Eene meeting over Proteslanlsclie vrijheid. FRANKRIJK. PARIJS, 11 Pebruarij. Volgens berigten uit Athene heeft het nieuw opgetreden ministerie in zijn programma, de moeijelijkheden van den tegenwoordigen staat van zaken aantoonendetevens verklaard tot de besluiten der conferentie toe te treden en nieuwe verkiezingen voor de kamer aangekondigd. Op het laatst der week wordt de heer Walewski uit Athene alhier terug verwacht. Over de vraag, of de toetreding van Griekenland al of nief zon der eenig voorbehoud zal zijnworden door de dagbladen zeer uiteenloopende mededeelingen gedaan. Het Journ. Off. maakt een telegram uit Algiers openbaar, meldende dat de partij van Ouled Sidi Cheik, getrouw gebleven aan het bestuur, den 5den Febr. de kampementen der opstandelingen heeft overvallen en een razzia onder hen gemaakt. Men kwam met 2800 beladen kameelen te Butin terug. SPANJE. De zitting der grondwetgevende cortes is Donderdag 11 Febr. geopend. Van de tribunes werd de kreet: leve de nationale souvereinileitaangehe ven terwijl zich ook hier en daar de kreetleve de republiekdeed hoo- ren. De heer Olozaga antwoordde daarop met: leve de monarchie! en de maarschalk Serrano met: leve de souvereiniteit der cortes! In de door laatstgenoemden gehouden rede schetste hijna een welkomstgroet aan de cortes. het ontwaken van Spanje en de overwinning der nieuwere denk beelden na eenen onvermoeiden worstelstrijd van zestig jaren. De voorloopig opgetreden regering had zich bepaald tot het effenen van den weg, en tot het in breede trekken afbakenen der hoofdzakelijke grondslagen waarop het toekomstige staatsgebouw zou rusten. Daarbij had zij altijd het pro gramma der revolutie gevolgd. Door haar was de vrijheid van godsdienst, van drukpers, van onderwijs, van vereeniging en vergadering geproclameerd. Het was nu de taak der cortes, die vrijheden aan regelen te onderwerpen zonder ze te verkorten. Zoo de regering sommige maatregelen genomen had, schijnbaar in strijd met de verkondigde beginselen, dan was dit geschied voor het behoud der revolutie. De regering had te strijden tegen de oude partijen, zoowel als tegen de ongeduldigenzij was genoodzaakt geweest zich met nadruk te verdedigenmaar nadat de overwinning behaald was hadden er geene te- regtstellingen plaats gehad, gelijk die vroeger zoo menigvuldig geweest wa ren. De door het fanatismus ingegeven misdaad te burgos had het bewijs geleverd, welk lot aan het vaderland beschoren zou zijn, indien de onver zoenlijke vijanden der vrijheid weder aan het bewind mogten komen. De wanorde in het vroegere staatsbeheer, gepaard aan kostbare oorlogen, had eenen ongunstigen invloed op den staat der geldmiddelen uitgeoefend. De in te voeren hervormingen vereischten eene krachtige handalles hing van eensgezindheid en vaderlandsliefde af. De opstand op Cuba was eene erfenis van vorige gouvernementenmen mogt rekenen op de dapperheid des legers en op de vrijwillige ondersteuning des lands, om hem te onderdrukken. De vrede zou hersteld worden op den duurzamen grondslag van liberale hervor mingen, en de ketenen der slaven zouden eindelijk verbroken worden, zon der echter door eene onverstandige overhaasting aan de parel der Antilles eenen doodsteek toe te brengen. De val van den alouden Spaanschen troon had de goede verstandhouding met de vreemde mogendheden niet benadeeld. Ten slotte betoogde de redenaar dat de omwenteling tot stand gekomen was zonder een enkel oogenblik van regeringloosheid. De regering had het aan hare handen toevertrouwde heilige pand van gezag, vrijheid en orde onge schonden bewaarden droeg het eerbiedig aan de cortes over. Dat alles bewees dat de Voorzienigheid haren zegen geschonken had op het heilige werk der omwentelingmogt dat thans door de cortes gelukkig voltooid worden. Bij de opening der cortes heeft groote geestdrift geheerscht. Toen de le den van het voorloopig bewind de zaal binnentradenstonden de afgevaar digden de aanwezige gezanten en alle toeschouwers opalleen de repu blikeinen bleven zitten. Gedurende de zitting werden op de straat drie geweerschoten gelost door landlieden, die terstond in hechtenis genomen zijn. Te Burgos is door den aartsbisschop een mandement aan de geeste lijkheid en de geloovigen van zijne dioecese gerigt, waarin hij protesteert tegen den moord, aan den gouverneur dier stad gepleegd, llet is echter algemeen met leedwezen opgemerktdat geen enkel lid der geestelijk heid van Burgos zich had gevoegd bij den stoet, die het lijk van den gou verneur naar het spoorwegstation heeft vergezeld. i x t, i; o it ii. Dr. Rutgers van der Loeff besprak de uitvoering van art. 23 wegens het regt der gemeente tot verkiezing van kerkeraadsleden en meende, dat «de «mijn verkeerd gesprongen was." 