DULGAMARIAANTJES.
te zullen staande houden op den wettelijk gevestigden voet; doch zulks be
loofde hij enkel als bekleed met de uitvoerende magt, terwijl de wetge
vende magt vrijheid had om eene wettelijk vastgestelde regeling op dezelfde
wijze te veranderen. De wil der natie, uitgesproken door het parlement,
was, naar het oordeel van den spreker, genoegzaam om den souverein van
eene aangegane verbindtenis te ontheffen.
Het lagerhuis heeft het voorstel van een der leden, strekkende om het
huwelijk van een weduwenaar met de zuster zijner overledene echtgenoot
wettig te verklaren, aangenomen met 243 tegen 144 stemmen aangenomen.
Van de Iersche kerkbill zijn reeds de eerste 18 artikelen aangenomen.
Onder de wets-ontwerpcndie bij het lagerhuis zijn ingediend, komt
er ecu voor tot regeling van het werken in de mijnen. In dit ontwerp
zijn o. a. de bepalingen vervat, dat geene kinderen onder den leeftijd van
12 jaren in de mijnen mogen werkzaam zijn. Jongelingen van 12 tot 16
jaren oud mogen niet langer dan twaalf uren per dag onder den grond
arbeiden.
Aan het uit de Kaapstad ontvangen berigt. volgens hetwelk de heer
Livingstone uit Zanzibar de terugreis naar Engeland zou hebben aangeno
men wordt liier te landeop goede grondengeen geloof geschonken. De
laatste berigten. van dien reiziger ontvangen en welke vertrouwen verdie
nen, zijn van 14 December jl. Hij bevond zich toen te Cazambe, op een
afstand van 700 Engelscliè mijlen van Zanzibar. Voor dat een jaar zal zijn
verstreken behoeft men zich, meent men, omtrent zijn persoon niet onge
rust te maken.
FRANKRIJK.
PARIJS, 22 April.
Naar men verzekert zal de heer Frère-Orban nog eene conferentie met
den minister over de bekende zaak der overdragt van spoorwegen houden,
zoodra hij het oordeel zijner regering over Frankrijks tegenvoorstel kent.
en daarop zal hij naar Brussel terngkeeren. Dit tegenvoorstel moet de
overeenkomst tot overdragt van Belgische lijnen aan de spoorwegmaatschap
pijen van Oost-Frankrijk staande houden, maar daarentegen groote voordee-
len voor de industrie der twee landen beloven door verlagingen in de tariven
van invoerregten.
De begrooting der inkomsten voor 1870 is door het wetgevend ligchaam
goedgekeurd. Daarbij is een voorstel om de stedelijke accijnsen tot onder
werp eener enquête te maken, met het doel om den weg tot de afschaffing
daarvan te banenals ontijdig verworpen. De minister Rouher verklaarde
dat middel tot stijving der stedelijke kassen nog onmisbaar te achten.
SPANJE.
Een republikeinsche club, met de cortesleden Pierrad en Joarizti aan
zijn hoofd, heeft aan de cortes verklaard dat de grondwet, die zij thans
maken, de bekrachtiging van het volk zelf zal moeten ontvangen alvorens
geldig en verbindend te zijn. Hij heeft verder al de politieke ligchamen en
vereenigingen in Spanje, de gemeenteraden enz., uitgenoodigd om die ver
klaring met hunne toetreding te, bekrachtigen.
De republikeinsche partij is van meening dat zij in kracht wint, naar
male het zoeken van eenen monarch al meer en meer moeijelijkheden baart.
PRFISSEN.
BERLIJN, 22 April.
In de zitting van den rijksdag heeft de heer Twesten. hij de behan
deling der begrooting van buitenlandsche zaken, er op aangedrongen, dat
de heer von Bismarck, naar het voorbeeld van andere staten, de diploma
tieke stukken zou overleggen in den vorm van een Blaauwboek. De lieer
von Bismarck verklaarde geen voorstander te zijn van dezen maatregel. In
dien de rijksdag er op aandrong, dan zou de regering bescheiden overleg
gen, die zij meende te kunnen geven. De regeringen, die gewoon zijn
dezen maatregel toe te passen, leggen evenwel niet alle bescheiden over.
