BIJVOEGSEL, ftehoorencfe tot de Leydsche Courant van Maandag 22 Junij 5S6S, lf°. 75. STADS-BER1GTËN. b. het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis; PROCES-VERBAAL tan de opening der stembriefjesdie ter benoeming van één lid van den Gemeenteraad van Ley den den 19den Junij 1868 zijn ingeleverd. Op heden den twintigsten Junij achttienhonderd acht en zestig, in de gemeente Deyden, is door het bureau van stemopneming in de ter inlevering van stem briefjes bestemde zaal op het Raadhuis plaats genomen, des morgens te negen uren. Het bureau is zamengesteld uit den heer dr. W. C. van den Brandeler, burge meester, voorzitter, en de heeren mr. H, C. J. Hoog en P. L. C. Driessen, leden van den gemeenteraadstemopnemers. De voorzitter plaatst op de tafel twee stembussen, bij hem den 19deD Junij 1868 overgebragl uit de beide afdeelingen der gemeente Leyden. De zegels der bussen worden onderzocht en bevonden ongeschonden te zijn. De bu.-sen worden achtereenvolgens geopend en bevonden zeshonderd twee en jgstig stembriefjes te bevatten. Dit getal met de lijsten der kiezers, die briefjes hebben ingeleverd, vergeleken lijnde, is gebleken te zijn even groot als het getal dier kiezers. Nadat de briefjes zijn dooreengemengdworden zij door den voorzitter een voor een geopend en overluid voorgelezen. Het bureau heeft van onwaarde verklaard acht stembriefjes, die niet ingevuld zijn. Het getal der geldige uitgebragte stemmen is mitsdien geweest zeshonderd vier en vijftig. Vat) dit getal zijn uitgebragt op de heeren: Dr. 6. W. A. Plaat 303 stemmen, P. L. Tichler 282, N. J. Sanders, fabrikant, 54, prof. M- J« de Goeje 7, mr. J. L. Klaver wijden 2, S. A. AndresonA. J. Verhoog, mr. R. T. Bijie\eld, A. H. Eigeman, mr. M. H. A. Lisman en prof. A. Heinsius, ieder eéne stem. Hebben alzoo de meeste stemmen verkregen de heeren dr. G. W. A. Plaat en P. L. .Ticliler, waarover herstemming moet plaats vinden, ingevolge art. 11 der gemeente wet, en die gebragt worden op de in dat artikel bedoelde lijst. En zijn tegen deze opening van stembriefjes door de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebragt. En is na afloop \an dit een en ander proces-verbaal opgemaakt in tegenwoordig heid van allen die zich in de zaal bevonden. Gedaan te Leyden den 20steD Junij 1868. v. d. BRANDELER, Voorzitter. H. C. J. HOOG, 1 c, P. L. C. DR1ESSENj Stemopnemers. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEYDEN, ontvangen hebbende eene circulaire van den Commissaris des Konings in de Provincie Zuidliolland ?an den 24sten Februarij jl. [Provinciaal-Blad n°. 24), houdende uitnoodiging om, door het aansporen der ingezetenen tot milddadigheid, zoo veel mogelijk het welslagen te bevorderen der jaarlijksche Collecte, welke, ten ge\olge van Zijner Majesteits dispositie, van den 16den November 1820, n°. 81, door de Districts com missie tot aanmoediging en ondersteuning van de Gewapende Dienst in de Neder landenzal worden gehouden, doen te weten dat., ingevolge bet verlangen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gemagtigde personen, met geslotene bussen, op Maandag en Dingsdagden 22sten en 23ste0 Junij aanstaande, aanvangende 's morgens te negen uren, aan de buizen der ingeze tenen, die verzocht worden op de uitreiking hunner liefdegiften orde te stellen. Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen in gemelde circulaire vervat, noodigen de ingezetenen dezer gemeente dringend uit, door onbe- krompene bijdragen krachtdadig mede te werken tot de ondersteuning der instelling, welke zij zoo zeer behoeft, maar gelooven tevens dat de bestem ming van de opbrengst dier Collecte reeds eene goede uitkomst verzekert en Toor ieder regtgeaard Nederlander, die in de geschiedenis van zijn eigen land geen vreemdeling is, alle verdere aansporing overbodig maakt. Het fonds, tot instandhouding waarvan die gelden worden ingezameld, strekt toch niet slechts in het belang der verminkten en infirmen van den gedenkwaardigen en beslissenden slag bij Waterloo (een dwaalbegrip dat bij velen heerscht), neen, ongelukkigen van iederen strijd, waarin ons vaderland gewikkeld was en nog is ondervinden het steeds, dat ten hunnen behoeve een blijvend liefdewerk is gesticht.: strijders van den Belgischen veldtogthandhavers onzer niagt in Oost- en West- Indische bezittingenveteranen van 40jarige dienst, genieten nu reeds, of heb- ben althans het vooruitzigt te genieten, van hetgeen hunne landgenooter» hebben weggelegd en thans nog afzonderen tot leniging hunner smarten, tot ondersteuning van hunnen gehrekkigen ouderdom. De Nederlandsche soldaat wete bet, dat, zoo hij werkelijk in en door de dienst infirm is geworden, er een fonds bestaat, met het. doel om door toelage, boven en behalve zijn pensioen, zijn ongeluk te verzachten; maar het Nederlandsche volk zij er dan ook, door dankbare belangstelling gedrongen gedachtig aan die ondersteu ning met meer mildheid te verlecnen, opdat het fonds aan al die billijke aanvra gen voldoe en de lijst der sollicitanten niet nog een aanzienlijk getal blijve aanwij zen, tot beschaming van den tijdgenoot, die aan het werk, eenmaal zoo krachtig aangevangen, slechts met slappe handen voortbouwt. Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan Burgemeester en Wethouders zich reeds vooraf overtuigd houden, het doen zien, dat deze roepstem niet te ver geefs ook tot Leydens ingezetenen werd gebragt! Burgemeester en Wethouders voornoemd, y. d. BRANDELER. Burgemeester. Leiden, 18 Junij 1868. v. PUTTKAMflIERSecretaris. S CIÏÏ UTTEn TJ BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat de alpha- hetische naamlijst van alle personen, die, overeenkomstig de wet van den 11 April 1827, aan de loting voor de Schutterij moeten deel nemen, Ier inzage van de belanghebbenden zal liggen ter secretarie dezer gemeente, van den 20 tot den 27Junij aanst. (de Zondag uitgezonderd), van des vooriniddags 10 tot 'snamiddags te 1 uur, en Hat de loting zal plaats hebben in een der localen van het Raadhuis, en wel op Maandag den 29 Junij 1868, '5 voormiddags te half tien uren. Wordende zij, welke na de laatst voorgaande inschrijving zich binnen Jeze ge meente met der woon hebben gevestigd, tol eene na-loling opgeroepen, mede op Maandag den 29 Junij 1868, 's namiddags ten één uur. Zullende ieder ingeschrevene bij een billet worden opgeroepen, om tot de loting ter voorschreven plaatse op te kouten, op den dag en het. uur in deze kennisgeving uitgedruktterwijl zij, die verhinderd iriogten worden zeiven tot de loting °P 'e komenzich dt ior een gemagtigde Bunnen doen vertegenwoordigen, of grim gcniiigli ule verschijnende, ral de loting geschieden door een der leden van de Commissie uit het Gemeentebestuur. Tevens worden de belanghebbenden ver- '"hgd, dat hij de genoemde loting aanteeltening tal worden gehouden van de re- oo'irn tot vrijstelling, die de ingeschrevenen vertneenen, krachtens liet 3de art. der tc kunnen aanvoeren: waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrij- ftelling mecnen tc hebbenvan belang jsdoor personele opkomstof, bij volstrekte beletselen, door het zenden van een met hnnne omstandigheden wel bekenden magligde, de loting niet te verzuimen. Ji En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat aan;tf!%rtavol- t genden bij de wet regt op vrijstelling is toegekend, als: 1°. die met ziekte of gebreken zijn beliebt, welke hen tot den wapenhandel voor het tegenwoordig oogenblik of wel geheel, ongeschikt maken: i. 2°. die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el en vijfhonderd zeventig strepen. 3°. de geestelijken van alle gezindheden, zoo lang zij niet van stand veranderen; 4°. de professoren en lectoren aan de hoogescholen, aan de athenaea en de semtn^riën 5°. de studenten in de godgeleerdheid; 6°. die den rang van olïicier in dienst van den Staat, tc lande of ter zee, hebben bekleed, en door eervol ontslag de dienst verlaten hebben of gepensionneerd zijn, zoo lang zij niet in een gelijken of hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen worden aangesteld; 7°. die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontsla gen in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in een hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld; 8°. die in militaire dienst ter zee of te lande zijn, waardoor alleen worden bedoeld zij, die na de inschrijving in militaire dienst zijn getreden, als rustende op militairen, zoo lang zij in dienst zijn en das niet voor ingezetenen eener be paalde gemeente kunnen gehouden worden, de verpligting niet om zich te doen inschrijven; 9°. den broeder van hem, die in persoon voor zich zeiven bij dc Schutterij dient; met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van een ongelijk getal slechts de kleinste helft tot de 'dienst zal worden geroepen; strekkende deze bepalingen zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om welke reden ook. niet meer bij hunne ouders inwonen; terwijl voorts, in tijd van vrede, van de active dienst tevens worden vrij ge-, steld (met de bepaling noglans, dat zij tot de werkelijke dienst dadelijk kun