BIJVOEGSEL, behoorencte tot de Letjdsche Courant van Maandag 2d Junij J&69, /V°. 74. T A LTS of A LI-II. E'KI INK E X. BERLIJN, 17 Junij. De koning heeft de inwijding bijgewoond van de nieuw aangelegde ma rinehaven te Ileppens aan de Jahde en den eersten steen gelegd van eene kerk die aldaar zal gebouwd worden. Op last des konings is aan genoemde plaats den naam van Wilhelmshafen gegeven. De Nat. Zett. meldt dat de gencraal-veldmaarschalk Wrangel te Wild- bad is overleden. IN® EZONBE1Ï. Vervelende dingen. Verkiezingen behooren ook voor een deel daaronder maar er is ten minste een einde aan. Zij komen wel periodiek terug, maar gelukkig met groote tusschenruimtentenzij tot ontbinding neigende ministers de orde van zaken verstoren. Bovendien weten wij waarvoor verkiezingen nuttig en noodig zijn. Wel is het vervelend zoo dagen en weken achtereen getractcerd te worden op de nooit volprezen, onderwijswetherzieningschuwenden A en den onbeduidenden, anli-revolutionair-katholiek-conservativen B; maar men laat het zich welgevallen in de hoop dat Algemeen belang over persoonlijk belang zal triomferen. Nog een paar dagen en dan zijn wij er weêr voor een heele poos af. Maar waar wij misschien nooit afkomen, tenzij de bliksem er inslaat (hetgeen de hemel verhoede), dat is van de stedelijke muziek, gerepresen teerd door het klokkenspel van den stadhuistoren. Ieder heel, half, kwart, achtste uur gaan van daar tooneu over de stad, die tot de muziek slaan als insecten-poeder tot fijne broodsuiker. De dreun die sedert primo Mei op het heel uur staat, is verschrikkelijk om aan te hooren en brengt dikwijls de honden op straat tot razernij. De kunstenaar, die op feestdagen zijn vuisten misschien murw slaat om oorverscheurende dissonnanten uit die volstrekt niet chromatisch gestemde klokken te halen, krijgt menige ver- wensching naar het hoofd van hen die vergeten dal de ongelukkige daar niet voor zijn eigen pleizier zit, maar op bevel van den burgemeester en wien zulks verder moge aangaan. Ochdat die ergerlijkemenschen-ooren bedervende muziek mocht ophouden. Is er dan niemand in den gemeente raad die zooveel muziekaal gevoel heeft dat hij de demoraliserende uitwer king van die hatelijke klokken-charivari vermoedt, is er dan niemand die titel heeft om op te komen tegen dat satansche geklep en geklop, dat hel ellect doet van oorenvergif en dat vreeselijk vloekt tegen iedere poging om zin voor toonkunst op te wekken? Helaas! neen. slechts wanhoop schiet ons over, want niet tot het infame klokkenspel bepaalt zich de kwelling waaraan wij ten prooi zijnook draai-orgels heeft men over ons losgelaten en liefst de versletenstede valschte. de gemeenste die te vinden zijn. Het is als ware er een prijsvraag uitgeschreven om het non plas ultra van desharmonie ten gehoore te brengen, wanneer zoo'n helsche machine (op gezag van gedraaid wordt op betzelfde oogenblik dat de artiste in den stadhuistoren zijn klokken laai gonzen en gillen. Onbeschaafdonchris telijk, onmenschelijk is het, toe te laten dat door zulk gekrijsch. geknars, gesis en gepiep, het gehoor van redelijke wezens geweld wordt aangedaan. Wat ter wereld kan men voor het behoud of het toelaten dier honden- en kallen-muziek aanvoeren? Wil men een stads-baantje behouden 0111 iemand met een tractementje te begunstigen, is het uit medelijden met gebrekkige of arme lieden dat men die muziek-zagerij veroorlooft? Beter ware het de klokken te verkoopen, de opbrengst aan den klokkcn-virtuoos te schenken, en voor de orgel-bedelaars een stille collecte te doen. Of indien er volstrekt toren- en straatmuziek zijn moet, laat dan het klokkenspel zuiver en vol tallig gemaakt worden, en geen andere dan fraaije, goed gestemde orgels in de stad mogen komen. Muziek geeft ongetwijfeld groot genot en zal, mits zij goed is, het ge moed van den beschaafden mensch veredelen en opbeuren. Maar de open bare muziek die wij in onze stad hooren, is daartoe ongeschikt, zij zal eerder Chinezenroodhuiden en Daijakkers tot amok drijven. Och heeren, kiezers of verkozenen, gij allen mannen die smaak, kracht, macht en glorie hebbt, verlost 011s van die leelijke toren- en straatmuziek, maakt een einde ook aan die verveling? 