werp tot definitive vaststelling der koloniale huishoudelijke begrooting voor Suriname voor 1869. De heer van Beyma thoe lüngma heeft verlof gevraagd en bekomen om op een nader te bepalen dag aan de ministers van buitenl. en van binnenl. zaken vragen te rigten omtrent mededeelingenvolgens welke bij de rege ring zonden zijn ingekomen voorstellen van het Pruissische gouvernement betrekkelijk een subsidie door dit laatste te verleenen voor het aan te leg gen eind spoorweg tot aansluiting der Nederl. noorderlijn aan den Pruissi- schen spoorweg. In de zitting van lieden is de algemeene discussie over de West-Indische begrooling afgeloopen. De minister van koloniën heeft verklaard gezind te zijn de immigratie te bevorderen, heizij bij wetsvoordragt of anderen maatregel. Dan zou de quaeslie van zelf bepaald ter sprake komen en de zaak in ern stige overweging kunnen worden genomen. Ook Engeland was bereid een traetaat te sluiten omtrent den aanvoer van immigranten uit Brilsch-Indie De discussie over de onderdeelen is aangevangen. Morgen voortzetting en beëindiging. Bij de eerste kamer zal morgen in behandeling komen het wets-ont- werp tot herziening der kiestabel en eenige andere wets-ontwerpen. De mededeeling van het Dbl. omtrent de voorwaarden, waarop de lee ning van de Ned. Indische spoorwegmaatschappij door de hh. Lippmann, Ro senthal C°. en Wertheim en Gompertz zou zijn overgenomenwordt door genoemde firma's voor geheel onjuist verklaard. Naar men verneemt heeft Jonas Melhado. door het prov. geregtshof in Zuidholland tot 6 jaren tuchthuisstraf veroordeeld, zich tegen die uitspraak in cassatie voorzien. Eene I9ja"ige jonge dochter alhier, zeke-e A. S. E. K.die heimelijk ten huize harer ouders van een kind zou zijn bevallen, is, na onderzoek door de policie, naar liet buis van bewaring overgebragt. ÏTlJITK!\L\NI)SCIIK BKUIGTKN belgië liet protocol, den 27,l"n April te Parijs tusschen de hh. Lavalette en Frère-Orban geieekend en door de officiële bladen van Frankrijk en België medegedeeld, geeft verslag van een onderhoud tusschen de beide heeren ge houden. De heer Frère zcide in die conferentie, dat er beginselen in den weg stonden aan de goedkeuring der overeenkomst tot overdragt van ze kere Belgische spoorwegen aan eene Fransche maatschappijmaar dat het Belgische gouvernement, iu zijne zucht om vriendschap en handelsverkeer met zijne naburen te bevorderen, gaarne de regtstreeksche spoortreinen ter verbinding van Frankrijk, België en Nederland, welke in die overeenkomst bedoeld waren, zou helpen tot stand brengen; een daartoe strekkend plan legde hij tevens over. Zonder aan te dringen op gave bekrachtiging de" overeenkomst, zeide de Fransche minister de voorkeur te geven aan eene nieuwe regeling van de exploitatie der bedoelde spoorweg-communicatiën, waardoor deze, behoudens het aan de Belgische regering ontegenzeggelijk toekomende toczigt en oppergezag, onder ééne leiding komen zou; doch zoo hel hiermede beoogde nut voor de volkshuishoudelijke belangen ook door het plan van den Belgischen minister bleek te kunnen worden bereikt, zou dit plan doo- de Fransche regering niet worden afgewezen. Alzoo werd overeengekomen om dat vraagstuk te onderwerpen aan het onderzoek eener gemengde commissie, waa-voor ieder van de twee gouvernementen binnen 14 dagen drie leden zou benoemen. Op de Nederl. grenzen heeft bc; gebeurde in Zeeland een onamnstigeti indruk gemaakt. De Belgische werklieden in de grenspolders willen de al daar werkende Nederlanders met gelijke munt betalen. engelan». LONDEN 2 Mei. Bij de behandeling van art. 29 der wet op de Iersche staatskerk is een amendement van den heer Disraeli, houdende dat de prot. kerk in Ier land alle particuliere schenkingenzonder bepaling van tijdin eigendom zou behouden, met eene meerderheid van 86 stemmen verworpen. De houding van den mayor van Cork heeft dezer dagen zeer de aan dacht getrokken. Nadat de gemeenteraad had besloten, zeer tegen zijn zin. prins Arthur tot het bezoeken van Cork uit te noodigen, heeft hij in eene bijeenkomst .eene rede gehoudenwaarin hij o. a. zich bereid ver- klaa"de de Engelschen uit Ierland te jagenen met veel lof gewaagde van O'Farrel, die in Australië een aanslag berroefde op het leven van prins Al fred, als zijnde deze door edele en vaderlandlievende bedoelingen gedreven. Ten opzigte van den moord, gepleegd op kapitein Tarleton, verneemt men het