BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leydsche Courant van Maandag 9 November 48682F°. 435. In de eergisteren gehouden zitting van den gemeenteraad van Rotter dam is uitvoerig beraadslaagd over de financiële aangelegenheden der ge meente, in verband met de uitvoering van onderscheidene groote werken. De uitslag was dat met 33 tegen 3 stemmen werd aangenomen een voorstel van de commissie van financiën. Dit voorstel, voornamelijk gemotiveerd door de vele bezwaren tegen de rioolbelasting ingebragten de misbruiken waaraan sommige eigenaars van panden zich nu reeds met het oog op die belasting schuldig maken, was het volgende: »De commissie voor de plaat selijke financiën heeft de eer voor te stellendat de gemeenteraad besluite Burg. en weth. uil te noodigcn, bet voorstel tot heffing van een regt of loon op de riolen in te trekken en, met instandhouding van de overige ge deelten van het financiëele planburg. en weth. verder te verzoekenin overleg met de commissie voor de plaatselijke financiënte trachten mid-, delen te beramen, ten einde te voorzien in het gemis van opbrengst, daar-" door in de financiële plannen ontstaan. Bij de opening der vergadering sprak de voorzitter nog een woord over de treurige gebeurtenissen die in den nacht van Zaturdag hadden plaats 1 gehad. »Wie had,"zeide hij, «kunnen denken, dat in onze gemeentewier burgerij zich steeds door een ordelievenden geest heeft onderscheiden tooneelen, als die welke zijn voorgevallen, hadden kunnen plaats hebben? Ik had dit nooit kunnen vermoeden; zóó vast was mijn vertrouwen op' haar." De heer Ledeboer, die den voorzitter beantwoordde, erkende dat de burgemeester moeijelijke dagen had doorgebragt. Onzen lof, zeide hij, verlangt gij nietmaar gij zult God met ons willen dankendat Hij onze stad voor eene groote ramp heeft behoedwant het is niet in te denken welke de gevolgen hadden kunnen zijn, indien de misdadige pogingen wa ren gelukt. Er is echter eene smet op onze gemeente geworpen die in langen tijd niet zal kunnen worden uitgewischt. Wie was daarvan de oorzaak? Voorzeker die onverlaten, die in hunne dolle woede zich hebben overgegevenom hunne schendende handen te slaan aan de eigendommen der gemeente, maar niet minder zij, die in het geheim hunnen invloed heb ben gebruikt, om tweedragt en wantrouwen te zaaijen. Van de eersten zijn velen gearresteerd, en zij zullen hunne verdiende straf niet ontgaan; maar ook zij, die zich aan de justitie hebben weten te onttrekken, znllen hunne straf ontvangen in de beschuldiging van hun eigen geweten." Te Groningen heeft dezer dagen zekere W.deurwaarder bjj de arrond.-regtbank aldaar, zich schuldig gemaakt aan valschheid in authentiek geschrift. Hij moest namelijk eene dagvaarding uitbrengen en die derhalve laten registreren. Hjj is zoo vrij geweest zelf als ontvanger der registratie te fungeren, heeft de registratie-formule onder de dagvaarding vermeld en de gelden in zijn zak gestoken. Dientengevolge is hij gevangen genomen, daar hel vermoeden op hem drukt van zich aan dergelijke handelingen meermalen te hebben schuldig gemaakt. In de vorige week is bij een hevig onweder eene nabij de boerenplaats van den heer Loots onder Vierhuizen slaande wijs- of seinpaal, 65 voet hoog en van eene aanmerkelijke dikte, door den bliksem getroffen en geheel ver brijzeld. Heinde en ver waren de stukken verspreid. Een zwaar stuk hout was over eene schuur door de boomen gevlogeneen ander stuk meer dan 150 el weggeslingerd. De pannen van eene stookhut waren meest alle verbrijzeld en aan de noordzijde der behuizing en de schuur 58 glasruiten vernield. Een glasraam in den gang der woning was eenigermatc verzet en eene deurvan een stevigen grendel voorzienopengeslagen. Te Sleen is dezer dagen het lijk gevonden van een 19-jarig jongeling uit het gehucht de Boerdijk. Volgens het oordeel van geneeskundigen heeft hij een gewelddadigen dood gevonden. De policie doet onderzoek. 