De internationale conferentie der genootschappen voor de verpleging dei-
gewonden en zieken in den oorlog is hier in de vergaderzaal van het huis
van afgevaardigden geopend.
In eene te Bern gehouden bijeenkomst van afgevaardigden der Zwit-
sersche kantons is besloten van de ten behoeve der noodlijdenden door den
watersnood van 1868 ingekomen giften ad 3.500.000 fr.een millioen fr.
te bestemmen tot het aanleggen van werken ter voorkoming van nieuwe j
overstroomingen; het overige zal aan de noodlijdenden worden uitgekeerd.
VIII.
Ontkennen mag ik het niet dat uw brief van 12 dezer mij in menig op
zicht, onaangenaam jegens u gestemd heeft, vooral wat uwe beschouwingen
betreft over de jarirHjli.se/ic, collecten voor noodlijdende kerken en personen
en voor bet fonds tot ondersteuning ran de gewapende dienst, waarvan
gij de zuivere opbrengst wilt bestemd hebben, uitsluitend voor het doel
waarvopr gevraagd en gegeven wordt. Dit is altijd het oude gezanik en
gemopper van u; welnu als gij niet verkiest bij te dragen, omdat gij meent
dat het grootste gedeelte aan administratie-kosten heengaat en dat er slechts
een luttel sommetje voor de behoeftigen en invaliden overblijft, maak er
dan ten minste wij en anderen die van den prins geen kwaad weten'
niet afkecrig vandie liever gelooven dat die edelmoedige bestuurders dier fond
sen, er uit hun eigen zak nog een aardig sommetje bijleggen, want bet
zou in mijne hersens niet kunnen opkomen om aan zulke verdenkingen ge
loof te kunnen slaan, als gij mij wilt opdringen. Dat de administratie iets
moet hebben om de vele onkosten voor papier, pennen en inkt te dekken
en die stellig wel bij riemen, grossen en ankers kunnen geteld worden, is
te begrijpen, immers: niemand doet er iets voor niet; zelfs geen minister,
inspecteurgouverneur-generaal of hoe die sanlckraam vnn hoogere amb
tenaren ook heten en hoe rijk zij ook zijn mogen, zal zich schamen een
hoog tractement aan te nemen eu zij hebben er recht op, omdat zij werken
voor hun brood, terwijl er nog wel anderen zijn (nomina odiosa sunt) die
niet werken, die geen lor uitvoeren, en die tóch een hoog tractement krijgen.