0. W. liet is opmerkelijk, dal de kiesvereeniging Regt voor allen bij de jongste stemming zóóveel stemmen op baren kandidaat vereenigd heeft. Grondwet en Koning toch was eene kiesvereeniging in miniatuur, en Regt voor allen een dito aanhangsel er van. Van waar dan nu zóóveel stemmen op... Buys? Neen, op Neeb!! De reden zit in de schoolquaestienaauwkeuriger gezegd 111 de valsch gestelde quaestie van het schoolonderwijs. Zoo waar is het, dal als men in een uur van agitatie, die de vrije verkeering uit haren aard steeds meêbrengt, ecu zaakj, die aller belangstelling trekt, verdraait en in een valsch daglicht plaatst, men ligt de menigte aan zijne zijde kan ge schaard zien. Zóó is het gegaan. Daar werd geroepen: het openbaar schoolonderwijs is in gevaar! Taets heeft meer dan eens in de 2d<: kamer daartegen gestemd, enz. enz. Nu weet iedereen dat het schoolonderwijs, vooral in de laatste jaren, magtig is vooruitgegaan. Velen, wier kindereu thans schoolgaan, willen gaarne bekennen, dat zij in hunne jeugd veel moesten missen, dat nu op de school, gelukkig, ruim te vinden is. Men behoeft dus maar er van te gewagendal die gezegende vooruitgang in gevaar is, en men kan zeker zijn vele luisterende ooren te vinden. Jammer maar, dal men voor die luisterende ooren onwaarheid spreekt, en de quaestie van het openbaar onderwijs in een valsch licht stelt. Zuiver gesteld is de quaestie deze: Het openbaai'onderwijs heeft één ge brek, dat gebrek is eenzijdigheid. Tegen die eenzijdigheid saai door het gansehe land de klagt op, maar niet tegen het openbaar onderwijs als zoodanig. Integendeel dat wordt universeel verlangd en toegejuicht, Juist in die onophoudelijke klagt over hare eenzijdigheid ligt het bewijs dat men het openbaar onderwijs lief heeft; men wil het verbeteren en volmaken. Dat wil men niet met voorwerpen die men verafschuwt, Die eenzijdigheid schreeuwt om herstel; want zij is de grootste wanklank in eene inrig- ting, die volgens de ioet toegankelijk moet zijn voor alle gezindten zoowel voor niet-modernen als voor modernen. De vrucht dier eenzijdigheid blijft dan ook niet achter; allerwege worden bijzondere scholen opgcrigt, waarbij de openbare school soms een koddige figuur maakt. Te Soetcrwoude b. V.waar vroeger onafgebroken een pro- testantsch hoofdonderwijzer doceerde, heeft men thans voor het eerst een roomsch onderwijzer aan de openbare school; maar helaas, de eenzijdigheid der openbare school irriteert dermate, dat al de roomschc leerlingen van de openbare school verdwenen zijn, en de roomsche onderwijzer thans Uitflui tend voor 12 proteslantsehc leerlingen zit te doeeeren. 1 Had men bij de i,lc stemming die schoolquaestie zuiver gesteld, mefi hadj voor den kandidaat Neeb geen 790 stemmen verkregen. Deze gebezigde taktiek is niet edel. Doch veel onedeler nog is de vol-? gendedie met name het Leidsche Dagblad ook zoo ijverig heeft aangewend. Vuil en viesch waren in dat blad de aanvallen, gerigt tegen den baron Taets van Amerongen. Afschuwelijk waren die personaliteiten, en dat jegens een man die reeds een 20-jarigen parlementairen loopbaan heeft, die reeds zoo dikwijls in het kiesdistrict de revue met ecre gepasseerd had, daar hij reeds veelmalen daarin gekozen werd. Wat heeft die man in de laatste jaren gedaan, dat deze aanvallen op zijn persoon regtvaardigt Niets, volstrekt niets, maar de man heeft steeds indruk gemaakt onder de kiezers; zijn adel, die gepaard ging met de traditionele deugden van ge hechtheid aan het huis van Oranje, goede trouw, eerlijkheid en rondheid, gevoel voor regt en billijkheidalsmede zijn langdurige dienst in de 2de ka mer, die vertrouwen inboezemde, dat alles maakte hem tot een figuur, die een advokaat uil de bourgeoisie, slechts in den kring van teleurgestelde en niet teleurgestelde clienten bekend, daarbuiten nooit door iets marquants onderscheiden, geheel in den weg stond, en deze wel zoodanig ofïiisqueerde dat zijne voorstanders aan het epitethon van radikaal niet genoeg hadden maar nu hun best deden om die mannelijke figuur kleiner te maken, opdat hun kandidaat voor den dag mogt komen. Voorzeker wel een kenmerk van gebrek aan zielenadel Onder de motieven om Taets van Amerongen te kiezen behooren ook deze. Taets is een aanhanger van het huis van Oranje, heeft achting voor onze historie, wil de quintescense van het koloniale systeem, tot voordeel van ons vaderlandbehoudenzonder de menschlievende en regtmatige verbete ringen op dat gebied een oogenblik te willen vertragen. Hij is voor een zuinig en doelmatig beheer van 's lands finantiënen wars van alle dwee- perij met ideën, die terstond duur en kostbaar zijn, zonder proefondervin delijk goede resultaten te beloven. Neeb is een radikaalliet woord liberaal is een geüsurpeerd woord. Iedere rigtingop welk gebied ook, noemt zich nooit illiberaal. Het is pretencieuS om zich liberaal te noemen. Radikaal is het ware epitheton. Wat zijn nu de aspiratien van een radicaal? Geen verbetering of volmaking van het bestaande, maar sloopiiig. Geen historische beginselenmaar splinternieuwe. Geen traditionele deugden van voorvaderen, eerwaardig door ouderdom en oorsprong, maar morale indépendante. Geen vrijheid op een door God zelf afgebakend terreinmaar carte blanche voor wat ook, en op welk gebied ook. Dat alles met den blijkbaren toeleg om te overheerschen. Daarom stemme men op 22 Junij a. s. P. H. ItARON TAETS VAN AMERONGEN. X. De volksvertegenwoordiger moet niet zijn de uitsluitende vertegenwoordiger van zijn district. Hij moet diep gevoelen dat hij de vertegenwoordiger van het gansehe vaderland is. Wij stemmen dit gaarne toe. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat toezicht op al de belangen van het geheele vader land ook behartiging insluit van al de deelen des lands en derhalve ook van liet kiesdistrict, dat den volksvertegenwoordiger afvaardigt. Met het oog op de bijzondere belangen van het kiesdistrict Leiden heeft de aanstaande her stemming op 22 Juni een overwegend gewicht, liet is voor het district werkelijk in vergelijking met de overige deelen des lands een groot nadeel, dat. terwijl.de overige afgevaardigden soms met overdreven ijver en partij- digneid voor hun district waken, de bijzondere Leidsche belangen in de landsvergaderzaal of onverdedigd blevenof aan afgevaardigden ter behar tiging moesten worden opgedragen. Geen wonder zoo de belangen van het kiesdistrict daardoor dikwijls moesten lijden. Afgevaardigden uit andere dis tricten voor de verdediging daarvan te vinden, bleek meermalen moeielijk te zijn. liet verdedigen van locale belangen is ook meestal geene gemak kelijke zaak. Daartoe wordt niet alleen veel locale kennis en zaakkennis; maar bijzondere bekwaamheid en meer dan gewoon beleid gevorderdomdat het bij behandeling van algemeene lands belangen niet altijd even gemakke lijk is om plaatselijke belangen zoo in het licht te stellen, dat de meerder heid der vertegenwoordiging het overwegend gewicht daarvan gevoelt. Leiden heeft bijzondere belangen, die wel is waar met de algemeene samenvallenen daarom rechtmatige aanspraak hebben op de behartiging der landsvertegenwoordiging, maar die toch Leiden nog bijzonder aan het hart gaan. Wij noemen ten voorbeelde de regeling van het hooger onder wijs, die haar, als eerste academiestad van het land, het hoogste belang moet inboezemen. Wij herinneren aan zoovele takken van nijverheid, die te Leiden, meer dan op andere plaatsen, worden uitgeoefend: wij wijzen op d< belangen van den bloeienden landbouw in dit district, die ook hier, even als elders, hel gewicht gevoelt van uitbreiding en vermeerdering der middelei van communicatie. Maar te tellen zijn zij niet die ontelbare aangelegenhe denwaarover soms de inwoners van een district hunne bijzondere behoef ten wenschen te zien uitgesproken in de landsvergaderzaal. Daarvoor is noodig een man van vertrouwen en een man van bekwaamheid tevens, liet geldt hier meerendeels belangen vreemd aan de politiek en de belangen der politieke partijen. Zulk een man zullen de Leidsche kiezers, die de wel vaart van lmn land en van hun eigen district wenschen te bevorderen, vin den in mr. 11. A. Neeb, wiens algemeene kennis en bekwaamheid bij elk bekend en wiens goede trouw bij niemand verdacht is. Laten alle goedge- zinden, van welk eene denkwijze zij ook zijn mogen, daarom niet achter blijven bij de stembus op 22 dezer, maar eenparig stemmen mr. II. A. NEER. Mijnheer de Redacteur! Aangenaam zal het mij zijn in het eerstvolgend nommer van uw Dagblad hei navolgende te plaatsen. 'sAvonds voor den dag van den 8slc0 dezer, den dag waarop de kiezer- tot de stembus zouden gaan, zijn mij over de post toegezonden twee ge drukte stukken zonder naamteekening; het eene behelsde een brief van deu heer van Hugenpolhwaarbij ZEd. den Katholieken de openbare school aai beveelt, met eene afkeuring van de bijzondere school, omdat deze het kin niet genoegzaam ontwikkelt; het andere behelsde eene aanbeveling van den heer Neeb als lid van de tweede kamer der staten-generaaldie de vooi stander van de openbare school genoemd wordt. Gisteren avond ontving i'- op nieuw over de post een gedrukt stuk zonder naamteekening, waarbij aan de kiezers van het district Leiden een strooibiljet, uitsluitend verspreid onder de 11. K. kiezers in het district Alkmaar, werd medegedeeld va eenige kiezers in het district Leiden met een schrijven aan hunne mede burgers, waarin op de hatelijkste wijze de keuze van den heer baron Taei; van Amerongen werd afgeraden als lid dier tweede kamer en ZEd. werd voorgesteld daardoor een verbond te zullen steunen, dat noodwendig tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 5