volgende: De heer Tarleton was een landbouwer, die zelf geen land in eigendom bezat, maar eene hoeve had gepacht in de nabijheid van Athlone. Ilij had eenigen lijd geleden een schaapherder ontslagen en sedert eenige dreigende brieven ontvangen. Acht personen zijn op verdenking in hechtenis genomen. fra1vhr ij k. PARIJS, 2 Mei. De zittingen van den senaat zijn thans mede gesloten. In de laatste zitting is door een der leden de Romeinsche quaestie ter sprake gebragt, waarbij Italië van kwade trouw jegens Rome beschuldigd werd. De minister van buitenl. zaken sprak dit laatste tegen en zeide dat de Fransche rege ring onverdroten werkzaam bleef om eene verzoening tusschen het koning rijk Italië en Rome te bewerken en dat het hierin met der tijd nog hoopte te zullen slagen, térwijl de Paus niet bepaald tegen de verzoening was, maar aarzelde en 'weifelde. Van het terugroepen der Fransche troepen uit Rome kon nog geen sprake zijn; dit zou van de omstandigheden afhangen. spanje In de cortes heeft de minister van justitie, in antwoord op eene inter pellatie. medegedeeld dat de Carlisten en Isabellisten aanhoudend pogingen doen om burgeroorlog te verwekken; dat in Asturië eene bende partijgan gers uiteen gejaagd is; dat de regering alle bewegingen krachtig tegengaat en geene magtiging tot het nemen van buitengewone maatregelen behoeft, daar men op de trouw van het leger en de vrijwilligers mag rekenen. pruissen. BERLIJN. 2 Mei. De conferentie der Vereenigingen voor bet verplegen van zieke militai ren in tijd van oorlog is gesloten. Zij heeft o. a. besloten de regeringen, die tot de conventie van Genève zijn toegetreden, uit te noodigen zich met de volgende overeenkomst te vereenigen. Ingeval van oorlog stellen de mo gendheden, die aan den strijd niet deelnemen, die militaire geneesheeren harer krijgsmagt, die. zonder de dienst bij hare eigene legers te benadeelen. gemist kunnen worden, ter beschikking der oorlogvoerende partijen, ten einde in de ambulances ter verzorging der gekwetsten werkzaam te zijn. o o s t-1 af d i e. BATAVIA, 23 Maart. Tot advocaat bij het hooggeregtshof van Ned. Indie is benoemd de heer mr. H. N. Grobbée, thans lid in den raad van justitie te Batavia, tot welke betrekking benoemd is de heer mr. A. W. Th. de Jongh, thans lid in den raad van justitie te Soerabaya; tot lid iu deu raad van justitie te Soerabaya is benoemd de heer mr. J. II. Bergsma, thans subst.-officier van justitie bij dien raad. Te Samarang is de koorts-epidemie langzaam, doch gestadig, aan hel afnemen. De pokken-epidemie te Soerabaya neemt geen dreigend voorko men aan. Uier ter slede hebben zich eenige op zich zelf staande gevallen van cholera voorgedaan. Hetzelfde is te Samarang bet geval geweest. Uit Padang-Pandjang meldt men van 7 Maart: De Merapi is steeds in volle werking en braakt bij kleine tusschenpoozen grootc massa's vuur, asch en puin uit. In den avond van 5 dezer, des avonds omstreeks 9 ure, was het daardoor te weeg gebragte natuurtooneel allerprachtigst; breede vuurzuilen stegen statig opwaarts en teekenden op den donkeren achter grond van het uitspansel een schitterend contrast. Nadat dit eene wijl had voortgeduurd, scheen er eene onderaardsche instorting te hebben plaats gehad, want de vuurzuilen werden minder helder en verdwenen eindelijk, om plaats te maken voor een donkeren aschregen. Men vermeende de digt opeengepakte asch,wolken uit den westelijken krater te kunnen zien opstij gen. Dé velden en wegen, en zelfs de voor- en binnengaanderijen dèr hui zen waren met eene dikke aschlaag belegd. Gelukkig begon het tc regenen, want de aschregendoor den wind opgejaagd, is nadeelig voor de gezondheid. Uit Montrado méldt men: In deu avond van den 17den der vorige maand keerde de adsistent-residentde heer de Neve, met zijne familie van een bezoek huiswaarts, toen hem bij zijne woning eensklaps eene wond aan den regterslaap werd toegebragt, die hem ter aarde deed storten. Daarop wierp de aanvaller, een gewezen kettingganger, zich op mevrouw de Nevc, en bragt deze, die vlugtte, eenige kwetsuren toe. Een oppasser, met een slok gewapend, viel toen den moordenaar aan, en hoewel bij mede twee wonden aan het hoofd bekwam, gelukte bet hem toch, den boosdoener op de vlugt te jagen. De heer de Neve bevond zich bij het vertrek van de post, hoewel beterende, toch nog niet geheel buiten gevaar. Zijne echtgenoot is nagenoeg hersteld. PER