Gij verwijt mij dat ik het Handboek der Welsprekendheid van den heer
S. Katz Jz (uitgegeven bij Kröber, Heybrock Hotte, te Amsterdam) een
voortreffelijk werk genoemd heb en gij durft mij het laatste p°. van den
//Nederl. Spectator" onder den neus te duwen, waarin een zekere dr. Burieu
onder het opschrift: /'Een nieuwe professor eloquentiae" hem en zijn werk
veroordeelt; maar weet gij dan niet mijn vriend dat D. niet onpartijdig is,
weet gij dan niet dat dat artikel, zoovol gal en alsem, zijn ontstaan te
danken heeft gehad aan eene zekere rancune, omdat de schrijver van het
Handboek, hem met open vizier de waarheid heeft durven zeggen in eene
welbekende antikritiek die »de Gids" alleen voor geld heeft willen opnemen
en gij weet hetals men met zulke gloeiend geleerde lui kersen wil eten
gooien zij met de steenen. Och ik trek mij dat artikel evenmin als uw
verwijt aanhet publiek is zoo stom niet om niet te begrijpen "Waar de wind van
daan komt", vooral seder het weet, dat II. M. onze koningin met zeer veel
belangstelling dat door dr. D. zoo gehavende handboek heeft gelezen en er
den schrijver niet alleen persoonlijk haren dank voor betuigd, maar het
zelfs aan haren zoon Alexander heeft aanbevolen. En nu afgaande op uw
eigen getuigenis dat II. >1. eene zeer verstandige en wetenschappelijke vrouw
is, kunt gij mij niet kwalijk nemen, dat ik het oordeel dier vorstin op
hooger prijs stel, dan eene hatelijke uitvetering (want beoordeeling is het
niet!) van Durieu. Wellicht kom ik nog eens nader hier op terug, terwijl
ik hoop dat de heer Katz den moed zal hebben zijn eigen weg te blijven
bewandelen bij de gedachte: "Het zijn de slechtste vruchten niet waaraan
de ivespen Knagen!" en moge zijn devies steeds zijn: ulndefessus labor
leval super aethera frat res!" want dan zal hij kracht genoeg bezitten
om de geeselslagen van clique -f clique /ï=Gids- en Spectatorfabrikanten
of de geleerde "maandschrift-bent"zooals ten Kate zich uitdrukte, te kun
nen verdragen en ze op zijn beurt ook eens gevoelig de les te lezen zooals
ik dat thans u doe. Foei! Gij moest u schamen om u te verheugen in
de flauwe aanmerkingen van een lammen Spectator!
Gij zijt wel bijzonder in een kwaden luim geweest en ik zou haast den
ken dat het een //stokpaardje" van u is, om alle mogelijke maatschappijen
en vereenigingen hard te vallenomdat zij //loon naar werk" vragengelijk
gij u nn weder aan de brandwaarborgmaatschappijen //vergaloppeert" Steekt
daar dan ook-al schande in? Zij vragen loon naar werk (of na werk, hoe
bedoelt gij?) en gij misgunt het hun, en een ander krijgt ongevraagd loon
naar werk (b. v. iemand die zijn huis moedwillig in brand steekt, omdat
hij-zelf in den brand zit, krijgt een vonnis omdat hij misschien zijn huis
en zijn bestaan verbeteren wilde, hetwelk hem niet werd toegestaan) en dit
loon dat de rechter hem toegedacht heeft, gunt gij den delinquent van gan
se her harte. Is dat consequent? Kan en mag men den misdadiger zijn loon
gunnen en den een' of anderen braven assuradeur het loon voor het veel
omvattend werk onttroggelen? Vindt gij het stelsel dat men onlangs in
Japan ingevoerd heeft dan zoo veel beter? Daar zijn geene brandwaarborg
maatschappijen, maar daar heeft de keizer eene verordening uitgevaardigd
dat ieder in wiens huis brand ontstaatschuldig of onschuldigmoet ont
hoofd worden? Kunt gij u dan hiermede beter vereenigen? Wat zouden er
in Enschedé een aantal koppen gevallen zijn als zulk eene verordening eens
in ons emancipatieziek Nederland van kracht geweest ware? Schimp dus,
bid ik u, niet meer op die waarborgmaatschappijen, ook niet op die van
Te Winkel en Rietveld zaliger gedachtenis, want bedenk dat al die lui de
meest mogelijke bemoeiingen op zich nemen en zich de grootste onaange
naamheden, bereidwillig getroosten, niet om daarmede hun zak te spekken,
maar louter uit mensphenliefde en om te zorgen dat gij er zonder kleer
scheuren" afkomt. Dat het laatstgenoemde fonds te niet is gegaan en niet
meer bij machte was om al die weeuwtjes en weesjes te kunnen onderhou
den, is volstrekt niet te wijten aan de directie, maar wel aan u en andere
waanwijze driftkoppen, die het voortdurend contribueeren begon te vervelen.