'tIs volkomen waar: de liberalen hebben dat beginsel in hel Synodaal Reglement gebrast, maar men was toen onder den indruk der lessen van de F ranse lie revolutie en volgde het voorbeeld der staatkundige verkiezingenmeer uit nooddwang als uit sympathie. Had men toen dadelijk de gemeenten in het genot van het kiesregt gesteld, de uitkomst was welligt anders geweest. De afgescheidenen hebben reeds dertig jaren het kiesregt op kerkelijk gebied uitgeoefend, zoodat dr. R. v. d. L., als hij beweert, dat dit regt niet orthodox is, dwaalt. Zestien jaren lang heeft men gedraald de gemeente in het genot van dat regt te stellen en het heeft niet aan pogingen ontbroken, om dat regt uit art. 23 te liglen. En toen men er eindelijk toe komen moest art. 23 uit te voerenheeft men op nieuw gedraald, de stembilletten met een kostbaar zegel belast en de hartstogten gaande gemaakt, waarop noodzakelijk eene reactie volgen moest. Wie had ooit kunnen denken, dat de Leidsche gemeente, sedert 25 jaren onder den invloed en de heerschappij der liberale begrippen, zich in zulk een reactionairen geest zou openbaren Ik niet. Het Synodaal Reglement is met een aanzienlijke meerderheid aangenomenook door de medewerking der ultra-liberalen en ultra-orthodoxen. Maar dat de verkiezing der 82 ge- ii magtigden zóó uitgevallen isals zij is't heeft mij verbaasdmaar ik zou het betreurenals hartstogt daarin de hoofdrol had gespeeld. Hel beroep van een modern predikant ter elfder uur heeft er toe bijdragenzoodat bin nen en buiten de gemeente daarover een kreet van verontwaardiging is gehoord, j Wie nu een mijn heeft aangelegd en waartoe? Op die vraag is geen ander j woord te geven dan dat de verkiezing op eene wettige wijze heeft plaats gehad, nadat de stembilletten zijn betaald, ook voor hen, dien dat bezwaar- j lijk viel en dat de uitkomst welligt anders zou zijn geweest, indien niet de kerkeraad te voren door het kerkelijk geschil met de gemeente-commissie, i door stelselmatige uitsluiting van orthodoxenbij de keuze van predikanten ouderlingen en diakenen en kleingeestige tegenwerking bij het kiesstelsel reactie had opgewekt. Prof. Prins deed een aantijging, die den voorzitter der kiesverceniging Geloof en Belijdenis, prof. Rutgers, gold; prof. Scholten was hem daarin voorgegaan, toen hij in het openhaar beweerde, dat de aanbeveling van 82 kandidaten tot verkiezing van zooveel gemagtigden wel werd aan gedrongen door eene noodzakelijke keuze vóór of tegen J. C.maar eigenlijk zelfzucht of partijzucht de bedoeling was. Prof. Prins schreef aan prof. Rutgers die misschien alleen de keuze van 82 kandidaten had gedaande bedoeling toe om zich als bisschop te gedragen en te doen eeren. Maar liefde tot de waarheid dringt er toe prof. Rutgers geheel te ontheffen van den blaamdien men goedvindt op hem te leg gen. De kandidaten-lijst van Geloof en Belijdenis is opgemaakt door een bureau van meer dan 30 ledenafgevaardigd door meer dan twaalf vereeni- gingen, gezelschappen of genootschap voor in- en uitwendige zending, godsdienstig onderwijshoekenlezingook uit het collegie van collectanten enz. Met eerbiediging van ieders kandidaten-lijst, is een meerderheid ver kregen; die toch ook de bewijzen draagt, dat men niet absoluut exclusief gezind was. Onder de gemagtigden toch zijn erdie nimmer bewijzen gaven aanhangers of ijveraars der orthodoxie te zijn. Maar hoe die keuze ook zij vóór dat de lijst van aanbeveling was opgemaakt, heb ik zelf in een talrijke bijeenkomst het voorstel gedaanom vertrouwen te stellen in het bureau en de moeijelijkheid beseffende, om 82 kandidaten te kiezen die een volstrekte meerderheid moesten hebben in een zoo talrijke vergaderingeenparig te besluiten dat men zich strikt zou houden aan de lijst, om verbrokkeling van stemmen te voorkomen, ook al bestond er eenig gemoedsbezwaar tegen een of meer kandidaten. Dat voorstel had een onberispelijken grond. De algemeene kerkeraad bestond uit 40 ledenwaaronder slechts een enkele orthodoxe predikant. Aan de middenmannen had men niets, want daarop was niet te rekenen. Modern of orthodox^ vóór of tegen de belijdenis o f het criterium, geen predikanten, die in *dè',,Oosterkerk orthodox en in de Pieterskerk modern prediken; van beslist modernen is meer te hopen dan van middenmannen. Tegenover die 40 leden moest, om invloed te kunnen uitoefenen, ten minste een 70-tal worden overgesteld en als men van de 82 gemagtigden uitzondert hendie eer liberaal dan orthodoxmeer uit hartstogt dan uit beginsel anti-kerkeraadsgezind