tig gebruik van plumpudding en spiritualiën heeft een hoogst ongunstigen invloed uitgeoefend op den gezondheidstoestand der hoofdstad. In de week van 24 Dec. tot 2 Jan. stierven 1629 personen, tegen 1262 nienschen in de vorige week. FÜJLHIÜRIJH. PARIJS, 7 Januarij. De conferentie zal Zaturdag hare eerste bijeenkomst houden. De in- structiën voor den Turkschen gezant alhier zijn aangekomen en de Grieksche gezant zalgelijk reeds gemeld isalleen de vergaderingen bijwonen tot het geven van inlichtingen en het verdedigen van de handelingen zijner regering, zonder eenig voorstel te mogen doen. De dagbladen van Athene bevatten eene ministeriële verordening tot het oprigten in alle gemeenten van commissiën ter inzameling van giften en voor schotten voor de schatkist. Elke gifle. hoe klein ook. zal moeten worden aangenomen. Voorschotten worden gevraagd op voorwaardendie nederkomen op het genot van ruim 11 pCt. jaarlijksche rente onder het vooruitzigt op terugontvangst van het voorgeschoten kapitaal met 25 pCt. bovendien. De baron Séguier, keiz. procureur te Toulouse, heeft zijn ontslag aan gevraagd. In een brief aan den procureur-generaal geeft hij de reden op, die hem daartoe aanleiding gaf. Hij verklaart dat lnj herhaalde malen door tusschenkomst van den procureur-generaal van den minister van justitie ver wijten heeft ontvangen over zijne houding in drukpers-processenen dat bij gewaarschuwd was dat men niet langer in dergelijke aangelegenheden zijne zwakke requisitoiren zou dulden. In antwoord hierop zegt hijdat liij bij de openbare teregtzittingen naar zijne overtuiging moet kunnen spreken en geene positie kan aannemenwaarin eene geheime policie over hem waakt of de minister hem bij voorbaat zijne conclusie aan de hand doet. Het Journ. d. Déb. noemt dien brief een der belangrijkste en leerrijkste stuk ken welke eenmaal door de geschiedschrijvers van liet tweede keizerrijk zullen kunnen geraadpleegd worden. Men wil echter toegeven dat er onder scheid tusschen den regter en den ambtenaar van het openbaar ministerie bestaat, en dat deze laatste bevelen der regering heelt te ontvangen en uit te voeren. Het ontslag van baron Se'guier is aangenomen en zijn opvolger is reeds benoemd. Eerstdaags zal de galerij schilderijen van den heer G. Delessert in vei ling worden aangeboden. Zij is zeer rijk aan stukken uit de Ncderlandsche school en de eenige particuliere galerij in Frankrijkwelke een echten Ra phael bezit. PRDI^SEIV BERLIJN, 7 Januarij. Bij de kamer van afgevaardigden is door den minister van financiën een wets-ontwerp ingediend tot aanvulling der begrootingswet met eene be paling, volgens welke de staatsuitgaven, die tol op de definitive vaststelling der begrooting mogten worden gedaannader aan de goedkeuring des land- dags onderworpen zullen worden. Van de dienstpligtigen in het district Ilanover zijn in de twee jongst verloopen dagen 120 niet opgekomen. Zij zullen volgens de wet worden gestraft. Te Augsburg heeft zich eene Irvingiaansche gemeente gevestigd. Eerstdaags zal te Leipzig verkocht worden de bibliotheek van Maxi- miliaanin leven keizer van Mexico. Zij wordt verkocht op naam van don José Maria Andradeletterkundige en groot boekenvrienddie zich gedu rende 40 jaren heeft bezig gehouden om deze belangrijke verzameling bijeen te brengen. In 1865 had hij haar aan de keiz. bibliotheek van Maximiliaan afgestaanten einde baar niet verspreid te zien. Na de bekende gebeurte nissen in Mexico is men er met moeite in geslaagd de verzameling naar Europa in te schepen. Het gerucht, dat de voormalige koningin van Spanje voornemens is zich in Hongarije te vestigen, wint veld, doordien zij hel nabij Szered aan de Waag gelegen landgoed van graaf Esterhazy heeft gekocht en ook nog eigenares- is geworden van een tweede in Hongarije gelegen landgoed. SPAM JE. Voor de onlustendie in Andalusie hebben plaats gehad of nog hebben zoeken velen den grond in het communisme, want in dat gewest is de toestand in dat opzigt zorgwekkend. Het schijnt aldaar regel geworden te zijn dat een ieder neemt wat hem aanstaat. De olijvenoogst is er goed uit gevallen doch bij is niet ten voordeele van de eigenaren der olijven-gaarden binnengebragt. Een grondeigenaar, die 70 fan eg as olijven van zijnen grond dacht te oogsten, heeft er naauwelijks ééne kunnen bijeen brengen. Paar den en ander vee zijn een onzeker eigendomniet alleen wordt er in de kudden