De reden waarom de soms met millioenen opgerichte levensverzekeringmaat
schappijen niet dien opgang maken dien zij verdienen, zoek ik enkel en al
leen in het vervloekte egoïsme, dat bij de menschen letterlijk ingeroest is,
en dat dan ook oorzaak is dat de man er voor bedankt om het leven zijner
vrouwof de vrouw dal» van haren mante verzekerenomdat ze van weers
kanten niet graag langer dan noodig is, met elkander willen opgescheept
zijn of omdat zc in hun leven al leven genoeg gehad hebben; een arme
neef, die van een rijken oom hoopt te erven (maar die //zich niet eerder
uitkleedt dan wanneer hij naar bed gaat") zal stellig ook niet gaarne zien
dat diezelfde lieve oom. dien hij jaarlijks een «langleven" toewenscht, zich
tot eene levens verzekering gaat wenden, omdat, hoe langer de oom leeft,
hoe minder de neef «leven" kan en oude menschen, dus ook oude ooms,
moeten sterven.
Dat de Fransche regecring afwijzend beschikt heeft op het verzoek van
onderscheidene gemeenteraden, dat er bij de aanstaande verkiezingen mocht
worden afgezien van het stelsel om stembiljetten, ingevuld met den naam
van den ofïiciclen candidaat, door den veldwachter te doen rondbrengen, is
niets meer dan natuurlijk, en pleit bijzonder voor de vaderlijke zorg der re
geering, die zijne kinderen zelfs de moeite besparen wil om over de al of
niet geschiktheid van een candidaat, te zitten mijmeren. Och! mochten in
ons landje, waar men altijd zooveel water vuil maakt om een candidaat,
lot innig genoegen van den uitgever der Ilaarlemsche «Oprechte"ook een
maal zulke doortastende maatregelen genomen wordendie zoo heilzaam
werken voor de ontwikkeling van volk en vaderland; mochten ook hier de
veldwachters, alias dienders, gelast worden de stembriefjes met de door de
regeering gewenschte candidaten in te vullen, en ze des noods in de stem
bus te werpen, hetgeen liet werk der regecring en de moeite van de zijde
der kiezers veel verlichten zou; doch dit morgenrood der vrijheid zal hier
vooreerst nog wel niet doorbreken, en wie weet hoe lang wij nog vei plicht
zullen zijn, ons te onderwerpen aan den dwang om zelf een candidaat te
moeten kiezen en zelf in persoon, onze stembriefjes op het bureau te moe
ten brengendie toch zoo gemakkelijk door dc dienders zouden kunnen op
gehaald worden en hetgeen stellig de herstemmingendie zoo vervelend zijn,
voor altijd overbodig zoude maken. De Fransche regering is ook weêr
hierineen modél van vrijheid!
t.t.
"Ztypsx.
Ten gevalle van «de Bewoners" enz. herhalen wij dc reeds dikwijls ge
dane kennisgeving, dal stukken, van welke de inzenders zich bij ons niet
bekend makenter zijde worden gelegd.
Opgave van brieven, welke in de tweede helft der maand Maart door
het postkantoor te Leyden zijn verzonden en die niet'besteld zijn, omdat
dc personenaan wie zij geadresseerd warenop de aangewezen plaatsen
onbekend waren. Geadresseerd aan: A. Leibraud, B. G. Kater, Y.Sweers,
mej. Vreeswijk, allen te Amsterdam; mej. A. Bisdom, te Breda; wed. Schaap,
te Delft; wed. van Zante, te Gouda; J. Zeimering, te 's GravenliageA. J.
Wijkhuizen, T. van Rees, beide te Haarlem; Kornelis Kool, tc Haarlemmer
meer; wed. de Klopper, te HellevoetsluisK. Bakkerus, 11. Wolters, beide te
Leeuwarden; van Vliet, te Omade; mej. A. Collord, tc Rotterdam; mej.
Deegen, tc Velzer-end; Koelewijn, te Wassenaar.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. ÜRABBE.