P. Rietbergen, geb. van der Linden, Z. M. Mader, geb. Monlie, Z. M. W. van der Puttengeb. van der ReydenD. S. Briejergeb. Augustijn Z. P. Selier, geb. Fleur, Z.W. Hoekstrageb. DerogeeD. J. van der Woerd, geb. van der Nat, Z. M. C. Cliarité, geb. Thomasse, D. M. F. Bavelaar, geb. Beukenholdt, Z. C. Kraneveld, geb. Mulder, Z.W. Schol, geb. Lau, Z. G. van Bruggen, geb. de Vrind, D. L. Schild, geb. Erkelens, Z. R.Smits,geb. Vlieland, D. C. G. van Dorsten, geb. Leembroek, D. C. M. van Es, geb. Kriek, Z. M. 11. Rodbard, geb. Werst, Z. D. tweel. A. J. G. de Roosgeb. van Doorn, Z. Z. tweel. M. Laman, geb. Overduin,Z. J. C. Ucker,geb. SteijgerD. GEHUWD: A. Pont, jm. en H. de Zwart, jd. L. van der Kaay, jm. en A. La- gas jd. A. M. van Soestjm. en A. van Leeuwenjd. OVERLEDEN- J. van Wijk,71 j. M. Noordeloos, wed. J. Wollering, 75 j. A. J. Witmans, 68 j. J. C. Dreef, I).j. - - B. van Gelder, Z.6 j. L. Outs- hoornwed. G. Hakker68 j. .11. Iloupsgeb. Schols60 j. M. Ouwenbrock wed. B. van Halderen71 j. W. C. KruukZ.10 m. -- P. Bongaerls, wed. P. Goudeaux, 81 j.-J. G. M. van der Linden, Z., 14j. D. 11. N. Gorniclje, Z. 4m. E. Benard, D.11 m. C. Uilcnhoud 48 j. F. Schmilz, 52j. M II.E. Weebers, D., 14 m. A. P. Larrewijn, D., lij. Th. R. Elshof, D., 15 j. c.L. Meijer, Z., j. W. Rodbard, Z.ld. L. van Beurden, Z., 2 m. J. van HooidonkD.9 j. J. A. T. Sciarone Borrelto77 j. M. E. Arbougeb. de Winter,64j. Johan Hegemans, 7., 3 w.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 3