van rijke lieden roof gepleegd; ook de koeijen, die het eenige be staanmiddel voor arme boeren uitmakenworden hun ontstolen of met geweld ontvoerd. Het openbaar inkomen lijdt niet minder dan de inkomsten van particulieren. Tabak wordt openlijk en ruimschoots op de straat verkocht, even alsof dat artikel met fruit of groenten gelijk stond en niet een mo nopolie der regering ware. Estancons. of winkels, waarin met magtiging der regering tabak wordt verkocht, die voor 600 a 700 in eene maand plagten te verknopen, maken nu naauwelijks 50 a 60 Het zoutmono polie is een klank geworden; op vele plaatsen is in de zoulmagazijnen der regering inbraak gepleegden dat gewigtig artikel is thans in de daad een voorwerp van vrijen handel. Het voorloopig bewind zal veel te doen heb ben om aldaar de algemeen erkende begrippen van regt en onregt weder te doen heersclien en het gezag der overheid te doen eerbiedigen. Van de gevangenen, die bij het dempen van den opstand te Malaga in handen van den generaal Caballero de Rodas zijn gevallen, zijn reeds 600 in vrijheid gesteld. De overige 230 zullen voor het geregt verschijnen. De regering heeft berigt uit Cuba ontvangen van de aankomst van den nieuwen landvoogd der kolonieden generaal Dulce. Deze heeft den 4,lcn Januarij het bewind overgenomen, en terstond berigten gezonden, volgens welke het westen des eilands rustig was en de opstand in bet oosten geene vordering maakte, terwijl de stemming des publieks veel beter was gewordeu. ITALIË. Volgens de jongste berigten was de rust nog niet geheel hersteld in die provinciënalwaar de openbare orde bij gelegenheid van de invoering der gemaalbelasting gestoord is. Het was vooral ten platten lande, meer dan in de steden, dat de afkeer van de nieuwe belasting door volksoploopen en gewelddadigheden aan den dag gelegd werd. In de omstreek van Pavia was eene commissie, die gezegd werd met de revolutionaire partij in ver band te staan, werkzaam om de molenaars van het naleven der hen betref fende wets-bepalingen te weerhoudendoor bedreigingen te rigten aan de genen, die geneigd waren of schenen om een vergelijk van de regering te vragen of aan te nemen. IMGEKOSIDE TS. Memorie van bezwaren tegen de uitspraak van liet klassikaal bestuur van Leiden van 18 December 1868. Het Kiescollegie der Nederduitsclie Hervormde gemeente te Leiden verkoos den 14 Augustus 1868 tot diakenen o. a. de heeren A. van 't Hooft, C. Kooyker, W. Werst, J. Japikse, L. Oostveen en G. J. Corts, in plaats van een gelijk getal, dat eerst moest of kon aftreden ultimo December 1869, 70 en 71. De nieuwbenoemden verklaarden krachtens art. 8 van het Synodaal regle ment voor de kerkeraden, de opgedragen bediening te aanvaarden en wer den wat tegenover de ontkentenis van het klassikaal bestuur op nieuw beweerd wordt, op twee achtereenvolgende Zondagen aan de gemeente voorgesteld. Geene bezwaren tegen de benoemden ingekomen zijnde zouden zij krach tens art. 10 van dat reglement op den Zondag, volgende op de laatste af kondiging, zijn bevestigd, was het niet, dat er tegen hunne benoeming be zwaren zijn ingebragt bij het klassikaal bestuur. De beslissing in hooger beroep van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid- Holland bij uitspraak der Algemeene Synodale Commissie van 28 November 1868 vernietigd zijnde, is daarbij aan bet Provinciaal Kerkbestuur van Noord- Braband opgedragen om het geschil op nieuw te onderzoeken en te beoor- deelen, zoodat de eindbeslissing daarop volgt. Nimmer kan, krachtens het slot van het aangehaald art. 10, worden over gegaan tot een nieuwe benoeming vóórdat de eindbeslissing is gegeven. Zelfs ingeval de benoemden mogten bedanken of hunne vroegere verklaring zouden willen intrekken, krachtens art. 36 van het Reglement voor kerke lijk opzicht en tuchtwordt de zaak des ongezocht voortgezet en ten einde gebragt. Ieder lidmaat der Kerk is krachtens art. 6 van het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht verpligt. de beslissingen van de bevoegde kerkelijke colle- giën te eerbiedigen"iemandmet eene kerkelijke betrekking bekleed kan de voortzetting der behandeling van een bezwaar te zijnen laste niet afsnij den, door inmiddels zijne betrekking neder te leggen." [v. Oosterzee, Hand boek p. 292) Zoo dat al geoorloofd ware, de Kerkeraad moet de eindbeslis sing afwachtenalvorens tot eene nieuwe benoeming over te gaan. Desniettemin heeft de