LEYDSCHE COURANT. 1869. VRIJDAG 7 MEI De Courant wordt Maandagtf'oensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. «V ;.v' r iY'. sk-ll De prijs der Courant is f3.per vierendeel jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. STA DS-BKR1GTEN. Beschrijving van het patentregt en de personele belasting over het dienstjaar 1869 en 1870. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen le weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Konings in de provincie Zuidholland van den 20slen dezer maand Provinciaalblad N". 42houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het patentregt over het dienstjaar 1869 en 1870, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van dezelfde dagteekening Provinciaalblad N". 41betrekkelijk de beschrijving der personele belasting voor bet dienstjaar 1869 en 1870; dat op den l!tc" Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentpligtigenbedoeld bij n°. 3740 van tabel n". 14 zijnde de slijters, lapperskroeg- en koffijhuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden rondgebragt en na verloop van drie dagen, van wcge den ontvanger der directe belastingentegen reen worden afgehaalden wordt dien patentpligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 241011 April 1843 Staatsblad n". 16)dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van bunnen aanslag over het dienstjaar 1869 en 1870 hchhen voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal inoeleri blijken, alvorens de acten van palent aan hen kunnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbillelten lul len worden bezorgd, de palenlbladen in gereedheid gebragt, en die dadelijk moe ten worden afgehaald dat, met uitzondering der hedrijven, bedoeld bij de tabel n". 16 der Wet van den 22slen April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van patent, van den 215len Mui 1819 Staatsblad r.°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin genvan aangifte, voor den jare 1869/70 wordt vastgesteld op den 7den Mei aanst., en dat de wederinzameling tegen recudoor den ontvanger of zijn gemagtigde geteekendop den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentpligtigen uiterlijk op den 31sten Mei aanstaande zullen «orden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor den aangenomen wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der wet. op het regt. van patent, van den 21slen Mei 1819, inhoudende; «dal zij, die bij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij het terughalen van die, umogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim, «inaar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat de bij de wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke teg invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen" (op de Breèstraat binnen deze gemeente) «ver- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagtigdenbehoorlijk ingevuld «op den daarbij bepaalden lijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend;" alsmede art. 37 der gemelde wet, houdende: »de aan het regt van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte «bepaald bevonden zullen worden zich nietof door valsche, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aanzien dier aan- «giften te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n". 16 der wet van den 22slen April 1852, Staatsblad n°. 61), voorkomende, de eige naars, va-te huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien; dat, tot de door hen daartoe !e doeue schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd in een der vertrekken van het Raadhuisvan 1 Mei eerstkomende tol uiterlijk den 15Jen Mei daaraanvolgende, des voormiddags van 10 lot 1 ure, de Zondagen en den Hemelvaartsdag uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangenzij worden tevens uitgenoodigdom de meetbrieven hunner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede te brengen, en al die inlichtingen le geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15dcn Mei voormeld, geene verklaringen inecr worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen inenrreren de boete, bepaald bij artikel 37 der wet van den 'ils,en Mei 1819hiervoren omschreven; dat voorts alle patentpligtigen bij tabel nn. 7 der wel van den 16den Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke rnet kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare inarklen en ker missen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ter verkoop, betzij in 't klein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n°. 