TELEGRAAF. LONDEN, 3 Mei. E" heeft heoen allre- eene mee.Mig van leeken plaats gehad. Eeue resolutie, om te protesteren tegen de bill tot opheffing der siaaiske"k in Ierland, we"d met geestdrift aangenomen. MADRID, 3 Mei. Cortes. Voortgezette discussie over de grondwet. Rij de a"tikelen 20 eu 21, betreffende het onderhoud van de katholieke eccdienst en hare pnesle-s, en de uitoefening van andere godsdiensten dan de katholieke, werd door den hee" Figaeras de scheiding van kerk en staat verlangd. De heer Mata, lid der commissie van redactie der grondwet, ve"dedig<Je de a"tikelen en de beraadslaging hierover is nog niet afgeloopen. Volgens gerucht hebben de heer Olozaga en zijne vrienden den wensch naar de instelling van een direciorium te kennen gegeven. ingezonden! Het is eene zeldzaamheid in onze akademiestaddat een student het waagt, zijne pennevruchtcn voor het groote publiek te brengen, //En dat is maar goed ook," zal menigeen zeggen, /'immers een student beeft nog vóór alles zelf te leeren, voordat bij de pretensie kan hebben anderen te onderrigten," Trouwens dit gevoelen is onder de studenten zelve zoo alge meen, dat hoofdzakelijk daaruit genoemde schuwheid kan verklaard worden. Ja. nog meer: een student, die voor zijne meer of min rijpe ideeën (elders dan in den studentenalmanak of de Vox,) buiten den kring zijner intimi eene verbreiding zoekt, zal zich al heel ligt als een //pedant stuk" vermeden zien. En toch was het Donderdag II. den heer J. koebel, litt. stud, alhier, mogelijk ten aanhoore van eenige burgers en een groot aantal studenten in de Stads gehoorzaal eene openllijke lezing te houden. Dit feit bewijst, dat zijne toe hoorders erkenden, dat deze student, die meer geleefd, gezien, gedacht heeft, dan menig geleerde van naam, het regt had, meer te doen dan een gewoon student; het bewijst echter ook dat men van hem iets degelijks te hooren verwachtte. Deze verwachting werd dan ook niet te leur gesteld. De spre ker wist zijne toehoorders te boeijen, meê te slepen in de losse schetsen van kinderlijk leven, kinderlijk (niet kinderachtig!) philosopheren en kin- derhjk lief en leed van een knaapje, dat onder den druk eener opvoeding vol vooroordeelen zich vrij tot jongeling ontwikkelt, tot een waren bestrij der van vooroordeelen op elk gebied, tot Gamin. De lezing heeft zco niet alleen door de daverende toejuichingen der toehoorders aan het einde, maar vooral ook door hunne onverdeelde opmerkzaamheid in den niet kort geme ten tijd, dat zij duurde, een schitterend succes verworven. Wij wenschen dat de heer Kn.. zoodra zijne klassieke studiën hem daartoe den tijd schen ken, deze zijne eerste proef moge herhalen; en wij hopen, dat ook de Leid- sclie burgers dan in grooteren getale zijne lezingen bijwonen. Dit toch zal, door hem te noodzaken, reeds bij het schrijven aan zijn publiek te denken, de beste opleiding zijn voor een talent, dat slechts het gevoel voor maat en vorm nog meer in zich moet ontwikkelen, om als een ster te vonkelen aan den Iitterarischen hemel van Nederland. van B. Un peu plaisanter peut nous faire du bien. Mais trop, produit la haitie. Waarlijk men maakt het nu al te bont met den heer G. G. Snellen, hoofd ingeland van Rijnland en lid enz. Dat men in een vreemde courant 's mans naam misbruikt is al erg genoeg, maar enfin in Arnhem weel men niet wie de heer Snellen is. Maai dat bet Leidsche Dagblad de grap, die de ltotterdamsche - uit de Arnhemsche Courant en het Handelsblad uit de Rot- terd. Courart overnam, voortzet, dat is inderdaad meer dan een grap ver oorlooft. De heer Snellen is een man van respectabel karakter en verdient niet voor zijne stadgenooten belachelijk gemaakt tc worden, door hem quasi aan te bevelen als candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer $talen-Generaal. Ook ter wille van den ernst waarmede de betrekking van volksvertegenwoordige" behoort besproken te wordenmoet men zulke grap pen ongepast achten. Wel is waar er zijn antecedenten voor zulke snake- rijen. Wij herinneren ons onder anderen dat omstreeks 1853 of 1854 ze kere Julio het publiek vermaakte door halsbrekende kunsten in de lucht, hij steeg, te paard gezeten onder aan een luchtballon gebonden, hemelwaarts; bij eene verkiezing voor leden der tweede kamer werd destijds eene slem uitgebracht op den onverschrokken Julio. Zulke antecedenten behoorden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2