's GRAVENHAGE 7 November. Z. M. heeft benoemd tot ridders der orde van den Nederl. Leeuw den heer mr. D. Everwjjnraad van legatiezaakgelastigde a. i. der Neder landen te Londen, en den heer mr. J. G. de Bruyu, voorzitter van de financiële commissie Hit den gemeenteraad van Rotterdam. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer P. A. C. H. T. A. Werd- mttller von EIgg, burgemeester van Zandvoort, tot het dragen der versier selen van ridder 4de kl. der orde van de Kroonhem door den koning van Pruissen geschonken; aan den heer M. W. van der Tak, consul der Ne derlanden te Kanagawatot het dragen der versierselen van ridder der orde van Frans Joseph, hem door den keizer van Oostenrijk geschonken; aan den heer H. Doijer Jzn.gepens. boekhouder en officier van justitie enz. voor de dienst der Ned. bezittingen ter kuste van Guinea, tot het aan nemen der versierselen van ridder der orde van het Legioen van Eer, hem door den keizer der Franschen geschonken; en aan G. A. Morel, te Til burg, J. Oeters; L. Rosenboom en L. van Gemert, te Deil, A. de Haas en A. van der Zijde, te Overschie, N. Buytenweg, te Haarlemmerliede, en P. J. Alfrinck, te Amsterdam; tot het dragen van het kruis fidei etvirtuti, nun door den Paus toegekend. Aan den heer J. W. van Asten is; op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Uuisseling. Tot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Helmond is benoemd de heer J. van Djjck, te 's Hertogenbosch. De minister van justitie zal Woensdag en Donderdag aanst. geen ge- hoor verleenen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren zijn de beraadslagingen voortgezet over het wets-ontwerp tot vaststelling der begrooting van Ned.- Indië voor 18(?i0. De heer Koorders, na de wijze te hebben gegispt waarop de minister van koloniën zich had uitgelaten tegenover den heer van Sype- sleyn, wederlegde in het breede de rede des ministers en stelde zijn pro gramma daartegenover. Dat programmals: handhaving van het cultuurstelsel dat aan het moederland onmisbare inkomsten geeft, onder de bevolking wel vaart verspreidt en dat strekt om de inlandsche aristocratie aan het gez j bljjvend te verbinden. Hij verlangt eerbiediging van de zeden der kinderly bevolking en dat deze niet weerloos worde overgegeven aan de overmagt van westersch kapitaal en westersche kennis en energie, opdat de bevolking niet gebragt worde in een staat van proletariaatdien zij niet kent. De heer van Pijnappel gaf mede zjjne afkeuring te kennen dat de minister gezinspeeld had op de ondergeschikte betrekking van den heer van Sypesleyn en meende den minister, die wil toegeven aan Indische bedaardheid, tot spoeden voortvarendheid te moeten aanmanen met de indiening der door hem be loofde wetten. Hij besprak voorts hel stellen van eene vaste bijdrage door Indië, waarvan hij de mogelijkheid niet inzag. Dit moest echter vaststaan: Indië moest goed beheerd worden en wel zoo dat geen te groote druk op de bevolking werd gelegd, onverschillig of er al of niet een overschot be schikbaar bleef. De heer van der Hucht verklaarde den minister te willen volgen in al hetgeen door hem gezegd was, echter was hij omtrent één punt niet gerustde minister toch had gezegd dat in een goed financieël beheer geen batig slot denkbaar was. Hij zag daarin echter een misver stand want de minister had verder gesproken van de noodzakelijkheid van het stellen eener vaste bijdrage. De heer de Bosch Kemper verklaarde dat zijne stem over de begrooting zou afhangen van den loop der discussie en het lot der amendementen. Nadat nog de hh. Rochussen en Fransen van de Putte het woord hadden gevoerd, gaf de heer van Sypesleyn te kennen dat hij gaarne door de kamer zou beslist zien of hij zich in de vorige zitting aan de parlementaire welvoegelijkheid. had vergrepen en of de minister niet was te kort gekomen aan den eerbeiddien een constitutioneel minister ver schuldigd is aan de onafhankelijke