Kerkeraad een nieuwe benoeming uitgeschreven tegen 14 December 1868; die benoeming is geschied door het Kiescollegie en de benoemden zijn op twee achtereenvolgende Zondagen weder aan de gemeente voorgesteld (met nog vier anderen, allen voor de derde en vierde maal). Daarmede is art. 10 van het Synodaal Reglement op de kerkeraden en art. 36 van het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht geschonden. Maar er is nog meer. De toestand van de heeren A. van 't Hooft c. s. is gelijk aan die van ver kozen raadsleden, die hunne geloofsbrieven hebben ingezonden, wier ver- eischten geen bezwaar ondervondenmaar legen wier verkiezing bedenkingen zijn opgerezen, van welker beslissing hunne toelating, beëediging en zitting nemen afhankelijk is; zij zijn niet bevoegd, om voor de raadsbelrekking te bedanken en evenmin de bedoelde heerentenzij de wel die bevoegdheid geeft. En nu lag het tot de verpligting van het klassikaal bestuur om in een onderzoek en beoordeeling te treden, zoowel van dit punt, als van het daarmede in onafscheidelijk verband staand feit. dat de heeren A. K.W. E.G. Fischer. Mr. L. D. Suringar. Mr. A. J. Wijnstroom, S. C. van Doesburgh. D. Wafelbakker en C. H. l'leyte hun ontslag als diaken namen tusschentijds en vóórdat bun diensttijd verstreken was. Art. 11 van het Synodaal Regle ment voor de Kerkeraden bepaaltdat bij ouderlingen en diakenen «ono geregelde aftreding plaats heeft, welke zich immer gelijktijdig slechts tot een deel van hen bepaalt, De diensttijd, waarvoor zij werden benoemd, is hoogstens vier jaren, zoodat van 16 diakenen slechts jaarlijks een vierde deel aftreedt. Volgens uitspraak der Synode van 21 Julij 1858 kan als tusschentijds openvaUende plaatsen ook worden beschouwdwanneer kerkeraadsledeuwelke moeten aftredenniet langer willen zitting nemen. Daaruit blijkt dat geen bevoegd heid tot tusschentijds aftreden of het nemen van ontslag bij de reglementen is toegekendalleen bij het verlies van een der vereischten is ontslag verpligtend. De Algemeene Synodale Commissie heeft bij hare hierboven bedoelde uit spraak als beginsel aangenomendat wal op staatsregterüjk gebied in voor komende gevallen wordt voorgeschreven ook op kerkregterlijk gebied als leidraad kan dienen. En nu wordt in de gemeentewet bijv. de bevoegdheid om onder zekere voorwaarden ontslag als raadslid te nemen uitdrukkelijk toegekend. Ér is derhalve ook hier geschonden art. 11 van het Synodaal Reglement voor de kerkeraden. Ten slotte een woord tot verdediging mijner bezwaren in het belang der gemeente. Dat belang wordt voorzeker door een slipte en naauwgezette handhaving der kerkelijke reglementen bevorderdzoodat alles eerlijk en met orde ge schiede zijn de reglementen daarmede in strijddan slaat de weg tot een wettelijke herziening open. liet belang der gemeente eischt een geregelde aftreding maar vooral bij de invoering van een nieuw kiesstelsel, waarbij het beginsel van geregelde aftreding behouden en met dat van radicale vernieuwing aangenomen is. I; Het voorbeeld der ouderlingen moest voor diakenen niet zonder prijzenswaar- 3; dige navolging gebleven zijn. Het belang der gemeente zal er veeleer door bevorderd, dan benadeeld p worden, als de zes diakenen in dienst blijven, gelijk zij verpligt zijnomdat in elk geval aftreding volgens art. 11 gepaard gaat met de bevestiging der nieuw benoemden; zoo ook blijft een raadslid, die zijn ontslag nam, zitting houden totdat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd en tot diens toelating is besloten. De wettigheid van het aanstaand beroep van een predikant mag niet af hankelijk gesteld worden van een onbeslist geschil over de onwettigheid der verkiezing van zes nieuwe diakenen die als zoodanig aan het beroep hadden deelgenomen wat vier hunner kunnen als gemagtigden. De mogelijkheid zou blijven bestaan, dat een verschil van 5 of 6 stemmen op het beroep van invloed op de volstrekte meerderheid kou zijn en als bezwaar worden gemaakt, evenzeer in strijd met het belang der gemeente als onaangenaam voor den beroepen predikant. Door de eindbeslissing geduldig af te wachten komt men tot de oplossing van vele moeijelijkhcden waarin men thans verkeert. Ingediend 30 Dec. 1868 aan het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland door A. MONTAGNE Iz. Lid van het Kiescollegie der Ned. Herv. Gemeente te Leiden. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 6