nen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling ophouden, waarom zij op de algemeene en bijzondere rollen tevens geplaatstdoch hij de reserve zoo lang in dienst gesteld worden); 10°. zij, die tot de dienst der nacht- of brandwachten, en tot die der brandspui ten, zijn aangesteld, zoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast 11°. lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personele belasting wordt betaald, waaronder echter niet zullen worden verslaan werkhoden of zoodanige bedienden, die ter uitoefening van iemands beroep of bedrijf zijn henoodigd; en 12°. zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armen-geslichlen opge voed of onderhouden worden. En zullen dien ten gevolge, degenen, welke op vrijstelling, nit hoofde van eene der bovengemelde redenen, aanspraak mogten vermeenen Ie kunnen maken, zoowel als zij. die zich in de dienst willen doen vervangen, de bewijzen, daartoe vereischt, moeten overleggen, en in het laatste geval, de personen, met welke zij van nom- mer willen verwisselen kenbaar maken aan de Commissie, op Maandag den 6 Jiilij aanstaande, des vooriniddags tussclien 10 en 1 uur, op hel Raadhuisten einde daarvan de noodige aanteekening te doen, voor zoo veel zulks hij de loting niet mogt zijn geschied;zullende op de reclames, zoo wel als over de goed- of afkeu ring der personen, door welke men verlangt zich te doen vervangen, nader door de Commissie van onderzoek uitspraak worden gedaan. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER. Burgemeester. Leyden, 19 .Junij 1868. v. PUTTKAMMER, Secretaris. VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Dingsdag den 23sten Jmtij 1868, 's namiddags te twee nren. Onderwerpen 1°. Benoeming van eene Vrouwe Kraammoeder. 2". Benoeming van een leeraar in de scheikunde en de natuurlijke historic aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwjjs der klasse, voor meisjes. 3». a. Suppletoire staat van begrooting; b. Staal van af- en overschrijving; beide op de dienst voor 1867. 4". Voordrag! lot verbetering van Inchtverversching op eenige openbare lagere scholen. 5". Adres van leden van het Colleaium Ci»itatis Acadetnicae Lugdtino Batavae Siipremnm omtrent de plaatselijke directe belasting. 6". Adres van de Heyder C» om vergunning tot het plaatsen tan een schoorsteen aan hunne fabriek in de Nieuwe VVaardstraat. 7°. Adressen «an gewezen nachtwachishoudende liet verzoek om terug te komen op liet besluit van 30 April 1868. 8". Op de dienst van 1867 a. Suppletoire slaat «an begrooting en staat van af- en overschrijving van het II G. of Arme Wees- en Kinderhui.,, b. Idem van het R C. Wees- en Ondeliedenhnis c. Idem van het Evangelisch Luihersch Wees- en Oudeliedenhuis d Suppletoire staat van hegroolinï van het Israëlitisch Armbestuur; e. Idem «an Vrouwen K ra am moeders f. Staat van af- en overschrijving van de administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen g. Suppletoire staat van begrooting en staat- van af- en overschrjjvjng van het R. C Armbestuur. 9°. Rekeningen over 1867, van: a. de Armbakkerij c. het Gereformeerd Minnehuis. 10°. Voorstel van het raadslid S. A. Meerburg, tot wijziging van art. 95 der Algemeene Policieverordeningwal het schrobben der straat betreft. 11». Adres van P. Kooreman Pz c. s.metselaars alhier waarbij z(j wij ziging verzoeken van art 141 der Algemeene Policieverordening. 12°. Voorstel van de Commissie tot de strafverordeningen, betreffende eenige wijzigingen in de Algemeene Policieverordening. Te Dordrecht viel Dingsdag II. aan de Elfhuizen een 7-jarig jongentje in het water. Zekere Oerlemansdie in de nabijheid werkzaam was en het ongeval bemerkte, nam, daar hij niet zwemmen kon, eene ladder, welke een bij hem werkend jongentje van H. Sprangers, oud 13 jaar, ge bruikt had om op een zolder te klimmen, «an daar weg, ten einde de red ding te beproevendie dan ook naar wensch slaagde. Middelerwijl echter dat die ladder weggenomen was, wilde de zoon van Spranger zich weder van den zolder naar beneden begeven. Onvoorziglig genoeg, liep hij ach- leruit ten einde zoo tastende met den voet, op de ladder plaats te nemen, met dit gevolg dat hij het e«enwigt verloor en naar beneden stortte. Deer lijk bezeerd wertl hij huiswaarts gebragt. Uit Apeldoorn meldt men dat er bij gelegenheid van den verjaardag van II. M. de koningin die opgeluisterd werd door de aanwezigheid van al de leden van het vorstelijk huis, groot diner ten hove plaats had, lot de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1868 | | pagina 5