15 genoemd, voor zoo verre al die patentpligtigen in de algemeene beschrijving voor 1869 en 1870 moeten worden begrepen, gehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter hekoming van hun patent, aan te melden in een der vertrekken van het Raadhuis, des voorrniddags van 10 tot 1 ure, de Zon- en Feestdagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, bphalve van de zoodanigen, die hnn beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den 7dcn Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting op het personeel voor het dienstjaar 1869 en 1870. Zij, welke, bij het bezorgen der hilletlen, of ook bij het terughalen daarvan, moglen zijn overgeslagen, mogen zich, in geen geval, beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen len kantore des ontvangers, alwaar de hilletlen ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijvenzal de ontvanger of zijn ge magtigde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischen, verrigten, met vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemagtigde, in tegenwoordigheid van een' derden persoon en met en benevens dezeworden geteekend na voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Denzulken echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk, gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij bun verblijf hebben.zal het vrijstaan de aangifte voor allen, nuts alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfderi belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze het aldaar ge houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk worden de Ingezetenen verwittigd, dat tot tegenschatters voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personenals HENDRIK F1LIPPODIRK VELS HEYN, PI ETER GEORGE HOUTHUYSEN, JAN VAN LITH, JOHANNES CORNELIS RIJK, GERARDUS RIETBERGEN. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Ieyden, 29 April 1869. v. D. BRANDELER, Burgemeester. v. PUTTKAMMERSecretaris. Vergadering van den Gemeenteraad van Leyden, Zaturdag 8 Mei 1869, 's namiddags te twee uren. Onderwerpen 1". Concept-verordeningen op de openbare bewaarscholen. 2". Adres van J. P. W. Schermer, om ontslag als lid van de plaatselijke Schoolcommissie. 3". Verzoek van Prof. J. C. G. Evers, om eene verhoogde jaarljjksche toe lage aan het Nosocomiuin Academicttm. 4". Adres van K. C. Feuntot uitbreiding der stalling aan het Heeren- Logement den Burg, met suppletoiren staat van begrooling. 5". Suppletoire staat van begrooting, dienst 1868. 6°. Voordragt tot ondcrhandsche verhuring van: a. het huis buiten de voormalige Wittepoort. b. het huis aan de Marendorps-achtergracht. 7°. Voordragt tot benoeming van een 3deD hulponderwijzer van de 4de klasse aan de school n°. 1 voor minvermogenden. 8°. Adres van F. L. Fccnstra, tot afkoop van 2 recognitiën en 2 grondrenten. 9". Concept-verordening tot wijziging der verordening op de openbare scholen voor on- en minvermogenden. 10». Concept-verordening houdende Algemeene voorwaarden voor de aanbe steding van gemeente-fabricagewerken. 11». Suppletoire staat van begrooting en staat van af-en overschrijving ovër- 1868, van het Gereformeerd Minnehuis. HlNNlbNLVNDSCIIIb BEMGTËN. LEYDEN, 5 Mei. In de maand April zijn binnen deze gemeente geboren 128 kinde ren, als: 58 zoons en 70 dochters. Overleden 86 personen, als: 18 man nen, 16 vrouwen. 25 zoons en 27 dochters; daarenboven als levenloos aangegeven 3. Voltrokken 21 huwelijken. Blijkens eene mededeeling der Britsche post-administratiezal de pak ketboot naar de Vereenigde Staten, die tot dusverre eiken Donderdag uit Queenstown vertrok, voortaan een dag later, en dus eiken Vrijdag, uit die haven vertrekken. De met elke brievenmaal vertrekkende correspondentie voor de Vereenigde Slaten is uiterlijk uit Amsterdam en Botterdam te ver zenden uit Amsterdamdes Maandags per trein van 8.25 's morg.en Woensdags en Vrijdags per trein van 2.35 's avonds; uit Rotterdam, des Maandags per stoomboot van 12.15 's avonds en Woensdags en Vrijdags per stoomboot van 5.15 's avonds. De heer jhr. mr. de Bosch Ivemper heeft bekend gemaakt dat hij bij de aanstaande verkiezing van leden voor de tweede kamer niet weder in aan merking wenscht te komen. Blijkens het voorloopig verslag der tweede kamer nopens het voorstel van den heer van lvuyk tot wijziging van artt. 45 en 48 der wet tot rege ling van het armbestuur, was slechts in ééne der afdeelingen de meerder heid gunstig voor dit voorstel gestemdterwijl het in al de overige óf geen óf zeer weinig verdedigers vond. Te Utrecht is tot predikant bij de Ned. herv. gemeente beroepen d'. B. Gewin, pred. te IJsselstein. Uit Dordrecht meldt men dat aldaar het gerucht in omloop isdat men op de stapelplaats van de staats-spoorwegen eene poging tot brandstichting zou ontdekt hebben. Men zou namelijk tusschen de stapels gecreosoteerde dwarsliggers, die in groole hoeveelheid aanwezig zijn, een mand gevonden hebbengevuld met krullen en andere ligt brandbare stoffenen waarin zich lucifers bevondendie de sporen droegen van gebrand te hebben. Gelukkig echter was deze poging mislukt, die de verschrikkelijkste gevolgen had na zich kunnen slepen. Zondag 11. is in het nieuw opgerigte hötel Berg en Dal nabij Nijmegen door aandeelhouders eene bijeenkomst gehouden, ten einde het gebouw in oogenschouw te nemen. De doelmatige inrigting droeg aller goedkeuring

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 1