volksvertegenwoordiging. De minister verklaarde dat hij zijn gezegde niet wilde retracteren. In de zitting van heden werden de beraadslagingen voortgezet. De ministers van koloniën en financien hebben achtereenvolgens de be zwaren, van conservatieve zijde tegen deze begrooting en de koloniale staat kunde van dit kabinet aangevoerd, ieder van zijn standpunt beantwoord, hetzij door bepaalde wederlegging of tegenspraak, hetzij door geruststellende verzekeringen te geven, waar overdrijving, had plaats gevonden. De heer de Waal motiveerde nogmaals zijn programma voor Indië, en verdedigde het met nadruk tegen hen die de onuitvoerbaarheid daarvan hadden betoogd. De minister gaf aan de hh van der Hucht en de Casembroot de verzeke ring dat hij zooveel in hem was de indiening van de aangekondigde wets ontwerpen zou bespoedigen. Den heer de Bosch Kemper sprak hij pertinent tegen dat vrije arbeid op Java eene illusie is. Nadat nog het woord gevoerd hadden de hh. Saaymans Vader, Nierstrasz, Rochussen, de Bosch Kemper, van Goltstein en de minister van financiën zijn de algemeene beraadslagingen gesloten. Vervolgens werd een aanvang gemaakt met de artikelsgewijze behandeling der begrooting. De discussie is gevorderd tot n°. 7dat werd aangenomen met 34 tegen 26 stemmen Maandag voortzetting. De commissie van het prov. gereglshof, belast met het afnemen van het candidaat-notaris examen, heeft als zoodanig toegelaten de heeren mr. J. J. Schmolck, van 's GravenhageM. Gottvcrne, van Delfshaven; W. C. Jansma van der Ploeg, van Wateringen J. L. Langeveld van's Gravenhage. Het klassikaal bestuur van 's Gravenhage heeft, in beschikking op de nieuwe aanklagt door den kerkeraad der Ned. herv. gemeente alhier tegen dr. Zaalberg ingediendgeoordeeldofschoon geenszins het oog sluitende voor de bezwarendie bij den kerkeraad legen het hervatten van de dienst door dr. Zaalberg blijven bestaandeze zaak op de aangevoerde gron den niet op nieuw in behandeling te kunnen of mogen nemen en den ker keraad in zijne aanklagt en eisch niet ontvankelijk verklaard. De kerkeraad der Ned. Herv. gemeente alhier heeft in een afzonderlijk geschrift een woord tot de gemeente gerigt bij de herstelling van dr. J. C. Zaalberg Pz.in zijn kerkelijk ambt. Het is een ernstig en broederlijk woord, waarmede de kerkeraad zich tot de gemeente wendt. Het komt hierop neder: »W(j verklaren dus, dr. J. C. Zaalberg Pz. volgens den wil der synode, echter niet dan onder krachtig protest onzerzijds, te dulden, als aan de gemeente opgedrongenin al de betrekkingenwaarin hij als predikant tot haar staat." BÜITE1VLAVDSCHE BgRIGTEIV. ENGELAND. LONDEN, 5 November. De ontbinding van het parlement is tegen den llden dezer vastgesteld. Te Dublin circuleert een adres aan den lord-mayor, om hem te ver zoeken eene openbare meeting var. de burgers dier stad te beleggenteneinde stappen te beramendie zouden kunnen gedaan worden om 11. M. de koningin te bewegenhare toegevendheid uit te strekken tot de Iersche politieke gevangenen. Te Blackburn hebben dezer dagen bij de verkiezing van een lid voor den gemeenteraadwaaraan ditmaal veel gewigt werd toegekendergerlijke tooneelen plaats gehad. De Iersche bevolking viel, met knodsen en ijzeren staven gewapend, de conservatieven aan, die zich in groote menigte bij het slembureau hadden geschaard, ten einde den liberalen den toegang te be letten. Een detachement policie, met stokken gewapend, werd afgeslagen; een tweede detachement, met sabels gewapend, was even onvermogend, en een detachement dragonders, hetwelk onmiddellijk uil Preston was ontbo den kon slechts na herhaalde charges de strijdenden scheiden en de orde herstellen. Uit dc Vereenigde Staten is reeds het berigt ontvangen van de verkie zing der hh. Grant en Colfax, tot president en vice-president. Voor velen is het misschien niet ongepast op te merken dat dit berigt in dien zin moet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1868 | | pagina 5