zijn, die onbevooroordeeld en onpartijdig denkt zal prof. Rutgers, ook al draagt hij de verantwoorde lijkheid. niet hard vallen, veelmin verdenken. Voor'de Leidsche hervormde gemeente staat de waardige man rein en onbesmet* Wat de hoogleeraren Scholten en Prins zich veroorloofd hebben jegens een algemeen geacht ambtgenoot, verdient ernstige berisping en afkeuring; als ouderling der gemeente en als lid van het provinciaal kerkbestuur heeft prof. Prins zeer onvoorzichtig gehandeld in verband met het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht. Maar overigens wat de vier laatste sprekers hebben betoogd, wat door de hoogleeraren Prinsen Kuenen (doorlaatstgen. vooral op eene loffelijke onpartijdige wijze), wat ook door den gewezen diaken van Doesburgh is gezegdom het gehoor op te wekken tot een trouwe opkomst bij de aanstaande stemming, wordt geheel door mij beaamd. Ieder die stembevoegd is, moet van zijn regt gebruik maken, maar het ook doen zelfstandigzonder aanzien des persoonsvoor God en zijn geweten. Die modern zijn kiezen niets dan van hunne rigting; de orthodoxen die orthodox zijn. De middenmannenwaaromtrent de Genestet vroeg«wat heb je er an stemmen altijd liever modernen dan orthodoxentenzij dat ze politiek conservatief zijn. Maar «getalsterkte is niet de eenige. niet de ware meerderheid." Ruim 30 jaren geleden was er een klein hoopje, grootendeels zeer onaanzienlijk, dat zich vereenigde in een kleine woning op de Langetrracht en vervolgd en door de politie uiteengedreven werd. Reeds sedert ettelijke jaren is, trots allen tegenstand, dat kleine hoopje aangegroeid tot een talrijke gemeente, in het bezit van twee ruime sierlijke nieuwgebouwde kerken met orgels, wees- en oudeliedenhuis en scholenalleszoowel de bezoldiging der pre dikanten, als het onderhoud van kerken, armen en weezen bekostigende uit eigen beurs, zonder hulp van stad of land. Ruim 10 jaren geleden moesten de orthodoxe leden der hervormde gemeente een goed heenkomen zoeken en aan het uiteinde der stad zich een locaal aanschaffenomdat de kerkeraad niet wilde letten op bescheidene verzoeken tot het beroepen van een orthodoxen predikant. Thans zijn de kerkeraadsstoelen en banken bezet met die «Zaalmannen." «Doch wat baat zulk eene meerderheid? De geschiedenis is daar om te «bewijzen, dat zij op den duur niet bestand is tegen morele meerderheid, «'tSpreekt van zelf; immers die morele is het. weike men bestempelt met «den naam van geest des tijds en publieke opinie." «'tWare welligt beter geweest, dat de nieuwe rigting der theologie, zoo «lang zij afbreken moest en het nog te druk had met de kritiek, om door «vaste resultaten weer aan het ophouwen te komenbinnen 't. studeerver- «trek van den geleerde ware gebleven en niet had getracht zich een weg «te banen bij de gemeente." «Is zelfs een zoogenaamd beschaafd publiek op de hoogte, om met vrucht in dergelijke kwestiën te kunnen doordringen «Ieder eenigzins beschaafd mensch wil gaarne voor een halve geleerde «doorgaan, leder voelt zich gevleid als men hem tot kompetent beoordeelaar «verklaart zelfs in zaken, die hij niet kan doorgronden. Daarbij komt, «dat de meeste menschen liever tegenspreken dan toestemmen, liever met «het heilige spotten dan het in bescherming nemen, 't Zoogenaamde profa- «neren't aanhooren van profane aardigheden heeft voor de meeste men- «schen iets zeer aanlokkelijks. Waarom? Men meent onwillekeurig, dat «het lagchen om dingendie voor heilig doorgaaneen bewijs van moed «van zelfstandigheid, van vrijzinnigheid is. Deze karaktertrekken van den «mensch moeten wel degelijk in aanmerking worden genomenten einde de «ongehoord spoedige verspreiding der moderne theologie te verklaren." Handhaving der protestantsche vrijheid is dus noodig tegen de eischen van leervrijheid en hoordwangmaarals de geachte redactie mij nog eenmaal het woord vergunt, wensch ik ook die vrijheid geëerbiedigd te zien voor alle leden van het kiescollege en daartoe iets te zeggen over de wijze van verkiezing van nieuwe kerkeraadsledendie ergernis gaf aan dr. Rutgers van der Loeff en niet strookt met mijne beginselen. A. MONTAGNE Iz. Het schrijven van N. kan, als meest personaliteiten bevattende, niet geplaatst worden. AHA BS E W S K-N S E W8 PROMOTIE AAN DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL. Den 12den Febr. de heer /E. S. de Bruynvan Rotterdamin de genees kunde na verdediging van zijn akademisch proefschriftiets over de resectie van het kniegewrichtnaar aanleiding van drie hiervan waargenomen gevallen in het gemeente-ziekenhuis te Rotterdam. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 6